Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een leven in Jezus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een leven in Jezus

Mary Winslow

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Een leven in Jezus". Zo typeerde de begaafde Engelse oudvader Octavius Winslow het leven van zijn moeder Mary. In een weg van zware beproeving werd ze tot een intieme omgang met God gebracht. Ze mocht weten dat ze heel haar kinderrijk gezin in de hemel weer zou zien. Vanuit een diepe bewogenheid correspondeerde ze met tal van predikanten en zette zich in voor de afschaffing van de slavernij. Achter hoeveel zendelingen en predikanten met een klinkende naam, moeten we de gestalte van een christelijke moeder zoeken?"

Winslow, een puriteinse vrouw met een mix van diep-doorleefde vroomheid èn singuliere gaven. Vanzelfsprekend niet in een kerkelijk ambt en daarom niet eens voor een plaatsje in de kleine kerkgeschiedenis in aanmerking komend. Maar daarom niet minder groot. Zij heeft in ieder geval op haar zoon, de begaafde Engelse oudvader Octavius Winslow, zo'n onuitwisbare indruk nagelaten, dat hij een "Memoir", een gedenkschrift, aan haar leven gewijd heeft. De titel is typerend: "Life in Jesus". Jezus was haar leven en dat straalde ze uit. Door in de kerkhistorische rubriek een vrouw aan de orde te stellen, volgt Terdege ditmaal een hedendaagse trend. Maar als deze puriteinse Maria vergeleken wordt met de moderne Maria's, de hedendaagse feministische theologanten, dan is het contrast des te opvallender en blijken de verschillen hemelsbreed.

Whitefield
Op de zonnige Bermuda-eilanden ziet op 28 februari 1774 Mary Forbes het levenslicht. Deze eilandengroep, die in de vorm van een vishaak midden in de Atlantische Oceaan ligt, ongeveer duizend kilometer van het Amerikaanse vasteland, heeft al vanaf oude tijden als vakantieoord gediend vanwege het zachte klimaat. Op 15 maart 1748 strijkt de oververmoeide opwekkingsprediker George Whitefield er neer, om wat op het verhaal te komen. Hij verbaast zich over de godsdienstige oppervlakkigheid van de bewoners van de "Zomer-Eilanden" en kan het -hoe overspannen hij ook is- niet laten om over die ene Naam te spreken. Als Whitefield na enkele maanden weer vertrekt, kan hij in zijn "journalen" gewag maken van een kleine opwekking. Dertig jaar later is daar in het ouderlijk huis van Mary Forbes niets van te bespeuren. Ze is het enige kind van Robert Forbes, van oorsprong een Schot, maar nu als militair op deze Engelse kolonie gesetteld. Hij beschouwt godsdienst als een kwestie van moraal. Als meisje mag Mary haar moeder elke avond een stukje voorlezen uit een welbekend Engels boek: "De volkomen plicht van de mens". Dit moralistische boek, waarvan de auteur niet bekend is, houdt moeder en dochter wel streng de eisen en plichten voor, maar zonder het Evangeliegeheim van de genade aan te roeren.

Officier
De nood van haar 17-jarig meisjeshart drijft Mary tot haar eerste echte gebed. Ze heeft haar hart gezet op een knappe leger-officier, Thomas Winslow. Haar moeder, die al vele aanbidders uit het leger afgewezen heeft en ook ditmaal de bui ziet hangen, stuurt haar echter mijlen weg naar een familielid. Als Mary daar het bericht ontvangt dat kapitein Winslow overgeplaatst zal worden, ziet ze haar droom aan flarden gereten en denkt bij zichzelf: „Wie kan dit nog tegenhouden?" Dan flitst het door haar heen: „Niemand dan God alleen!" Ze zakt op haar knieën en bidt in haar nood tot de levende God: „Heere, verijdel dit toch en geeft Thomas Winslow als mijn man." Zelf vertelt ze: „Licht als een veertje stond ik op en alle zorg was van me afgegleden." Haar moeder blijkt na Mary's haastige thuiskomst van gedachten veranderd. En de overplaatsing van Winslow gaat niet door, zodat de echtelijke vereniging snel beklonken is. Terugziende op haar al te heftig bidden, en dan om juist deze zaak, moet Mary bekennen: „Ik handelde verkeerd, maar desondanks bestuurde Hij het tot verheerlijking van Zijn grote Naam."

Bekering
Mary bezit thans de man van haar dromen, maar juist nu komen er in haar dagboeken passages voor over een gevoel van leegte. Het uitgaansleven bekoort haar niet. Ontgoocheld noteert ze, nadat ze van een bal met veel glitter en glamour thuiskomt: „Is dat nu alles!" Hoewel ze voor haar man zo veel mogelijk haar treuren verbergen wil, blijft het toch niet onopgemerkt. Om haar op andere gedachten te brengen, besluit hij zich uit het leger terug te trekken en zich met zijn vrouw en kinderen in een mooie streek in het graafschap Essex in Engeland te vestigen. Hoewel de predikant van de Anglicaanse Kerk in hun nieuwe woonplaats elke zondag het ware Evangelie brengt, zit het boek "De volkomen plicht van de mens" Mary nog behoorlijk dwars. De goede prediking en het onderzoek van de Bijbel zijn haar tot zegen, maar ze blijft -zoals ze zelf zegt- een pendeldienst onderhouden tussen Jakobus (door de werken) en Paulus (door het geloof alleen). Terwijl ze zo heen en weer wordt geslingerd, moet ze een keer een hele nacht waken bij een ziek kind. Worstelend om licht en pleitend op de belofte: „Bidt en gij zult ontvangen", brengt ze de nacht door. Bij het ochtendgloren komt Christus haar tegemoet met de woorden: „Ik ben uw heil alleen." Christus alleen, dus niet haar werken. Ze zegt er zelf van: „Het was een geestelijke ervaring, 't Was geen visioen, ik zag Hem niet met lichamelijke zintuigen, maar Hijzelf had het gezegd. Mijn ziel was gered, mijn zondenpak verdwenen. Ik had alles, want ik had Christus en in Hem zijn alle beloften ja en amen."

Huisgodsdienst
Nu begint haar "leven in Jezus", een intieme omgang met God, zij het met de nodige ups en downs. In een brief aan een vriend moet zij zich eens verontschuldigen: „Lieve vriend, vergeef me, maar mijn hart is vol van die ene Persoon en het is mij haast onmogelijk over iets anders te schrijven ofte spreken." Zoals bij alle puriteinen gebruikelijk, voert ook zij het zogenaamde "family-altar" in: de huisgodsdienstoefening. Met zachte hand maar toch heel beslist weet zij het bij haar man gedaan te krijgen. Tweemaal per dag wordt het hele gezin, inclusief de bedienden, door haar bij elkaar geroepen. Ze leest een gedeelte uit de Schrift en gaat voor in gebed. Allen knielen daarbij. Alleen haar man, de stoere kapitein, blijft staan. Na enige maanden geeft ook hij zijn verzet op en knielt naast zijn kinderen neer. Zo is dit gezin een "kerkje in de kerk", overeenkomstig het puriteinse ideaal. Haar zoon Octavius merkt nog op dat zij nimmer deze huisgodsdienst oversloeg. Wat er ook verschoven werd, dit niet. Ook niet als zij onderweg of op zee was. Zelf schreef ze in haar dagboek dat ze om deze gewoonte wel eens bespot is. „Maar ik laat ze gerust lachen, want ik weet dat ik door deze wijze van doen zo veel zegen van God ervaren heb, dat het de spot van de goddelozen ruimschoots vergoedt."

Weduwe
Een verkeerde investering van Winslow heeft ingrijpende consequenties. Hij is in één klap zijn hele vermogen kwijt. De ex-kapitein is nu een gebroken man, die sterk op zijn vrouw steunt. Hij bemerkt dat zij een krachtbron kent, die hij mist. Ze besluiten om in Amerika een nieuw bestaan op te bouwen. Mary en de kinderen -de jongste is nog aan de borst- gaan vooruit. Winslow zal enige maanden later volgen. Het land van de onbegrensde mogelijkheden wordt voor Mary het land van de beproevingen. Nog maar net zijn ze in Amerika aangekomen, of het jongste kind sterft. Het is nog niet begraven als haar de Jobstijding bereikt: „Uw man is in Engeland overleden!" De dagboeknotities uit die tijd doen verslag van diepe kolken en geestelijk afgronden. Zij verkeert op de rand van de wanhoop. De eerste troost van de hemel dient zich aan in de vorm van een gezang van haar meest geliefde schrijver John Newton. Ze verbindt zich opnieuw in een plechtige verbondssluiting aan haar God en ontvangt de belofte die Mozes in zijn afscheidslied aan de stam Aser meegaf: „Uw sterkte zal zijn gelijk uw dagen". In later tijd ontvangt ze van God de verzekering van een "undivided family in heaven", een ongescheiden gezin in de hemel.

Opwekkingen
Mary Winslow is van Amerika gaan houden. Zij neemt grondig kennis van de historie van de "Pilgrim fathers". In New York maakt ze kennis met een typisch Amerikaans verschijnsel: de "revivals", de opwekkingen. Ze beseft dat hier, net als op de eerste Pinksterdag, de Heihge Geest Zelf aan het werk is. Ze weet ook dat daar elders anders over gedacht wordt. Verdedigend schrijft ze aan haar vroegere predikant in Engeland: „Ik weet hoe vreemd men dit in Engeland vindt. Ik voel daaarentegen duidelijk dat in die bijeenkomsten de Heere Zelf aanwezig is en werkt. Daar is echt geen opgewondenheid, geen spoor van luidruchtigheid of enthousiasme, maar een diepe en plechtige ernst." Ze geeft de predikant dit advies: „Lieve broeder, tracht om je hoorders hun verschrikkelijke verloren toestand te tonen. Sla al die flauwe excuses de bodem in en betuig dat ze zich moeten bekeren en het Evangelie geloven omdat ze anders voor eeuwig verloren zullen zijn." Tijdens deze opwekkingen mogen ook drie van haar kinderen tot bekering komen. Amerika blijkt voor haar toch het land van de belofte. Maar ze blijft er niet. In 1834 vertrekt ze voorgoed naar Engeland. Daar brengt zij haar levensavond door.

Adviezen
Drie van haar zonen werden predikant. Regelmatig correspondeert ze met hen, evenals met andere predikanten. Haar brieven zijn doorspekt met wijze raadgevingen. Ze ergert zich aan wat ze noemt "het gepreek in het gebed". Bidden is spreken tot de Allerhoogste en daar hoort geen "gepreek" in vervlochten te zijn. Ook het op toon lezen van de nieuwtestamentische brieven van Paulus heeft haar aandacht. Dat moet niet galmend of plechtstatig gebeuren, omdat deze Schriftgedeelten het karakter van gewone brieven hebben. De "oude schrijvers" waarmee zij zo vertrouwd is, mannen als Owen en Bunyan, genieten haar voorkeur boven de hedendaagse. Zoon Octavius krijgt de berisping dat in zijn nieuwste werk, vergeleken met de boeken van oude puriteinen, zo weinig stukken in "italics" voorkomen. Ze doelt daarmee op de schuingedrukte aanhahngen uit de Heilige Schrift. Zijn broer Isaac wordt in een brief vermaand dat het wel gemakkelijk is te preken en activiteiten in Gods Koninkrijk aan de dag te leggen, maar dat hij eens zonder dominees-jas voor God zal moeten verschijnen om van elk ijdel woord rekenschap af te leggen. In tijden van politieke beroeringen schrijft ze ook vrijmoedig aan parlementsleden. Haar brieven zijn later gebundeld en na het "Gedenkschrift" door Octavius uitgegeven.

Slavernij
De bewogenheid van Mary Winslow komt ook naar voren in haar afkeer van de slavernij. Zo schrijft ze aan haar moeder: „Ik kan het idee van slavenhouden eenvoudig niet dragen en geef daarom mijn twee bedienden, Ben en John, de vrijheid." Slavernij is in haar ogen in strijd met alle gevoelens van teerhartigheid, maar staat vooral op voet van oorlog met het wezen van het christendom. Actief gaat ze zich inzetten om dit kwaad de wereld uit te helpen. Zij raakt zelfs heel goed bevriend met de vooraanstaande Engelse voorvechter van de afschaffing, William Wilberforce. Als kleine jongen mag Octavius zijn moeder wel eens vergezellen. Nooit is hij vergeten hoe hij uit de hand van deze filantroop wat snoepgoed kreeg en hoe zijn moeder met Wilberforce over de papieren gebogen, besprekingen voerde. „Achter hoeveel zendeüngen en predikanten met een klinkende naam, moeten we de gestalte van een christelijke moeder zoeken?", vraagt Octavius Winslow zich af. Hij heeft daarbij onmiskenbaar aan zijn eigen moeder gedacht in veel van zijn werken is -onzichtbaar Mary Winslow aanwezig. Boeken met een sterk pastorale inslag zoals "Psalmen in de nacht" en "Het medegevoelen van Jezus" zouden nooit geschreven zijn, als hij niet zo'n moeder had gehad.

Vrome moeders 
In het Engeland en Amerika van die dagen bestaan de zogenaamde "Matemal Associations". Groepjes vrouwen komen in gebedskringen samen. „De invloed van deze vrome moeders, hoewel stilletjes tóch machtig, is haast spreekwoordehjk geworden", schrijft Octavius. Mary slaat geen bijeenkomst over. De opwekking in haar gemeente in New \brk ziet zij als een verhoring van de biddende moeders. Als in juni 1830 de Britse koning George IV plotseling sterft, richt zij meteen een "moedervereniging" op. Dertien vrouwen komen 's morgens vroeg samen om te bidden voor de troonopvolgster, de jonge prinses Victoria. Heel Mary's leven staat in het teken van een nauwe omgang met God en Zijn Woord. Vervuld met een heilig ontzag voor de Schrift graaft zij voortdurend daarin, nauwlettend elk voorschrift opvolgend. Zo meent ze op grond van de tekst "Die gelooft zal hebben en gedoopt zal zijn..." de gelovigendoop te moeten ondergaan. Toch is zij altijd -in tegenstelling tot haar zoon Octavius, die independent werd- in de Anglicaanse Kerk gebleven. Als ze op dit punt wordt aangevallen door een afgescheiden broeder, verklaart ze: „Hoewel ik veel afdwalingen zie in de Kerk van Engeland, toch blijf ik er, net zolang totdat ik een zuiverder en volmaakter kerk ontdek."

Parel
Kerkisme is haar overigens vreemd. Opgetogen komt ze soms thuis van zendingsdagen waar allerlei soorten predikanten gesproken hebben. Levend vanuit een sterke wederkomstverwachting leest ze, net als Spurgeon, de krant naast de BijbeL Het opkomend "Puseyanisme" ziet ze als één van de "tekenen der tijden". Deze beweging, geleid door een hoogleraar uit Oxford, wil een terugkeer naar de roomse kerk. Ze roept predikanten op om alert te zijn en te waarschuwen tegen de verderfelijke invloed van de "Oxford Tracts". Onafhankelijk en soms origineel is haar uitleg van de Schrift In de parel van grote waarde ziet zij niet, zoals de gangbare exegese, Christus, maar de kerk. Christus is Degene Die alles verkoopt (Zijn eigen leven) om de parel (Zijn kerk) te verkrijgen. Groot is haar vreugde ab ze later in een gezang van Toplady dezelfde opvatting aantreft Toplady zingt: "Pearl of price, byjesus bought" (Parel van waarde, door Jezus gekocht). In het vroege voorjaar van 1854 begint haar Uchaam af te takelen. Op 3 oktober blaast ze de laatste adem uit Van haar stervende lippen hebben haar kinderen nog duidelijk de woorden „Praise, endless praise to Gos" kuimen horen. Octavius eindigt zijn "Gedenkschrift" met een verwijzing naar het Hooglied: „Zij is gegaan tot de mirreberg en tot de wierookheuvel, totdat de dag aanbreekt en de schaduwen zullen vlieden."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 31 mei 1995

Terdege | 72 Pagina's

Een leven in Jezus

Bekijk de hele uitgave van woensdag 31 mei 1995

Terdege | 72 Pagina's