Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over Neêrlands "bergen"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over Neêrlands "bergen"

Zwerven door Twente en Salland

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze keer gaan we een gedeelte van ons land verkennen waar een flinkaantal "bergen" zijn gelegen. We bedoelen de Sallandse heuvelrug metomringende heuvels, die allemaal het predikaat "bergen" voeren. Zeliggen zo ruwweg tussen Markelo en Ommen.

Voor deze tocht beginnen we in Enter. Wie Enter noemt denkt meteen aan klompen. Aan de weg naar het dorp zien we dan ook al een paar bedrijven die duidelijk aangeven dat daar het houten schoeisel wordt gemaakt. Omstreeks 1200 wordt de plaats al genoemd en eeuwenlang was landbouw de vorm van bestaan. Niet ver van het dorp stroomt de Regge, en die bood ondernemende inwoners de gelegenheid om zich in de vervoersbranche te begeven. Daarvoor Van links ontwierpen zij een scheepstynaar rechts: pe, de zogenoemde Zomp. Het Rijssen, Stel- was een platboomvaartuig met lingmolen. bruine zeilen. Door de geringe Enter, het diepgang kon het heel lang op Klompenmu- de Regge blijven varen, ook als seum. er weinig water in de rivier Rijssen, in het stond. Zo omstreeks 1825 beHollands stond de "vloot" wel uit zo'n Schwarzwald. 100 van deze vaartuigen. Maar het vervoer over de weg en per trein kwam meer en meer tot ontwikkeling, wat inhield dat het vervoer over water steeds minder werd, tot er uiteindelijk geen bestaan meer in was. Daar er toch brood op de plank moest komen, schakelde men over op het maken van klompen. Een bloeiende bedrijfstak is dit geworden, maar het dragen van klompen is de laatste decennia wel steeds minder geworden.
Om het verleden levend te houden is er het klompenmuseum en ook nog een oudheidkamer. Van mei tot half september zijn ze geopend van woensdag t/m zaterdag van 13.30 -16.30 uur. Voor een tochtje op de Regge met een Zomp moeten we niet in Enter zijn, maar in Rijssen, bij de Pelmolen. Alleen in de maanden juni, juli en augustus is dit mogelijk, na vooraf een afspraak met de VW in Rijssen te hebben gemaakt (tel. 05480200H).

Rijssen
Vanuit Enter gaat het nu op Rijssen aan. Even voor we daar aankomen zien we aan onze linkerhand een flink stuk bosgebied, het "Hollands Schwarzwald". Zelfs de Rijsserberg is aanwezig. Rijssen is de oudste stad van de streek, want de zendeHng Lebuïnus stichtte er in 775 een kapel, en in 1243 kreeg het stadsrechten. De oude sfeer met de boerderijen is in het centrum helemaal verdwenen. Hoe het in 't verleden was, is op een maquette te zien in museum De Oosterhof, een vroegere havezathe. Het "oude Rijssen" is aanwezig met interieurs van boerderijen, stijlkamers enz. Het museum is geopend op werkdagen van 10.00-17.00 en op zaterdag van 14.00-17.00 uur. Het is gelegen aan de Kasteellaan 1. De Pelmolen ligt heel mooi aan de Regge. Deze achtkantige stellingmolen is gebouwd in 1752 en in 1975 gerestaureerd. Vanaf de stelling heb je een mooi uitzicht op de omgeving. Bij de molen ligt de zomp, voor een eventueel tochtje op de Regge. Voor de wandelaars zijn er in het Hollands Schwarzwald en het Rijssenseveld gemarkeerde wandelingen uitgezet.

Holten
De volgende plaats die we aandoen is Holten. Vermoedelijk is de naam ontstaan door zijn ligging tussen de Zuurberg en de Holterberg, dus in de laagte of holte. We kunnen vanaf Rijssen de N337 nemen, maar veel mooier zijn de binnenwegen via de buurtschap Borkeld. We rijden dan door een mooi bosgebied en coulissenlandschap. Het is hier volop genieten van de rust en de natuur. Net buiten Rijssen komen we langs de joodse begraafplaats. Holten ligt op de grens tussen Salland en Twente, de Holtenaar is dus eigenlijk "tweeslachtig"; Sallander en Tukker. Landbouw en veeteelt zijn belangrijke bestaansbronnen, maar de recreatie heeft de laatste decennia ook heel wat arbeidsplaatsen geschapen. Vooral 's zomers is het in het plaatsje behoorlijk druk. Vanaf Holten tot Nijverdal is één groot natuurgebied, waardoor de prachtige Toeristenweg is aangelegd. Diverse wandelpaden zijn er uitgezet, die hier en daar mooie vergezichten bieden. Natuurlijk slaan we het bekende Natuurmuseum Bos Dierenwereld niet over, en evenmin de Canadese Militaire Begraafplaats. Hier liggen zo'n 1400 jonge mannen in de schoot der aarde.

Nijverdal
De tocht wordt voortgezet over de mooie weg naar Nijverdal. Onderweg nemen we de Holterberg, de Noetselerberg en de Haarlerberg. Ongeveer een kilometer voor het einde van deze weg ligt het Bezoekerscentrum "Noetselerberg" van Staatsbosbeheer, dat met o.a. diaklankbeelden informatie geeft over de natuur op de Sallandse Heuvelrug. Geopend van mei t/m augustus van 10-17 uur, 's maandags gesloten. De geschiedenis van Nijverdal is nog niet zo oud, maar het ontstaan is daarom niet minder interessant. Het dorp is pas in 1836 gesticht. In het jaar 1832 ontmoetten in hotel "De Zon" in Hengelo een zekere Thomas Ainsworth en Willem de Clerq elkaar. Ainsworths vader was een Engelse textielfabrikant en zoonlief was op weg naar Hannover om afzetgebied voor hun produkten te vinden. De Clerq was secretaris van de Nederlandse Handel Maatschappij en vertelde tijdens die ontmoeting dat er in Twente zoveel geweven werd door de boeren, als huisnijverheid. Door de gesprekken kwam bij Ainsworth het plan naar boven om niet verder te reizen maar in Nederland te blijven. Hij ging wonen op "De Eversberg" in de omgeving van (het latere) Nijverdal. In diverse plaatsen stichtte hij weefscholen, o.a. in Goor. De school in Goor werd naderhand verplaatst naar de omgeving van "De Eversberg", dichtbij de weg Almelo-Zwolle en tevens vlakbij de rivier de Regge. De Ned. Handel Mij. besloot hier een factorij te vestigen. Met een paar boerderijen en een tolhuis werd dit het begin van Nijverdal.
Tot 1881 heette het dorp "Eversbarg", maar toen in dat jaar de spoorlijn Zwolle-Almelo werd geopend, die ook langs Nijverdal liep, kwam op het stationsgebouw de naam "Nijverdal" te staan. Deze plaats is dus eigenlijk de bakermat van de later ontstane Twentse textielindustrie. Later nam o.a. Enschede die plaats in. Het dorp zelfheeft niet zoveel te bieden, het moet het dan ook hebben van de mooie natuur, die hier gelukkig nog volop is. Daar de Regge door het dorp stroomt, is er voor de liefhebbers ruimschoots gelegenheid om een kanotocht op de rivier te maken, zelfs met een reuzenkano voor 12 personen. Gemeentelijk behoort Nijverdal tot de gemeente Hellendoorn, de laatste plaats die we op onze route bezoeken.

Hellendoorn
Wie Hellendoorn zegt, denkt meteen aan het grote avonturenpark dat hier is gevestigd. Veel schoolreisjes en uitstapjes zijn het doel van dit park. Wij laten het echter voor wat het is en gaan in de plaats zelf ons vertier zoeken. Allereerst vraagt de Ned. Herv. Kerk onze aandacht. De oudste delen ervan zijn van 1485. Het is zowel van buiten als van binnen heel mooi. Verder is Hellendoornvier musea rijk, en een mooie molen. Vroeger was er een zekere bakker Valk, die naast zijn bakprodukten ook mogelijkheden zag voor het maken van consumptieijs. Dat idee is uitgegroeid tot de grote Caraco Ijsfabriek. Aan deze bakker Valk hebben we ook te danken het Bakkerij- en IJsmuseum, Dorpsstraat 49. Het is dagelijks geopend van Pasen t/m de Herfstvakantie, terwijl er op woensdagen van 14-16 uur bakdemonstraties worden gegeven. De oudheidkamer "Erve Hofman" staat aan de Hofmanstraat 2. Het is een authentieke boerderij, compleet ingericht, met veel oude gebruiksvoorwerpen betreffende het agrarisch bedrijf Naaste buur is het Smederijmuseum, met een heel mooie collectie gereedschappen en werktuigen uit de smidse. Als oudere ben je in gedachten weer helemaal even in de smederij van weleer.

Ten slotte is er nog de fraai gerestaureerde boerenhofstede "De Valkhof', Ninaberlaan 66. Hier is uitgebeeld de geschiedenis van het dorp en het leven van de bewoners zoals dat was omstreeks 1900.

De openingstijden van de vier musea zijn vrijwel gelijk, van 15 mei t/m 15 sept. dinsdag t/m vrijdag van 10.00-12.30 en 14.00-17.00 uur.

Zoals gezegd heeft Hellendoorn ook een molen. Die kan het gehele jaar door worden bezocht van dinsdag t/m donderdag van 13.00-18.00 uur en op vrijdag van 8.30-17.00 uur. In het Bakkerij- en IJsmuseum aan de Dorpsstraat 49 is tevens de VW gevestigd en daar kun je een zgn. "Museum-Kuierkaart" kopen die toegang geeft tot de musea en de molen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 juli 1995

Terdege | 68 Pagina's

Over Neêrlands

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 juli 1995

Terdege | 68 Pagina's