Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lintworm zorgt bijna nooit voor klachten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lintworm zorgt bijna nooit voor klachten

4 minuten leestijd

Ongetwijfeld kent u de vraag: „Heb je soms een lintworm?" aan iemand die over een buitengewone eetlust blijkt te beschikken. De lintworm, een boeiend stukje biologie.

Op mijn spreekuur laat meneer Jacobs een potje zien met een paar rare bleke stukjes, een halve centimeter breed en een paar cm lang. „Kan ik soms een lintworm hebben?", vraagt hij zich af. Klachten heeft hij eigenlijk niet; wel bevinden zich de laatste tijd steeds wat van die vreemde stukjes in de ontlasting.
(Tussen haakjes, dat is een voordeel van de zogenaamde vlakspoeltoiletten: Daar vallen dat soort zaken tenminste direct op, in tegenstelling tot de diepspoelers, waar alles direct wegploempt het riool in. Ook bloed bij de ontlasting, soms een eerste verschijnsel van darmkanker, wordt in een vlakspoeler veel eerder opgemerkt. Maar dit terzijde.) Terug naar meneer Jacobs. Dat zijn nou leuke dingen voor een huisarts! Als ik één van de stukjes onder de microscoop leg, zie ik direct al de kenmerken van een zogenaamde proglottide; een stukje van een lintworm. Meneer Jacobs had zelf dus al de goede diagnose gesteld! Hij krijgt van mij Yomesan mee, een anti-wormmiddel dat speciaal tegen de lintworm is gericht. Daarbij geef ik wat laxeertabletten mee om een vlotte afvoer van de dode lintworm te bewerkstelligen. Ik kan het niet laten om meneer Jacobs te vragen de lintworm zo mogelijk voor mij te bewaren. Na twee dagen plaatst meneer Jacobs triomfantelijk een emmertje op de balie. „Ik heb er twintig minuten voor moeten zitten, maar ik geloof dat hij het helemaal is!" Terwijl mijn assistente vol afgrijzen toekijkt, spoel ik het wormenkluwen onder de buitenkraan af, en probeer het daarna te ontwarren. Met enige moeite lukt dat, en na enkele minuten ligt er een wit lint op de stoep uitgestrekt. Duimstok erbij: op 10 cm na acht meter! De lintworm verhuist naar een stopfles sterk water, en meneer Jacobs keert opgelucht naar huis terug.

Rund als tussengastheer
In ons land vinden we vrijwel uitsluitend de runderlintworm. (Er bestaat ook nog een varkenslintworm, die tot veel meer complicaties kan leiden, maar die zullen we gemakshalve buiten beschouwing laten.) De volwassen worm is 4 tot 10, soms zelfs 20 meter lang. Hij bestaat uit een kop van enkele millimeters met 4 zuignapjes (waarmee hij zich in de twaalfvingerige darm vastzuigt), waaraan een meterslang lint van kleine stukjes, proglottiden genoemd. Ieder stukje bevat een soort baarmoeder, waarin zich honderden eitjes bevinden. Per dag verliest de lintworm een tiental van deze stukjes. Deze verlaten met de ontlasting het lichaam en kunnen vervolgens zelfstandig rondkruipen. Tijdens dit rondkruipen scheurt de proglottide open, en komen de eitjes vrij. Slechts wanneer de eitjes ten slotte op gras of planten terecht komen, gaat het verhaal verder. Het wachten is dan op een rund, dat met het gras de eitjes opeet. In de maag van het rund komt een larve vrij, die vervolgens zijn weg zoekt naar een van de spieren van het rund, en zich daar ontwikkelt tot een zogenaamde blaasworm; een blaasje van ongeveer een halve centimeter groot, met daarin het voorste stukje van de toekomstige lintworm. Deze blaasworm groeit in het rund niet meer verder. Gedurende ongeveer een jaar blijft hij besmettelijk, daarna sterft hij a£ Wanneer binnen deze tijd het rund geslacht wordt, en de mens het vlees onvoldoende verhit nuttigt, komt de blaasworm in de darm terecht, waar onder invloed van maagsap en gal de blaaswand oplost en de kop van de lintworm vrijkomt. Deze zuigt zich vast in de twaalvingerige darm, en kan vervolgens gaan uitgroeien tot een volwassen lintworm, die wel 20 jaar in leven kan blijven!

Geen klachten
Meestal geeft de lintworm weinig of geen klachten. Een lichte bloedarmoede kan ontstaan; soms geeft irritatie van de darmwand een soort hongergevoel, soms juist tegenzin in voedsel. De diagnose wordt gesteld door het aantonen van de proglottiden in de ontlasting. Met name vee dat op de uiterwaarden graast, schijnt vaak besmet te zijn. (Veel riolen lozen rechtstreeks op het oppervlaktewater). Maar ook percelen weidegrond die in droge periodes met oppervlaktewater worden beregend, kunnen tot besmetting leiden. Bij het keuren van slachtvee zoekt de keurmeester naar mogelijke blaaswormen in o.a. hartspier en kauwspieren. Gelukkig komt besmetting slechts zelden voor; geniet u dus gerust van uw stukje biefstuk...

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 juli 1995

Terdege | 68 Pagina's

Lintworm zorgt bijna nooit voor klachten

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 juli 1995

Terdege | 68 Pagina's