De Stradivarius van Kampen
Zijn eerste instrument maakte André van Putten van een sigarenkistje. Sindsdien is hij volledig in beslag genomen door het eeuwenoude ambacht. Na rijp beraad gaf de elektronicadocent er zelfs een goede baan voor op, daarin gestimuleerd door zijn vrouw. Ze bleek het goed te hebben gezien. De opmerkelijke opkomst van een self-made vioolbouwer.
Oktober 1993 opende André van Putten zijn nieuwe zaak. Een opvallend pand aan de rand van Kampen: creatief van vormgeving, overvloedig voorzien van glas. Erachter blinken tientallen cello's en violen, die de voorbijganger welhaast dwingen tot stilstaan. In een hoek van de toonzaal heeft de eigenaar zijn atelier, waar hij strijkinstrumenten restaureert of zich overgeeft aan de vervaardiging van een nieuwe viool. Het colbertje aan, dasje om de hals. Alleen bij het lakken gebruikt hij de groeneschort, die in een hoek gereed hangt. Het was voor de vioolbouwer de tweede verhuizing binnen vier jaar. Aanvankehjk oefende hij het ambacht uit op de zolder van zijn woning. De beperkte armslag bracht hem ertoe een huis met een forse uitbouw te betrekken. De uitbouw werd ingericht als atelier. Daarvandaan trok hij naar de Scheerling, waar hij over een vorstelijke ruimte beschikt.
Herman Krebbers
De opmerkelijke opkomst is voor een deel te danken aan de waardering die grootmeesters toonden voor zijn instrumenten. Lof die de Kampenaar meteen produktief maakte. Hij liet het pand openen door de wereldberoemde violist Herman Krebbers. Een feit dat in natuursteen is vastgelegd, zodat het ook onder het nageslacht bekend blijft. In een openstaande koffer vol vioolstokken zijn, niet al te dominant maar wel opvallend, twee foto's geplaatst. Een van violist Theo Olof, met een viool van Van Putten. De andere foto toont Jaap van Zweden, concertmeester van het Koninklijk Concertgebouworkest, met aan zijn zijde de oudste dochter van Van Putten. Genomen nadat Van Zweden met genoegen een instrument van Van Putten had bespeeld. Een beter "comité van aanbeveling" is nauwelijks denkbaar. Uiterst exclusief is ook de vermelding op het visitekaartje van de vioolbouwer. Ref Herman Krebbers. „Deze waardering is met geen goud te betalen. Vandaar dat ik het maar in goud gedrukt heb." In een kleurrijke brochure van de ondernemer is een uitspraak van Krebbers opgenomen, in drie talen. "Vioolbouwers als Van Putten zijn een zegen voor de hedendaagse generatie violisten." Loftuitingen die niet zonder resultaat blijven.
Elektronica
Begeleid door subtiele vioolmuziek maakt de Kamper vioolbouwer, lid van de plaatselijke Gereformeerde gemeente, me deelgenoot van zijn opvallende carrière. Als 11-jarig knulletje maakte hij zijn eerste snaarinstrument, van een houten sigarenkistje en elastiekjes. Drie jaar later leverde hij zijn eerste basvedel af Een opleiding tot orgelbouwer werd hem door zijn vader ontraden. Als directeur van het plaatselijk arbeidsbureau voorzag die een kommervol bestaan. Vandaar dat André voor zijn tweede passie koos: elektronica. Na zijn hts-opleiding werd hij docent aan een mts in Zwolle. In zijn vrije tijd bleef hij strijkinstrumenten bouwen. Vanaf 1980 werd het een serieuze zaak. Hij liet zich informeren door bekwame vioolbouwers, nam literatuur door en probeerde dat wat hij opgestoken had in praktijk te brengen. Met vallen en opstaan. „In het begin voornamelijk vallen. Dat is zo doorgegaan tot ongeveer zeven jaar geleden. Toen ontstond er belangstelling voor wat ik deed en heb ik m'n baan bij het onderwijs afgebouwd. Dat is eigenlijk de schuld van m'n vrouw. Die geloofde in dit bedrijf De tijd heeft haar gelijk gegeven. Zeker sinds Herman Krebbers vier jaar geleden om de hoek kwam kijken, om het maar even populair samen te vatten."
Concert
Op een goede dag trok de selfmade vioolbouwer de stoute schoenen aan en belde de wereldberoemde violist op, met het verzoek of die zijn instrumenten wilde beoordelen. Tot zijn eigen verbazing was hij welkom. Met twee violen in een koffer reisde hij af naar het Amsterdamse Sweelinck-conservatorium, waar Krebbers hem verwelkomde. „Voor hij begon te spelen zei hij heel eerlijk: Ik waarschuw u maar vast, als het niks is kan ik er nog geen halve minuut op spelen. Dan wil het gewoon niet." De eerste minuut zat Van Putten met kloppend hart te luisteren, na vijf minuten begon zijn vrees te wijken. Toen Krebbers de viool na een half uur neerlegde, wist hij dat hij vakwerk had geleverd. Met een aantal door Krebbers gesigneerde foto's keerde de bouwer naar Kampen terug. En daarbij de belofte van de meester om de opening van zijn pand te verrichten. De aanwezigheid van de befaamde viohst, die met strijkage werd ontvangen, was voldoende om de naam van Van Putten te vestigen. Dat gold in nog sterkere mate voor de uitvoering die het door hem opgerichte Christelijk Kamper Symfonie-orkest vorig jaar gaf in een afgeladen Bovenkerk. Onder leiding van de vioolbouwer bracht het orkest onder meer het dubbelconcert van Vivaldi ten gehore, met als solist Herman Krebbers. Op een viool van Van Putten.
Reformatorisch orkest
Een verslechterende opkomst en muzikale motivatie van de leden deed hem besluiten ontslag te nemen als dirigent van dit orkest. Inmiddels is door het merendeel van de strijkers een nieuw ensemble gevormd, dat Van Putten heeft gevraagd weer dirigent te worden. Daarnaast is hij betrokken bij het initiatief voor de oprichting van een "reformatorisch orkest voor noord en midden Nederland". „Ik geloof niet dat je op een reformatorische manier Bach of Beethoven kunt spelen. Net zomin als je een christelijke koprol kunt maken bij de christelijke gymnastiekvereniging. Bij reformatorisch moet je puur denken aan de kring waarin we de instrumentalisten zoeken en de houding van waaruit we bezig willen zijn. Heel concreet denk ik dan aan de muziek die wordt gespeeld en het feit dat op zondag geen concerten worden gegeven. Ik weet uit ervaring dat het lidmaatschap van een neutrale muziekvereniging tot allerlei conflictueuze situaties kan leiden in verband met je principes." De vorming van zo'n reformatorisch ensemble moet volgens Van Putten geen probleem zijn. De tijd van het alleenrecht van het harmonium is voorbij. Zijn eigen gezin is daarvan het bewijs. Z'n zoon speelt cello, de oudste dochter viool, de tweede dochter hobo, de jongste piano. „Ik vind het heerlijk om met het eigen clubje wat te musiceren."
Restauratie
Voor een geselecteerd publiek verzorgt de vioolbouwer zo nu en dan een huiskamerconcert aan de Scheerling. Zo staat voor 10 oktober een recital gepland door pianist Daniël Wayenberg met als gasten Olof en Krebbers. „Daar kijk ik nu al naar uit." De evenementen bleven ook bij muziekscholen in de omgeving niet onopgemerkt en verhoogden het vertrouwen in zijn vaardigheid. De muziekschool in Hengelo heeft haar instrumenten bij Van Putten in onderhoud, de Zwolse muziekschool heeft de verhuur van instrumenten aan hem overgedaan, het Zwolse conservatorium laat de eigen instrumenten door hem restaureren. Verder verzorgt hij workshops voor studenten en docenten van dit conservatorium. Ook buiten de landsgrenzen groeit de faam van de vioolbouwer uit Kampen. Zo had hij anderhalve dag een cameraploeg van de Japanse staatstelevisie over de vloer, die een vijftien minuten durende documentaire over zijn werk samenstelde. Aan het begin van de film levert een jonge knaap een zwaar gehavend instrument met afgebroken hals aan. Tegen het eind komt hij het weer ophalen en geeft voor de kijkers een aardig staaltje muzikaliteit weg op het door van Putten gerestaureerde instrument, dat weer als nieuw oogt.
Precisie
Het werk vereist een precisie in de hoogste graad. Zelfs de minuscule schaafjes die ervoor in omloop zijn, waren Van Putten te grof Hij fabriceerde zelf een exemplaar van hooguit een centimeter lengte, met een snijvlak van enkele millimeters. Het is voor de vioolbouwer onmogelijk om concreet aan te geven waarin het geheim van zijn instrumenten schuilt. „Je hebt wel eens die verhalen gehoord over de lak van Stradivarius. Daarin zou zijn geheim liggen. Dat is onzin. Als je die lak op een gemiddelde viool zou zetten, heb je echt nog geen Stradivarius. Het eigene van een instrument ligt in de methode van bouwen. Die zit vooral tussen m'n oren en in m'n handen. Het is niet zo dat je kunt zeggen: Schrijf het eens even op een stukkie papier, dan kan een ander het ook. Het vereist een stuk Fingerspitzengefühl, zoals de Duitsers dat zo mooi zeggen. Feeling! Zeg, hebben we daar ook nog een Nederlands woord voor?"
Vadertrots
Als het aan Krebbers lag, deed de vioolbouwer de hele dag niet anders dan instrumenten vervaardigen, maar Van Putten heeft ook met de zakelijke kant van de onderneming te maken. Er moet heel wat binnen komen om het bedrijfin stand te houden. Vandaar dat hij naast zijn ambachtelijke bezigheden actief is in de verhuur en verkoop van elders gefabriceerde instrumenten. De praktijk heeft geleerd dat hij hooguit vier nieuwe instrumenten per jaar kan leveren. „En die zijn dan nog voor een deel in de kleine uurtjes gemaakt. Met zo'n instrument ben ik wel driehonderd uur bezig, 's Middags kan ik er sowieso niet aan werken. Dan is de winkel open. Die komt voor een snaar, die voor een strijkstok... Dan heb je ook nog je administratie. En niet te vergeten je gezin." De bedoeling is wel dat hij zich in de toekomst meer op nieuwbouw gaat toeleggen. Hij heeft al een man in dienst die een belangrijk deel van het restauratiewerk heeft overgenomen. Zijn zoon wordt opgeleid aan het Viohndepartment van de Guildhall-University in Londen. „Op termijn zal het Van Putten en Zoon worden. Mag ik een beetje vadertrots hebben, hij doet het machtig goed. Echt! Het is daar een heel internationaal gezelschap van Koreanen, Fransen, Duitsers, één Engelsman en één Hollander. Maar het instrument dat Jaap dit jaar heeft gebouwd kwam als beste uit de bus. Hij is zo mogelijk nog gekker van het vak dan ik."
Gave
Aan Van Puttens eigen instrumenten komt absoluut geen ander te pas. Het werkstuk is vanaf de aankoop van het hout in Duitsland tot het aanbrengen van de laatste laklaag het werk van de meester zelf „Dat lakken moet je ook niet uitvlakken. Er gaan zo'n 25 lagen op, die steeds weer een dag of twee droogtijd nodig hebben. Dan ben je al twee maanden verder." Door de naam die hij heeft opgebouwd, kan de vioolbouwer probleemloos 20.000 gulden voor zijn instrumenten vragen. Een bedrag dat alleen begaafde violisten voor het instrument over hebben. Een deel van zijn klanten bevindt zich in de directe omgeving van de Nederlandse top. „Soms krijg je heel leuke reacties. Ik heb een viool geleverd aan een bijzonder begaafd meisje uit Noord-Holland. Die heeft meegedaan aan een vioolconcours in Maastricht. Na afloop werd haar gevraagd of ze een oude Steiner bespeelde. Toen ik dat hoorde was ik best gepast trots. Ik ben heel dankbaar dat ik deze gave gekregen heb. Want laten we wel wezen, het is iets wat je krijgt."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 oktober 1995
Terdege | 88 Pagina's