Jeruzalem
Stad van vrede, steen des aanstoots
Ze draagt van oorsprong de naam Salem. Vrede. Toch is juist deze plaats het toneel van verwoesting en verschrikking, al eeuwenlang. De stad waar koning David drieduizend jaar geleden recht begon te spreken, werd de stad waar het onrecht z'n hoogtepunt bereikte. En nog steeds vloeit er bloed. Jerusjalajim, stad van vrede, steen des aanstoots. Tot op de huidige dag.
De toorn straalt Jan Willem van der Hoeven uit de ogen als hij terugdenkt aan de opening van de viering van 3000 jaar Jeruzalem. Zeventig ambassadeurs waren voor de ceremonie uitgenodigd. Slechts zeventien, voornamelijk uit onbetekenende landen, kwamen opdagen. De rest negeerde de invitatie, uit angst de goodwill in de Arabische wereld te verliezen. Ook Nederland liet zich verontschuldigen. Van der Hoeven schaamde zich deze dag voor zijn afkomst. Fel hekelde hij "het laf en slap gedoe". Hij liet het daar niet bij. Als voorman van de Internationale Christelijke Ambassade Jeruzalem (ICAJ) had hij een alternatief achter de hand.
„Ik heb gezegd: Oké, als er dan geen mannen meer onder ons zijn, doen wij het. Vanuit bijna honderd landen waren christenen naar Jeruzalem gekomen. Die hebben we per delegatie gepresenteerd, voor de camera's van persmensen uit de hele wereld. „Hier is de Déénse delegatie. En daar nadert de delegatie uit Brazilië." Elke stad die een paar honderd jaar bestaat, mag z'n feest hebben. Maar op het feest van Jeruzalem, dat ouder is dan welke stad ook, laat de wereld het afweten."
Christelijke ambassade
Al bijna dertig jaar is de stad van David de woonplaats van Van der Hoeven. Tallozen leerden hem kennen als de prediker van de graftuin. Sinds 1980 trekt hij over de aardbol als woordvoerder van de door hem opgerichte Internationale Christelijke Ambassade Jeruzalem (ICAJ), die "een baken van troost en praktische hulp aan het volk Israël" wil zijn. De ambassade werd in 1980 gesticht, nadat door het Israëlische parlement de Jeruzalem Law was aangenomen. In deze wet is vastgelegd dat Jeruzalem de "eeuwige onverdeelde hoofdstad van de Staat Israël" zal blijven. Dertien landen trokken daarop, onder Arabische druk, hun ambassade uit Jeruzalem terug. Hetzelfde jaar opende Van der Hoeven de ICAJ, tijdens de door hem georganiseerde internationale christelijke viering van het Loofhuttenfeest. Een festijn dat jaarlijks wordt herhaald.
Inmiddels heeft de alternatieve ambassade wereldwijd vertegenwoordigers. De Nederlandse dependance is gevestigd in Baarn. Tijdens een recent bezoek van Van der Hoeven aan Nederland werd in het pand ook een Israëlwinkel gerealiseerd, onder supervisie van zijn tweede vrouw Ellen, die in bevlogenheid niet voor haar man onderdoet.
Tempelberg
Hoewel hij al twintig jaar niet meer in de graftuin preekt, is het voor Van der Hoeven nog altijd een van de meest markante punten in Jeruzalem. „Officieel hoefde ik bezoekers alleen rond te leiden, maar dat was voor mij onmogelijk. Ik heb vaak gezegd: „Heer, hier heeft U geleden en hier bent U opgestaan, dan kan ik toch toch niet een toeristisch praatje houden." Elke keer weer vertelde ik van het Evangehe. En de mensen bleven toestromen. Soms kón ik niet meer. Maar als ik dan naar het open graf keek, kreeg ik nieuwe kracht."
Slechts één plaats is hem meer waard. Dat is de Tempelberg. „Hoe mooi de graftuin ook is, mijn Heer gaat straks niet voor het open graf audiëntie houden. Dat wordt wel op de Heilige Berg, de Berg des HEEREN. Waar nu twee moskeeën staan. Waar toeristen uit de hele wereld hun schoentjes uitdoen voor de mohammedanen. Waar het Jood en christen onmogelijk wordt gemaakt om tot de God van Israël te bidden en de Heer te loven."
Verkeerde plaats
Als geen ander is hij ervan overtuigd dat Jeruzalem het centrum van Gods heilshandelen is. In zijn boek "Babyion of Jeruzalem" zette hij zijn visie uiteen. Babyion wordt zichtbaar in het dwaze streven van hen die achter de schermen aan een wereldregering bouwen. Daartegenover symboliseert Jeruzalem het vertrouwen op God, Die Zelf vrede zal bewerken als de Messias wederkomt tot de stad van David. Daar ligt de sleutel voor de vrede.
„Op de Jesaja-muur tegenover het VN-gebouw in New York staat: "Zij zullen hun zwaarden tot ploegscharen omsmeden en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen en zij zullen de oorlog niet meer leren." Prachtig, maar het staat wel op de verkeerde plaats. Iedereen is gek van vrede maken, maar allemaal buiten Jeruzalem om. En daar zal het nou juist gebeuren."
In de nabije toekomst verwacht de ambassadeur de grote ommekeer, die hij zeer concreet voor zich ziet. De Joden, die zich nu moeten behelpen met hun Klaagmuur, zullen de tempel herbouwen. Dan zal de grote wereldbrand uitbreken. Daarna keertjezus terug op de Olijfberg, om als Koning vanuit de tempelstad te regeren. Jeruzalem zal het brandpunt zijn van een wereldomvattend vrederijk, waarin de Dode Zee als een vruchtbaar zoetwatermeer getuigt van Gods trouw en genade. En de ICAJ hoeft geen loofhuttenfeest voor christenen meer te organiseren, want alle landen zullen ieder jaar in vreugde opgaan, om in de straten van Jeruzalem te dansen en te zingen.
Dodelijke haat
Nu vloeit er nog bloed. Elke dag opnieuw kan een bom ontploffen. Een dreiging die Van der Hoeven bewust riskeert, reeds tientallen jaren. „Ik bid vaak: „Heer, hoe lang mogen we nog voor Israël in de bres staan, zonder de prijs te betalen die duizenden anderen al hebben betaald?"
Ik was in de buurt toen ze die ijskast vol explosieven Heten ontploffen op een van de drukste punten van Jeruzalem, kort voor de sabbat. Twaalf doden, vijftig gewonden. Eén grote bloedmassa. Als je dat zàg... Kokhalzend heb ik erbij gestaan. Dat gebeurt iedere keer weer. Keihard! En de kerel die erachter zit, krijgt de Nobelprijs voor de vrede. Onbegrijpelijk!"
Zelfs de meeste christenen laten zich volgens de woordvoerder van de ICAJ zand in de ogen strooien. „Het gaat Arafat voor alles om de vernietiging van de joodse staat. De islamitische wereld haat Israël met een dodelijke haat. Als ik dan die schatjes, die met een fijn EO-reisje naar Jeruzalem komen, hoor zeggen dat we genuanceerd moeten zijn en het Palestijnse probleem toch ook niet moeten vergeten, dan zeg ik: Ga maar lekker weer aan de koffie en laat ons maar lijden. Ze weten niet wat dat betekent, lijden voor Israël, voor Jeruzalem."
Angst
Dorit Liliënstern weet het wel. Ze overleefde Westerbork, Auschwitz en Ravensbrück. Na haar terugkeer uit het voorportaal van de hel had ze slechts één wens: strijden voor een onafhankelijke joodse staat. Door een schijnhuwelijk met een miHtair wist ze in 1946 Palestina binnen te komen. Ze trad toe tot de ondergrondse en volgde overdag de opleiding tot verpleegkundige in het ShaareZedekziekenhuis te Jeruzalem. Zelf spreekt ze consequent over Jerusjalajim.
In 1948, toen haar ouders naar de jonge staat Israël kwamen, verhuisde ze met hen naar Haifa. Ze had er geen moeite mee om de stad van David te verlaten. „Het is voor elke Jood een bijzondere plaats. Een heerlijke stad. Maar ik heb er te veel aanslagen meegemaakt. Ik zou niet meer in Jerusjalajim willen wonen. Daar is zo veel geweld geweest... Hoe vaak hebben we niet in de operatiekamer gestaan met een kogelvrije helm op ons hoofd. Dat heeft toch een bepaalde indruk achtergelaten. Nee, een afkeer van Jerusjalajim heb ik niet gekregen. Wel een soort angst. Een hoogst enkele keer kom ik er, maar overnachten zal ik er nooit. Heel gek, als ik naar Jerusjalajim ga, heb ik het gevoel dat ik naar het buitenland vertrek. Ik reis gemakkelijker van Amsterdam naar Haifa, dan van Haifa naar Jerusjalajim."
Geen bedevaartsoord
Een religieuze betekenis heeft de liberale Jodin nooit aan de stad toegekend. „Jerusjalajim is voor mij geen bedevaartsoord. Wel een plaats met een unieke uitstraling. Hèt symbool, dè personificatie ervan is voor mij Teddy Koliek. Een realistisch, ruimdenkend, vreedzaam mens. Jerusjalajim en Teddy Koliek waren voor mij één. Zijn vertrek heeft me heel erg zeer gedaan."
Vanaf de geboorte van de staat Israël heeft ze veel meer een band ervaren met de leidslieden van haar volk dan met bepaalde steden. Het verlies van OostJeruzalem in de onafhankelijkheidsoorlog ging zelfs wat langs haar heen. Met Rabins en Peres' politiek van land in ruil voor vrede heeft ze dan ook nooit moeite gehad. „Vrede gaat voor mij boven alles." Alleen als het Jeruzalem betreft, aarzelt ze. „Ik geloof niet dat het goed is als Jerusjalajim weer verdeeld wordt. Je weet niet in hoeverre Arafat, al komt hij dan op condoleancebezoek bij Lea Rabin... Ik mag geen oordeel vellen, maar ergens vertrouw ik hem niet. Om nou weer een stuk van Jerusjalajim af te staan... Nee, dat lijkt mij niet goed."
Onbegrijpelijk
Gedurende de zomermaanden verblijft de gepensioneerde verpleegster, grondlegger van de stichting Verpleegkundigen voor Israël, in Nederland. Als astmapatiënte heeft ze dan in Israël te weinig lucht, 's Winters woont ze in Haifa, waar ze als vrijwilligster op een ambulance rijdt.
Ze was nog in Nederland toen de wereld werd geschokt door de moord op Jitschak Rabin. Wat het feest van Jeruzalem niet bewerkte, bereikte deze aanslag wel. Uit alle windstreken stroomden de hoogwaardigheidsbekleders toe, om de begrafenis van de premier bij te wonen. Het "Sjalom chawer" (Vrede vriend) van Clinton prijkte enkele dagen later als sticker op duizenden auto's in Israël.
Mevrouw Liliënstern heeft de sticker in haar woonkamer hangen. „M'n dochter heeft er een toegestuurd. Toen ik het bericht hoorde, heb ik haar meteen gebeld. We hebben samen aan de telefoon zitten huilen. De grootste schok was voor mij dat Rabin vermoord is door een mede-Jood. In Israël. Dat blijft onbegrijpelijk. Als door een wonder hebben we een joodse staat gekregen, nadat we allemaal vernietigd hadden moeten zijn. En dan dit. Dat ultra-orthodoxe, dat stenen gooien, dat bedreigen van anderen, ik gruw ervan. Ik heb in de kampen gezeten, ik ben bekogeld, vernederd... Ik hoef dat niet meer. In Haifa leven we vreedzaam met elkaar samen: liberale Joden, orthodoxe Joden, Arabieren. Waarom kan dat in Jerusjalajim niet?"
Meesterzet
Jan Willem van der Hoeven was niet minder ontsteld door de dood van Rabin, zij het om andere redenen. In tegenstelling tot de liberale Jodin is hij fel gekant tegen het afstaan van stukken bijbels Israël. Scherp bekritiseerde hij de politiek van de vermoorde president. Het feit dat Arafat onlangs Kerstfeest kon vieren in Palestijns Bethlehem, doet zijn emoties overlopen. Maar voor zijn kritische stem is in Israël nauwelijks gehoor meer. Rechts heeft het verkorven.
„Ere wie ere toekomt, de duivel speelt het geweldig slim. De moord op Rabin is een meesterzet van de boze. Bijna niet goed te maken. Ik bid wat af: „Heer, hoe zet U dit weer terug." En onder Peres zal het nog erger worden. Het wordt uitverkoop. Man, ik kan wel huilen. Het wordt één grote uitverkoop! We hebben niets van de historie geleerd.
Wat heeft Churchill niet te horen gekregen toen hij kritiek uitte op Chamberlain, de man die de hand schudde van een massamoordenaar en vervolgens uitriep: Peace in our time. Die handdruk heeft 50 miljoen mensen het leven gekost. Ik weet wat de handdruk van Arafat en Rabin gaat kosten aan de joodse kolonisten injudea en Samaria. Bij honderden zullen ze worden afgeslacht. Zo moet deze dwaasheid betaald worden."
Olijfberg
Het vredesproces zal uiteindelijk stuk lopen op Jeruzalem, voorziet de befaamde prediker. De claim van Arafat op Oost-Jeruzalem zal nimmer ingewilligd worden. „Ik heb de God van hemel en aarde aan m'n zij. Die zegt: Jan Willem, dit land heb ik Mijn volk gegeven tot een eeuwigdurende bezitting. Klaar! Een christen moet staan bij de belofte van zijn Vader." Nu zijn woorden minder kracht hebben gekregen, probeert Van der Hoeven te meer door de daad te tonen wat Israël hem waard is. Rusteloos ijvert hij om het zaad van Abraham uit de voormalige Sowjet-Unie naar het beloofde land te halen. Het is in zijn ogen de roeping van alle Joden in de diaspora om "aliya" te maken: op te gaan naar Jeruzalem. Dat is de prijs die ze hebben te betalen voor de verandering van de wereld. De Internationale Christelijke Ambassade Jeruzalem wil hen daarin steunen. Opdat het vrederijk spoedig kan komen. „Kijk zelf maar, elke keer als de Joden terugkeren uit de ballingschap, antwoordt God met een bezoek uit de hemel. Israël kwam terug uit Egypte, God daalde neer op de Sinaï. Israël keerde terug uit Babyion, God werd vlees in Bethlehem. Israël komt nu terug uit de diaspora, Jezus' voeten zullen staan op de Olijfberg."
Lastige steen
Ds. E.R Vergunst, voorzitter van de stichting Shaare Zedek, deelt met Van der Hoeven de verwachting van een heilrijke toekomst voor Israël. Maar als het om de concrete invulling gaat, is hij terughoudender. Zoals dat ook geldt voor zijn visie op Jeruzalem. „Ik denk dat je onderscheid moet maken tussen de bijbelse lijn en de volkenrechtelijke lijn. Het is de stad van koning David, de stad waar God heeft gewoond, de heilige stad. In dat opzicht behoort Jeruzalem onlosmakelijk aan Israël toe. Maar volkenrechtelijk heb ik geen antwoord. Hebben wij het recht om tegen de Palestijnen te zeggen: Jullie horen daar niet? Terwijl ook zij er eeuwen hebben gewoond? Het is een onontwarbare knoop, die voor mij hoort bij de profetie van Zacharia dat Jeruzalem een lastige steen zal zijn voor alle volken.
Ik ben beducht voor dat geëxalteerde, waarin alles wat Israël is wordt bewierookt. Alsof je voeten heilig worden op het moment dat ze Israëlisch grondgebied raken. Laten we nuchter blijven, het is een geseculariseerd land met, om maar wat te noemen, een abortuspercentage dat hoger ligt dan in Nederland. Dan moet je niet doen alsof je er tussen allemaal heiligen loopt. Als de Verlosser tot Sion komt, zal Hij de goddeloosheden van Jakob afwenden. Laten we dat ook maar heel letterlijk nemen."
Besnijdenis
Vanaf 1963 bezocht de hervormde emeritus-predikant tienmaal het land van de Bijbel. De stad van David bleef keer op keer het hoogtepunt van de reis. „Altijd weer ga ik met vreugde op naar Jeruzalem. Steeds ontdek je weer iets anders. Dat heb ik met geen enkele andere stad." De voorman van Shaare Zedek kan de emotie die Jeruzalem bij hem oproept niet losmaken van de bijbelse achtergrond van deze stad. „Hier is Hij toch geweest. Hier heeft Hij gelopen. Hier heeft Hij geleerd. Hier heeft Hij geleden. En Zijn volk ziet het niet. Dat maakt Jeruzalem tegelijk tot zo'n trieste plaats.
Het sterkst heb ik dat ervaren toen ik er een besnijdenis meemaakte. Heel indrukwekkend. Enerzijds zag ik daarin de vastheid van Gods trouw. De besnijdenis is toch het teken van Gods verbond voor Israël. Er vloeit bloed. Het kind wordt ingelijfd. Tegelijk ervoer ik met Paulus de droefheid, omdat ze Hèm niet zagen Die besneden is en Wiens bloed hééft gevloeid. In Wie de besnijdenis vervuld is. Datzelfde gevoel heb ik als ik bij de Klaagmuur sta en al die orthodoxe Joden zie bidden."
Oudste broer
In zijn liefde voor Jeruzalem weet ds. Vergunst zich gedrongen door de liefde die de Zaligmaker voor deze stad toonde. „Hij heeft tranen om haar vergoten. Jeruzalem, Jeruzalem... Daar klonk verwijt in door, maar ook liefde. Hoe indringend heeft hij juist voor deze stad gebeden. Daarin ligt een voorbeeld voor ons. „Bidt om de vrede van Jeruzalem; wel moeten zij varen die u beminnen." Daarbij hebben we in de eerste plaats aan het aardse Jeruzalem te denken. En daarna aan de gemeente. Beide lijnen moet je vasthouden. De trein rijdt op twee rails. Maar je moet beginnen met de letterlijke betekenis. Dat zeg ik niet alleen, bij Brakel vind je die gedachte al.
Wie Israël zegent, wórdt gezegend, vanuit Gods belofte aan Abraham. Daar ben ik diep van overtuigd. Ik zie het bevestigd in de Bijbel, in de historie, in de kerk, geestelijk. Maar dan wel in Christus, de grote Zoon van Abraham. Dat zeg ik er nadrukkelijk bij. In Hem ligt de zegen. En die wil Hij geven. Boston zegt in een van zijn preken: „Verlangt u naar een reformatie van de kerk, bid dan om de bekering van Israël." Wij hebben die twee veel te veel van elkaar los gemaakt. Zou alle verdeeldheid en geharrewar in de kerk ook niet hiermee te maken hebben? Hoe kun je ten volle vrolijk zijn, als je oudste broer nog buiten staat?"
Geheimenis
Het is voor de voorzitter van Shaare Zedek traditie geworden, om op de eerste zondag van de Israëlreizen die hij leidt uit Romeinen 11 te preken. In Jeruzalem. Hij ervaart het altijd als een bijzondere dienst. „Ik weet wel, het mag niet uitmaken of je zo'n preek in Jeruzalem houdt of in Molenaarsgraaf, maar toch is het anders. De omgeving doet je iets." Het bepreken van hèt hoofdstuk over de toekomst van Israël gaat hem na al die jaren niet gemakkelijker af Integendeel. „Hoe meer je je erin verdiept, hoe groter het geheimenis van Israël wordt. Zal de Messias op de Olijfberg staan? Dat wordt wel zo vlotweg gezegd, maar er staat dat de voeten van Jahwe de Olijfberg zullen aanraken. Ik kan me niet vinden in die puzzeltheologie van mensen die het allemaal zo precies weten."
Veel meer voelt de Ridderkerkse predikant zich verbonden met de Jood Da Costa, die besefte dat hij door een spiegel in een duistere rede zag. „Hij zegt: „Laat ons dan niet menen de profetieën zo klaar te verstaan en zo juist te kunnen bepalen, alsof de vervuüing reeds gezien werd." Prachtig toch. Het is een verborgenheid en dat moet het blijven. Ik denk aan die monnik, die had gedroomd dat hij in de hemel was. Toen zijn confraters hem vroegen hoe het er was, antwoordde hij: „Totaliter aliter" (geheel anders). Dat gevoel heb ik ook als het om de bekering van Israël gaat. Het zal totaal anders zijn dan wij ons voorstellen. Maar één ding weet ik zeker. Aller oog zal Hém zien."
Drs. Lion S. Eiwteman, voorganger van de Messiasbelijdende Joodse Gemeente Beth Yeshua in Amsterdam
Als Messiasbelijdende Jood ervaar ik een bijzondere verbondenheid met Jeruzalem. Alleen al Oost-Jeruzalem is zo uniek, door plaatsen als de Tempelberg, Golgotha en de Olijfberg, waar de Almachtige Zijn grote heilsdaden heeft verricht. Vandaar dat er grote geestelijke strijd om de stad is geweest, en nog is. En het zal gebeuren dat alle volkeren (de Verenigde Naties) zullen optrekken tegen haar Maar de Allerhoogste zal Zelf tegen al die volkeren strijden. Jeruzalem zal dan de enige plek op aarde zijn waar het veilig is. Onze Messias zal vanuit onverdeeld Jeruzalem als Koning gaan regeren. De hereniging die plaatsvond op 28 juni 1967, heeft wereldwijd al een geestelijke opwekking onder joodse mensen ingeluid. Ook Beth Yeshua is er, naast ruim driehonderd andere Messiasbelijdende synagogen en 30.000 nieuwe joodse gelovigen in Rusland in de afgelopen drie jaar, een gevolg van. Ik zie met verlangen uit naar de uiteindelijke oogst!
Herman Goudswaard, directeur van Near East Ministry
De stad van David, 3000 jaar oud. Stad van het verleden en van de toekomst. In deze stad komt de geschiedenis van de wereld samen. In Jeruzalem bracht Abraham het offer op de berg Moria, dat de Heere voorzien had. Jeruzalem is de stad van de tempel, de offerdienst. Het is ook de plaats van het kruis, van Golgotha, waar Jezus de schuld van de wereld boette. Daardoor is Jeruzalem herinnering en belofte, verzoening en naderende verlossing en plaats van de wederkomst van Jezus de Messias.
Awraham Soetendorp, rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente in Den Haag
In de eerste jaren van de heropgerichte staat Israël, woonde ik in Jerusjalajim, droomde en speelde ik, achtervolgd door angsten die ik, een oorlogskind, toen geen naam kon geven. Twee maal per jaar, je wist nooit wanneer, werd er vanaf de muur die de oude en nieuwe stad scheidde geschoten en gooide ik mij op de koude stenen vloer in de gang. En dat geldt voor de hele stad. Jeruzalems grootste herdenkingsdichter schrijft over de molen die achter de straat van koning David ligt: "Deze molen heeft nooit meer gemalen, hij maalt tijd." Jerusjalajim is tegelijk de stad van de toekomst. Er is geen stad ter wereld waar het moeilijker lijkt om vrede te bewerkstelligen. De ballast van de geschiedenis ligt als een loden last om de hals van de taaie onderhandelaars. Maar wanneer vrede bereikt is - in de woorden van koning David, de begaafde psalmist: Liefde en waarheid elkaar ontmoeten, rechtvaardigheid en vrede elkaar kussen - zal deze verworven vredeswil zich uitstrekken over de hele geplaagde wereld. Jerusjalajim is de stad die mij draagt voorbij de grenzen van vermoeidheid en neerslachtigheid. In haar vergezichten, het golvend spel van bergen en dalen onder een hemel van dichtbije sterren, zie ik het perspectief van de hoop.
Ds. C. Sonnevelt, predikant van de Gereformeerde Gemeente te Veenendaal
Bij Jeruzalem denken we meestal aan de oude stad en de plaatjes in een reisgids. Zelf denk ik altijd weer aan die middag in de westelijke wijken van het nieuwe Jeruzalem. Nog zie ik het voor me: de schone straten, de talloze kinderen met hun diepbruine ogen, de moeders met hun lange rokken en de jonge vaders in hun donkere kleding. Het liet een drietal onuitwisbare indrukken achter Allereerst blijdschap. Venwondering vanwege het feit dat dit geteisterde volk weer terug mag zijn, door de hand des Heeren geleid, in haar eigen land en in de stad des vredes (Zach. 8:4,5). Ontroerend! Ten tweede beschaamdheid. We mochten wel wensen, wat de levensopenbaring betreft, dat het er in onze kerkelijke gemeenten ook zo uitzag. Overigens zonder daarbij wettisch te worden. Maarten slotte ook droefheid. Hier leven de beminden om der vaderen wil, maar., zonder de Zaligmaker, zonder Zijn Woord, zonder het bloed der verzoening. Wat baat het een mens, indien hij de gehele wereld wint en hij lijdt schade aan zijn ziel? En ziel verloren is al verloren! Alle goedbedoelde financiële acties ten spijt. De Heere Jezus heeft geweend over Jeruzalem en haar kinderen. Wenen wij ook? Het Evangelie moet gebracht worden, ook onder hen. Het kan nog. Bij Zijn wederkomst is het te laat. God geve dat het ons eens aan zou grijpen. Dan alleen zullen wij het goede zoeken voor Jeruzalem.
Coby Veldhuyzen-Brak, van 1990 tot 1993 gastvrouw van het Huis op de Berg
Jeruzalem is voor mij de Stad van God, de Stad van David, de Stad van de Messias, de grote Koning die komende is. Ook nu, ook politiek, elke keer als ik er ben voel ik het weer: Dit is het centrum van de wereld, hier gebeurt het. Het zien van al die staatshoofden bij de begrafenis van Jitschak Rabin heeft me heel erg ontroerd. Zo'n nietig klein landje op de wereldkaart. De vertegenwoordigers van de volken trokken op naar Jeruzalem. En of het er nu politiek goed of fout gaat, God voert Zijn plannen uit. Hij koos het land. Hij koos Jeruzalem. Hij koos het volk en daar is Hij niet mee opgehouden. Hij kiest het nog. Israël is voor mij het zichtbare bewijs van Gods oneindige trouw. Hij houdt Zijn Woord. Ik had het voorrecht meerdere malen door het land Israël te reizen en enkele jaren in Jeruzalem te wonen. Het werd mijn tweede vaderland.
Karel R. van Oordt, bestuurslid van de stichting Christenen voor Israël
Iedere dag bad mijn vader voor het herstel van de joodse staat, zodat Israël naar huis kon terugkeren. Zijn vader en diens voorvaderen hadden hetzelfde gebeden. Jeruzalem is het hart van Israël. In de dienst van de synagoge neemt de repatriëring naar Jeruzalem een grote plaats in. Ook in de liturgie der kerk wordt vanaf 1842 gebeden voor Jeruzalem. Daarin wordt onder meer gesproken: „Vervul aan Israël, wij smeken het U, al de voornemens van barmhartigheid en zegening, die Gij voor hen hebt weggelegd: geef hun het land huns erfdeels weder; bouw haastig de muren van Jeruzalem, en laat het de vreugde der ganse aarde zijn." Jeruzalem, stad van David, de stad van de Heere Jezus. Van Zijn Kruisdood, Zijn Opstanding en Hemelvaart. Hij had haar verwoesting voorzien. Hij heeft ook over haar herstel gesproken. En vandaag is het weer een joodse stad met een joodse burgemeester, een joodse regering, een joodse bevolking. De engel zei tot Maria dat Jezus zal zitten op de troon van David, temidden van Jakob, en Zacharia schreef dat alle volken van jaar tot jaar zullen optrekken naar Jeruzalem, om de Heere der heerscharen te aanbidden. Daar verheug ik me nu al op.
Baruch Maoz, voorganger van de Messiasbelijdende Joodse Gemeente in Risjon LeTsion (Israël)
Jeruzalem is in veel opzichten het toonbeeld van Gods grote beloften aan Israël. Jesaja 4 spreekt van de heerlijkheid van de Messias Die hier geopenbaard zal worden, van de heiliging van allen die er wonen, en van Zijn heerlijke aanwezigheid op die plaats. Voor mij vertegenwoordigt Jeruzalem daarom de kern van al Gods genaderijke beloften voor mijn volk. Beloften die nog altijd van kracht zijn, en die wachten op vervulling in het laatste der dagen. Jeruzalem is ook centrum en symbool van de joodse nationale eenheid. Israël heeft nooit een andere hoofdstad gekend, en er is nooit een ander volk geweest dat rondom deze stad een levensvatbare staat heeft weten te creëren. Israëls prominente aanwezigheid in de stad is vanouds een getuigenis van de joodse wens tot politieke onafhankelijkheid, als uitdrukking van onze nationale eenheid. Jeruzalem is ook de stad van schande. Daar immers verwierp mijn volk Hem Die tot hen was gezonden als de ware gezant van God. Daar werd Hij op hun aandringen gekruisigd. Maar als straks Koning Jezus door Zijn volk zal worden gekroond -en dat is iets wat zeker zal gebeuren- zal de schande van Jeruzalem veranderen in heerlijkheid, en zal God worden geprezen door zijn geliefde en uitverkoren volk. Ten slotte herinnert Jeruzalem me aan de belofte van een hemels Jeruzalem, waar de mensheid in Christus zal zijn verenigd in liefde tot en dienst aan God. Daarom: Kom, Heere Jezus!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 januari 1996
Terdege | 80 Pagina's