Korstmossen
Korstmos kunnen we al vrij vlot te zien krijgen, gewoon bij een wandeling op straat. Op straatstenen en trottoirtegels zijn vaak grijs-groene vlekken te zien, die naar een ronde vorm neigen. Bij nadere beschouwing blijken deze "vlekken" een fraaie structuur te bezitten, maar om dat te zien moeten we wel even knielen.
Eerst even iets over de naam korstmos, want daar is wel wat mis mee. De naam bestaat uit twee delen, korst en mos. Het eerste deel, korst, gaat voor het voorbeeld dat we op een trottoirtegel gezien hebben nog wel op, maar er zijn heel wat soorten die geen korstvorm bezitten. Met het andere deel van de naam, mos, is het helemaal mis. Korstmossen zijn geen mossen. Hoe is dit misverstand ontstaan? Toen begonnen werd met het classificeren van planten, zijn deze korstmossen ingedeeld bij de mossen omdat ze vrij vaak in de omgeving van echte mossen voorkomen, niet al te groot zijn (net als echte mossen) en men er eigenlijk niet goed raad mee wist. Later -en dan spreken we over ruwweg zo'n 100 jaar geleden- kwam men tot de ontdekking dat deze korstmossen een heel aparte groep van organismen vormen. Sinds die tijd is de naam officieel "lichenen", maar die benaming wordt vrijwel uitsluitend door deskundigen gebruikt.
Schimmel en alg
Bij vooral microscopisch onderzoek van korstmossen is ontdekt dat dit samenlevingsvormen zijn van een schimmel en een alg. Deze samenleving is voor beide van voordeel en wordt dan ook "symbiose" genoemd. Een schimmel heeft geen bladgroen (chlorophyl) en kan dan ook niet door middel van fotosynthese voor zijn voortbestaan zorgen. Schimmels (paddestoelen behoren tot de schimmels of fungi) leven van dood materiaal of parasiteren op nog levende organismen, waaraan ze voedingsstoffen onttrekken. Algen zijn eigenlijk miniatuurplantjes, ze bezitten wel bladgroen en kunnen dus uit kooldioxide en water onder invloed van zonlicht bouwstoffen vormen. Opvallend is dat de schimmelcomponent als zodanig niet in de vrije natuur voorkomt, het algdeel wel. De combinatie en de vorm zijn uniek. Deze combinatie schimmel plus alg kan daardoor onder zeer slechte omstandigheden voortbestaan, omdat voedsel door middel van twee mechanismen kan worden verkregen.
Vormen en levenswijze
Er zijn verschillende vormen te onderscheiden. We noemen er drie: korstvormige soorten, bladvormige soorten en struikvormige soorten. Al deze vormen kunnen op een aantal ondergronden voorkomen en wel grond, steen en bomen. Zoals al eerder gezegd kunnen korstmossen onder barre omstandigheden voortbestaan, ze zijn in staat langdurige droogte en sterk wisselende temperaturen te weerstaan. In het hooggebergte bijvoorbeeld en langs de oceaankust op rotsen en basaltblokken kunnen we korstmossen tegenkomen. De hechting van vooral de op steen levende soorten aan de ondergrond is zeer sterk en ze kunnen meestal alleen met veel moeite daarvan worden verwijderd. Wanneer iemand de "vlekken" op trottoirtegels heeft verwijderd, is meestal nog wel een lichte verkleuring van de tegels te zien. Dit wordt veroorzaakt door een zuur dat de "licheen" heeft afgescheiden, het "licheenzuur". Dit zuur heeft voor een lichte aantasting van de ondergrond gezorgd, waardoor de hechting tot stand kwam. Op bomen levende soorten kunnen soms wat nadelig voor de boom zijn, doordat de orgaantjes (het zijn geen echte wortels) die de hechting met de schors bewerken, binnendringen in de boom en dan bepaalde cellen blokkeren. Daardoor kan de groei vertraagd worden. Bepaalde paddestoelen daarentegen kunnen de ondergang van hun "gastheer" bewerken. Korstmossen groeien uiterst langzaam. Wat betreft de vormen met een ronde verschijning wordt een toename van 1 tot 10 mm per jaar genoemd. Ze schijnen ook heel oud te kunnen worden, wel een paar duizend jaar. De op een bodem voorkomende soorten kunnen we ook nog tegenkomen op rieten daken van wat oudere boerderijen.
Rendiermos
Onder de struikvormige soorten vinden we onder andere rendiermos, baardmos en bekermos. Dit zijn vaak de spectaculaire soorten, hoewel deze namen vele typen omvatten. Er zijn zo hier en daar wel Nederlandse namen aan soorten gegeven, maar die hebben nog geen algemene ingang gevonden. Meestal zullen we dan ook met de wetenschappelijke namen moeten werken. Een reden is dat vaak specialisten hiermee bezig zijn en ook dat de determinatie een moeilijke zaak is. Die moet veelal microscopisch gebeuren en/of via bepaalde kleurreacties met chemische hulpmiddelen. Veel op steen levende soorten kunnen we vinden op grafstenen op wat oudere begraafplaatsen. Hiertoe behoren soorten die direct al opvallen door hun schitterende oranje kleuren. Naar schatting bestaan er op de hele wereld zo'n 20.000 soorten korstmossen.
Voortplanting
Doordat korstmossen uit twee verschillende organismen bestaan, komt de voortplanting op een wat andere manier tot stand dan bij de meeste planten. Weliswaar kan de schimmel sporen vormen en deze verspreiden (dit gebeurt onder meer via zogenoemde apothecia, kleine ronde of schotelvormige orgaantjes, die vaak boven het korstmos uitsteken) maar die sporen moeten dan zeer snel de geschikte alg vinden om daar weer mee in symbiose te gaan. De schimmel kan immers niet zelfstandig bestaan. Meestal vindt de vermeerdering dan ook vegetatief plaats, dat wil zeggen: stukjes korstmos kunnen na verspreiding weer uitgroeien. Dit afstoten kan door het korstmos zelf worden bewerkstelligd, maar kan ook het gevolg zijn van betreding door bijvoorbeeld de mens. Droge korstmossen zijn meestal erg bros. Als wij door een gebied met rendiermos lopen, horen we geknerp, dat onstaat doordat onze schoenen het rendiermos breken. De stukjes die hierbij ontstaan, kunnen ter plaatse of na verspreiding weer uitgroeien tot een volledige korstmos.
Luchtverontreiniging
Planten nemen vocht en voedingsstoffen op via hun wortelstelsel. Korstmossen kunnen dit niet; hun hechtorganen bezitten niet de eigenschappen die plantenwortels hebben. Korstmossen nemen vocht en dus ook voedingsstoffen op via hun hele oppervlak. Dat houdt in dat verontreinigende stoffen veel directer in de korstmossen kunnen doordringen. De voornaamste problemen ontstaan met zwaveldioxide (SO2) en ammoniak (NH3). De invloed van deze beide stoffen op de verschillende soorten korstmossen is niet altijd gelijk. Er zijn soorten die erdoor worden teruggedrongen en andere die er juist weer van profiteren. Bepaalde soorten korstmossen kunnen zelfs worden gebruikt als indicator voor de mate van verontreiniging.
Zo kunnen in de omgeving van veeteeltbedrijven bepaalde soorten, die niet zo gesteld zijn op een zuur milieu, door de ammoniakuitstoot worden bevoordeeld en dus vaker voorkomen.
Korstmossen vormen een boeiende maar moeilijke groep organismen. We kunnen er, ook al zijn ze klein, veel plezier aan beleven, mede door hun vaak fraaie verschijningsvormen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 september 1996
Terdege | 88 Pagina's