Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Parachutisten boven Texel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Parachutisten boven Texel

10 minuten leestijd

Twee benen bungelen uit de Cessna 206. Ruim 1200 nieter lager ligt Texel. Een aaneengeregen lappendeken. De jumpmaster geeft een sein. "Ready? GO!!!" Verstand op nul en commando uitvoeren. Parachutespringen. Over de spanning van de exit, landen in een bietenveld en een vallende brommerhelm.

Een oude Cessna naast een jumbojet geeft eenzelfde beeld als een Lelijke Eend naast een RoUs Royce. Geen pluche stoelen, airconditioning en vriendelijke stewardessen. Tijdens de vlucht waait een koude najaarsbries door de springopening naar binnen. Een deur om het gat af te sluiten ontbreekt. Piloot Marco heeft een stoel. De rest moet maar op de grond zitten. Knieën optrekken en puzzelen maar, is het motto bij het instappen. Het is krap, maar vijf para's, een jumpmaster en de piloot moeten erin kunnen. Als de puzzel compleet is, zet Marco de kist in beweging. Steunend en pruttelend komt de boel in beweging. Ronkend hobbelt de PH-PCT richting startbaan. Marco trapt de Cessna goed op z'n staart. De startrun is ingezet. Erg op m'n gemak voel ik me niet, zo vlak naast de springopening. Op nog geen meter afstand raast het rubber over de baan. De luchtverplaatsing van de propeller drukt het gras plat. Halverwege de baan komen kist en para's soepel los van de grond: richting exit, het moment dat je het vliegtuig zult verlaten.

Geen weg terug
Nog een paar minuten en dan stap je voor het eerst in je leven uit zo'n vliegend gevaarte. Een lichte spanning knijpt samen in de maagstreek. Waarom ben je hier aan begonnen? Wie stapt er nu in een vliegtuig, om er hoog in de lucht weer uit te springen? Toch loer je met een zekere sensatiezucht door de springopening naar buiten. Huizen, boerderijen en auto's vervagen tot miniatuurattributen: Madurodam in realiteit. De hoogtemeter staat op 450 meter. Een blik op je horloge: het kan nog even. Ondertussen hoop je maar dat de piloot zo slim is om geen scherpe bocht naar rechts te maken. Het idee vroegtijdig eruit te rollen, is niet zo aanlokkelijk. De jumpmaster heeft in het vliegtuig de leiding over de parachutisten. Verbaasd constateren de leerhng-parachutisten dat hij half voor de deuropening zit te dommelen. Op de vraag of je er niet uit kunt rollen, glimlacht hij geruststellend: „Zolang de kist niet op z'n kant gaat, blijft iedereen keurig zitten." Langzaam stijgt de naald van de hoogtemeter. De wind die door het gat vrij naar binnen waait, voelt koud aan. Erg veel last heb je er niet van. De spanning houdt je wel op temperatuur. In stilte verklaar ik mezelf voor gek. Maar een weg terug is er niet meer.

Vogelvrij
Op 1000 meter komt de jumpmaster in actie. Hij steekt z'n hoofd eens naar buiten om te kijken of we er al zijn. Als hij de piloot een seintje geeft, is de hoogtemeter nog eens 200 meter verder. De Cessna mindert motorvermogen: we zijn aangeland bij het exit-gebied. De spanning maakt plaats voor een mechanische rust. Het moet maar. Op een teken van de jumpmaster schuif ik naar voren. Benen buitenboord, gezicht richting propeller en naar de jumpmaster kijken. De enorme diepte onder me zie ik gelukkig niet. Mijn verstand weigert dienst. „Ready?" Ik knik: „Yes". „GO!" Zuiver op discipHne voer ik het bevel uit en zet me af. Voor mijn ogen glijdt het vliegtuig weg.
Drie, vier seconden gebeurt er niets. Je valt. Dan knalt de parachute open. Een reuzenhand grijpt je in de kraag. Even ben ik de kluts kwijt. Maar na een paar tellen schiet de adrenaline omhoog. Parachutecontrole. Alles is gelukkig oké. De hoogtemeter op de borstband van de parachute geeft je nog een kilometer. Even zoeken: waar zijn m'n collega's? Schuin onder mij vliegt Eric. Ver weg zie ik nog een parachute. Verder is het luchtruim leeg. In de diepte zijn de startbanen van vliegveld Texel scherp afgetekend. In de hoek tussen de lange en de korte baan moet ik straks m'n schoenen in het gras zetten. Nu is er nog even tijd om rond te vliegen. De matrasvormige parachute stuurt perfect. Ik speel en dartel in de lucht. Vogelvrij. Het uitzicht beperkt zich tot het waddeneiland. Den Helder en Vlieland zijn vaag afgetekend in de nevelige oktoberlucht. Verder is er alleen maar water.

Landing
De hoogtemeter brengt me weer bij m'n positieven: 450 meter. Tijd om aan de landing te denken. Al bungel je dan onder een parachute, de grond komt wel elke seconde vier meter dichterbij. De 'briefing' borrelt naar boven. Tegen de wind in landen. De windzak op een hoek van het vliegveld helpt een handje. De wind komt uit het zuiden, dat betekent dus landen vanuit het noorden. Na een laatste scherpe bocht zet ik de landing in. Benen tegen elkaar en knieën licht gebogen. De grond komt snel dichterbij.
„Als je precies op twee meter hoogte hard afremt, door de stuurlijnen naar beneden te trekken, is de landing vergelijkbaar met het afstappen van de onderste traptrede." Woorden uit de grondtraining schieten me te binnen. Alleen, hoe schat je dat goed in? Een verkeerde berekening zorgt de eerste keer voor een minder comfortabele landing. Ik rem te vroeg. Even houdt de parachute de adem in en lijkt alles stil te staan. Dan schiet de parachute door de rem heen. Op volle snelheid duikel ik naar beneden. Tijd om te corrigeren, is er niet. Op m'n achterste kom ik in het gras terecht. Terug op Texelse bodem. Een jongensdroom kwam uit.

Rugtas
moet-ie zichzelf zien te redden. Naast deze opleidingen is het mogelijk om eenmalig een tandemsprong te maken. Aan elkaar geketend springen para en instructeur op een hoogte van ruim drie kilometer uit het vliegtuig. Paracentrum Texel is de grootste paraschool van Nederland. Per jaar vinden ongeveer tweeduizend cursisten hun weg naar het waddeneiland, om daar hun A-brevet parachutespringen te halen. Het hoogseizoen betekent hoogspanning voor de Texelse club. Elke week een groep van 150 aspirant-parachutisten, die gemiddeld twee tot drie keer per dag springen, betekent een dagscore van ongeveer 400 sprongen. Niet niks. Een aankomend springer kan kiezen uit drie opleidingen: rondebol, square en AFF. Bij de rondebolcursus springt de para met een ronde hoofdparachute. De square ziet er in de lucht uit als een fors uitgevallen luchtbed. Wie meer wil dan het gewone kiest voor de vrije val, de AFF-cursus (Accelerated Free Fall). De cursist maakt hierbij twaalf sprongen met een vrije val van ongeveer 50 seconden. De eerste zeven sprongen wordt de cursist begeleid door twee instructeurs. De laatste vijf

Veiligheid
Veiligheid is zeer belangrijk. Een stevige grondtraining is een verplicht onderdeel van de opleiding. In een saai leslokaaltje brengt hulpinstructeur Jan Boyen Rienks (20) ons de eerste beginselen van de para-sport bij. Van de werking van de parachute tot de 'huisregels' van het vliegveld. Alles komt aan bod. Een video ondersteunt het verhaal. Zo nu en dan volgt een korte overhoring. De lesstof moet wel blijven hangen.
Bij het hoofdstuk noodprocedures komen zo'n beetje alle ongewenste omstandigheden naar voren. In de 'rugtas' van de para zit behalve een squareparachute ook een rondebol als reserve. Op een schoolbord rekent Jan Boyen voor dat de para ruim twintig seconden heeft om de reserveparachute te openen, wanneer de hoofdparachute mankementen vertoont. Een automobilist zit stukken krapper in zijn reactietijd als er onverwachte situaties opdoemen.
Herman Landsman (40) is bedrijfsleider van het paracentrum. Nuchter stelt hij vast dat „het veiliger is om boven Texel uit een vhegtuig te springen dan per auto van Den Helder naar Amsterdam te rijden". Twee jaar geleden brak Jan Boyen zijn meao-opleiding af en verruilde hij de studieboeken voor een baan bij het paracentrum. Inmiddels behoort hij met 400 sprongen tot de ervaren parachutisten. Gevraagd naar zijn eigen ervaringen met deserterende parachutes, zegt de instructeur: „Ik heb zelf maar één keer mijn reserveparachute nodig gehad. En dat was pas bij de honderdvijfenzeventigste sprong. Maar je moet wel altijd alert blijven. Het kan ook de eerste keer fout gaan." Parachutespringen is veilig. Dat is de boodschap van Paracentrum Texel. Uit een vliegtuig springen is geen waaghalzerij, maar een avontuur voor jong en oud. Iedereen kan het, is de stelling van Jan Boyen. Zelf haalde hij eens zijn moeder naar het waddeneiland, om haar te laten zien wat hij nu eigenlijk doet. De minimumleeftijd voor parachutespringen is zestien. Een maximum leeftijd is er niet. Ben je gezond, dan kun je springen, is het parool. Herman Landsman: „We hebben een keer iemand van 84 gehad voor een tandemsprong. Maar er zijn ook mensen van ruim boven de zeventig geweest die nog aan een opleiding begonnen." Allerlei slag volk springt boven het waddeneiland uit een vliegtuig. Landsman: „Het is van alles en nog wat. Artsen, advocaten, stratenmakers, dakbedekkers. Parachutespringen heeft een aantrekkingskracht op alle lagen van de bevolking."

Goede sfeer
Druk is het niet in deze najaarsweek. Met ongeveer vijftien cursisten is de groep zelfs erg klein. Ondanks dat is er een mengeling van vier nationaliteiten, een handvol beroepen en leeftijden van 17 tot 47. De sfeer is goed. Eensgezind trekken de cursisten aan het eind van de dag naar "Prins Hendrik", het stamhotel van de para's.
Rondeboller Ulf Lüders (20) vertelt de eerste avond tijdens het eten met een grijns hoe zijn eerste sprong verliep. „Ik deed het absoluut niet volgens het boekje. Daar had ik geen tijd voor." Zijn vriend Michael Babcock (39) uit Texas voorziet het verhaal van Ulf hier en daar van een kanttekening. Over zijn eigen ervaringen zegt hij niet zo veel. Hij beperkt zich tot een nuchter „Just do it". De Amerikaan is al zes jaar in Mannheim gestationeerd bij een Amerikaans Militair Hospitaal. Een functie die halverwege de week goed van pas blijkt te komen.

Bietenveld
Roel, een 47-jarige molenaar uit Katwoude, stuurde zijn vrouw een weekje naar Parijs en trok zelf richting Texel. Erg veel geluk heeft hij niet. Elke sprong heeft hij wel iets: van grashappen tot een gebroken middenvoetsbeentje. Vol smaak vertelt hij over zijn grasavontuur. Landen met de wind mee gaat niet, is zijn ervaring. De parachute gunde hem na de landing geen tijd om op te staan en sleepte hem vele meters met zijn gezicht door het gras. „Smerig gras hebben ze hier", grijnst Roel. Zelfmedelijden kent de molenaar niet. Na de derde landing kreupelt hij. Pas de volgende dag komt Roel erachter dat hij een middenvoetsbeentje heeft gebroken. Vooralsnog weigert hij te stoppen. Hospik Michael Babcock komt eraan te pas om de enkel vakkundig in te zwachtelen. Dan is Roel klaar voor de vierde sprong, ook geen succesvolle, zoals zal blijken.
De ploeg op de grond volgt de verrichtingen van de Cessna nauwkeurig. Twee benen komen naar buiten. Roel is ready. Een minuscuul poppetje maakt zich los van het vliegtuig. Vier seconden later zweeft de molenaar onder zijn parachute. Een stip valt door. Hij verliest iets. We gissen: is het zijn helm of zijn reserveparachute? Hoog in de lucht draait Marco een rondje. Op de grond geeft een instructeur met een verrekijker uitsluitsel: de helm. Met een gangetje van zo'n 150 kilometer per uur komt de brommerhelm naar beneden. Ver van het vliegveld valt-ie kapot. Zo'n ding kun je beter niet op je dak krijgen.
Parachutespringen. De spanning van de exit en de kunst van het landen houden de spanning erin. Het landen in de aangewezen hoek tussen de lange en de korte startbaan blijkt vooral voor de rondebol-cursisten nogal problemen op te leveren. De ronde parachute is veel moeilijker te sturen dan de matrasvormige. Verschillende rondebollers zien het landingsgebied onder zich door glijden en landen ver buiten het vliegveld. Antje Lembke (18) was acht keer 'in'. Eén keer had ze pech. Landen in een bietenveld is geen pretje. Maar ze blijft lachen. Met een klein beetje zelfspot zegt ze aan het eind van de week: „Zum Glück blieb dir den Rübenacker erspart, mir nicht."i< />

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 januari 1997

Terdege | 84 Pagina's

Parachutisten boven Texel

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 januari 1997

Terdege | 84 Pagina's