Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Drager van de Evangeliebanier

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Drager van de Evangeliebanier

J.Ch. Philpot

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De 13e september 1835 is een gedenkwaardige dag voor de baptisten-gemeente van het dorp Allington in het graafschap Wiltshire in Engeland. Niet alleen préékt die zondag ds. John Warburton uit het naburige Devizes in de vacante gemeente, maar daarnaast bedient hij onder de blote hemel, in de beek die daar door de velden stroomt, de heilige doop aan een ernstige, knappe, lange jongeman met gitzwart haar en het voorkomen van een gentleman. Het is de 33-jarige predikant Joseph Charles Philpot, die een halfjaar geleden zijn ambt in de Engelse staatskerk heeft neergelegd.

De dopeling van die mooie herfstdag is geboren op 13 september 1802 te Ripple in Kent. Zijn ouders zijn Charles Philpot en Maria de Lafargue. Charles Philpot is predikant in de kerk van Engeland; zijn vrouw is een predikantsdochter. Geen wonder dat deze serieuze, aristocratische ouders ook hun zoon Joseph Charles, de begaafdste van hun kinderen, voor het predikantsambt bestemmen. De toerusting tot het ambt begint al thuis in de pastorie. Van zijn vader leert Joseph Charles als jochie de elementaire kennis van letterkunde, biologie, wiskunde, Grieks en Latijn. Als tiener studeert hij in Londen aan een kerkelijk gymnasium, in de schaduw van de St. Paul's Cathedral. Talloze malen woont hij in die immense kerk de ochtend- en avondgebeden volgens de anglicaanse ritus bij. Op negentienjarige leeftijd vertrekt hij naar Oxford, om opgeleid te worden tot geestelijke in de staatskerk. Na een succesvol examen mag hij als wetenschappelijk medewerker aan de universiteit verbonden blijven.

Ierland
In de herfst van het jaar 1825 krijgt het leven van dit karaktervolle jongmens een onvoorziene wending. Een schatrijk adelijk heer kruist zijn pad. Het is Edward Pennefather, die verbonden is aan het koninklijk gerechtshof in Ierland. Hij woont op een prachtig landgoed, Rathsallagh, ongeveer 80 kilometer ten zuidwesten van Dublin. Pennefather heeft een groot gezin en zoekt voor zijn twee oudste zonen een huisleraar. Na overleg met vrienden in Oxford valt zijn keus op de ernstige doctorandus Philpot, met zijn verzorgde uiterlijk en beschaafde optreden. Een goed salaris, eigen kamers met volledig pension, een rijpaard, alles wat zijn hart maar begeert, wordt hem ter beschikking gesteld als hij bereid is een tijdlang naar Ierland te komen. Philpot neemt de benoeming aan en vertrekt in het vroege voorjaar van 1826 naar het groene eiland. Anderhalfjaar is hij daar gebleven. Later zal hij vertellen dat het in deze episode is geweest dat de Heere hem uit de duisternis heeft getrokken tot Zijn wonderbaar licht. De aanleiding daartoe was de liefde die opbloeide tussen dehuisleraar en de oudste dochter van de familie Pennefather, Anne.
Dit was niet naar de zin van de ouders. Joseph Charles Philpot mocht knap, intelligent, academisch gevormd, hoogst integer en beschaafd zijn, maar hij was niet van adel. Onmiddellijk werd het meisje naar familie in Engeland gezonden. Twee gebroken harten waren het gevolg. Maar de Heere gebruikt het grote verdriet voor Joseph Charles als middel in Zijn hand.

Stadhampton
Als zijn contract is verstreken, keert Philpot naar Oxford terug en hervat zijn werk aan de Universiteit. Zijn gewijzigde inzichten vallen zijn superieuren echter weldra op. Hoewel hij, op grond van zijn wetenschappelijke capaciteiten, lid blijft van het Worcester College, kan hij niet meer als docent blijven functioneren. Hij moet maar de gemeente in. Wellicht is ergens een parochiegeestelijke nodig.
Zo ontvangt hij op 1 juni 1828, tezaihen met een grote groep jonge afgestudeerden, de wijding tot priester in de Kerk van Engeland. Als standplaats krijgt hij toegewezen Stadhampton, een dorp ongeveer 10 kilometer ten zuiden van Oxford. Bijna zeven jaar heeft hij daar gepreekt. Alle liturgische handelingen laat hij over aan de kapelaan, die als zijn assistent fungeert.
Het is op zondag 22 maart 1835 dat Philpot aan zijn parochianen mededehng doet van zijn besluit om met onmiddellijke ingang uit de staatskerk te treden. Acht dagen later heeft hij een brief gereed aan de rector van het Worcester College, waarin hij ook bedankt voor het lidmaatschap van dat theologisch gezelschap. Het is in deze brief dat hij zijn beweegredenen voor zijn afscheid van de Anglicaanse kerk formuleert. Onmiskenbaar schrijft Philpot vanuit een reactiehouding. Met name de oude ds. Charles Simeon moet het ontgelden. Terwijl Simeon en anderen in de Kerk van Engeland willen staan in de traditie van puriteinen als William Perkins, Richard Sibbes en John Owen. Hoe dan ook, de teerhng is geworpen. Er is geen weg terug. Philpot is nu 33 jaar en nog vrijgezel. Waar moet hij heen? Waarvan moet hij bestaan?

William Tiptaft
Al tijdens zijn predikantschap te Stadhampton is Philpot bevriend geraakt met mensen die tot de stricte baptisten behoorden. Een van hen is de predikant William Tiptaft, die drie jaar eerder uit de staatskerk is getreden. Hij heeft de volwassendoop ondergaan en is nu predikant van een baptistengemeente in Abingdon. Bij Tiptaft heeft Philpot al eens de bekende baptistenpredikant John Warburton, een gewezen wever, ontmoet. Tiptaft introduceert zijn vriend bij de stricte baptisten en het duurt niet lang of Philpot preekt op verschillende plaatsen in Engeland onder het volk van deze richting. Zoals wij zagen, ontvangt ook hij betrekkelijk gauw, na een halfjaar, de volwassendoop.
Nu heeft ds. Tiptaft een zuster, Deborah, die in Oakham, in de Midlands, woont. Zij is getrouwd met de huisarts William Tomblin Keal. Het doktersechtpaar heeft een flink gezin. De oudste dochter heet Sarah Louisa. Ook dokter Keal en zijn vrouw hebben zich na hun bekering afgescheiden van de Kerk van Engeland. Samen met enkele kapitaalkrachtige vrienden hebben ze een kapel laten bouwen, waarin vrijstaande predikanten voorgaan, gewoonlijk baptisten.
Door bemiddehng van Tiptaft verblijft Philpot al gauw een aantal weken in Oakham, hij logeert bij dokter Keal en bedient het Woord in de kapel. Er vallen banden en na elke preekexpeditie door Engeland keert de gewezen staatskerkdienaar terug in het artsengezin. Intussen is hij medewerker geworden van het periodiek The Gospel Standard.

Sarah Louisa Keal
Ook Kerst en oud- en nieuwjaar 1836-'37 brengt Philpot door bij de Keals. Met mooi weer wandelt hij met mevrouw Keal Joseph Charles of rijdt paard met de dokter. De zonen helpt hij met hun huiswerk voor Grieks en Latijn; in Sarah Louisa's poëzie-album schrijft hij een Grieks gedichtje met Engelse vertaling. Ze kunnen reusachtig met elkaar opschieten. De van nature vrij gereserveerde Joseph Charles heeft geen verweer tegen dit lieve, begaafde, charmante kind. Moeder Keal heeft wel in de gaten dat er iets groeit tussen die twee. Maar de dominee is 34, haar dochter achttien. Toch laat het haar niet los. Zou het de levensbestemming van haar kind zijn om te zorgen voor deze gezant des hemels, waaraan ook haar ziel zo nauw verbonden is? Ook Joseph Charles begrijpt dat hij tot een besluit moet komen. Moet hij dit prille meisje zijn liefde verklaren? Wat heeft hij te bieden? En Anne Pennefather? Het is nu tien jaar geleden dat hij haar voor het laatst zag. Ze is intussen onder druk van haar vader getrouwd met een schatrijke edelman, een generatie ouder dan zijzelf.
Dagenlang dobbert hij tussen hoop en vrees. Op 16 februari 1837 komt hij tot klaarheid. Hij geeft alles over in de hand des Heeren en mag de goedkeuring van Boven gevoelen als hij Sarah Louisa zijn gevoelens voor haar verklaart. Hij vindt een hart dat met de teerste liefde voor hem klopt. „Je moeder?" vraagt Joseph Charles. „Die weet het", is haar antwoord. Die avond schrijft de eerwaarde ds. Philpot in zijn dagboek: „S.K. primum osculatus sum, mater haud inscia." Dat is: „Ik heb Sarah Keal voor de eerste maal gekust, en haar moeder weet alles."

Stamford
Ongeveer 25 kilometer ten oosten van Oakham ligt de provinciestad Stamford. Jarenlang is Philpots grootvader van moederszijde, ds. Peter de Lafargue, er predikant van de staatskerk geweest. Ook in Stamford bestaat sedert enige tijd een baptistengemeente, waar Philpot vanuit Oakham geregeld voorgaat. Precies tien dagen nadat Joseph Charles en Sarah elkaar hun liefde hebben verklaard, op zondag 26 februari 1837, is er een deputatie uit Stamford onder Philpots gehoor. Na afloop van de dienst komen zij tot hem met de mededeling dat Stamford hem begeert als haar predikant. Dat opent perspectieven voor het prille paar, maar financieel zijn er toch wel zwarigheden. Zal de gemeente een predikantsgezin kunnen onderhouden? Verder hoopt ook Allington in Wiltshire, de gemeente waar hij gedoopt is, op hem. En ten slotte zou dokter Keal hen graag in Oakham houden. Het hele jaar 1837 duurt het overleg.
In de loop van dat jaar noteert Philpot in zijn dagboek: 6 sept. 1837 : A.P. infantem peperit (Anne Pennefather, kind geboren) 29 sept. 1837 : A.P. mortua est (Anne Pennefather overleden).
Nu rest alleen nog de herinnering aan dit edele meisje en staat niets een huwelijk met Sarah Keal in de weg. Aan haar heeft Philpot alles verteld. Zij kent de aandenkens die hij aan Anne Pennefather bewaart: een gedichtenbundel van William Cowper, een lezenaar, een gedroogd tuiltje bloemen, zorgvuldig bewaard in een van de laadjes van zijn schrijftafel.
In de loop van het jaar 1838 valt de beshssing. Philpot verbindt zich als leraar aan de baptistengemeente van Stamford. Na zijn huwelijk op 24 juli vestigt hij zich daar. Maar ook Oakham mag hem haar pastor noemen. Om de veertien dagen brengt hij daar een zondag door; dan logeert hij bij zijn schoonouders, waar hij zijn eigen studeerkamer mag houden. Overigens bedient hij het Woord op talloze plaatsen in Engeland. Dikwijls in Londen, waar men in die dagen ettelijke chapels van baptisten vindt.

In arbeid overvloedig
De jaren verstrijken. Verscheidene kinderen worden geboren: Sarah, Charles William, Joseph Henry, Deborah Maria. Een grote zorg is Philpots zwakke gestel. Altijd is hij beducht voor longontsteking en bronchitis. Heel vaak is hij de hele maandag uitgeput van de twee preken die hij 's zondags gedaan heeft. Toch heeft hij zijn hele leven heel hard gewerkt. Geschreven vooral. Als hoofdredacteur van The Gospel Standard verzorgt hij dertig jaar lang hoofdartikelen, meditaties, de beantwoording van vragen, jaaroverzichten. En dat alles vrij wijdlopig. Hij was, wat men noemt, 'a wordy man'. Dat was trouwens met Charles Haddon Spurgeon ook het geval. Diens preken zijn, niet qua ligging maar wel qua opbouw, stijl en lengte, precies als die van Philpot: bepaald niet kort.
Duizenden uren moet Philpot aan zijn schrijftafel hebben doorgebracht. Zijn hele leven door correspondeerde hij zeer uitgebreid met talloze geestelijke vrienden. Tot in Nederland toe. Nederlands en Duits kon hij vlot lezen, hoewel niet spreken. Zijn Bijbel had hij in het Hebreeuws en het Grieks altijd binnen handbereik.
In zijn correspondentie is onophoudelijk zijn zwakke gezondheid het onderwerp. In bijna alle plaatsen waar hij preekt is het klimaat ter plaatse en de ventilatie in de chapel onderwerp van gesprek. Heel Engeland zoekt hij bij wijze van spreken af Zijschrev naar een plek waar de weersgesteldheid over het algemeen mild is. En altijd weer smeekt hij de Heere om lijdzaamheid en onderwerping in de weg die Hij met hem houdt.

Croydon
Philpot is nog maar 62 jaar als hij zijn herdersstaf moet neerleggen. Tijdens een preekverblijf in Londen stort hij volledig in. Weer wat opgeknapt, schrijft hij vanaf zijn logeeradres in de hoofdstad aan de kerkenraden van Stamford en Oakham dat hij weer naar huis hoopt te komen, maar dan afscheid zal preken. Een bevriende specialist heeft hem ervan verzekerd dat zijn krachten definitief verbruikt zijn.
In augustus 1864 vestigt het gezin zich in Croydon, een zuidelijke voorstad van London. Nog vijfjaar heeft de grijzende dienstknecht daar gewoond. Hij heeft er ongelooflijk veel geschreven en nog een enkele keer gepreekt. Maar op 9 december 1869 komt het einde. „Immers hebben mij het goede en de weldadigheid gevolgd, al de dagen van mijn leven", zegt hij tot zijn vrouw en kinderen. „Ik sterfin hetgeen ik gepredikt heb. O, ontbonden en bij Christus te zijn is mij zeer ver het beste.
Machtige Verlosser! Machtige Verlosser! Loofden Heere, mijne ziel." Zo blaast hij de laatste adem uit. Van Philpots preken, betrouwbaar opgetekend door luisteraars, zijn er honderden nagelaten en vertaald in het Nederlands. Nog worden zij tot persoonlijke stichting, en ook wel in leesdiensten, gelezen. Vaak is het Nederlands een beetje ouderwets, maar de gedachtengang is altijd helder. Onafgebroken is het zijn doel de kudde Gods te weiden. De nodiging van zondaren tot het heil lijkt weliswaar bij hem onderbelicht, maar is voor een oplettende luisteraar en lezer impliciet in rijke mate aanwezig.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 maart 1997

Terdege | 84 Pagina's

Drager van de Evangeliebanier

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 maart 1997

Terdege | 84 Pagina's