Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

,,Hoe zou de stad eruit zien als onze gemeente er niet was?''

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

,,Hoe zou de stad eruit zien als onze gemeente er niet was?''

Ouderling L. Fraanje:

7 minuten leestijd

In veertig jaar tijd zag ouderling L. Fraanje Arnhem ingrijpend veranderen. Het rooms-katholieke karakter ging teloor, de protestantse kerken verwaterden of verdwenen, in toenemende mate werd de stad het uitgaansoord voor de regio en een centrum van prostitutie en druggebruik. Op de scheiding van twee van de beruchtste buurten staat de plaatselijke Gereformeerde gemeente. Het maakt de vraag naar de invloed ervan voor de ambtsdrager des te klemmender. „Hoe zou de stad eruit zien als onze gemeente er niet was."

In 1952 kwam Louis Fraanje, zoon van ds. L. Fraanje, voor zijn werk naar Arnhem. Hij eindigde er zijn maatschappelijke loopbaan als hoofd van de afdeling Beheer en Onderhoud van Civiele Werken bij de Dienst Gemeentewerken. Door die functie leerde hij de stad van alle zijden kennen. „Ook als er 's nachts gewerkt moest worden, wilde ik geregeld m'n gezicht laten zien. Dan word je geconfronteerd met de donkere kant van de stad. Hier ligt een zwerver op een bank, daar hangt een verslaafde in de bosjes." De gepensioneerde ingenieur typeert zijn woonplaats als 'een goddeloze stad', waar de invloed van het christendom vrijwel is verdwenen. „Toen we hier kwamen wonen, was het merendeel van de bevolking praktizerend rooms-katholiek, 's Morgens vroeg hoorde je het klokje dat de mensen opriep om naar de vroegmis te gaan. Ook doordeweeks. Dat gebeurt allang niet meer. Ook de protestantse kerken zijn geweldig teruggelopen. In de jaren vijftig had Arnhem grote gereformeerde kerken. Daar is bijna niets van over. In die tijd stonden hier ook nog een gereformeerde-bonder en een rechts-confessionele predikant, die je goed kon horen. Dat is allemaal voorbij."

Prostitutie
In dezelfde periode ontwikkelde Arnhem zich tot het uitgaanscentrum voor de regio. De Korenmarkt, in vroeger jaren een ontmoetingsplaats van de Arnhemse criminaliteit, werd een concentratiepunt van eethuisjes, cafees en discotheken. Het Spijkerkwartier dankt z'n bekendheid vooral aan de prostitutie. In het verleden werden de kerkgangers van de Gereformeerde gemeente week aan week met dit fenomeen geconfronteerd. Het vorige Godsgebouw stond middenin de rosse buurt. „Als je je kinderen van catechisatie ging ophalen, zag je die dames staan. Verder had je er weinig last van. In het kerkgebouw waar we zijn begonnen, aan de Kortestraat, kwamen nog weleens dronken kerels binnen. Dat gebeurde aan de Parkstraat zelden." Het huidige kerkgebouw staat op de grens van de probleemwijken Spijkerkwartier en Het Broek. Vooral het kostersgezin, dat naast de kerk woont, ervaart daarvan de gevolgen. Zwervers aan de deur, spuiten tussen de bosjes, inbraakpogingen. „Het is niet eenvoudig, maar toch blijven ze op hun post. Ze staan heel veel mensen te woord en mevrouw Rebel is vanaf het begin actief betrokken bij de evangelisatie onder kinderen uit het Broek."

Patrouilleren
Om diefstal en autokraken te voorkomen, zag de gemeente zich gedwongen om tijdens de erediensten vrijwilligers bij de auto's van de kerkgangers te laten patrouilleren. De poort naar de kelderzalen, waar de crèche is gehuisvest, wordt zorgvuldig vergrendeld. „Dat is absoluut noodzakelijk." Toch heeft de samenkomst van de gemeente in de rauwe realiteit van de maatschappij voor Fraanje ook een positieve kant. „Je ziet dat niet altijd, maar het is wel zo. Er staat duidelijk: 'Gaat uit in de heggen en steggen, en dwing ze om in de komen'. Dat is een opdracht waarin we als gemeente veel tekort komen, al is het evangelisatiewerk sinds de komst van broeder Van Dooijeweert gelukkig behoorlijk geïntensiveerd. We maken dankbaar gebruik van zijn ervaring als evangelist." Regelmatig worden vanuit de Arnhemse gemeente evangelisatieacties gehouden. Zo werden recent zesduizend exemplaren van de folder 'Oost west, thuis best' verspreid in het Spijkerkwartier, het Broek en het oude Presikhaaf Van het aanbod om gratis een Bijbel te bestellen maakten meer dan dertig Arnhemmers gebruik. De zondag na de verspreidingsactie waren bovendien vijf vreemdelingen in de kerk.

Fijne dienst
Fraanje was op de bewuste zondag ouderling van dienst in de vacante gemeente. „Wij lezen in de morgendienst de catechismusverklaring van ds. Van Haaren. Die laat voor ons aan duidelijkheid niets te wensen over, maar een buitenkerkelijke, hoe vat die het op? Daar zat ik echt mee. Na afloop zei de koster dat het echtpaar dat naast hem zat het een heel fijne dienst had gevonden. Dat vond ik beschamend. Je kunt het beste maar gewoon lezen wat je van plan was te lezen. Natuurlijk moet het geen onverstaanbare en onbegrijpelijke taal zijn, maar dat geldt niet alleen voor buitenkerkelijken. De gemeente is daar evenmin mee gediend. Na de morgendienst hebben we de samenkomst van de kinderevangelisatie. Die kinderen zien er wat anders uit dan onze eigen jeugd. Zelf heb je dat nauwelijks meer in de gaten, maar vakantiegangers zie je soms met grote ogen kijken. 'Komt dat ook hier?' Gelukkig wel, denk ik dan. Als je mensen uitnodigt, kun je niet bij de deur gaan staan met rokjes en alpinopetten.

Voorzichtig
Door de verschillende evangelisatieactiviteiten kreeg de gemeente vogels van allerlei pluimage in de kerk. Islamitische asielzoekers, moeders van kinderen die op de bijbelclub zitten, excentrieke lieden van allerlei soort. Het overgrote deel bleef na kortere of langere tijd weer weg. „Onze ervaring is dat je heel voorzichtig moet zijn in het benaderen van mensen. We hebben lange tijd een man gehad die zondag aan zondag in de kerk zat. De ene keer met een rooie broek en een rooie strik, de week erna met een gele broek en een gele strik, z'n haar altijd in een lange staart. Na een jaar of anderhalf nodigde de vrouw van de koster hem uit, om een kopje koffie te komen drinken. Hij is nooit meer geweest. Zulke ervaringen maken je heel voorzichtig. Je kunt vaak moeilijk peilen waarom deze mensen naar de kerk komen of ineens weer wegblijven. Op een zondag zat een van de zwaarste criminelen van Arnhem in de kerk, het wapentuig nog in z'n zak. Wat beweegt zo'n man? Daar kom je zelden achter. Het is ook niet zo belangrijk. Het Woord moet het doen, en dat zal uitwerken wat God behaagt. Wij willen direct resultaat zien, maar de Bijbel zegt: Werp u brood uit op het water, en gij zult het vinden na vele dagen."

Sieraad
Meerdere leden van de Arnhemse Gereformeerde gemeente waren ook betrokken bij de evangelisatieactie rond een massale houseparty in de Rijnhal, enkele jaren geleden. „Als voorzitter van de evangelisatiecommissie heb ik vooraf een meditatie gehouden over de brief aan de gemeente van Philadelhia: 'Gij hebt kleine kracht, en gij hebt Mijn woord bewaard.' Als dat werkelijkheid is kunnen we het niet laten om ervan te getuigen. Als je sierlijke stukken in een kluis opbergt heeft niemand er wat aan. Ze moeten gezien worden. Als je nou van God genade hebt ontvangen, als Hij je zonden heeft weggenomen, zou je daar met anderen dan niet van spreken en hen opwekken om hetzelfde te zoeken? Ik vind het zo prachtig wat Matthew Henry zegt bij de tekst dat de Heere sieraad voor as wil geven en het gewaad des lofs voor een benauwde geest. 'De heilige blijmoedigheid van christenen is hun schoonheid en een groot sieraad van hun belijden. Sions treurenden wenen in het verborgene, maar de vreugde waarmede zij beloond worden bekleedt hen als een lofgewaad voor de ogen van anderen.' Een oude christin zei eens tegen me: 'Jongen, klagen moet je in de binnenkamer doen, tegen God, over je zonde, maar tegenover een ander moet je goed van je Koning spreken, want door klagen is nog nooit iemand jaloers geworden'. Dat ben ik nooit vergeten."

Jood
„Nog niet zo lang geleden las ik in een tijdschrift: 'Hoe zou de stad eruit zien als onze gemeente er niet was?' Dat is een geweldig indringende vraag. Zou de stad dan nog verder wegzinken? Of zou het niets uithalen als onze kerk werd gesloten? Wat we zo nodig hebben is innerlijke bewogenheid. Ik ben hier weer in contact gekomen met een jood die in de hongerwinter als kind regelmatig in ons ouderlijk huis kwam. Bij toeval ontdekte hij mijn naam in het telefoonboek, waarna hij me opbelde. Sam, ik herinnerde me hem nog goed. Als jochie van acht jaar kwam hij bij ons eten halen. Voor het ontbijt gingen we altijd met z'n allen op de knieën. Als Sam erbij was, bad vader ook voor hem. Dat is hem z'n leven lang bijgebleven. 'Ik ben ervan overtuigd dat er altijd een bewarende hand boven me geweest is', zei hij tegen me, 'want daar heeft je vader voor gebeden'. Hij maakt er haast een heilige van. Dat laatste is natuurlijk niet goed. Maar het laat wel zien wat het uitwerkt als iemand de vreze des Heeren uitstraalt. "

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 oktober 1997

Terdege | 92 Pagina's

,,Hoe zou de stad eruit zien als onze gemeente er niet was?''

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 oktober 1997

Terdege | 92 Pagina's