Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Scheepsjournaal van de Samuel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Scheepsjournaal van de Samuel

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Donderdag 19 september (vervolg)
Eerder die middag moesten wij al enkele keren uitwijken voor grote schepen. Maar 's avonds viel plotseling de mist in, waardoor wij ze niet meer konden zien. Grote schepen laten bij mist een misthoorn blazen, zodat je ze kan horen. Maar waar komen ze nou vandaan? Op de radar zagen wij duidelijk de echo's en het leek wel of ze iedere keer recht op ons af kwamen. Ik rende van binnen naar buiten. „Daar moet hij zijn", zei ik tegen Marijke, die achter het roer stond met een verrekijker in haar hand.
Volgens de radar moest het schip op een halve mijl afstand zitten. Langzaam verdween het geluid weer in de mist. Het was ons al wel eens opgevallen dat ze voor ons uitweken, maar ja, om daar zo blindelings in de dichte mist op te vertrouwen, dat doe je niet. Het leek wel of ik van de radar ineens niets meer begreep.
Ik sloeg snel een radarboek open en het eerste wat ik las was: „Het gebruik van een radar zonder veel oefening of zonder het volgen van een radarcursus leidt eerder tot een aarvaring dan het voorkomen daarvan."
In de pilotboeken werd geadviseerd om snelheid te verminderen en koers vast te houden, en dat hebben wij maar gedaan.
Wij moesten vannacht maar samen wacht draaien. Die nacht zijn er heel wat gebeden de lucht in gegaan. Mijn geloof werd aangeklaagd: „Waar is God die gij verwacht?" kwam in mij op. Hier kwam geen einde aan, leek het wel. Beelden dat wij overvaren zouden worden, flitsten door mijn hoofd.
Tegen de morgen werd het rustig en verdween ook de mist. De afgelopen nacht hield mij nog steeds bezig, evenals de vraag die iedere keer in mij opkwam. Het was zaterdagmiddag en ik moest denken aan thuis, waar ze nu aan de koffie zouden zitten, gezellig bij elkaar. Wij zaten hier op een schip en werden door elkaar geslingerd. Opeens moest ik denken aan een cadeau dat wij met ons trouwen gekregen hadden. Het is een soort schilderij en het toont een hand met een rode wond. In die hand staan onze namen en daarboven staat: „Toch vergeet Ik u niet, zie, Ik heb u in Mijn handpalm gegrift."
In de Golf van Biskaje vielen wij van de ene windstilte in de andere. Op een windstille avond hoorde ik gesnuif en gespuit rondom de boot. Een hele groep dolfijnen zwom rondom de boot. Het was een prachtig mooi gezicht hoe deze dieren rondom ons heen zaten te spelen. Zo snel als zij kwamen verdwenen zij ook weer.
De volgende dag zagen wij in het zuiden regenbuien passeren. Ze trokken van west naar oost. Wij besloten de motor aan te zetten en ernaartoe te varen. Daar moet toch wind zijn! Na een uur of vier motoren op een oliegladde oceaan kwam er wat wind, die lekker aanwakkerde.
Wij hesen de zeilen en legden de volgende uren een mooie afstand af Toen de wind weer wegviel, hoorden wij veel gekraak bij het roer. Wij gingen op onderzoek uit en ontdekten dat een aluminium schijf knelde op een kunststof ring. Wij ontkoppelden de zelfstuurinrichting en voelden aan het stuurwiel. Dat draaide zwaar. Alle elektrische apparatuur, lieren en valstoppers hadden we zelf gemonteerd, maar hoe de constructie van het roer in elkaar zat wisten we niet precies. Wij overlegden wat wij zouden doen. Zo doorvaren kon niet. Je weet maar nooit hoe het roer zich zal houden. Na het bestuderen van onze kaarten besloten we om in Spanje te stoppen. La Coruna leek ons de beste haven. In de pilot stond dat er een lifi: was, zodat de boot eventueel uit het water getild kon worden.
Wij startten de motor en lieten de zeilen gewoon staan. Tegen de nacht viel de wind weg en lieten wij de zeilen zakken om slijtage te voorkomen.
Marijke was te kooi gegaan en ik draaide de wacht. Opeens een fel licht, ik schrok ervan, onweer. Nee he, dacht ik, nu ook nog onweer. Onweer op zee is gevaarlijk, onze mast steekt 17 meter boven het water uit en is een aantrekkelijk doel voor de bliksem. Ik ben eens een dag bezig geweest om drie dikke elektriciteitskabels vanaf de mast naar de kielbouten te trekken, zodat, als wij blikseminslag zouden krijgen, de elektriciteit via de mast en deze kabels door de kiel het water in kon gaan.
Marijke lag op twee meter vanaf de mast te slapen. Uit voorzorg riep ik haar en moest zij naar buiten komen. Het begon zacht te regenen. Ik het de motor stationair draaien en begon mij in te beelden wat er al niet kan gebeuren als de bliksem in zou slaan.
Tegen de morgen verdween het onweer. De dag was gehuld in nevel en de zee was olieglad. De Golf van Biskaje is rijk aan vis.
Veelal rondvis, zoals tonijn, makreel en sardine. De boten waarmee de vissers varen, zijn niet veel groter dan onze zeilboot.

Donderdag 25 september
Een toren op een rots doemde op uit de nevel. Eindelijk, La Coruna. Na 10 dagen op zee: land. Wij voeren de haven binnen en zagen een aantal jachten aan een anker in een baai liggen. Daar had ik nu totaal geen zin aan. „Ze hebben hier toch wel een jachthaven?" vroeg ik aan Marijke. „Dit hebben ze toch allemaal in het buitenland", zei ze. „Jawel, maar nu niet hoor, wij hebben problemen met het roer dus wij moeten ergens langs de kant liggen."
Na de smalle doorvaart kwamen wij in een ruime haven, de vissershaven. Wij meerden af naast een soort passagiersschip met een Duitse vlag. In het Engels vroeg ik aan de schipper of hij er problemen mee had dat wij naast hem gingen liggen. Op zijn Nederlands zei hij van niet.
„U spreekt Nederlands", zei ik verwonderd. „Een beetje" zei hij en hij vervolgde: „De politie wacht al op jullie aan de kant." Een meneer in een prachtig uniform stond te wachten. Ik stelde mij voor als schipper van dat jacht, op zijn Engels. De man begreep er niets van. Marijke kwam aanlopen en begon op haar Spaans te praten. De man bleek heel vriendelijk en beleefd. Hij rekende het havengeld uit dat wij de volgende dag moesten betalen. Daarna liepen wij gelijk door naar een telefooncel om conctact op te nemen met mijn broer Fokke (onze contactpersoon). Hij heeft een map met alle materialen die wij aan boord hebben. Wij vertelden ons probleem en spraken af om met een uurtje terug te bellen. Ondertussen liepen wij naar een bootlift om te zien of die geschikt was om de boot eventueel uit het water te laten halen. Na een goed half uur belden wij weer op. Fokke had al contact opgenomen met de leverancier van onze boot en had allerlei tekeningen van het roer en het stuurwiel over de fax binnengekregen, met nog een schets die precies de spijker op de kop sloeg. De boot is helemaal aangepast aan deze reis en de leverancier heeft ons veel advies gegeven.
Fokke had ondertussen alle tekeningen voor ons in de computer gescand, zodat wij ze op onze computer konden lezen. Over het e-mailsysteem zijn wij enorm te spreken. Brieven van mensen, kaartjes of foto's kunnen wij lezen en zien. Het enige probleem is dat wij nog wel eens naar een telefoonaansluiting moeten zoeken.
De schets met advies was duidelijk en ik begon de volgende morgen ijverig te sleutelen, maar alles zat zo vast, dat de inbussleutels onder mijn handen afbraken. De buurman was op mijn lawaai afgekomen, en vroeg of er problemen waren. Ik legde uit wat er aan de hand was en zei dat het gereedschap afgebroken was. Volgens hem was dat geen probleem, hij had alles aan boord en dat mocht ik wel van hem lenen. Met zijn gereedschap heb ik alles kunnen repareren.
Ze meren in La Coruna de boten achterstevoren af aan een drijvend ponton, en van voren gaat de boot vast aan een anker waarvan je het touw uit het water op moet pikken.
Zo hebben wij de boot nog nooit afgemeerd, maar het ging goed. Wij liggen midden in de stad en hebben het mooiste ligplaatsje. Wij vonden het leuk om al die drukte om ons heen te zien, na zo'n lange tijd op zee. Wij willen hier een aantal dagen blijven liggen om de stad en de mensen te leren kennen.

Scheepsgroeten,
bemaning Samuel
Albert en Marijke Hoekstra

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 november 1997

Terdege | 108 Pagina's

Scheepsjournaal van de Samuel

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 november 1997

Terdege | 108 Pagina's