Het gevecht tegen de fles
Het lijkt een idyllisch vakantieoord. Een door loofbos omgeven boerderij, met hoenders en kleinvee tot bij de deur. Maar wel binnen een alcoholvrije zone. Zelfs met de feestdagen. Voor de bewoners van 'De Wending' betekent één glas het begin van de glijbaan terug naar de goot, waaruit ze met moeite proberen op te krabbelen. Drie dagen tussen verslaafden in het ontwenningscentrum van het Leger des Heils.
De natuur doet haar uiterste best om de misère binnen de muren van 'De Wending' te verbloemen. Onbelemmerd valt het najaarslicht door de ruime vensters. Ook Martin ondergaat de bekoring van de nieuwe dag. „62 van het kleine boekje", roept de Limburgse alcoholist, als Marianne Poppema vraag wie nog een verzoeknummer heeft voor de weekopening. Een schilderachtig gezelschap is het. Jong en bejaard, kaal en bebaard, geringd en getatoeëerd. Met majoor Roel Poppema, in uniform, als het patriarchale middelpunt. In de lofzang zijn ze één. De liederen van het Heil liggen soepel in het gehoor. Bovendien is er de muzikale steun van administrateur Poul van der Net: de vaste organist. Uit volle borst schallen de mannen het lied de ruimte in. 't Is een wonder als 's avonds de zon daalt en 's morgens haar licht ons bestraalt. Maar het wonder der wond'ren waar niets het bij haalt, is het wonder dat God van mij houdt.
Zwarte bril
Na de lezing uit Groot Nieuws zet Marianne Poppema de inktzwarte zonnebril op, die ze voor de gelegenheid heeft meegenomen. De bril van Simon. „Hij heeft Jezus uitgenodigd om erachter te komen wat voor vlees hij met Hem in de kuip heeft. Van die vrouw die binnenkomt weet hij dat al. Alleen zichzelf beziet hij met een lichte bril. Maar Jezus heeft helemaal geen bril nodig. Hij kijkt dwars door ons heen. In Zijn blik ligt een vraag: Is hier nog iemand aan wie Ik Mijn genade kan betonen?"
Het slotlied slaat de brug van het weekend naar een nieuwe week van arbeid en therapie. „Vanavond is er bijbelstudie", deelt hoofd hulpverlening Jan Jans mee, „woensdag komt Christiaan van de Aa, donderdag is de majoor jarig." Aansluitend worden de taken verdeeld door Dick Cornelissen. Een deel van de bewoners is belast met de verzorging van het vee, anderen staan op voor tuinonderhoud, Edwin en Gijs kunnen gaan graven bij de majoor. „Vragen? Geen vragen. Dan nu zendingsgeld en koffie. In die volgorde."
Gevangenis
De walm uit de zelfgedraaide sigaretten schuift ineen tot een blauw gordijn. De werkers van 'De Wending' roken niet, van de bewoners wordt het geaccepteerd. Het vraagt van hen al het uiterste om de fles te laten staan. Gijs is drie dagen geleden aangekomen. Vanuit de gevangenis liet hij zich rechtstreeks naar Ugchelen brengen. Een eerdere opname liep spaak, omdat er drie weken tussen het ontslag uit de bajes en de opname in 'De Wending' zat. „Je ontmoet je ouwe kameraden en dan weet je het wel." Zijn geboorte in de Utrechtse betonbuurt beloofde weinig goeds. Dat werd het ook niet. Van de 44 jaar op deze wereld bracht hij 23 jaar in gevangenissen door. „Voor alles wat God verboden heb, behalve zedendelicten. Als zevenjarig jochie zat ik al in het criminele wereldje. Maar ik geef niemand de schuld. M'n ouders niet, m'n vrienden niet, m'n ex-vrouw niet. Ik heb voor dit leven gekozen, ik wil er nu ook zelf mee stoppen. Als ik dit niet volhou, geef ik mezelf hooguit nog een halfjaar. Het viel me mee dat ze me hier nog een kans wilden geven.
Kinderbad
Voor Poppema is dat geen vraag. „We krijgen criminelen, aidspatiënten, mensen die meerdere moorden hebben gepleegd. Dan denk je wel 's: 'Als-ie straks maar geen medebewoners gaat vermoorden, of werkers.' Maar we durven ze niet bij voorbaat te weigeren. Omdat we geloven dat God een mens kan veranderen." Die wetenschap bepaalt voor de heilsofficier het aannemingsbeleid van zowel personeel als bewoners. „De werkers hoeven niet van het Leger te zijn. Wel moeten ze belijdend lid zijn van een kerkelijke gemeente en van harte onze evangelisatiedoelstelling onderschrijven. Voor mij is de allerhoogste vorm van therapie mensen bij de Heere Jezus brengen." Naar hulpzoekenden toe betekent het dat in principe niemand wordt uitgesloten. Tegelijk is de capaciteit van de instelling beperkt, nuanceert Jans, en moet het recept dat wordt geboden aansluiten bij de kwaal. „Elke woensdag vinden intakegesprekken plaats door twee van onze werkers. Het hulpverleningsteam, dat op vrijdagmiddag vergadert, neemt de uiteindelijke beslissing. Voorwaarde is dat de aspirant-bewoner deelneemt aan het complete programma van 'De Wending', inclusief elementen als de weekopening en het zanguur."
Te gek
Terwijl de mannen naar buiten trekken, verwijdert Karin de lege bekers en volle asbakken. Vorig jaar was ze nog bewoonster, nu helpt ze mee als vrijwilligster. Dat haar verslaving verleden tijd is, durft ze niet beweren. „Zeg nooit 'nooit'. Ik ben een Amerikaanse drinker, zegt de psychiater. Als er problemen zijn, grijp ik de fles. Dat raak je niet zomaar kwijt." Ze staat niet alleen. Bijna tien procent van de Nederlanders boven de vijftien jaar kampt met alcoholproblemen. Pakweg veertig procent van de geweldsmisdrijven wordt onder invloed gepleegd. De gevolgen van alcoholmisbruik kosten de samenleving naar schatting vijf miljard gulden per jaar. „Het probleem is dat alcohol een geaccepteerde drug is", zegt Poppema. „Als je niet drinkt, ben je een watje. Neem die student die onder druk een liter jenever heeft gedronken en daaraan is overleden. Het is toch te gek om los te lopen. Dat zijn dan mensen van wie je mag verwachten dat ze enig verstand hebben."
Glorie
Bij de dienstwoning van de majoor hebben Edwin en Gijs de schop ter hand genomen. Lichamelijke arbeid is een wezenlijk bestanddeel van het ontwenningsprogramma. „We hebben mensen die meer dan 25 jaar verslaafd zijn en in al die tijd nooit hebben gewerkt", verklaart de directeur van 'De Wending'. „Het is voor hen een bijzondere ervaring om in de tuin bezig te zijn, de zon te zien doorkomen, het vee te voeren, de glorie van het leven te leren kennen."
Karel klinkt minder hooggestemd. Lusteloos zakt hij na de arbeid in een luie stoel, pal onder de balk met de tekst: 'Er is hoop door de komst van de Heer'. „Verleden week zondag zag ik een vrouw voor de EO", vertelt hij, met de blik op oneindig. „Ze zat op een kerkkoortje, zong de sterren van de hemel, maar van binnen was het niet veranderd. Snap je? Ik kan geen liefde geven, omdat ik het niet heb. Ik weet niet eens wat liefde is." Van z'n twaalfde tot z'n zestiende zat de gewezen huisschilder in kindertehuizen. Daarna begon het grote drinken. Geleidelijk veranderde hij van een agressieve vechtjas in een teruggetrokken alcoholist, met een zwak voor jongens. In '95 werd hij veroordeeld wegens pedofilie. De rechter liet hem de keus: de bajes in of gerichte behandeling zoeken. Hij koos het laatste en doorliep het volledige programma van 'De Wending'. Zes maanden Ugchelen, een maand tweede-fasehuis Vita Nuova in Beekbergen, acht maanden derde-faseflat in Apeldoorn.
Halsstarrig
Hoewel hij met oprechte idealen vertrok, klopte na een paar weken de drankduivel alweer aan. Van een terugval wil hoofd hulpverlening Jan Jans niet spreken. „Dat veronderstelt dat het je overkomt. Ik zeg altijd: 'Je kiest ervoor om opnieuw te gaan gebruiken'. We willen mensen graag helpen in hun strijd tegen de verslaving. Een belangrijk aspect daarin is dat zij zelf weer verantwoording gaan dragen voor hun leven. Vaak is dat letterlijk en figuurlijk vechten tegen de bierkaai." De terugkeer naar 'De Wending', via een crisisopname. heeft bij Karel het laatste zelfrespect geknakt. „Het makkelijkst is om m'n ouders de schuld te geven. Dat gebeurt veel. Ik zoek het bij mezelf Ik ben altijd tegen de draad in geweest. Halsstarrig, op mezelf gericht. Daar ben ik hier wel achter gekomen. Je kan van een alcoholist een kerkmens worden, maar wedergeboren is iets anders. Dan moet je alles opgeven. Kijk, dan komt die koppigheid van mij weer boven. Ik wil houen wat ik heb. Ook dingen die ik beter weg kan doen, zoals m'n zendbakkie. Daar ben ik in '95 ook de fout mee ingegaan. Je roept jongens op, ze komen bij je over de vloer, je weet dat het niet goed is... Dan ga je weer drinken."
Mist
Nieuwkomers mogen de eerste maand het terrein niet af Belangrijkste taak in deze periode is het in kaart brengen van de problemen, samen met de toegewezen mentor. Dat resulteert in een schriftelijke weerslag van de PKD's, een begrip bij 'De Wending'. De P staat voor probleem, de K voor het kontrakt dat de verslaafde met zichzelf aangaat over de aanpak ervan, de D voor het beoogde doel. Het dagboek dat verplicht wordt bijhouden, functioneert als leidraad voor de mentorgesprekken. Praktische zaken als schuldsanering en het zoeken van woonruimte kunnen aangekaart bij maatschappelijk werker Theo de Korte. Voor specialistischer hulp is een extern team van christen-hulpverleners beschikbaar, van een psychiater die maandelijks naar 'De Wending" komt tot een seksuologe. Wat allen volgens Jans gemeen hebben, is een praktische instelling. „Wat heeft deze man of vrouw nodig om zonder verslaving te kunnen leven? Het kan nodig zijn om oude pijnpunten op te ruimen, maar we gaan niet nodeloos in het verleden zitten graven. Dat levert meestal nog meer mist op dan er al is."
Concert des levens
Om tien over een trekken de mannen naar 'Patmos', het houten therapiegebouw. Dinsdagen donderdagmiddag vindt daar het groepsgesprek plaats, maandagmiddag de weekendevaluatie. „Bedoeld om bewoners gericht te laten nadenken over de invulling van hun vrije tijd", licht hulpverleenster Marijke Garretsen toe. Terwijl Panda, de hofhond van 'De Wending', door de zaal scharrelt, doen de mannen aandoenlijke pogingen om het gebrek aan initiatief te verdoezelen, „'s Even kijken. Bezoek zal nooit komen, dus dat had ik ook niet ingepland. Zaterdagmorgen zou ik naar de stad gaan, maar daar is niet van gekomen, 's Middags administratie, dat heb ik doorgeschoven naar de avond. Toen kwam er ook niet van, omdat Theo er niet was. Zondagsmorgens naar de samenkomst, heb ik wel gedaan, 's Middags een poos op bed gelegen... Ja, dat was het zo ongeveer." „Klinkt allemaal wat zweverig he?" reageert Marijke. „Nou, ik doe wel wat, maar net wat op dat moment in me opkomt. Een weekendplanning maken op papier, dat vind ik moeilijk." „Bevalt die planning jou zo?" „Hij heeft in ieder geval wat speelruimte." „Van het concert des levens krijgt niemand een program", valt Arno bij. „Er kan altijd wat tussen komen." Martin toont meer realiteitszin. „Die hele weekendplanning stelt niks voor. As ik zondagmiddag terugkom van de wandeling met de hond, hangt alles as een zak aardappelen in de huiskamer.''
Musical
Hoofdschuddend kijkt Marijke de heren na. In optocht wandelen ze terug naar de boerderij voor het zanguur, in deze maanden gevuld met het instuderen van de Kerstmusical. Op 21 december zullen ze die ten gehore brengen voor familie, medewerkers en oud-bewoners. Dan zonder de ingeblikte stemmen van Jan en Gerry Visser, de auteurs van het stuk. Edwin, kale kruin en oorbel, duikt met een spodach achter z'n muziek. Joep, de kwast van het gezelschap, neemt de gelegenheid juist te baat. Voor het vaderland weg loeit hij mee. „Nu nog maar een baby die niet praten kan. Maar God is begonnen aan Zijn reddingsplan" Tot Poppema binnenkomt. Zonder iets te zeggen gaat de vader van 'De Wending' achter de rustverstoorder staan en sluit zich aan bij de zangers. „We gaan op weg en we zijn niet meer alleen, want er is nu hoop en die houdt ons op de been. Hij is de Redder Die God aan de wereld geeft dat wie gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leeft." „Zo gaat het ieder jaar", glimlacht de heilsofficier, als de mannen hun sportkleding bijeen grabbelen voor het wekelijkse uur fitness bij een sportschool in Beekbergen. „In het begin zijn er altijd die gekheid maken, maar met Kerst zingen ze allemaal even serieus."
Schuldig
Arend is daar minder zeker van. „Het liefst deed ik niet mee, maar volgens Jan hoort het er nou eenmaal bij. Er schijnen zelfs mensen door tot geloof te zijn gekomen. Dat zal dan wel, maar in mijn ogen is het soms gewoon spotternij."
Als enige fietst hij op zondag naar de Gereformeerde gemeente van. In de strijd tegen de drank weet hij zich een met de anderen. Tientallen jaren gaf hij toe aan een onlesbare dorst. De kwade lusten die dat opriep, reageerde hij af op vrouw en kinderen. Zijn PKD's hangen zwart op wit in 'Patmos' te kijk. „Dat vond ik in het begin verschrikkelijk, maar ja, je moet eerlijk zijn." Het laatste punt beschouwt hij als de kern: P. Ik voel me schuldig tegenover God en de kerk. K. Mijn verlangens zijn om met Hem in het reine te komen en dan tevens open voor schuldvergeving. D. Ik leef als een kind van God en heb een plaats in Zijn gemeente. Ik dien God en houd Zijn geboden.
In de geschonden verhouding met de kinderen bespeurt hij een licht herstel. „Als ik op weekend naar huis ga, blijf ik even hangen in het stadshart van Zoetermeer. Daar kom ik altijd wel een dochter tegen. Dan is het: 'Ha pap.' Binnenkort ga ik ze een brief schrijven, om vergeving te vragen voor wat ik gedaan heb. En een schuldbrief aan m'n vrouw. Hopelijk ziet ze dan in dat ook zij haar aandeel erin heeft. Zoals d'r broer zegt: Waar twee kijven, hebben twee schuld."
Medicijnen
Dinsdagmiddag na 'creatief-therapie' ontmoeten de mannen elkaar opnieuw in de gespreksruimte, voor de introductie van de nieuwelingen en bespreking van de tweeweekse doelen onder leiding van Marijke en Dick. Nadat Gijs kort en bondig z'n criminele doopceel heeft gelicht, krijgt Arjan het woord. Ook deze nieuwkomer, een knaap met een vriendelijk voUemaansgezicht, komt rechtstreeks uit de gevangenis. Sinds z'n veertiende jaar is hij aan de alcohol. In later jaren kwamen daar heroïne, cocaïne en pillen bij. Onrustig schuift hij heen en weer op z'n stoel. „Gisteren ben ik vrij gekomen. M'n zoontje van zes heb ik drie jaar niet gezien. Daar wil ik nou voor gaan vechten, weet je... Volgens de hulpverlening ben ik iemand die er nooit meer mee stopt. Op het moment gebruik ik verschrikkelijk veel medicijnen. Ik ben gruwelijk onzeker van m'n eigen... Door die pillen reageer ik zo sloom en zeg ik niet veel. Ik hoop dat jullie daar begrip voor hebben. Ik heb het nog heel moeilijk, weet je..."
Voorzitter
„En dan geef ik nu het woord aan de voorzitter van deze middag", verklaart Marijke plechtig. Zichtbaar verlegen met z'n nieuwe functie frommelt Joep aan het papier waarop de tweeweekse doelen van de achterliggende weken staan genoteerd. Shagbuil en kammetje steken nonchalant uit de achterzak van zijn spijkerbroek. „Uh, ja, 's even kijken. Dirk, jij zou gaan afbouwen. Hoe staat het daarmee?" „Goed", antwoordt de aangesprokene kort. „Ik heb contact gehad met m'n werkgever en de week met m'n gezin is goed verlopen." „Dat klinkt prima. Iemand nog wat te vragen aan Dirk? Niemand? Nou, dan kom ik bij mezelf Joep. Ik zit nog steeds te prakkezeren. Ik kan niet zomaar een huis wegdoen waar ik 28 jaar gewoond heb. As 't niet gaat en ik krijg heimwee, dan sta ik met m'n rug tegen de muur. Het ene moment denk ik er zus over, een paar uur later weer zo..." „Laten we afspreken dat je over veertien dagen een beslissing hebt genomen", adviseert Dick Cornelissen. „Jij hebt zo'n stok achter de deur nodig." Een ogenblik verkeert de bejaarde alcoholist in tweestrijd. Dan hakt hij de knoop door. „Oké, dan spring ik maar in het diepe." De meeste doelen liggen op hetzelfde vlak. Schulden saneren, het contact met de familie herstellen, samen met de mentor toekomstplannen maken en uitwerken. Edwin, psychiatrisch patiënt met een alcoholprobleem, is zichzelf aan het trainen in het bezoeken van de stad. Op termijn wil hij zich in Apeldoorn gaan vestigen. „In het noorden ben ik de zielige figuur. Dat wil ik niet meer. Ik wil hier opnieuw gaan beginnen, met nieuwe vrienden, in een nieuwe gemeente." Hij twijfelt nog tussen de Christelijke gereformeerde kerk en de Gereformeerde kerk vrijgemaakt. De komende weken wil hij tot een besluit zien te komen. „De eerste twee doelen blijven dus hetzelfde", vat Joep samen, „d'r komt alleen bij welke kerk of dat-ie neemt." Jasper handhaaft eveneens z'n oude doelen, zij het van totaal andere aard. Tot z'n opname in 'De Wending' verklaarde de voormalige welzijnswerker z'n alcoholprobleem uit de omstandigheden. In het ontwenningscentrum van het Leger des Heils werd hij met zichzelf geconfronteerd. „Ik had te accepteren dat ik hier niet als verpleegkundige en gedragstherapeut zit, maar als bewoner. Je moet je hoofd buigen, je trots afleggen. Ik kan slecht naar anderen luisteren en claim veel aandacht. Het valt niet mee om dat zwart op wit te zetten. De hele groep is erbij betrokken. Dat is niet mals. Maar wel goed. Heel goed. Je moet anders leren denken. Jezelf niet langer als de zielepiet beschouwen."
Heksenketel
Voor bewoners die behoefte hebben aan een langere periode van resocialisatie, opende 'De Wending' in '94 het tweede-fasehuis Vita Nuova, in het centrum van Beekbergen. Een merkwaardige locatie, pal naast café 'De Heksenketel', met aan de overzijde van de straat Kootje Kwak's cafetaria en café 'De Klikspaan'. Heilmajoor Henk Kooyman, die met echtgenote Gonnie het huis beheert, vindt het juist een voordeel. „Als ze straks op zichzelf gaan wonen, zijn er ook cafés in de buurt." Bart doet er minder laconiek over. „Vanuit m'n kamer keek ik zo op de stamtafel van 'De Heksenketel'. Zaterdagavond moest ik echt vechten, ik heb zitten huilen. Je hoorde die mensen daar zo'n schik hebben. Ik ben maar rap gaan slapen en heb de volgende morgen meteen om een andere kamer gevraagd."
Gewoon gezellig
Staande op een voetenbankje, om boven het fornuis uit te komen, keert de nieuwe Vita-man de schnitzels om. Van zijn moeder erfde hij een groeistoornis, van zijn vader een diepgewortelde drankzucht. Een combinatie die hem meerdere keren deed besluiten er maar een eind aan te maken. Sinds enkele maanden voelt hij zich van die drang bevrijd. „Van de zomer zijn we met z'n allen op de fiets naar Zeeland geweest. Toen ben ik in een samenkomst naar de knielbank gegaan en heb me helemaal overgegeven. Vanaf die tijd voel ik me veel fijner. Je hebt nu Iemand bij je. Ik wil niks meer met dat satansgedoe te maken hebben. Drinken, stelen, smerige praat, vloeken, ik was op het laatst bang van mezelf" Bij het afscheid van 'De Wending' zongen personeel en bewoners hem naar goed gebruik de zegenbede toe, waarna de majoor de 'Wendingbijbel' overhandigde. Als bewijs dat hij de eerste fase goed had afgerond en een stimulans om door te gaan. „Ik vecht ervoor. Ik wil niet meer terug naar dat ouwe leven. Na Vita wil ik huisje, boompje, beestje. Een vrouw, kinderen. Gewoon gezellig, knus. Ik heb een brief geschreven naar de club voor kleine mensen. Of hun mij aan een vrouw kunnen helpen. Ik heb verder alles al geprobeerd, van De Telegraaf tot seksbladen. Alleen wezen is niks voor mij. Echt niet."
Klein wondertje
Kwart voor zes gaat het gezelschap aan tafel. Een Turk, een zwakbegaafde ex-crimineel, een artistieke zestiger die met een schaap op z'n schouder voorop het laatste jaarverslag van 'De Wending' prijkte, een dwerg, een bejaarde alcoholist met een door drank verwoest geheugen. Schuin tegenover me zit Karel. Het geloof in God, dat hij van zijn moeder meekreeg, meende hij voorgoed te hebben opgegeven, maar het laatste jaar heeft hem aan het twijfelen gebracht. „Door een ongelukkige val ben ik in het ziekenhuis beland. Daar hebben ze me geadviseerd om contact op te nemen met 'De Wending'. Dat kan toch geen toeval zijn. Ik denk wel dat ik nu ergens in geloof ja. Maar op m'n eigen manier." Onder begeleiding van Marijke Garretsen werkt hij aan herstel van de verhouding met Ingrid en de kinderen. „Ze wil het toch weer met me proberen. Dat is een klein wondertje. We overhaasten niet. Het mag niet nog een keer fout gaan. Eén voordeel heb ik. Ik weet nu precies waardoor het mis ging. Je denkt dat een alcoholvrij biertje in het weekend moet kunnen. Verkeerd! Ik kan gewoon nooit meer drinken. Geen druppel."
Voor de bewoners zijn schuilnamen gebruikt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 december 1997
Terdege | 140 Pagina's