Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De jeugd van Calvijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De jeugd van Calvijn

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 10 juli 1509 werd hij in Noyon in Noord- Frankrijk geboren. In 1523 vertrok hij naar Parijs om er theologie te gaan studeren. Daartussen ligt de korte jeugd van de man die wij gewoonlijk Johannes Calvijn noemen, maar die eigenlijk Jean Cauvin heette. In Noyon en omgeving vinden we nog herinneringen aan de tijd dat hij en de zijnen in deze streek woonden.

De eerste inwoner van Noyon die ik sprak, was een man van middelbare leeftijd. Hij stond voor de deur van zijn huis een "sjekkie" te draaien. Ik had hem alleen maar de weg naar het Calvijnmuseum willen vragen, maar hij bood spontaan aan even mee te lopen. Hij vertelde dat hij in Noyon was geboren en getogen. Hij had vroeger in een plaatselijke ijzergieterij gewerkt en daarna nog een tijdje in een conservenfabriek. Nu was hij al zes jaar werkloos, net als zovelen van zijn leeftijd hier in de stad... Ik probeerde met een paar vragen het gesprek een andere wending te geven: Of hij wel eens in het Calvijnmuseum was geweest? Nee, dat was er nog nooit van gekomen... Of hij wist wie Calvijn was? O ja, dat was een beroemd schilder, dacht hij. Die had hier vroeger gewoond. Vooral medaillons had hij geschilderd, middeleeuwse medaillons. Afijn, ik zou het straks in het museum wel zien. Ik liet hem maar in die waan, want we waren inmiddels op het plein Aristide Briand aangekomen, waar mijn begeleider mij het museum wees. Ik nodigde hem uit met mij naar binnen te gaan, maar hij schudde heel beslist het hoofd: Nee, nee, hij ging maar liever even een glas wijn drinken in het café aan de overkant... Terwijl de man in het café aan de overkant ongetwijfeld van zijn glaasje rode wijn zat te genieten, zat ik in het benedenzaaltje van het museum, dat gevestigd is in Calvijns geboortehuis. Ik genoot er van een boeiende diapresentatie over de jonge Calvijn en over alles wat in Noyon en omgeving nog aan zijn tijd herinnert. Dat is in de eerste plaats natuurlijk dit huis. Het is evenwel niet het origi nele geboortehuis van Calvijn. Dat is er al lang niet meer. Het heeft wel op deze plek gestaan, maar het werd al aan het eind van de 16e eeuw door Spaanse troepen met de grond gelijk gemaakt om elke herinnering aan "die vervloekte ketter" uit te wissen. Het Calvijnmuseum zoals het er nu staat, werd gebouwd in 1927, gedeeltelijk op de oude fundamenten en volgens tekeningen van de oorspronkelijke woning.
Noyon heeft zijn bekendheid niet alleen te danken aan de familie Calvijn. Het is een stad die in het verleden een belangrijke rol heeft gespeeld in de Franse geschiedenis. Op het stadhuisplein staat een monument dat eraan herinnert dat de wijding van Karel de Grote hier in 768 plaatsvond. Ook werd Hugo Capet, stamvader van een nieuw Frans vorstenhuis, ruim twee eeuwen later in deze stad tot koning gekroond. De inwoners van de stad zijn trots op dat verleden, maar niet zozeer op Calvijn. De Reformatie heeft in Noyon nooit veel weerklank gevonden. Integendeel. Toen de gemeenteraad indertijd besloot een straat naar Calvijn te noemen, klonken er aan alle kanten luide protesten. Een plaatselijke krant nam een artikel op onder de titel: "Calvijnstraat? Dat nooit!" Daarin werd Calvijn afgeschilderd als een groot misdadiger, veroorzaker van burgeroorlogen en geweld. „De eerste de beste werkman verdient meer dat men zijn naam aan een straat geeft dan Calvijn", zo besloot het artikel. En een ander schreef: „Calvijn is een naam die wij uit onze historie zouden willen uitwissen. Hij heeft niemand ooit een enkele dienst bewezen; hij heeft overal onheil gesticht". De Calvijnstraat is er toch gekomen. Het is de straat die naast het geboortehuis van de reformator op het plein Aristide Briand uitkomt. In het centrum van Noyon herinnert de trotse kathedraal met zijn stoere, hoekige torens aan de tijd toen bisschoppen en kanunniken hier nog de lakens uitdeelden. In de dagen van Calvijns jeugd begon de macht van kerk en geestelijkheid al een beetje te tanen. De burgers werden mondiger. Calvijns vader moet gezien hebben hoe in 1486 het schitterende renaissance-stadhuis aan het marktplein in het centrum van de stad verrees. Een symbool van de groeiende invloed van de burgerij.

Pont-l'Evèque
Even ten zuiden van Noyon ligt het dorpje Pont-l'Evêque. Een sluis, een brug, een haventje en wat huizen langs de waterkant, veel meer is het niet. Als men vanaf Noyon het dorpje binnenrijdt en vóór de brug rechtsaf slaat, komt er weldra links een zijstraatje, dat afdaalt naar de Schipperskade. Dat is de Gérard Cauvinstraat, genoemd naar de vader van Calvijn. De kronieken vermelden dat de wortels van de Calvijnfamilie hier in Pont-l'Evêque liggen. Volgens de ene bron heeft de grootvader van Calvijn in dit dorp het beroep van kuiper uitgeoefend, volgens anderen kwam hij uit een schippersfamilie. Zeker is dat Calvijns vader hier geboren is. De vader van Calvijn, Gérard Cauvin, vond werk in Noyon. Het moet een veelzijdig en bekwaam man geweest zijn, want hij kreeg een veelomvattende functie op "de heuvel": het bisschoppelijk paleis en de daarbij behorende gebouwen. Het werk dat Gérard Cauvin deed, kan men het beste vergelijken met dat van een secretaris, hoewel hij ook notariële taken uitvoerde. Er wordt niet onverdeeld gunstig over hem geoordeeld. De een beschrijft hem als „een listig man, een fijne, geslepen geest, bedreven in loze streken, die hem zijn huiselijke belangen nogal eens deden verwaarlozen". Een ander noemt hem „een schitterende geest, zeer doorkneed in de fijnste praktijken en geheimen van de rechtspraak, die zich overal in wist te dringen en die daarbij zoveel hooi op de vork nam, dat de zaken hem wel eens boven het hoofd groeiden". In Noyon leerde Gérard de vrouw kennen die later de moeder van Calvijn zou worden, Jeanne Lefranc. Haar vader was hotelhouder geweest in Kamerijk en dat had hem geen windeieren gelegd. Toen hij naar Noyon verhuisde, werd hij daar een van de notabelen. We weten niet precies wanneer Gérard en Jeanne getrouwd zijn en of ze meteen in het huis aan de rue Fromenteresse zijn gaan wonen. Ze woonden daar in elk geval wel toen op 10 juli 1509 hun tweede zoon werd geboren. Zijn vader hield hem ten doop in de St. Godebertekerk, die vlakbij op de Korenmarkt stond. Het jongetje kreeg daarbij de naam Jean. Het gezin Cauvin telde zes kinderen, vier jongens en twee meisjes. De oudste, Charles, schijnt een stormachtig leven te hebben geleid. Er wordt van hem verteld dat hij een deurwaarder, die hem een attest van het kerkbestuur kwam brengen, met scheldwoorden overlaadde en dat hij op zekere dag zelfs met een kerkelijke functionaris op de vuist ging. Hij werd in de kerkelijke ban gedaan, omdat hij de kathedraal op stelten zette door "het heilig sacrament" op het altaar te bespotten. Het kwam overigens in die dagen heel vaak voor dat iemand geëxcommuniceerd werd, zoals dat heette. Dat overkwam ook Calvijns vader, toen hij in zijn latere leven verdacht werd van financiële malversaties. Calvijns jongere broer Antoine heeft zich later bij broer Jean in Genève gevoegd, evenals zijn zuster Marie. De jongste broer, Franq:ois, is jong gestorven en van Calvijns tweede zuster weten we vrijwel niets, zelfs niet haar naam.

Ourscamps
Van Pont-l'Evêque loopt een wandelpad langs het water naar het zuiden. Het was misschien wel ditzelfde pad dat Calvijn als kind met zijn moeder volgde, wanneer hij mee mocht op bedevaart naar de abdij van Ourscamps. De overblijfselen van dit klooster trekken ook in onze tijd nog de talrijke bezoekers. Ongeveer ter hoogte van het dorpje Chiry ziet men de enorme ruïne van een gotische kerk boven het geboomte uitsteken. Het zijn de resten van de kloosterkerk van de abdij. In de 16e eeuw was Ourscamps een geliefd bedevaartsoord, waar allerlei relikwieën werden bewaard en vereerd. Voor de familie Cauvin was de verering van relikwieën toen nog een doodgewone zaak. Calvijn schrijft later in een van zijn werken: „Ik had mij halsstarrig overgegeven aan de bijgelovigheden van het pausdom... Ik herinner mij, dat ik een stuk van het lichaam van de heilige Anna, de moeder van de maagd Maria, gekust heb, in de abdij van Ourscamps, bij Noyon, waarvan men een groot feest maakte".

School
Gérard Cauvin zal in zijn dagelijks werk te midden van kerkelijke en wereldlijke bestuurders ervaren hebben dat een goede schoolopleiding voor een kind heel belangrijk is. Calvijn schrijft ergens: „Toen ik nog een kind was, had mijn vader reeds bepaald, dat ik in de godgeleerdheid zou gaan studeren". Zo werd Jean, evenals zijn broers Charles en Antoine, naar de school der Capetten gestuurd. Dit instituut wordt beschreven als een soort kloosterschool, waar jongelui die een beurs hadden, dankzij erflatingen van rijke burgers, gratis huisvesting, voeding, kleding en onderwijs genoten. De lessen waren aan de kleine Jean wel besteed. We lezen daarover: „Hij bleek
een goed verstand, een aangeboren vaardigheid om iets te begrijpen en aanle: voor de studie der letteren te bezitten Op deze school kwam Jean Cauvin in contact met de kinderen uit het gezin Montmor. Dit was een van de meest vooraanstaande families van Noyon en de kleine Jean werd er weldra kind aan huis. In de zomer van het jaar 1523 brak in Noyon de pest uit. Velen vluchtten naar elders. Vader Gérard kreeg van het kerkbestuur toestemming om zijn zoon Jean gedurende de pestepidemie de stad uit te sturen, zonder dat hij zijn inkomsten zou verliezen. In diezelfde tijd gingen de kinderen van de familie Montmor naar Parijs om daar aan de universiteit verder te studeren. De veertienjarige Jean Cauvin ging met hen mee en werd eveneens ingeschreven als student. En daarmee kwam er een eind aan zijn jeugd in Noyon.

Het Calvijnmuseum is op werkdagen geopend van 10.00 tot 12.00 en van 14.30 tot 17.00 uur. Van 2 november tot 1 april is het gesloten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 oktober 1998

Terdege | 108 Pagina's

De jeugd van Calvijn

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 oktober 1998

Terdege | 108 Pagina's