Brood in het Broodhuis
„Laat ons dan heengaan naar Bethlehem..." Lukas 2: 15m
Wat een nacht! De herders hadden het niet gezocht. De Heere zocht. Het ging van Hem uit. De belofte van eeuwen her is vervuld. „U is heden geboren de Zaligmaker." Vervolgens klonken de hemelse stemmen: „Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen." Toen werd het weer donker. En nu? De engel had immers gezegd: „Gij zult het Kindeke vinden..." Blijven waar je bent? Nee, dat kan voor de herders niet meer. De boodschap had hun hart geraakt. Ze sporen elkaar aan: „Laat ons dan heengaan naar Bethlehem." En het Woord deed hen nut, omdat het met het geloof gemengd was. En bij u? De kerstgeschiedenis is u overbekend. Doet het ü nut? U nuttigt wellicht een smakelijke maaltijd tijdens de kerstdagen. Maar wat baat het een mens zo hij de kostelijkste spijze gebruikt en voorbij gaat aan het Brood des Levens? Hij komt om. Waarom? Buiten Jezus is geen leven, maar een eeuwig zielsverderf
Laat óns... Wie zijn dat eigenlijk? Herders. Wij zouden zeggen: een groep mensen die bij het uitschot van de maatschappij behoorden. Een herder mocht niet deelnemen aan de rechtspraak. Het getuigenis van een herder had geen waarde. Het was nog te begrijpen ook. Het was een ruw slag mensen. En uitgerekend deze mensen krijgen de hemelse uitnodiging naar Bethlehem te gaan. Is dat geen aansporing voor u die steeds geconfronteerd wordt met de vraag: „Is het wel voor mij?" Misschien ook wel geminacht door anderen. Boven alles valt u uzelf zo tegen. Zonden die voortdurend terugkomen. U krijgt ze er niet onder. Dan weer zo ongevoelig, koud en onverschillig. Je probeert er van alles aan te doen. Maar het helpt niet. Soms denk je het lek boven water te hebben. Voor je het weet zak je echter weer terug. Of wellicht heeft u concrete zonden gedaan, waarvan u denkt: had ik die nu maar niet. Maar u hebt ze wel. Waar ligt toch de oplossing? Wel, zegt de Heere, „waarom weegt gijlieden geld uit voor hetgeen geen brood is, en uw arbeid voor hetgeen niet verzadigen kan? Hoort aandachtiglijk naar Mij, en eet het goede, en laat uw ziel in vettigheid zich verlustigen" (Jes. 55: 2). Waar ligt dan de oplossing? Die ligt letterlijk in Bethlehem. Dat betekent immers "broodhuis". Daar ligt Hij, Die met recht kan zeggen dat de hemel Zijn troonzaal en de aarde Zijn eigendom is; daar ligt Hij in de engte van een voerbak. Daar ligt Hij, in de hemel bekleed met heerlijkheid en majesteit, op de aarde gehuld in enkele schamele doeken. Daar ligt Hij, Die tijdens Zijn leven van Zichzelf getuigt: „Ik ben het Brood des levens; die tot Mij komt zal geenszins hongeren" (Joh. 6: 35). Laat ons dan heengaan naar Bethlehem.
Kerst predikt uw zonde. Het verkondigt u dat u het nooit meer goed kunt maken. Dat al uw pogingen ontoereikend zijn. Het laat u zien dat u alles mist wat God behaagt. God predikt dat heel uw leven één zwarte nacht is. Ongeschikt, onbekwaam, hard, gevoelloos, vervuild, smerige gedachten, boze daden. Uw ogen deugen niet, uw handen zijn besmet, uw voeten lopen verkeerd, uw hart is huichelachtig. De wet eist en vraagt het volmaakte. U kunt er niet aan beantwoorden! Wat dan? Hoor!!! Laat ons dan heengaan naar Bethlehem. Hoe? Moeten die herders zich niet eerst gaan verkleden? En kan dat eigenlijk wel, midden in de nacht op kraambezoek? En hoe moet dat dan met die schapen? „Schapen? Blijf dan bij de schapen, totdat gij door de schapen zalig wordt. Blijf dan bij de schapen, totdat de duivel en wereld komen en u ten laatste verslinden" (Kohlbrugge). Nee, nee en nog eens nee. Laat ons dan heengaan naar Bethlehem. „Zonder me te verkleden?" Wat wilt u dan aantrekken? Het deugt toch niet. Kerst predikt ons Hem Die de klederen des heils heeft geweven en de mantel der gerechtigheid om de schouders hangt van verloren zondaren. Laat ons dan heengaan. Hoe? Door het geloof Ondanks de berispingen van de godsdienstige mensen die lekker thuis blijven; ondanks de bedreigingen van de duivel; ondanks de stemmen in het eigen hart. Al is het midden in de nacht, laat ons dan heengaan naar Bethlehem. U hebt niets meer te verliezen, want het is verloren. Maar Hij zoekt en nodigt het verlorene. Kan een mens dan „heengaan"? Beter gevraagd: hoe zou hij achter kunnen blijven als de Heere trekt en nodigt? De herders zijn eeuwig thuis. En ze zingen het de engelen na, vol verwondering en aanbidding: „Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 december 1998
Terdege | 148 Pagina's