Een keppeltje tegen een kalend hoofd
Pik een willekeurige Israëli van straat, kijk naar wat hij op zijn hoofd heeft, en je weet meteen hoe religieus hij is. Hoofdbedekkingen zijn er in allerlei soorten en maten en voor de zeer religieuzen zijn ze voor beide seksen verplicht. Ze worden niet alleen op sabbat gedragen, maar de hele week. De meest bekende hoofdbedekking is wellicht het keppeltje van de mannen. Vanaf hun derde levensjaar wordt het kleine ronde stukje stof met haarspeldjes op zijn plaats gehouden. Aan de kleur en vorm valt veel af te lezen. Is het een zwarte, dan behoort de drager ervan tot een strenge stroming. Anderen houden wel van een vrolijke noot en hun keppeltjes hebben prachtige patronen met alle kleuren van de regenboog. De variaties zijn oneindig. Sommigen hebben hun naam erin gehaakt. De meesten hebben het cadeau gekregen van hun vriendin, want wat is er nou romantischer dan een keppeltje voor je aanstaande te haken? Een ander in het oog springend hoofddeksel is de zwarte hoed, symbool van het orthodoxe jodendom, tevens een visitekaartje van Israël. De dragers ervan worden onder andere bij de Klaagmuur regelmatig gefotografeerd en gaan zo de wereld over. De hoeden verschillen onderling sterk van elkaar, al valt dat een leek niet zo snel op. De meest bijzondere hoed is de "schtreimel", een brede, ronde bruine bonthoed die de hoofden siert van de volgers van de Baal-Shem-Tov, ooit een zeer invloedrijke Russische rabbijn. Vrouwen hoeven pas na hun trouwen hun hoofd te bedekken. De meningen erover zijn verdeeld. De een houdt het bij een hoedje of een sjaal, een ander denkt dat het ongepast is als andere mannen het haar van een getrouwde vrouw kunnen zien. Zij dragen dus ook een soort net om het haar heen. Sommigen dragen daaroverheen ook nog eens een hoed. De heel orthodoxen knippen hun haar heel kort en dragen een pruik. Dat de pruik soms nog mooier is dan het eigen haar schijnt wel weer te mogen. Want orthodox of niet, een vrouw blijft een vrouw en wil er zo voordelig mogelijk uitzien. Dit kan wel tot gevolg hebben dat collega's van je vaak met een ander kapsel en een andere haarkleur op het werk verschijnen, of de ene keer wel en de andere keer niet met een hoed. Het meest intrigerende vind ik echter de mannen die tijdens hun midlife-crisis 'plotseling' terugkeren naar hun religieuze wortels. Ze gaan weer trouw een keppeltje dragen. Ik verdenk ze er echter van dat ze dat keppeltje op hebben omdat dat precies het beginnende kale plekje op hun hoofd bedekt. Niemand kan dat echter controleren, want het keppeltje gaat in het bijzijn van anderen nooit af.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 januari 1999
Terdege | 88 Pagina's