William Romaine
Een geleerde opwekkingsprediker
Drommen mensen staan voor de St. Dunstan's kerk in het westen van Londen. De vijandige koster houdt de deur gesloten tot de dienst begint. Slechts een enkele kaars verlicht het oude gebouw. Maar vaak ligt er een glans op het gezicht van William Romaine als hij vol vuur het Evangelie van het kruis verkondigt. De vijandschap van de anglicaanse geestelijken en de halsstarrige koster kan niet voorkomen dat zijn preken voor velen tot zegen worden.
In het jaar 1749 wordt William Romaine benoemd tot 'lecturer' (hulpprediker) van St. Dunstan's. Ongeveer in hetzelfde jaar komt hij tot bekering. Kernachtig geeft hij deze omkeer in zijn leven weer: „Ik was als anderen van nature een kind des toorns en een erfgenaam van de rampzaligheid; ik verkeerde op de brede weg van het verderf, zorgeloos en zeker, en ik was geheel verbaasd toen ik het gevaar zag waarin ik was. Ik sidderde bij het zien van de afgrond waarin ik gereed was te vallen, toen Jezus mijn ogen opende en mij door het licht van Zijn Woord en Geest mijn schuld en gevaar liet zien, en mij in het hart gaf om de toekomende toorn te ontvlieden. O, wat een genadige ontkoming was dat!" Als prediker van de letter die doodt, wordt hij nu een Schriftgeleerde, onderwezen in het koninkrijk der hemelen.
Bekering William
Romaine is van Franse afkomst. Zijn ouders waren hugenoten die na de herroeping van het Edict van Nantes de wijk genomen hadden naar Engeland. Vader Romaine vestigt zich als korenhandelaar in Hartepool, waar zoon William in 1714 wordt geboren. Al spoedig blijkt de grote schranderheid van de jongen, die in Oxford gaat studeren en in 1734 'diaken' wordt in de Anglicaanse kerk, een van de laagste sporten van de hiërarchische ladder. Hij is vooral bedreven in het Hebreeuws. Daarnaast heeft hij een brede interesse. De 'Lord Mayor', de burgemeester van Londen, benoemt hem in 1741 tot zijn huisprediker, waardoor Romaine gelegenheid krijgt om in de imposante St. Paul's kathedraal voor te gaan. Een schitterende carrière schijnt nu voor hem weggelegd te zijn, maar God heeft hem een an- Romaine onderscheidde zich van zijn methodistische geestverwanten, die meer volkspredikers waren, door een grote theologische deskundigheid. dere taak toebedeeld. Alhoewel hij rechtzinnig is in de leer, mist hij de levende bevinding van het heil in Christus. Zijn bekering vindt waarschijnlijk plaats als hij in Billingsgate, ook in Londen, 'lecturer' wordt. Het duurt nog jaren voordat hij als 'rector' in de volle bediening van Woord en sacrament wordt aangesteld. De bisschop en anderen willen kennelijk voorkomen dat hij als geestverwant van de methodisten in Londen een invloedrijke positie zal gaan innemen.
Aardbeving
Vooral tijdens zijn vijfjarige bediening in de St. George's in Londen preekt Romaine met veel vrijmoedigheid de vrije rechtvaardiging door het geloof, het thema dat ook in de verkondiging van zijn vriend Whitefield zo'n grote plaats inneemt. Daarbij bestraft hij ernstig de zonden van land en volk, die zich in allerlei grove vormen vertonen. Zijn boodschap is bestraffend en indringend; hij spaart geen mens, ook niet het vrome vlees. Om Romaine de mond te snoeren, stelt men alles in het werk om de preekstoel voor hem te sluiten, wat uiteindelijk lukt. Maar in het jaar dat Lissabon door een zware aardbeving getroffen wordt, en ook in Londen schokken worden gevoeld, krijgt hij gelegenheid om het volk te bereiken, dat in paniek naar het Hyde Park is gevlucht. Hier spreekt hij voor duizenden, die aan zijn lippen hangen. Twee in het park gehouden preken worden in druk verspreid. Eén daarvan heeft als titel: 'Een alarm aan een zorgeloze wereld'. Zo vindt hij nieuwe geopende deuren, waar door hij velen met zijn heldere boodschap kan bereiken. Romaine is een van de bekendste predikanten in de wereldstad geworden
Astronoom
Romaine onderscheidt zich van zijn methodistische geestverwanten, die meer volkspredikers zijn, door een grote theologische deskundigheid. En dat niet alleen, hij is zelfs enige tijd professor in de astronomie aan het Gresham College! Hij durft de degens te kruisen met hen die aan de universiteiten de rationele theologie doceren. In Oxford houdt hij in maart 1757 zijn beroemde preken over de bijbelse leer van de rechtvaardiging, wat hem niet in dank wordt afgenomen. Hij kan zich echter beroepen op de officiële belijdenis van de staatskerk, de Negenendertig Artikelen. Ondanks de grote tegenstand die hij ondervindt, wordt hij in 1764 benoemd tot 'rector' van St. Anne's, in het Londense Blackfriars, waar hij tot aan zijn dood in 1795 met veel vrijmoedigheid het Woord mag bedienen. Deze aanstelling betekent een eerherstel. Voor velen wordt zijn bediening in deze kerk in de buurt van de St. Paula's tot eeuwige zegen. De belangstelling, ook voor de weekdiensten, is groot. Collega's uit de wijde omgeving komen hem beluisteren. Ook de bekende lekenprediker Wilham Huntington zit tot aan Romaine's overlijden in de weekdiensten steevast onder zijn gehoor.
Prediking
De prediking van Romaine is, in tegenstelling tot die van de meeste methodisten, goed onderbouwd. Bekend zijn zijn preken over het Hooglied, Psalm 107 en die waarin hij het onderscheid tussen wet en Evangelie uiteenzet. Ze zijn bijzonder praktisch en bevindelijk getoonzet. Op een indringende wijze verkondigt hij de verlorenheid van de mens en zijn onmacht ten goede. Hij weet door te dringen in de schuilhoeken van het zondige hart, waarbij hij het 'vrome vlees' niet spaart. Hiertegenover plaatst hij het verzoenend werk van Christus, dat hij in vele facetten schildert. De toepassing is door de hele preek verweven en richt zich vooral op de kennis van het rechtvaardigend geloof en de vruchten hiervan in het leven. Hierbij worden 'schijn' en 'zijn' scherp onderscheiden. Rechtvaardiging en heiliging worden in nauwe samenhang gezien, maar Romaine hoedt zich er wel voor om beide weldaden te vermengen of om de heiliging vóór de rechtvaardiging te plaatsen, met alle gevolgen van dien. Dat past geheel in het kader van de herontdekking van de hoofdzaken van de reformatorische leer, die in zijn tijd zichtbaar wordt. Dezelfde accenten vinden wij bij Whitefield, John Berridge en niet te vergeten James Hervey, een vriend van Romaine, die vooral over de rechtvaardiging door de toegerekende gerechtigheid van Christus heeft geschreven. Tegenover opwekkingspredikers als de Wesley's en Fletcher van Madely is hun leer vrij van arminiaanse tendensen. Het zijn onvervalste calvinisten, zij het met sterk lutherse accenten.
Heiligmaking
Romaine's schriftelijke nalatenschap bestaat uit een aantal preken, controversiële geschriften en zijn hoofdwerk 'The Life, Walk and Triumph of Faith'. Het is een praktische verhandeling over de evangelische heiligmaking, dat grote overeenkomsten vertoont met het bekende puriteinse boek van Walter Marshall, dat momenteel weer actueel is. Het 'magnum opus' van Romaine valt eigenlijk uiteen in drie boeken, die in verschillende jaren van de pers komen. Het beleeft een groot aantal drukken, wordt in andere talen vertaald en verschijnt ook in het Nederlands. Onder de puriteinse en analoge geschriften is 'Het leven, de wandel en de overwinning des geloofs' zonder meer uniek te noemen. Zonder alle puriteinen over één kam te scheren, kan niet ontkend worden dat zij op bepaalde punten niet geheel zijn ontkomen aan wettische invloeden. Romaine weet echter op een zeer bevrijdende wijze de heiliging te behandelen, door deze steeds aan Christus Zelf te verbinden. Hij verzelfstandigt het proces van de bekering en de oefeningen van het geloof niet, maar benadrukt dat de heiliging bij de gelovige slechts dan kan functioneren wanneer hij zich steeds in vertrouwen richt op het middelaarswerk van de Zoon van God. Alleen vanuit de geloofsverbinding met Hem kan hij vrucht dragen. Alle werkzaamheden die zich niet richten op het volbrachte werk van Christus zijn 'werken van het vlees', die op zichzelf genomen mooi lijken te zijn, maar in de wortel voortkomen uit de geest van eigen gerechtigheid.
Verzekering
De paulinische onderscheiding tussen de 'wet des geloofs' en de 'wet der werken' is bij Romaine voluit realiteit. Veel christenen leven zijns inziens onder de maat, in een wettische gestalte, omdat zij de bevrijdende kracht van het opstandingswerk van Christus en van Zijn hogepriesterlijke voorbidding niet kennen. Of liever gezegd: hiervan geen gelovig gebruikmaken. De basis van deze 'verachtering' ligt in het ontbreken van een vaste verzekering van de vergeving der zonden en een juist zicht op de beloften van het Evangelie. Alleen in de weg van het geloof, door de kracht van God, is er sprake van een evangelische heiligmaking. Hierbij cirkelt alles om de eer en verheerlijking van God in Christus. Dat is ook het doel dat hij bij het schrijven van zijn boek voor ogen had. „Om de heerlijkheid en algenoegzaamheid van de Heere Jezus te vertonen, en om zwakke gelovigen aan te moedigen Hem des te meer te verheerlijken door meer affiankelijk te zijn van Zijn algenoegzaamheid en hieruit te leven." In deze weg vervult de Heere de beloften van heiligmaking.
Ondanks zijn nadruk op de heilszekerheid, komt Romaine ook het zwakke geloof te hulp. Echter niet om aan de twijfel tegemoet te komen, maar om aan te sporen de vastheid te zoeken in de beloften die in Christus ja en amen zijn. „O, bidt de Heere God dan om u de geest der wijsheid en der openbaring te geven. Dat de ogen van uw verstand verlicht mogen worden om de oneindige algenoegzaamheid van de persoon van Christus te zien." Hij maant zwakgelovigen om de zonde van ongeloof te belijden en om buiten zichzelf te zien op het volbrachte werk van de Borg. Het is een objectieve heilszekerheid, die echter wel in de gelovigen wordt uitgewerkt. De algehele betrokkenheid van het hart dat nabij de Heere wenst te leven en uit de volheid van Christus begeert bediend te worden, is kenmerkend voor het hele boek. Opvallend is hierbij de nadruk die hij legt op het verbond, als de bron waaruit de gelovigen kracht ontvangen
Overwinning
De gelovige komt in dit leven de strijd tegen de zonde, tegen het inwonend bederf niet te boven. Maar in de geloofsstrijd is wel sprake van overwinning! Dit is de paradox, of beter gezegd het geheim van het christelijk leven, dat niet vanuit 'wettische dienstbaarheid' zoekt te strijden, door steeds opnieuw in zichzelf te blikken, maar dat mag weten 'aan de wet gestorven te zijn', zodat de zonde geen heerschappij meer heeft, omdat de gelovige onder de genade is. Dit maakt de vrijheid uit van de christen die mag leven uit de vaderlijke goedgunstigheid van een verzoend God. Romaine wil het bestreden kind van God, dat gebukt gaat onder de last van dienstbaarheid, opleiden tot het geloof in de overwinning. Tot deze geloofsgestalte van de ziel die in de vrijheid staat, behoort de 'verheuging in God', vanwege de onuitsprekelijke genade in Christus en Zijn verzoenend werk. Zo oefent hij gemeenschap met Hem, leeft vanuit de getrouwheid van Zijn verbond, en dat in de intieme relatie van een aangenomen kind tegenover een liefdevol en barmhartig Vader.
Onuitsprekelijke gave
Alhoewel de 'trilogie' van Romaine geen systematische maar een stichtelijke uiteenzetting is van wat onder groei in de genade moet worden verstaan, vinden we toch een duidelijke lijn. Het beginpunt legt hij bij de verzoende betrekking met God in Christus, waardoor de zondaar mag weten gerechtvaardigd te zijn. De gelovige mag weten met Christus gekruisigd te zijn, en 'de oude mens' voor dood houden (Romeinen 6). De realiteit van de strijd tegen de zonde en de eigengerechtigheid mag hiervan niet worden losgemaakt (Romeinen 7). Maar de overwinning van het geloof ligt vast, zelfs in de meest onmogelijke situaties (Romeinen 8). De zondaar blijft in zichzelf'onder de zonde verkocht', maar mag nochtans het overwinningslied zingen van Hem Die hem zo onuitsprekelijk heeft liefgehad! „Ben ik niet, mijn vrienden, een monument van Gods rijke, vrije genade, van zijn onbegrensde liefde en genade in Christus? Ere aan God in de hoge! Mijn Heere Jezus, de grote God en Zaligmaker, heeft Zichzelf voor mij overgegeven, opdat Hij mij verlossen zou van alle ongerechtigheid en mocht reinigen van alle zonde. Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke gave!" Gezien de vele klippen, van het 'doe-het-zelfgeloof tot het heimelijk voeden van ongestalten en wettische twijfels, zijn de geschriften van Romaine nog steeds actueel. Zijn levenseinde op 26 juli 1795 was een sprekende bevestiging van wat hij geleerd had. Hij eindigt zijn leven in lof en aanbidding, met de uitroep: „Heiig! heilig! heilig! gezegende Jezus! U zij de eindeloze lofi" Het geheim van zijn leven en leer vinden we getekend in de woorden van de apostel: „Doch gij zijt gestorven, en uw leven is met Christus verborgen in God".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 juli 1999
Terdege | 80 Pagina's