Kerkvisitatie, wat houdt dat eigenlijk in?
„Aanstaande woensdag om half acht wordt kerkvisitatie gehouden. Veel gemeenteleden nemen die mededeling voor kennisgeving aan en hebben nauwelijks een idee van wat erachter schuilgaat. Het doel van het bezoek van twee ambtsdragers uit de classis is echter belangrijk genoeg. In de kerkorde staat het aangegeven: toezicht op een getrouwe ambtsuitoefening en leerzuiverheid, nalatigen vermanen en kerken en scholen met raad en daad ter zijde staan.
De gemeente van Lydda kreeg ook al kerkvisitatie. De apostel Petrus reisde van gemeente naar gemeente en kwam ook af „tot de heiligen, die te Lydda woonden. Hij genas er Eneas, een geraakte die acht jaar te bed gelegen had. Velen in Lydda en Sarona bekeerden zich tot de Heere tijdens het bezoek van de apostel, die vervolgens verder trok naar Joppe.
Naast Handelingen 9:32 wordt ook hoofdstuk 15:41 genoemd als bijbels fundament voor de eeuwenoude traditie om de gemeenten te visiteren: na de breuk met Barnabas koos Paulus zich Silas tot metgezel, „en hij doorreisde Syrië en Cilícië, versterkende de gemeenten.
In later eeuwen bezochten de bisschoppen de verschillende delen van hun gebied. Ze informeerden naar de welstand van de parochianen en de levenswandel van de geestelijken, onderwezen dwalenden en bestraften zondaren. Tijdens de visitatie werd tucht uitgeoefend en daarbij werd zelfs de wereldlijke overheid ingeschakeld. Die tuchtoefening ging heel ver, tot inquisitiepraktijken toe. Het kerkelijke toezicht ontaardde nog verder toen men straffen ging afkopen
Overheid
Na de Reformatie gingen luthersen en calvinisten een verschillende weg. Onder invloed van de boerenopstand in Duitsland en de frictie met de dopersen drong Luther er in 1525 bij de keurvorst van Saksen op aan de overheid een belangrijke rol in de kerk toe te kennen. In de lutherse kerken was het later de superintendent die toezicht hield op leer en leven in de gemeenten.
Calvijn nam in 1546 in zijn eerste kerkorde een visitatiebepaling op. Hij kende de magistraat nog wel een rol toe, omdat kerk en staat in Genève nauw verweven waren, maar vanaf de synode van Emden (1571) werd de tuchtoefening geheel in kerkelijke banen geleid. Emden wilde de classes in hun vergaderingen laten spreken over leer en leven van de ambtsdragers. Omdat die slechts van tijd tot tijd bij elkaar kwamen, werd het onderzoek al gauw verplaatst naar de gemeenten.
De Nationale Synode van Den Haag (1586) liet de classes vrij in het al dan niet instellen van kerkvisitatie. Zuid-Holland deed het direct, maar Noord-Holland pas in 1618, wars als men was van alles wat naar kerkelijke hiërarchie zweemde. De Dordtse Kerkorde legde het doel van de visitatie neer in het 44e artikel.
Alle predikanten
Het visiteren door de oudste, ervarenste en geschiktste van de predikanten, zoals de DKO veronderstelde, is in de Gereformeerde Gemeenten door het predikantentekort nooit haalbaar geweest, zegt ds. W. Silfhout uit HendrikIdoAmbacht. Nadat hij in 1994 predikant werd, ging hij al spoedig mee op visitatie.
In de zeven jaar dat ds. Silfhout ambtsdrager in Amersfoort was, maakte hij tweemaal een kerkvisitatie mee. „Toen ik hier als predikant voor het eerst meeging, viel het me op dat de visitatie op precies dezelfde wijze verliep.
Ds. Silfhout behoorde tot 1970 tot de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland, waar zijn vader al 46 jaar ambtsdrager is. In dat kerkverband moet visitatie gemiddeld eens in de vier jaar plaatshebben, maar het loopt weleens uit tot eens in de zes jaar, zegt A.A. Klein, hoofd van het kerkelijk bureau. Zowel in de classis Oost als in de classis West zijn twee ambtsdragers aangewezen als visitatoren. In verband met de werkdruk van de predikanten zijn hiervoor ouderlingen aangesteld.
Ook in de Gereformeerde Gemeenten in Nederland wordt volgens synodescriba J. van den Berg in de regel eens in de vier jaar visitatie gehouden. Voorheen ging een predikant daarvoor met een ouderling op stap, maar vanwege het predikantentekort wordt het nu meer aan de ouderlingen overgelaten. Van den Berg was anderhalf jaar geleden visitator met de ouderlingen De Wit en Groeneweg. Het was toen in de classis West voor het eerst dat alleen ouderlingen op visitatie gingen.
Verschillende houding
Ds. H. Zweistra uit Leerbroek kan zich uit de drie jaar dat hij ouderling in de Gereformeerde Gemeente van Hendrik Ido Ambacht was geen visitaties herinneren en kan ze dus niet vergelijken met de twee bezoeken die hij kreeg sinds hij in 1984 hervormd predikant werd.
In de Nederlandse Hervormde Kerk gaan niet alle predikanten op visitatie, maar wordt dat overgelaten aan enkele ambtsdragers die daarvoor aangewezen zijn. „Een predikant en een ouderling komen op bezoek en spreken eerst met de predikant alleen, daarna met de predikant en zijn vrouw, vervolgens met de kerkenraad en daarna krijgt de gemeente gelegenheid om met de visitatoren te spreken. Kerkvisitatie moet dan ook altijd van tevoren aan de gemeente bekendgemaakt worden.
Hervormde visitatoren komen in gemeenten van zeer verschillende signatuur. „Met de predikant en ouderling die hier in Leerbroek op bezoek kwamen, hebben we aangename gesprekken gevoerd. Zij waren heel begripvol, al ontweken ze gevoelige vragen niet, bijvoorbeeld over het feit dat de helft van de kerkenraadsleden niet deelneemt aan het Heilig Avondmaal. De visie op het SamenopWegproces kwam ook aan de orde, maar men inventariseerde slechts de meningen en ging niet in discussie.
In Maartensdijk hielden we aan de kerkvisitatie veel negatievere herinneringen over. Daar werden we door de visitatoren zeer kritisch benaderd en kwamen ze ook meer met hun eigen opvattingen naar voren. De houding van visitatoren is dus net zo verschillend als de houding die Provinciale Kerkvergaderingen ten opzichte van plaatselijke gemeenten innemen.
Vragenlijst
Ook in de Christelijke Gereformeerde Kerken gaan niet alle predikanten op visitatie. „Daarvoor moet je toch wel minimaal drie jaar in het ambt staan. Ook gaan er, vanwege de werkdruk van de predikanten, weleens ouderlingen op visitatie, zegt ds. M.C. Tanis uit Werkendam. In de ruim 45 jaar dat hij in actieve dienst was, legde hij een groot aantal visitaties af. Toen hij begin dit jaar geëmeriteerd werd, vroeg de classis Dordrecht hem beschikbaar te blijven als visitator voor bijzondere gevallen.
Gemiddeld krijgt een gemeente eens in de twee jaar bezoek. „Eigenlijk moet het elk jaar, maar dat lukt niet. De preses van de kerkenraad heeft de leiding van de vergadering. Een van de eerste vragen die ds. Tanis altijd stelde, was of de visitatie aan de gemeente was bekendgemaakt. „Dat is verplicht. Daarna werd de vragenlijst afgewerkt zoals die door de synode van Utrecht in 1947 is aangevuld en door de synode in Apeldoorn in 1992 voor het laatst is herzien. De vragen betreffen de prediking, het pastoraat, de catechese, de contacten met jongeren en tal van andere aspecten van het ambtelijke werk.
Niet elke vraag
In de Gereformeerde Gemeenten werden in 1907 enkele predikanten als visitator aangewezen om de problemen uit de weg te ruimen die op sommige plaatsen na de vereniging van Ledeboerianen en Kruisgemeenten waren ontstaan. De classis Barneveld stelde in 1915 een reglement voor de kerkficitaties vast, opgesteld door de predikanten Den Hengst, Janse en Van Neerbos.
In de volgende decennia stroomlijnde ds. G.H. Kersten het kerk(ord)elijk leven in de Gereformeerde Gemeenten. Later ontwikkelde ds. K. de Gier (1915-1999) zich tot een autoriteit op kerkrechtelijk gebied. Hij schreef een praktische verklaring van de Dordtse Kerkorde en had waarschijnlijk ook een groot aandeel in de opstelling van het visitatiereglement dat in 1983 voor het eerst door de Generale Synode werd vastgesteld. Het werd samen met de taakomschrijving van de consulent uit 1971 in een brochure opgenomen.
Het reglement bestaat voornamelijk uit een lange lijst vragen. Niet altijd wordt elke vraag gesteld. „Arbeidt de kerkenraad ook in de naburige plaatsen? hoeft ds. Silfhout in de classis Ridderkerk vaak niet te vragen, omdat er in bijna elke plaats een gemeente is. „Ook hoef ik gelukkig nog nergens te vragen of er s zondags wel tweemaal het Woord wordt bediend.
„Wordt van het verhandelde (in de kerkenraad) nauwkeurig aantekening gehouden? is een vraag die kerkenraden vroeger weleens in verlegenheid bracht. „Dat gebeurt nu zelden meer. Ook de opmerking dat de notulen te beknopt zijn, hoeft niet zo vaak meer gemaakt te worden. Het kerkelijk leven is veel ordelijker geworden.
We slaan overigens slechts een vluchtige blik in de boeken. Visitatoren zijn geen inquisiteurs. Ze gaan geen notulen doorspitten en aanmerkingen op allerlei besluiten maken.
Boekhouding
Ook de stoffelijke belangen komen aan de orde, zegt ds. Tanis. „Er wordt gevraagd wie de collecten tellen en ook die boeken worden globaal bekeken. We zijn echter geen rechercheurs. Een kerkenraad is autonoom. Maar visitatoren kunnen wel tips geven. Vooral in het verleden was dat nodig, omdat men boekhoudkundig niet altijd even sterk was. Tegenwoordig verzorgen de diakenen nog wel de boeken van de diaconie, maar wordt de boekhouding van de kerk vaak door experts verzorgd. Wij dringen er tijdens visitaties ook op aan de boekencontrole door deskundigen (van binnen of buiten de gemeente) te laten verzorgen.
De tips en vragen van visitatoren kunnen soms aanleiding zijn tot bezinning, zegt ds. Silfhout. „Ds. P. Melis vroeg hier tijdens een kerkvisitatie wat onze gemeente aan kinderevangelisatie deed. Niets, zeiden we. Naar aanleiding van die vraag is vervolgens kinderevangelisatiewerk opgezet.
Vrucht
Een van de belangrijkste vragen betreft de vrucht op de prediking. „Dat is moeilijk te verwoorden, vindt ds. Silfhout. „We praten nogal eens over een geesteloze tijd. In de verslagen van visitaties zie je nogal eens de zinsnede dat er wel ritselingen van beginnend geestelijk leven worden waargenomen, maar dat het doorbrekende werk zo gemist wordt. Het lijkt een standaarduitdrukking te worden. Ik zou daar wat genuanceerder mee willen omgaan, niet om juichtonen te slaken, maar we mogen bij alle geesteloosheid en oppervlakkigheid toch ook zien dat de Heere doorgaat met Zijn werk. Er komen nog vruchten openbaar, niet alleen in het beginnende leven, maar ook weleens in de oefeningen van het geloof.
Het kan ook voorkomen dat een kerkenraad juichtonen aanheft die door visitatoren niet overgenomen worden. „Er ontstaat weleens discussie over de vraag wat men onder vruchten van de prediking verstaat. Er kunnen indrukken gezien worden die niet meer dan algemene overtuigingen zijn. De vrucht wordt ook niet alleen bepaald door het aantal Avondmaalgangers. Daarnaar wordt overigens niet gevraagd, maar het is bij de bezoekende predikanten vaak wel bekend. Wel wordt gevraagd naar de Avondmaalsgang van de ambtsdragers.
Verschillen
De verschillen in de Avondmaalspraktijk werden door ds. Tanis wel aan de orde gesteld. „Zowel wanneer er heel weinig als wanneer er heel veel Avondmaalgangers waren, werd er gesproken over de oorzaak daarvan. Dan gingen we op de prediking in, ook als je met de kerkenraad en predikant niet op dezelfde lijn zat. Als visitatoren spreek je dan niet direct een oordeel uit, maar er wordt bijvoorbeeld wel gevraagd of de zelfbeproeving in de prediking voldoende aan de orde komt.
Ook over het beroepingswerk wordt gesproken, zegt ds. Silfhout. „We dringen erop aan om bij het beroepen niet ál te selectief te zijn. Natuurlijk zijn er predikanten die minder goed bij een gemeente passen, maar het is ook niet goed als altijd dezelfde namen op het tweetal verschijnen.
Verblijdend
Visitatoren komen van alles tegen. Gemeenteleden mogen bij hen echter niet uitgebreid hun gram komen spuien als hun grieven nog niet door de kerkenraad besproken zijn, zegt ds. Silfhout. „Fricties tussen kerkenraadsleden blijven tijdens visitaties nogal eens verborgen. Die laat men soms veel te lang sudderen, waardoor het steeds moeilijker wordt een oplossing te bewerkstelligen.
„Ik ben wel bij trieste gevallen geweest, waar er dan toch verblijdende dingen gebeurden, herinnert ds. Tanis zich. „Soms was het dan wel nodig dat we terugkwamen voor een tweede gesprek. In de Christelijke Gereformeerde Kerken wordt tijdens visitaties direct een verslag opgesteld, dat aan het eind van de bijeenkomst door de preses, de scriba en de beide visitatoren wordt ondertekend. „Ik heb eigenlijk nooit meegemaakt dat men weigerde te tekenen. Alleen bij bijzondere visitaties mogen visitatoren zelf bepaalde zaken aan de classis doorgeven. Die verslagen worden altijd in comité (achter gesloten deuren) behandeld.
Goede gesprekken
Er komen ook andere vragen aan de orde, zegt ds. Tanis. „Ik ben nogal zakelijk en als je twee visitaties op een avond houdt, heb je niet veel tijd. Soms kwamen kerkenraadsleden echter met gemoedsvragen en dan was het jammer dat het tijd was om naar de volgende gemeente te gaan.
Door Gods leiding was ik al op mn 24e jaar in het ambt. In de loop van al die jaren heb ik veel ambtsdragers zien wegvallen. Ik heb met hen weleens goede gesprekken gevoerd, ook tijdens visitaties. Als je dan iets van eensgeestesheid bemerkte, was dat versterkend. Dan hield je aan kerkvisitaties weleens aangename herinneringen over.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 september 1999
Terdege | 96 Pagina's