Ds. Gerardus Kuypers
Opschudding in Nieuwkerk
Op 16 november 1999 is het 250 jaar geleden dat de Nijkerkse beroeringen ontstonden. Hierdoor kwam Nieuwkerk in 1749 tot ver buiten de grenzen van ons land in de belangstelling te staan. Meteen kwam ook de vraag naar voren of het wel echt was, wat er gebeurde. Het goddeloze stadje mocht door de grote ommekeer een lichtbaken op de Veluwe worden, maar de beroeringen hebben ook veel tegenstand opgeroepen.
Wie de geschiedenis van de Nijkerkse beroeringen bestudeert, zal in eerste instantie geïnteresseerd zijn in wat zich in Nijkerk heeft voorgedaan. We ontkomen er echter niet aan om ook stil te staan bij de persoon die daarin een belangrijke rol heeft gespeeld. Het is de bekende ds. Gerardus Kuypers. Helaas kunnen we geen afbeelding van hem laten zien, want die is tot op de dag van vandaag niet gevonden. Wij zullen het moeten doen met wat we weten over zijn persoon en zijn arbeid in de kerk en aan de universiteit.
Kuypers is nog een jonge predikant, 27 jaar oud, als de Nijkerkse beroeringen beginnen. Nijkerk is de tweede gemeente die hij mag dienen. Hij heeft er tien jaar gewoond en daarvan zijn alleen de eerste jaren voor ons bekend.
Student
Gerardus Kuypers werd op 11 oktober 1722 geboren in Mijnsheerenland, een plaatsje in de Hoekse Waard. Zoals bij vele predikanten stond zijn wieg in de pastorie. Zijn vader, François Kuypers (1692-1783), was sinds een jaar predikant in Mijnsheerenland. Zijn moeder heette Anna Onder de Wijngaard.
De liefde van zijn vader voor het predikantschap zal ertoe bijgedragen hebben dat Gerardus theologie ging studeren. Hij bezocht eerst het gymnasium te Dordrecht. Op zestienjarige leeftijd liet Kuypers zich als student te Leiden inschrijven. Volgens het academisch register gebeurde dit op 19 september 1739. Hij verwierf een belangrijke plaats bij zijn leermeester J. van den Honert. Dit blijkt onder meer uit het feit dat deze hoogleraar hem twee jaar tot praetor (aanvoerder) van één van de colleges aanstelde. In de Nijkerkse periode was Van den Honert echter Kuypers grootste tegenstander in de Nieuwkerkse zaken.
Na een periode van hard studeren kwam voor Kuypers een einde aan het studentenleven. Bij de wereldberoemde professor Van den Honert legde hij in 1744 te Gorkum met goed gevolg het examen af. Hiermee was hij kandidaat tot de heilige dienst geworden en kon hij beroepen worden.
Amsterdam
Voordat de hoogbegaafde theoloog de pastorie kon betrekken, moest hij een moeilijke weg afleggen. Hij had zijn tijd niet mee, want er was een groot overschot aan kandidaten. Zelfs Kuypers talent deed hem niet direct een beroep ontvangen. Hij maakte zich in deze periode dienstbaar als hulppredikant voor de Amsterdamse ds. J.C. de la Moraisière, die ziek was.
Kuypers heeft in Amsterdam naar zijn zeggen met veel plezier gewerkt. Mensen werden door zijn prediking getroffen. Dit uitte zich in emotioneel gedrag en overluid roepen tijdens de kerkdienst. We mogen hieruit concluderen dat mensen door zijn prediking tot de ontdekking kwamen dat hun leven moest veranderen, omdat het niet in overeenstemming was met de leer. Ze raakten bewogen.
Kuypers beschikte over een groot retorisch talent, waardoor hij de mensen wist te boeien. Hij is getypeerd als een groot kanselredenaar. Zijn vrienden waren echter beducht voor Kuypers positieve instelling ten opzichte van de gebeurtenissen in Amsterdam. Zij vreesden dat hij zijn ogen sloot voor de gevaren die eraan verbonden waren. We zien hier in het klein wat zich in Nijkerk een aantal jaren later in het groot zou voltrekken.
Jutphaas
Intussen ontving Kuypers een beroep van de Nederduitsch Hervormde gemeente van St. Petersburg, een Hollandse gemeente in Rusland, maar hij sloeg dit af. Een beroep door de gemeente Sloten ging aan hem voorbij. Na deze gebeurtenissen werd Kuypers, kandidaat te Amsterdam, beroepen te Jutphaas. Dit beroep nam hij aan. Hij heeft er gestaan van 1745 tot 1749.
Op 5 december 1745 werd hij door zijn vader, inmiddels predikant te Woudrichem, in het ambt bevestigd. Na zijn intrede kon Kuypers junior eindelijk aan het werk als predikant. In Jutphaas trof hij echter een totaal andere gemeente aan dan in Amsterdam. Zijn prediking vond weinig ingang en had slechts op enkele mensen invloed. Omdat hij geen klankbord vond, heeft Kuypers hier een teruggetrokken leven geleid.
In 1749 werd hij te Nieuwkerk op de Veluwe beroepen, een beroep dat hij aannam. Gezien zijn ervaringen in Jutphaas hoeft dit niet te verbazen. Maar zat Nijkerk wel te wachten op een prediking van de noodzaak van zondebesef? Dat was nog maar de vraag. Toen Kuypers in Nieuwkerk kwam, trof hij ook daar een geesteloos leven, met alle gevolgen daarvan.
Nijkerk
Op 27 april verbond Kuypers zich aan de gemeente van Nieuwkerk. Hij werd bevestigd door zijn collega Roldanus. In de middagdienst preekte de bevestigde predikant over Hosea 2 vers 20 tot 22. In Jutphaas had Kuypers intensief studie gemaakt van de twaalf kleine profeten, onder wie Hosea. Profeten die de vinger leggen bij een levenspraktijk die niet in overeenstemming is met het Woord van God. In Hosea roept God het verlorene op zich te bekeren.
Kuypers weet in wat voor gemeente hij is terechtgekomen. Na zijn intrede gaat hij aan het werk in zijn nieuwe wijngaard, die zo „gematigd orthodox, gematigd weldenkend en gematigd onverschillig is. Dat is ook wat we verwoord zien in Hosea 2.
Vanwege de situatie in de Vest Nijkerk heeft Kuypers zich direct dringend tot de gemeente gericht. Zoals Israël zich moest bekeren, zo moest de gemeente van Nijkerk zich bekeren, wilde de HEERE met Zijn genade en ontferming komen.
Na een halfjaar beginnen de eerste verschijnselen van de Nijkerkse beroeringen zich voor te doen. Officieel neemt de Nijkerkse opwekking op zondag 16 november 1749 een aanvang, tijdens een kerkdienst waarin Kuypers voorgaat. In deze dienst preekt hij over Psalm 72 vers 16: „Is er een hand vol koren in het land op de hoogte der bergen, de vrucht daarvan zal ruisen als de Libanon.
Beroeringen
Hierna volgt de ene gebeurtenis op de andere, zowel in de kerk als buiten de kerk in de Vest Nijkerk. De periode wordt gekenmerkt door zowel beroeringen als een opwekking. De positieve aspecten zien wij in de opwekking vertegenwoordigd, de negatieve elementen in de beroeringen.
Zoals op het Pinksterfeest in Jeruzalem Gods Geest was uitgestort, werd ook Nieuwkerk geconfronteerd met de bijzondere kracht van de Heilige Geest. Door hun ongeestelijk leven waren de Nieuwkerkers vervreemd van wat zich eens in Jeruzalem had voltrokken. Niemand verwachtte dat in de Vest een opwekking zou plaatsvinden, maar juist daar geschiedde een wonder! Mensen kwamen tot vernieuwing, werden bevrijd van hun angst, gingen leven tot eer van de Schepper. Nieuwkerk kreeg een geheel nieuwe uitstraling.
Er geschiedden helaas ook dingen die niet van de HEERE waren! Ds. Gerardus Kuypers zag zich genoodzaakt te spreken over het kaf dat van het koren gescheiden moet worden. Maar daardoorheen mogen wij de rode draad van de opwekking zien. Het volk dat in duisternis zat, heeft een groot licht gezien.
Roep om vergeving
De opwekking voltrok zich zowel buiten als binnen het kerkgebouw. Tijdens de erediensten riepen mensen om vergeving van hun zonden en kregen ze lichamelijke beroeringen, waardoor zij soms de kerk uitgedragen moesten worden. Uit de nood van hun bestaan kwam de vraag naar Jezus. „Anders ga ik verloren.
Ook buiten de kerkdiensten deden zich beroeringen voor. De gehele week was de pastorie bevolkt door gemeenteleden. De beroerden en verslagenen van hart wilden de predikant horen en spreken. Kuypers zegt er zelf van dat de mensen hem dringend vroegen met hen te bidden. Telkens klonk de roep om vergeving van zonden. „Bid nu, help nu: ik sprak, ik bad, ik hielp.
De pastoraal bewogen predikant zocht de gemeenteleden ook op. Hij bezocht wel twintig huizen per dag. Als hij door de straten liep, hoorde hij de mensen psalmen zingen en bidden. Er waren er die zijn mantel aangrepen en riepen: „O knecht Gods! Kom in, help ons, bid nu, wij moeten bekeerd zijn.
Herberg
Het openbare leven in de Vest Nijkerk veranderde ingrijpend. De herbergen liepen leeg, de kerk was overvol. Kuypers had meer dan 2500 mensen onder zijn gehoor. Herbergier Hendrik van Koot was er zo van overtuigd dat hij op de verkeerde weg was, dat hij zijn oude leven inruilde voor een leven met Jezus en de herberg geschikt maakte voor het houden van godsdienstoefeningen. „Eerst zat satan, nu zit Jezus in de herberg op de troon, sprak Kuypers.
Helaas hadden de Nijkerkse beroeringen ook negatieve aspecten. Tijdens een kerkenraadsvergadering op 29 oktober 1750 werd besloten dat de kerkdiensten niet meer gestoord mochten worden en dat de oefenaars niet meer buiten de verantwoordelijkheid van de kerkenraad mochten werken in Nijkerk. Langzaam keerde de rust terug.
Hoogleraar
Na Nijkerk heeft Kuypers de gemeenten van Winschoten en Scheemda gediend, tot zijn benoeming als hoogleraar te Groningen. Op 30 november 1765 werd hij bevorderd tot doctor in de theologie, op 6 december hield hij zijn inaugurele rede. In deze rede keerde Kuypers zich zowel tegen geestdrijverij en dweperij als tegen de twijfelzucht, die hij „schandvlekken onzer eeuw noemde. Door tegenstanders werd hij in de Nijkerkse periode verdacht van geestdrijverij en dweperij. Het Nieuwkerkse werk was volgens hen niet van de Heilige Geest. Vandaar dat Kuypers in zijn inaugurele rede op het een en ander terugkwam.
Na een periode van 33 jaar hoogleraarschap overleed hij op 5 juni 1798. Tot het eind van zijn leven zag hij met vreugde op de Nijkerkse periode terug. De kern van de opwekking was geweest dat velen tot een levend geloof in Christus kwamen. Daardoor veranderde het leven in de stad en mocht Nieuwkerk tot een zegen worden voor de Veluwe, ja zelfs voor ons hele land. Wie zou niet naar zon opwekking verlangen
---------------------------------------------------------------------------------------
Herdenkingsbijeenkomst
Op 16 november zal het begin van de Nieuwkerkse beroeringen in Nijkerk worden herdacht. Ter gelegenheid hiervan is er een middag- en een avondprogramma.
Middagprogramma
Aanvang: 14.00 uur.
Plaats: De Schakel, Oranjelaan 10, Nijkerk.
Sprekers:
Drs. J. Fekkes, Nijkerk
Prof. dr. B.J. Verrips, Amsterdam
Drs. W. van Vlastuin, Katwijk aan Zee
Co-referenten:
Dr. J. van Eynatten, Almere
Prof. dr. M.J. van Lieburg, Urk
Dr. P.T. van Rooden, Leiden
Prof. dr. W. van t Spijker, Apeldoorn
Prof. dr. B.J. Verrips, Amsterdam
Drs. W. van Vlastuin, Katwijk aan Zee
Dr. H. Vreekamp, Epe
Discussieleider: S.C. Bax, Nijkerk
Avondprogramma
Aanvang: 19.30 uur
Plaats: Grote kerk, Nijkerk
Sprekers:
Prof. dr. M.J. van Lieburg, Urk
Prof. dr. W. van t Spijker, Apeldoorn
Ds. B.J. van Vreeswijk, Veenendaal
Tijdens de avondbijeenkomst zal uit de psalmen van Datheen worden gezongen. Deze psalmen werden ook tijdens de Nijkerkse beroeringen gezongen. Verder zal 18e-eeuwse muziek te horen zijn.
Orgel: Martin Mans
Harp: Anke Anderson
Cello: Mariet Gort
Trompet: Arjan en Edith Post
Ter gelegenheid van 250 jaar Nijkerkse beroeringen zal deze avond een speciale cd gepresenteerd worden. Op deze dag verschijnt ook het boek Nieuwkerk, een lichtbaken op de Veluwe - een historische beschrijving van de Nijkerkse opwekking in 1749, door drs. J. Fekkes, uitg. Groen, Heerenveen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 november 1999
Terdege | 92 Pagina's