Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eenden in Nederland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eenden in Nederland

Alle eenden zijn sterke en snelle vliegers, ze kunnen tegen de 100 km per uur halen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het waterrijke Nederland is een belangrijke verblijfplaats voor eenden. Sommige eenden komen hier om te onverwinteren, andere om te broeden. Er zijn eenden die zeldzaam geworden zijn, zoals de zomertaling. Kuifeenden kun je in de winter echter bij duizenden aantreffen. Een fotoreportage.

Eenden zijn net als ganzen en zwanen zwemvogels, met stevige poten met zwemvliezen tussen de voorste drie tenen. Ze hebben een vrij platte snavel, met aan de top een breed hoornlaagje (de nagel). De onder- en bovenranden van de snavel zijn bezet met in elkaar grijpende, tandvormige hoornlaagjes. Het verenpak van de eend is dicht, met een dikke donslaag onder de oppervlakte. De veren beschermen tegen afkoeling in koud water. Doordat eenden het vet uit hun stuitklier met hun snavel over hun veren strijken, zijn de veren waterdicht.
Alle eenden zijn sterke en snelle vliegers. Ze kunnen tegen de 100 km per uur halen.
Het wijfje heeft een eenvoudig gekleurd verenkleed, dat haar bescherming biedt als ze zit te broeden. De mannetjes (woerden) zijn uitbundiger gekleurd. Vroeg in de zomer, na de bronsttijd, raken ze in de rui. Dan worden alle veren vervangen. In de herfst ruien ze voor de tweede keer. Dan worden de kleinere veren vervangen door het fraaie bruidskleed.

Twee groepen
Eenden worden in twee groepen verdeeld: zwemeenden en duikeenden. Zwemeenden zijn langwerpig en liggen vrij hoog op het water. Ze voeden zich met waterplanten. Met de kop onder water en de staart omhoog (grondelen) of slobberen ze kleine organismen uit het water. Bij het opvliegen stijgen ze bijna loodrecht uit het water omhoog.
Duikeenden zijn korter en liggen dieper onder water. De poten staan verder naar achteren. Ze duiken geheel onder water om op de bodem hun voedsel te zoeken. Sommige roeien met hun vleugels onder water om dieper te kunnen komen. Duikeenden hebben een aanloop nodig om uit het water te komen.
Eenden leggen vaak een flink aantal eieren. Als de jongen uit het ei komen, zijn ze met donsveertjes bedekt. Ze verlaten, als de veren gedroogd zijn, het nest om in het water zelf naar voedsel te gaan zoeken. Ze blijven onder de hoede van hun moeder. Vele jonge eendjes vallen ten prooi aan bijvoorbeeld reigers, meeuwen, kraaien, torenvalken, ratten, snoeken, hermelijnen en wezels.
De meest bekende zwem-, slobber- of grondeleend is de wilde eend. Het mannetje in broedkleed heeft een mooie groen-zwarte kop en hals, met een bij zonnig weer opvallende metaalglans. Op de grijzige vleugels prijkt een blauwe spiegel, die afhankelijk van de lichtinval verandert in paars of groen. De zwarte stuit heeft omhooggekrulde sierveren. Het wijfje is gelig bruin, met een donkere tekening, en valt heel wat minder op. Ze legt zeven tot twaalf grote, grijsgroene eieren in een nest met donsveertjes, dat goed verscholen ligt tussen het riet. Soms wordt een nest gemaakt in een boom (knotwilg) of in de sloot geplaatste korven. Hoewel er weinig van de ongeveer tien jongen groot worden, weten de wilde eenden zich goed te handhaven. Vaak vermengen ze zich met tamme boereneenden, ook wel soepeenden genoemd.

Eendentrek
Echte wilde eenden trekken in de vroege herfst naar zuidelijker oorden, terwijl hun noordelijke broeders hierheen komen. Al heel vroeg in het voorjaar komen de eenden terug naar hun broedplaatsen, waar ze hun baltsgedrag gaan vertonen. Het is grappig om te zien hoe verschillende mannetjes om een vrij wijfje heen zwemmen en zo nu en dan in opperste opwinding hun staart en kop omhoog steken en daarbij een fluitend geluid maken. Een iets kleinere, elegantere en schuwere eend die het de laatste jaren in Nederland goed doet, is de krakeend. Ze worden zo genoemd om het geluid dat ze kunnen maken.
De woerden zijn geelbruin en hebben een fijn geschubde borst. Ze zijn heel wat minder opvallend dan de wilde eenden. Ze broeden vaak in wat ruige weilanden. Andere slobbereenden die in Nederland broeden, zijn de slobeenden (met een brede, lepelvormige snavel), de pijlstaarten (met een lange, pijlvormige staart) en de weinig voorkomende maar mooie krooneend, waarvan de woerd een drukke, kastanjebruine kop heeft met een goudkleurige kuif.
Ook de zomer- en wintertaling zijn zwemeenden. Het zijn kleine, snelvliegende eendjes. De zomertaling is de laatste 25 jaar zo in aantal achteruitgegaan, dat voor hun toekomst moet worden gevreesd. Het verdwijnen van ouderwetse sappige weilanden is een van de voornaamste oorzaken.
De meest voorkomende duikeend is de kuifeend. Vooral de randmeren en het IJsselmeer herbergen in de winter duizenden kuifeenden, die hier komen overwinteren. Samen met een andere in de winter veel voorkomende soort, de tafeleend. Met een zwarte borst en een roodbruine kop is deze eend een opvallende verschijning. Beide soorten broeden ook in Nederland, zij het mondjesmaat.
Niet in ons land broeden de smienten (ook wel fluiteenden genoemd), die hier vanaf eind augustus tot in april bij duizenden naartoe komen. Ze grazen in de weilanden in de nabijheid van open water. In het voorjaar verdwijnen ze weer naar het noorden. De smient heeft een goudkleurige kruin bovenop de roodbruine kop.
Andere duikeenden die ons land iedere winter bezoeken, zijn de brilduikers, de nonnetjes en de grote en middelste zagers, die voornamelijk van vis leven. De beste plaatsen om deze duikers te observeren liggen langs het IJsselmeer (bijvoorbeeld de Afsluitdijk of de Oostvaardersdijk) of op de Wadden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 januari 2000

Terdege | 76 Pagina's

Eenden in Nederland

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 januari 2000

Terdege | 76 Pagina's