Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Theo Visser. Op zoek naar het verlorene onder alle creaturen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Theo Visser. Op zoek naar het verlorene onder alle creaturen

„We mogen vrijmoedig uitgaan met de aloude boodschap"

11 minuten leestijd

Vijf jaar evangeliseerde Theo Visser onder asielzoekers en maakte hij gemeenten bewust van hun taak tegenover vreemdelingen. In februari nam zijn leven een wending. Vanaf nu hoopt hij zich te geven voor de opbouw van de eerste internationale reformatorische gemeente in Nederland. Naar nieuwtestamentisch model, klassiek gereformeerd in prediking, hedendaags in vormgeving. Voor zijn levensonderhoud blijft hij afhankelijk van het gegeef. „We zijn nog nooit iets tekort gekomen en geven ons met een gerust hart in de hand van de Heere over.

Eind vorig jaar verscheen bij uitgeverij Boekhout een opmerkelijk boek: Opwekking en zondebesef. In een toegankelijke, gedreven stijl toont auteur Theo Visser de grote plaats die zondekennis had in de verkondiging van een vijftal opwekkingspredikers. De vrucht op de prediking van George Whitefield, John Wesley, Jonathan Edwards, Charles Finney en Erlo Stegen kan daar naar zijn stellige overtuiging niet los van worden gezien. Het onderwerp houdt de evangelist van stichting Gave, lid van de Gereformeerde gemeente in Bodegraven, sinds zijn jeugdjaren bezig. „Ik worstelde met persoonlijke vragen rond de toeëigening van het heil en de plaats van zondebesef daarin.
In 1991 bracht hij een bezoek aan de zendingspost van Kwa Sizabantu, het werkterrein van Erlo Stegen. „Ik hunkerde ernaar iets te mogen zien van een doorbraak van Gods Koninkrijk. In Kwa Sizabantu hoorde ik hoe belangrijk zondebesef daarin is. Ik herkende dat vanuit mn eigen traditie, maar tegelijk viel me op dat in de benadering nogal wat verschil zat. Dat bracht me op het idee mijn doctoraalscriptie voor de studie theologie te wijden aan de vraag hoe zondebesef in tijden van opwekking gefunctioneerd heeft. Hoe hebben de mannen die met zo veel zegen hebben mogen werken, gepreekt? Wat was hun insteek? Om anderen in de uitkomst te laten delen, is de scriptie in bewerkte vorm uitgegeven.

Voorwaardelijk
Heeft de studie u persoonlijk verder gebracht?
„Zeker. In mijn jeugd ben ik geconfronteerd met een voorwaardelijke prediking, waarin een sterke mate van zondebesef noodzakelijk werd geacht alvorens je tot geloof in de Heere Jezus kon en mocht komen. Ik herkende dat niet vanuit de Schrift. Het gevaar is dan dat je in het andere uiterste vervalt, en gaat zeggen: Het gaat niet om zondebesef, maar om geloof, om de Heere Jezus. Lees je echter eerlijk de psalmen, de profeten, het Nieuwe Testament, dat kun je in alle eerlijkheid niet om zondekennis heen. De naam Jezus, Hij zal Zijn volk redden van hun zonde, geeft dat al aan.
Wat vond u bij de opwekkingspredikers wat u in uw jeugd niet hoorde?
„In de prediking die ik hoorde, werd gezegd dát je tot zondebesef moest komen, maar daar bleef het bij. Een journalist van het AD, die een artikel over de gereformeerde gezindte schreef, vertelde daarin dat hij een dienst had bijgewoond waarin het voortdurend over zonde ging, maar hij had niet kunnen ontdekken wat de zonde inhoudt. Dat herkende ik. De opwekkingspredikers schilderden de mensen heel concreet voor ogen waarin de zondigheid bestaat. Daar spraken zij hun gehoor op aan. U bent die man. Zij verklaarden de hoorders schuldig voor God en wezen hen vandaaruit de weg naar het kruis, veel directer en concreter dan ik vanuit mn eigen achtergrond herkende. Dat trof me ook bij Erlo Stegen. De zonde werd veel reëler voor me. In Kwa Sizabantu ben ik reformatorisch geworden. Gods heiligheid tegenover mijn zondigheid heb ik daar voor het eerst echt leren zien. Sommige mensen straalden zo veel van Gods heiligheid uit, dat alleen hun aanwezigheid al me bewust maakte van zonde in mijn eigen leven.
Bijzonder is dat Stegen, die buiten de calvinistische traditie staat, dingen zegt die juist voor deze traditie zo waardevol zijn. Zondebesef is voor veel mensen een blokkade. Ik zou zondekennis moeten hebben, maar die heb ik niet. Er moet eerst wat met me gebeuren. In de Schrift vind je dat zo niet terug. De profeten en apostelen waren uiterst direct in het aanzeggen van de zondigheid van het volk dat naar hen hoorde. Het gaat erom dat mensen worden afgebracht van het steunen op zichzelf en alles van de Heere Jezus leren verwachten. Dat is het kenmerk van een gezonde gelovige.

Ander licht
„Opmerkelijk is dat de opwekkingspredikers niet in de eerste plaats de diepte van de overtuiging van zonde als toetssteen voor de echtheid van de bekering hanteren, maar de mate waarin iemand verlangt om heilig voor God te leven. Verlang je ernaar om dicht bij de Heere te leven, dan merk je heel snel dat het juist de zonde is die je van God scheidt. Als je je niet elke dag opnieuw voor de Heere verootmoedigt, ben je binnen de kortste keren de gemeenschap met Hem kwijt. De Dordtse Leerregels zeggen zo schitterend dat de verberging van Gods vaderlijk aangezicht voor de gelovigen bitterder is dan de dood en het aanschouwen ervan zoeter dan het leven. Dat herken ik heel sterk.
Op de inhoudelijke verschillen tussen de vijf opwekkingspredikers gaat u in uw boek nauwelijks in. Was dat een bewuste keuze?
„Ik vond het niet zo zinvol om deze mannen stuk voor stuk te toetsen aan Calvijn. Veel belangrijker is voor mij hoe ze met de Heere hebben geleefd. Hoe was hun persoonlijke omgang met God? Hoe gaven ze zichzelf in dienst van de Meester? Bij al deze mensen proef je het intense verlangen naar de uitbreiding van Gods Koninkrijk en de verhoging van de Naam van de Heere Jezus. Theologische verschillen zijn daaraan voor mij ondergeschikt.
De overeenkomsten zijn in uw ogen groter dan de verschillen?
„Absoluut. Daarin speelt ook mee dat ik evangelist ben. Ik ben er diep van overtuigd dat mensen buiten de Heere Jezus voor eeuwig verloren gaan en wil hen daarom koste wat het kost het Evangelie brengen. Als je daarop gericht bent, ga je alle theologische verschillen onder christenen wat meer relativeren. Bovendien heb ik veel contact gehad met christenen wereldwijd. Daardoor ga je de verschillen ook in een wat ander licht zien.

Bevestiging
Met welke opwekkingsprediker voelt u zich het meest verwant?
Whitefield! Zijn parool was: De naam van Whitefield mag vernietigd worden, als de naam van Christus maar wordt verheerlijkt. Dat heeft me erg geraakt. Hij kon zijn gehoor niet zien, zonder bewogen te raken door de gedachte dat die mensen verloren zouden gaan. Daar komt bij dat Whitefield persoonlijk ontdekt heeft hoe groot de waarde van het reformatorisch belijden is. Dat herken ik in mn eigen leven. Door schade en schande heb ik de wezenlijke noties van de Reformatie leren verstaan.
Finney legde grote nadruk op het maken van een keuze. Hoe zie u dat?
„Op Utrecht-centraal sprak ik eens een jongen aan en legde hem het Evangelie uit. Toen ik klaar was, vroeg hij: Wat moet ik dan nu doen? Daar stond ik. Ik wist niet wat ik hem zeggen moest. Toen heb ik bij mezelf gedacht: Dat zal me geen tweede keer overkomen. Ik denk dat het goed is om mensen te helpen tot een daad van overgave te komen, wanneer ze hebben begrepen wat het Evangelie inhoudt. Tegelijk pleit ik ervoor daarbij niet te zeggen dat ze nu wedergeboren zijn en maar moeten vertrouwen op de belofte. Ik zou zeggen: Nu moet je zoeken naar een bevestiging dat God van jou afweet.

Godsbeeld
Wat hebben de opwekkingspredikers u geleerd voor uw evangelisatiewerk?
„Dat de verkondiging van het Evangelie geworteld moet zijn in de omgang met God. Al deze mensen waren vaak uren per dag met de Heere aan het worstelen. Ze wisten zich volledig afhankelijk, ook in het komen tot de tekstkeuze en het uitdragen van het Evangelie.
Het tweede wat ik van hen geleerd heb, is niet zomaar in te steken bij de Heere Jezus en Zijn werk, maar bij de vraag: Wie is God? Hoe komt het dat het in deze wereld is zoals het is? Om vandaaruit te gaan vertellen hoe de mens zich van God heeft afgekeerd, en wat het betekent zonder God te zijn. Het bijbelse godsbeeld staat haaks op het eigen godsbeeld van mensen. De werkheiligheid zit ons allemaal in het bloed. Wat heeft het dan voor zin om gelijk over het plaatsvervangend offer van de Heere Jezus te beginnen? Daar hebben mensen helemaal geen behoefte aan. Door die opwekkingspredikers heb ik daar nog meer oog voor gekregen. Genade krijgt pas betekenis tegen de achtergrond van schuld.

Open vensters
Hoe bent u ertoe gekomen het werk onder asielzoekers op een lager peil te zetten voor de opbouw van een internationale gemeente in Rotterdam?
Aanvankelijk had ik het idee dit werk erbij te kunnen doen. In de praktijk lukt dat niet. Als mensen naar de diensten komen, zal er ook pastorale zorg moeten zijn. Die ontbrak. Dat is onverantwoord. In het achterliggende jaar heb ik een sterk verlangen gekregen om te mogen dienen in een gemeente en die, als de Heere het geeft, vanaf het begin zo veel mogelijk naar bijbelse principes op te zetten.
Tijdens een bezoek aan Amerika kwamen we in contact met een kerk die een reformatorische belijdenis heeft, maar tegelijk de vensters naar de wereld heel nadrukkelijk open. Elke twee weken was er een doopdienst, waarin ook volwassenen werden gedoopt die getuigden van wat de Heere in hun leven had gedaan. Dat heeft me bevestigd in mijn overtuiging dat het mogelijk is om voluit reformatorisch te zijn, en toch de mens van vandaag te bereiken. We mogen vrijmoedig uitgaan met de aloude boodschap, in de wetenschap dat die nog net zo relevant is als eeuwen geleden.
Wat mij voor ogen staat, is een missionair gerichte gemeente, die absoluut geen water bij de wijn doet, maar wel open staat voor de buitenwereld. De reformatorische kerken in Rotterdam merken dat het heel moeilijk is om de vertaalslag te maken naar mensen uit andere culturen. In onze diensten is dat veel eenvoudiger. Het is overigens wel de bedoeling dat de gemeente, als die mag ontstaan, wordt ondergebracht bij een van de bestaande reformatorische kerkgenootschappen.

Tucht
„De diensten hebben al min of meer hun vorm gekregen. We beginnen met een poosje zingen, waarbij we meer begeleidende instrumenten kennen dan het orgel. De zang wordt geleid door een Afrikaanse mevrouw uit de Gereformeerde Gemeenten. Vervolgens is er tijd voor gebed. Mensen kunnen ook een getuigenis geven, al zijn we daar voorzichtig in. Het moet niet zo worden dat Jan en alleman een verhaaltje gaat vertellen. Centraal staat de verkondiging van het Woord. Na de dienst drinken we koffie en is er gelegenheid voor persoonlijk contact.
Heel belangrijk is voor mij dat mensen iets horen en merken van wat de Heere doet in de levens van mensen. Ik heb jarenlang in de kerk gezeten zonder dat ik concreet iets van Gods werk zag. Terwijl de gemeente van de levende God er toch op mag rekenen iets te merken van de levende God. Een ander belangrijk principe is dat mensen die door het Woord geraakt zijn ook doordeweeks bij elkaar komen. Wesley organiseerde om die reden Societies. In de gezelschappen van vroeger vind je dezelfde gedachte terug. Een derde principe voor gemeenteopbouw is, dat Gods heiligheid vereist dat we Hem in heiligheid dienen. De Bijbel is daar heel duidelijk in. Er kan niet met de zonde gesjoemeld worden. Als gemeente hebben we ons te houden aan de bijbelse richtlijnen over tucht. Als het goed is, zijn we elkaar tot een hand en een voet en maken we ook gebruik van de gaven die de Heere aan mensen binnen de gemeente geeft.

Gerust hart
Ervaart u het als een bezwaar dat een ambtelijke structuur voorlopig ontbreekt?
„De ambten zijn heel belangrijk, maar door de gebroken situatie in kerkelijk Nederland is het helaas niet mogelijk dat ik officieel als evangelist vanuit één bepaalde reformatorische kerk uitgezonden wordt. Gelukkig kan ik in de huidige situatie terugvallen op een comité van wijze mensen, dat mij ondersteunt en zo nodig ook corrigeert. Mensen die allemaal hetzelfde ideaal hebben: Het Woord van God uitdragen in een wereld die verloren ligt.
U blijft afhankelijk van het gegeef. Wat betekent dat?
„De komende tijd zal blijken of er voldoende steun is om dit werk fulltime te kunnen doen. Het is een sprong in het diepe, maar vergeleken met de offers die de opwekkingspredikers brachten, stelt het niks voor. Tot nu toe is dit leven ons niet zwaar gevallen. We zijn nog nooit iets tekortgekomen en geven ons met een gerust hart in de hand van de Heere over. Geen offer is te groot voor Hem die Zijn leven voor mij opofferde.

Mede n.a.v. Opwekking en zondebesef door Theo Visser; uitg. Boekhout, Scherpenisse; 303 blz., prijs ƒ 34,50.

Een internationale reformatorische gemeente
In 1998 ontstond bij evangelist Theo Visser van stichting Gave en de christelijke gereformeerde ds. D.J. van Vuuren het idee om in Rotterdam Engelse diensten te gaan houden. Inmiddels bestaan de Christian Worship Services, bedoeld voor asielzoekers, allochtonen, zeevarenden en internationale studenten, ruim een jaar. De samenkomsten worden gehouden in de Christelijke gereformeerde kerk van Rotterdam Charlois, elke zondagmiddag om half een. Voorgangers zijn onder meer Theo Visser, ds. H. van den Belt, hervormd predikant in Oud Alblas, Joh. Commelin, jarenlang evangelist voor de Zending Gereformeerde Gemeenten en de hervormde theologiestudent Hans Schaap. In het verantwoordelijk comité, dat wordt omgezet in de stichting International Christian Fellowship, zitten leden van de Nederlandse Hervormde Kerk (Gereformeerde Bond), de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Gemeenten.
Voor meer informatie: 0172-650519.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 maart 2000

Terdege | 96 Pagina's

Theo Visser. Op zoek naar het verlorene onder alle creaturen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 maart 2000

Terdege | 96 Pagina's