Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Thomas Hooker

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Thomas Hooker

Een wegbereider tot Christus

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met een groot deel van zijn gemeente in Engeland reisde hij naar de nieuwe wereld, om daar zijn kerkelijke en maatschappelijke idealen gestalte te geven. Bewogen was zijn pastoraat, indringend zijn prediking. Thomas Goodwin vergeleek hem zelfs met Johannes de Doper. In diepe ernst benadrukte Thomas Hooker de noodzaak van vernedering, als een voorbereiding op het komen tot Christus en het smaken van Zijn Liefde. „Een liefde die niet is uit te drukken.

„Het is niet onze onwaardigheid, maar onze opgeblazenheid en hovaardigheid die ons verhindert tot Christus te komen; want wij willen graag enige dingen van onszelf hebben en niet alles alleen van Hem. Maar ik zeg u dat op zulke voorwaarden Hij nooit, noch u, noch iemand, zolang de wereld staat, rechtvaardigen zal. Wanneer betoonde de Heere Paulus genade? Toen Paulus de meeste boosheid tegen Hem betoonde: Saul, Saul, wat vervolgt gij Mij?
Deze opmerkelijke woorden sprak Thomas Hooker tot Joan Drake. Ze leefde al bijna tien jaar onder zware beproevingen en meende een verworpene te zijn. Ze dacht dat ze met al wat ze deed slechts toorn vergaderde tot de dag des toorns en dat het tevergeefs voor haar was om de middelen te gebruiken. De oude John Dod, die haar pastoraal begeleidde, wist geen raad en riep de jonge Hooker te hulp. Deze kwam niet met zoete troostwoorden, maar sprak de geciteerde woorden en mocht het middel zijn om haar te vertroosten en te leiden tot het licht van Gods genade in de Heere Jezus Christus.

Redeneren
Thomas Hooker is geboren in 1586 in Marfield in Leicestershire in Engeland. Na de Latijnse school bezocht hij Queens College in Cambridge; daarna studeerde hij aan het Emmanuël College in die plaats, een puriteinsgezinde universiteit. Tijdens zijn studie kreeg hij door Gods Geest een zo diep „gevoel van overgegeven te zijn aan de rechtvaardige wraak van de hemel, dat dit hem vervulde met de meest buitengewone maat van verschrikking en angst, aldus zijn biograaf.
Wat het leren kennen van Christus betreft, zegt hij zelf: „In de tijd van mijn zielsangsten kon ik redeneren en concluderen dat er geen andere weg was dan mij aan God te onderwerpen en aan Zijn voeten te liggen, nederig wachtend op Zijn genade in Christus Jezus. Totdat het Hem behagen mocht de ziel van Zijn gunst te overtuigen. Maar toen ik daar gebracht werd, toen het mijzelf betrof, viel al mijn redeneren totaal weg. Toen kon ik niets doen. Hij leerde dat „dezelfde hand, die ons uit onszelf brengt, ons tot Christus moet brengen.

Vlucht
Gods weg was anders dan zijn begeerte en leidde voor hem naar Chelmsford, twintig mijlen ten oosten van Londen. Daar kwamen eenvoudigen onder zijn gehoor, maar ook de graaf van Warwick, die hem later op bijzondere wijze hulp zou verschaffen. Er rustte een bijzondere zegen op zijn indringende, bevindelijke prediking, die zichtbaar werd in een reformatie van de volkszeden en een heiliging van de sabbat.
Nadat aartsbisschop William Laud, die de leer der godzaligheid haatte, Hooker verbood nog langer te preken, trok deze zich terug in een klein gehucht en begon er een school. Ook daar is zijn werk rijk gezegend. John Eliot, de latere zendeling onder de Indianen, was zijn hulponderwijzer en werd er bekeerd. Maandelijks hield Hooker een bijeenkomst met andere predikanten om met elkaar te vasten, te bidden en te spreken over godsdienstige zaken.
Toen Hooker werd gedagvaard voor het Hoog Gerechtshof in Londen, kon hij wegens ziekte niet komen. Zijn vrienden adviseerden hem zich niet in de handen van zijn vijanden over te geven. De graaf van Warwick verborg hem en bracht hem naar een afgelegen plaats. In het geheim besprak hij een plaats voor Hooker op een schip dat hem naar de Nederlanden zou brengen. In 1631 kwam hij daar veilig aan.

Naar Amerika
Korte tijd verbleef Hooker in Amsterdam en in Delft. In de laatste gemeente assisteerde hij twee jaar John Forbes, Schots predikant in een Engelse gemeente van non-conformisten. In 1633 vertrok hij naar Rotterdam om William Amesius bij te staan.
Hooker is nog korte tijd naar Engeland terug geweest, om een emigratie naar Nieuw-Engeland voor te bereiden. Hij kon ternauwernood uit handen van zijn vervolgers blijven, maar is toch met een groot deel van zijn oude gemeente ingescheept om aan de andere zijde van de oceaan een nieuw kerkelijk leven gestalte te geven.
Na een zeiltocht van acht weken kwam het gezelschap in Amerika, in Massachusetts aan. In 1636 trokken velen onder leiding van Hooker en Stone verder westwaarts, de wildernis in, tot aan de Connecticut River.
De nieuwe kolonie werd Hartford genoemd. Hooker werd hier zowel de geestelijke als de politieke leider en trachtte er zijn idealen voor een christelijke samenleving gestalte te geven. In 1637 kreeg hij opdracht een onderzoek in te stellen naar antinomianisme in de kerken van Nieuw-Engeland. Met een medebroeder stelde hij een lijst op van niet minder dan 82 dwalingen! In 1642 werd hij uitgenodigd om de Westminster Assembly bij te wonen, maar daar heeft hij van afgezien.

Prediking en pastoraat
Hooker preekte bezield en indrukwekkend. In de toepassing wist hij de gewetens van zijn hoorders te beroeren. Bidden vond hij het voornaamste werk van een predikant. Men roemde zijn gebedsgaven en zag hem in zijn bidden als op een ladder Jakobs, steeds meer de hemel naderend. Hij had de gewoonte om een dag in de maand af te zonderen voor vasten en gebed, naast het openbare vasten dat men in zijn gemeente kende. Hij was de overtuiging toegedaan dat door het nalaten van deze middelen de ongerechtigheid zou toenemen.
Hooker had een bijzondere gave om leiding te geven aan die bijzondere toestanden in het geestelijk leven die men vroeger wel consciëntiegevallen noemde. Een dag per week konden gemeenteleden met hun geestelijke noden bij hem komen. Bekend werd zijn hulpverlening aan Joan Drake. Eens zei hij tegen haar: „Overweeg eens hoe smadelijk het voor God is, de macht der zonde om u te verdoemen groter te maken dan de macht Gods om u te behouden, de macht van satan om te verderven sterker te maken dan Gods macht om u bijstand te verlenen. (...) Is dit niet de Heere een onderdaan van de satan en de zonde maken?
Op 7 juli 1647 is Hooker, op zijn eenenzestigste verjaardag, overleden tijdens een pestepidemie. Een ouderling zei aan zijn ziekbed: „Sir, nu gaat u heen om beloning op al uw arbeid te ontvangen. Hij antwoordde: „Nee broeder, ik ben nu gaande om barmhartigheid te verkrijgen. Daarna sloot hij met zijn eigen handen zijn ogen en blies met een glimlach op zijn gezicht de laatste adem uit. Holy Hooker, noemde men hem wel. Thomas Goodwin zei van hem: „Als er één van de latere predikers gekomen is in de geest en kracht van Johannes de Doper, dan was hij het.

Voorbereiding
In Hookers werken is er veel aandacht voor de voorbereiding van een ziel om tot Christus te komen. Hij stelt dat de weg voor Christus in het hart van de zondaar bereid moet worden. Er zijn bergen van hoogmoed en schuilhoeken van lusten die geslecht of tenminste blootgelegd moeten worden. Hij onderscheidt daarbij, in navolging van Perkins, bekwaammaking en toeschikking van de ziel voor Christus, door berouw en verootmoediging, en een inplanting van de ziel in Christus.
Bij de noodzakelijke vernedering noemt Hooker drie kenmerkende stadia. Eerst tracht de gewonde zondaar zichzelf te verbeteren en dreigt hij op het gebruik van de middelen te gaan steunen. Vervolgens leert hij dat er overal onvruchtbaarheid is en gaat hij wanhopen aan de hulp van enig schepsel. Tenslotte valt hij neer voor de troon van Gods genade, keurt God recht, ook als Hij hem wil verdoemen, en is vergenoegd met hoe God naar Zijn welbehagen wil handelen. Dit is het hoogste punt van verootmoediging. Tenslotte wordt de ziel gewillig gemaakt „om te nemen wat de genade zal geven. Het geloof is een gave, en moet dus geschonken worden. Het geringste te ontvangen is de ziel een wonder. Zo wordt zij bekwaam gemaakt om Christus te ontvangen, Hem ingeplant te worden en uit Hem te leven.
Het is belangrijk te weten dat Hooker en ook andere puriteinen, zoals Perkins en Amesius, niet alleen de inplanting in Christus maar ook het werk der voorbereiding beschouwden als een werk Gods in de ziel. Het werk begint in Christus en wordt voleindigd in Hem. Men verwierp in Nieuw-Engeland de gedachte dat een onwedergeboren zondaar zelf enige voorbereiding tot bekering kan verrichten. Ter verduidelijking gebruikte men het beeld van het enten. Hooker schreef dat de ent eerst wordt afgesneden van de oude stam. Dan moet hij met het mes worden besnoeid, voor de inplanting in de nieuwe stam. De vernedering is de toebereiding voor de inplanting in Christus. Dat doet de plant niet zelf, maar dat wordt gedaan door het mes van de tuinman. Hooker onderscheidt de eerste vernedering, waardoor de ziel voor Christus wordt toebereid, van de latere, die behoort tot het leven der heiligmaking van een ziel die in Christus is.

Kritiek
Jacobus Koelman vertaalde van Hooker De waare Zielsvernedering en heilzame Wanhoop. Hij noemde hem „iemand die bijzondere bekwaamheden had om krachtig te prediken en de zielen uit hun waan en zorgeloosheid tot nadenken en tot Christus te brengen. Toch zegt Koelman in zijn uitvoerige voorrede dat in dit boek wel iets staat „dat met een graantje zout moet opgenomen worden. Hij wijst er dan op dat Hooker zon hoge trap van verootmoediging van de zondaar eist, dat die tevreden en vergenoegd moet zijn om verloren te gaan en onder de macht van de zonde te blijven, ter hel te varen en verdoemd te worden, indien de Heere geen genade wil geven.
Koelman vindt dit een harde, ruwe en ongezonde stelling, die ontwaakte zondaren zal verhinderen tot Christus te komen. Hij vindt het zelfs te ver gaan dat de ziel eerst de eer Gods moet achten boven eigen zaligheid, eer hij tot Christus mag komen. Men mag hier, aldus Koelman, geen voorwaarden stellen. Christus wordt immers aangeboden aan allen die het Evangelie horen! Wel is waar dat Hij alleen aangenomen zal worden door degenen die Hem nodig gekregen hebben. Dit is evenwel geen voorwaarde, maar een kenmerk van hen die komen.
Koelmans stellingname moet ongetwijfeld gezien worden in het licht van zijn bestrijding van de Labadisten. Met Brakel bestreed hij De Labadie, die in zijn traktaat over de zelfverloochening schreef dat men „willig en bereid moet zijn tot de vervloekingen van God en de mensen, tot Gods rechtvaardige oordelen en verdoemingen, tot de berovingen van gevoelige genade, tot geestelijke dorheden, verwoestingen en angsten, en tot een soort inwendige hel, als het God belieft ons daarin te werpen.

Invloed
Ongetwijfeld is de invloed van Thomas Hooker groot geweest, niet alleen in Nieuw-Engeland maar ook daarbuiten. Zijn schoonzoon Thomas Sheppard deelde zijn opvattingen ten aanzien van de onmisbare vernedering van de mens om toebereid te worden voor Christus, en droeg deze ook uit. In onze taal is behalve het eerder genoemde werk van Hooker ook De arme twijfelende Christen, genaderd tot Christus uitgegeven. Het aantal drukken van beide werken toont aan dat Hookers gedachten over de noodzakelijke verootmoediging wijd verbreid zijn. Toch preekte hij geen voorwaardelijk Evangelie. Hij begeerde het tegendeel te doen en zielen te leren dat ze onverbeterlijk zijn in hoogmoed en dwaasheid, en daarom niet verder kunnen komen dan tot doemwaardige vijandschap. Hij wilde geen verhinderingen opwerpen, maar de verhinderingen die de mens zichzelf stelt, juist wegnemen.
De mens moet leren dat hij niets mee kan brengen, niets kan verdienen en in het zoeken naar iets aan eigen zijde een doemwaardige vijand blijkt te zijn. Maar, zo weet Hooker uit eigen ervaring: „De Heere, een vijand vindende, wederstaat hem niet; maar zou Zijn eigen Zoon uit Zijn boezem geven tot zijn behoud. Het is een liefde, die niet is uit te drukken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 mei 2000

Terdege | 88 Pagina's

Thomas Hooker

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 mei 2000

Terdege | 88 Pagina's