Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ryle, Philpot, Spurgeon

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ryle, Philpot, Spurgeon

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het RD van 15 juni 2000 publiceerde ds. M.M. van Campen van Hedel een zeer leesbaar artikel over de Anglicaan J.C. Ryle, bisschop van Liverpool. Hij zegt daarin: Ryle was een tijdgenoot van C.H. Spurgeon, die hij zeer hoogachtte, en van J.C. Philpot. En zo was het ook. John Charles Ryle leefde van 1816 tot 1900, Joseph Charles Philpot van 1802 tot 1869 en Charles Haddon Spurgeon van 1834 tot 1892. Zelfs hun voornamen waren vervlochten. Drie dienstknechten des Allerhoogsten, die de Heere tot rijke zegen heeft willen stellen en die nu juichen voor Zijn troon. Toch is er ook een lichte weemoed in ons hart als wij bedenken dat zij hier op aard' gescheiden waren door kerkmuren en door ligging, zodat zij bij mijn weten elkaar nimmer hebben ontmoet. In het naamregister van Philpots biografie "Des Pelgrims Metgezel" kom je de naam Ryle niet eens tegen. Van ds. Van Campen verneem ik nu dat Ryle pas in 1880 tot bisschop van Liverpool benoemd werd, op een tijdstip derhalve dat Philpot al elf jaar gestorven was. Daarvoor diende de nieuwe bisschop stille plattelandsparochies en deed hij wellicht niet van zich horen. Philpot was een man, weten we van zijn biograaf Saarberg, die goed op de hoogte was van politiek en kerk. Maar Ryle zal Philpot niet gekend hebben. Toen die traktaten begon te schrijven, was Philpot al een vroeg-oud man. Omgekeerd zal Ryle misschien Philpots blad "The Gospel Standard" hebben gekend en gelezen.

Polemiek
Van Campen zegt dat Ryle Spurgeon hoogachtte. Dat zal waar zijn. Beiden beminden de Puriteinen en wilden in hun traditie staan. Maar hoe was het andersom? Evenmin als van Philpot kun je van Spurgeon zeggen dat hij uitgesproken antistaatskerk was. Toen in Londen voor zijn baptistengemeente de Metropolitan Tabernacle gebouwd werd, lieten ook verscheidene anglicaanse predikanten daarvoor collecteren. Toch liep het op een gegeven ogenblik spaak, lain Murray vertelt in zijn "The forgotten Spurgeon" over Spurgeons strijd tegen de "baptismal regeneration", welke polemiek in 1864 plotseling ontbrandde. Fel haalt Spurgeon dan uit naar de officiële leer van de Church of England, die zegt dat een zuigeling bij de doop wordt wedergeboren, en naar de Evangehschen in de staatskerk, die wel inzien dat zulks niet waar is, maar niet anders doen dan recht praten wat krom is. In zijn blad "The Sword and the Trowel" bespreekt Spurgeon in 1879 twee brochures van J.C. Ryle, waarin deze nogmaals de Kerk van Engeland verdedigt en volhoudt dat Gods kinderen zich niet van haar behoeven af te scheiden. „Er is geen modaliteit in de Church of England", schrijft Spurgeon dan, „met wie wij ons meer verwant voelen dan met de Evangehschen. En toch wekken zij meer ons meelij op dan onze sympathie." Hoogachting kan er van Spurgeons kant duidelijk niet (meer) af.

Gowerstreet
Chapel Een enkele aantekening nog over de beide baptisten Joseph Charles Philpot en Charles Haddon Spurgeon. Weliswaar preekte eerstgenoemde jarenlang regelmatig in Londen, waar ook Spurgeon sedert 1853 zijn standplaats had, maar pas in 1864, vijfjaar voor zijn dood, verhuisde de metgezel van 's Heeren pelgrims van Stamford in het graafschap Rutland in Midden-Engeland naar Croydon, een zuidelijke voorstad van de City. Philpot was toch al zwak en ziekelijk. In die tijd preekte de grote Spurgeon in de Metropolitan Tabernacle en woonde hij, voor zover ik kan nagaan, in Londens "Westend". Oog in oog zullen de afgetobde Joseph Charles en de beroemde Charles Haddon, ook al woonden ze allebei in de grote hoofdstad van het Britse imperium, niet meer hebben gestaan. Spurgeon van zijn kant vertelt op zijn onderhoudende manier in zijn autobiografie hoe hij in het internaat waar hij als aankomend onderwijzer in de kost was veel leerde over het geestelijk leven van een bejaarde keukenmeid, die de "Gospel Standard" las. En na Philpots dood schreef hij zeer lovend over zijn "stricte" collega-baptistenpredikant, wiens "weergaloze" predikaties hij met veel profijt voor zichzelf gelezen had. Samengevat ontstaat het volgende beeld; Ryle achtte Spurgeon hoog, en Spurgeon Philpot. Andersom waren er barrières. Hier op aarde waren zij daardoor gescheiden, maar nu zijn zij voor eeuwig verenigd voor Gods troon.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 augustus 2000

Terdege | 72 Pagina's

Ryle, Philpot, Spurgeon

Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 augustus 2000

Terdege | 72 Pagina's