Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een medisch wonder

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een medisch wonder

Zwaar onderkoelde Eugenia overleefde een hartstilstand

16 minuten leestijd

Het testen van een buitenboordmotor kwam Eugenia en haar vriend Gregory duur te staan. Een dag en een nacht dreven ze in hun rubberboot rond op de Noordzee. Ze werden ontdekt door een sleephopperzuiger. Gregory bleek te zijn overleden. Eugenia gaf nog een teken van leven. Zwaar onderkoeld werd ze door de bemanning van de reddingsboot uit Burghsluis naar de wal gebracht. In kritieke toestand werd ze met de traumahelikopter naar het Academisch Ziekenhuis in Rotterdam gevlogen. Eugenia overleefde een hartstilstand. De specialisten spreken van een medisch wonder. Eugenia, haar redders en de medisch specialisten vertellen hun verhaal.

Gregory (29) en Eugenia (23) wonen samen in Spijkenisse. Hij is geboren op Curaçao, zij in Paramaribo. Op zondagmiddag 9 april, het is mooi weer, stelt Gregory voor om de buitenboordmotor van de rubberboot te proberen. Het ding vertoont kuren. Ze willen de boot verkopen, maar dan moet er niets aan mankeren.
Ze rijden met hun Seat naar het Oostvoornse strand en parkeren de auto. „Ik had het gevoel dat het niet goed was om te gaan varen. Met een zware motor is varen op het Oostvoornse Meer verboden. We moesten dus de zee op, zegt Eugenia.
Het is mooi weer en hoewel ze altijd dun gekleed gaat, wil Eugenia toch iets diks aandoen. „Maar alles lag in de aanhanger, waarvan het slot niet open ging, zegt ze. „Eigenlijk was ik een beetje blij. Ik wilde helemaal niet gaan varen.
Na tien minuten gaat het slot toch open. Eugenia pakt een dikke broek uit de aanhanger, trekt nog een extra T-shirt aan en neemt een vest mee. Gregory draagt een short en heeft een dun truitje aan. „Ik zei nog tegen hem: Zou je niet meer aandoen? Maar hij vond het genoeg. We zouden toch niet zo ver gaan varen.
De motor slaat zonder problemen aan. Het is echter van korte duur. Al snel laat het ding het afweten. Gregory doet er van alles aan, maar niets helpt. In korte tijd drijven ze steeds verder de Noordzee op. Gregory raakt in paniek. „We redden het niet, roept hij alsmaar. Eugenia is helemaal niet in paniek. „Ik dacht, als het niet gaat, zwem ik wel naar de kant. Er zal best iemand langskomen die ons gezien heeft en ons zal helpen. Uit alle macht proberen ze naar de kust te roeien. „Maar wat we ook deden, we bleven alleen maar ronddraaien. De wind was te sterk. En hulp inroepen ging niet, want de mobiele telefoon lag in de auto. Stom natuurlijk, zegt Eugenia.
De tijd verstrijkt. Het wordt donker. „We konden niets meer doen. Je zit in de boot en je zit maar. Tenslotte kun je je ogen niet meer openhouden, zo moe ben je. Zelfs te moe om te bidden. Nog steeds had ik een gerust gevoel dat het allemaal wel goed zou komen. Toen ben ik in de boot gaan liggen. Wat er daarna gebeurd is, weet ik niet meer. Pas in het ziekenhuis werd ik wakker.

Ontdekt
Bijna vierentwintig uur nadat Eugenia en Gregory met hun rubberboot vanaf het Oostvoornse strand vertrokken zijn, vaart kapitein Ronald de Jonge met zijn sleephopperzuiger Argonaut bij de Steenbank, 9 mijl uit de kust bij Domburg. „Driehonderd meter aan stuurboord zie ik ineens een rubberboot drijven, vertelt hij. „Dichterbij gekomen zie ik mensen in de boot liggen. Ik trek tot twee keer toe aan de luchthoorn. Dat ding maakt vreselijk veel herrie. Een van de mensen in de boot steekt een arm omhoog. De andere opvarende ligt voorover, achter in de boot, met het gezicht in het water. Er staat ongeveer 10 centimeter water in de boot. De man blijkt te zijn overleden. De vrouw halen we uit de boot en hijsen we aan boord van de sleephopper. Ze is bleek en steenkoud en geeft geen teken van leven meer. We beginnen meteen met mond-op-mond-beademing, zegt De Jonge.
Toen de kapitein de mensen in de rubberboot ontdekte, waarschuwde hij meteen de kustwacht post Ouddorp. „Via kanaal 16 heb ik radiomedisch advies gevraagd. Nadat ik uitgelegd had wat er aan de hand was, adviseerde men om door te gaan met reanimeren. We kregen te horen dat de reddingsboot vanuit Burghsluis onderweg was. Inmiddels waren we in de richting van de Roompot opgestoomd. Toen de reddingsboot arriveerde, begon de vrouw weer zelf te ademen en was de pols weer voelbaar. We hebben ze toen in de stabiele zijligging op de brancard gelegd en aan de bemanning van de reddingsboot overgedragen, vertelt kapitein De Jonge.

Vol gas
Burghsluis is een gehucht onder de rook van Burgh-Haamstede. Duizenden toeristen passeren het dorp als zij een bezoek brengen aan de Oosterscheldekering. Burghsluis is het drukste reddingsstation van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM). De reddingsboten liggen aan de voet van de Oosterscheldedam en varen een kleine honderd keer per jaar uit. In verreweg de meeste gevallen wordt hulp geboden aan in problemen geraakte watersporters of kotters die motorpech hebben of waarvan een kabel in de schroef is gedraaid. Het zijn voor de redders routineklussen: uitvaren, vastmaken, slepen en binnen brengen.
Op 10 april is het echter anders dan anders, want al bij de melding wordt duidelijk dat het erom gaat spannen. Kustwacht Ouddorp alarmeert de bemanning van de reddingsboot Graaf van Bylandt en meldt dat er een bootje op zee drijft met daarin een levenloze man en een waarschijnlijk nog in leven zijnde, maar zwaar onderkoelde vrouw. Het bootje is gesignaleerd door de sleephopperzuiger Argonaut.
Schipper Izaäk Breen en zijn bemanning zetten alle zeilen bij om geen seconde te verliezen. Als Breen bij de steiger van de reddingsboot arriveert, zijn er al enkele bemanningsleden aan boord. Ze maken alles gereed voor de zoveelste reddingsactie. Breen besluit, gezien de situatie, naast zijn bemanningsleden Chiel Overbeeke, Luuk Scheers en Erik Romijn ook de vrouw van stuurman Overbeeke mee te nemen. Zij is weliswaar geen vaste opstapper, maar haar ervaring op het gebied van EHBO en reanimatie zou op deze tocht wel eens van pas kunnen komen.
De gashendel van de Graaf van Bylandt gaat nog in de haven helemaal voorover. Er staat een leven op het spel. Er wordt onderweg weinig tot niets gezegd. Breen heeft zijn handen vol aan het varen. De stevige noordoostenwind veroorzaakt een redelijke deining. Golven van anderhalve meter hoog zouden voor de schipper normaal gesproken reden zijn om gas terug te nemen, maar in dit geval beukt de reddingsboot vol gas tegen de zeeën op. De bemanning is intussen begonnen met het in gereedheid brengen van de brancard en de nodige medische apparatuur. Het moet allemaal in sneltreinvaart gebeuren, want de vaartijd zal door de hoge snelheid van de Graaf van Bylandt (ongeveer dertig knopen) slechts twintig minuten bedragen.

Weinig hoop
Als de reddingsboot bij de Argonaut arriveert, stappen de redders over en ontfermen ze zich direct over de vrouw. Breen blijft aan boord van de reddingsboot. De vrouw reageert op geen enkele pijnprikkel, terwijl ze volgens kapitein De Jonge even daarvoor nog had bewogen. De redders beschouwen de mededeling van de kapitein als stimulans om, wellicht tegen beter weten in, voor het leven van de vrouw te blijven vechten. Snel maar voorzichtig leggen ze haar in de hypothermie-brancard en wordt ze aan boord van de reddingsboot gebracht. Ook de reeds overleden man wordt aan boord gebracht.
Dan is het voor schipper Breen en zijn bemanning alleen nog zaak zo snel mogelijk weer voor de kant te liggen, waar de gewaarschuwde ambulances, de traumahelikopter en de verzamelde pers hen inmiddels staan op te wachten. De terugreis neemt maar een slordig kwartiertje in beslag. De reddingsbootbemanning zet alles op alles om tijdens het varen de vrouw te stabiliseren. Dat is geen eenvoudige klus, aangezien de reddingsboot door de hoge snelheid en de deining harde klappen maakt. „Van reanimeren komt onder deze omstandigheden niets terecht, zegt schipper Breen.
Aan de wal wordt de vrouw overgenomen door de bemanning van de ambulances en de traumahelikopter. Zij beademen de vrouw met de ballon, daarna wordt ze geïntubeerd (er wordt een slangetje in de luchtpijp gebracht) en aangesloten op de monitor. De redders assisteren met het aangeven van het infuus.
Als er daarna van hen geen activiteit meer wordt verlangd, zijn ze buiten adem. De combinatie van stabiliseren en proberen staande te blijven op een hevig tekeer gaand schip was slopend. Ze voelen de pijn en de vermoeidheid door heel hun lichaam.
Wanneer de helikopter richting het Academisch Ziekenhuis Rotterdam vertrekt, blijft een van de bemanningsleden van de helikopter achter. Het gesprek dat in het KNRM-bemanningsverblijf ontstaat, is weinig hoopgevend. De vrouw had een lichaamstemperatuur van 23,3 graden Celsius, die nog verder daalde tot amper 21 graden. Bij het horen van dat bericht weten ze genoeg. De boeken zeggen immers dat overleven bij 27 graden eigenlijk al is uitgesloten. Ze zijn zwijgzaam en teleurgesteld.

Altijd varen!
Schipper Izaäk Breen (47) woont in Oostkapelle. Hij is een geboren Ouddorper en van origine vissersman. De visserij werd echter te zwaar voor zijn gezin, waardoor hij werk aan de wal moest zoeken. Enkele jaren werkte hij voor een scheepswerf, voordat hij bij de reddingmaatschappij in dienst trad. Aanvankelijk streek hij neer in Burgh-Haamstede, maar kerk en school deden hem domicilie kiezen in Oostkapelle. Al zeventien jaar lang is Breen in dienst van de KNRM, als schipper van een van de drukste reddingsstations van ons land: Burghsluis. Burghsluis is een van de 37 reddingsstations van de KNRM. De 38e, bij Den Oever, is in oprichting.
Vorig jaar voeren de reddingsboten van Burghsluis ongeveer honderd keer uit. „In 65 procent van de gevallen betreft het recreanten die in problemen zijn geraakt, meestal door motorpech. In de rest van de gevallen gaat het om de beroepsvaart en een enkele keer om een bomruiming, zegt Breen. In 1999 werden vanuit alle reddingstations meer dan 1500 diensten verricht en werden 3155 mensen en 70 dieren gered.
De KNRM bestaat bij de gratie van maar liefst 70.000 donateurs, de zogenaamde redders aan de wal. Ze brengen ieder jaar ruim 2,5 miljoen gulden bijeen. Aan donaties, aangevuld met legaten en andere giften, kreeg de KNRM vorig jaar ruim 20 miljoen gulden binnen, terwijl met de normale exploitatie ongeveer 15 miljoen gulden is gemoeid, los van de nieuw te bouwen reddingsboten. De grootste boot die gebouwd wordt, kost 2,5 miljoen gulden. Het devies van de KNRM is: altijd varen, voor iedereen, ongeacht de oorzaak van het probleem.

Middel in Gods hand
De ploeg van schipper Izaäk Breen in Burghsluis bestaat uit veertien man. Op Breen na zijn het allemaal vrijwilligers. Ze hebben hun werk als boer, slager, timmerman, viskweker, verkeersleider, verpleegkundige of zelfs hulpofficier van justitie. Binnen de KNRM bestaan er opleidingen in alle soorten en maten. „Je kunt zoveel leren als je wilt, maar niets is verplicht, roept Breen. Hij somt op: „Communicatie, navigatie, EHBO, techniek en het omgaan met traumatische ervaringen.
Als ze uitrukken, vertrekken ze vanaf de Roompotsluis met minimaal vier man. Zo ook dit keer, weliswaar aangevuld met de vrouw van stuurman Overbeeke. Ze spoeden zich via de Waarde Mannen Weg naar het reddingsstation aan de buitenhaven bij de Roompotsluis. Chiel Overbeeke doet het reddingswerk al 33 jaar. Ongeveer 1500 in nood verkerende mensen zijn door hem aan wal gebracht. Inmiddels is hij door de KNRM verplicht met pensioen gestuurd omdat hij de 55 is gepasseerd. Dat doet hem nog steeds pijn, maar het is nu eenmaal regel binnen de maatschappij. Overbeeke: „Ik heb al eens eerder een soortgelijk ongeval meegemaakt. Het blijkt dat men te weinig ontzag heeft voor de Noordzee. Ik zeg vaak genoeg: Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn.
Luuk Scheers zit al veertien jaar in de reddingsploeg. „Iets dergelijks heb ik nog niet eerder meegemaakt. Toen ik later hoorde dat het in dit geval om een proefvaart van een rubberbootje met een haperende motor ging, heb ik me afgevraagd waarom mensen dat op zee doen. Volstrekt onverantwoord natuurlijk. De wereld zit echter raar in elkaar. Het ene moment vecht je met gevaar voor eigen leven voor andermans leven en s avonds sta je weer een kast te schilderen. Zulke gedachten dwarrelen dan door je hoofd.
Erik Romijn is de jongste van de ploeg. Hij doet het werk nu twee jaar. „De mensen hadden niet eens een GSMetje bij zich, terwijl je er schoolkinderen mee op straat ziet lopen. Ze waren op en top zomers gekleed. Ik heb me afgevraagd wat ze in die 24 uur allemaal niet hebben meegemaakt op zee. Het moet verschrikkelijk zijn geweest.
Izaäk Breen: „Dit is toch wel het echte reddingswerk, voor ons de krenten uit de pap. Het geeft je voldoening, zeker wanneer je later hoort dat de vrouw er het leven heeft afgebracht. Ze is er als door een wonder weer bovenop gekomen. Je wordt er dan toch even bij stilgezet dat wij mensen niet over het leven beschikken. Het maakt je wel klein als je mag ervaren dat je in Gods hand als middel bent gebruikt. Dat geldt voor de hele reddingsploeg. Als team zijn we op elkaar aangewezen om dit werk te doen. Het is gelukkig niet zo dat het altijd barre omstandigheden zijn waarin je moet opereren. Toch moet je in alle omstandigheden op elkaar aan kunnen.
Volgens schipper Breen wordt het er in de watersport niet beter op. „De sport is in, terwijl men vaak onvoldoende voorbereid is op de kracht van het water. Ik zeg wel eens: Er is veel geld en weinig verstand.
Breen is heel tevreden over de wijze waarop hij door het helikopterteam op de hoogte is gehouden van de situatie van de geredde vrouw. „Om 11 uur s avonds werd ik gebeld dat de vrouw weer een lichaamstemperatuur had van 32 graden en dat het hart, nadat het geruime tijd had stilgestaan, weer was gaan kloppen. Toen ik dat hoorde, was ik zo blij als een kind. Dit is in Nederland immers nog nooit gebeurd.

Eén remedie
Op de afdeling Spoedeisende Hulp (SEH) van het Academisch Ziekenhuis Rotterdam (AZR) is de komst van Eugenia met de traumahelikopter aangemeld. Een traumateam, een hartchirurg en een neuroloog staan klaar. Volgens chirurg/traumatoloog prof. dr. A.B. van Vugt van het AZR is de hulpverlening aan Eugenia op professionele wijze verleend. „Na binnenkomst hebben we het slachtoffer snel onderzocht, een röntgenfoto van de borstkas gemaakt en laboratoriumonderzoek gedaan. Vervolgens is ze met spoed naar de operatiekamer gebracht, waar ze is aangesloten op een hart-longmachine om haar op te warmen. Binnen zes uur was ze op temperatuur en nog geen 24 uur later waren er weer levenstekenen van het brein. We hebben haar toen nog even slapende gehouden. De vijfde dag hebben we met haar gesproken en de achtste dag is ze overgeplaatst naar de afdeling. Ze is vervolgens relatief ongecompliceerd hersteld en heeft op 8 mei het ziekenhuis verlaten. Zoiets maak je niet elke week mee. Je mag in dit geval best spreken van een medisch wonder, zegt Van Vugt.
Anesthesioloog en intensivist (intensive-care-specialist) dr. Joost J.L.M. Bierens onderschrijft dat. Hij promoveerde in 1996 op het onderwerp verdrinking en onderkoeling. „Eigenlijk weten we nog heel erg weinig over het fenomeen onderkoeling. Soms blijken er bijzondere mechanismen op te treden waardoor de grenzen van wat het lichaam aankan worden verlegd. Een mechanisme is, dat bij onderkoeling de stofwisseling wordt vertraagd, waardoor cellen minder behoefte hebben aan zuurstof. De aanwezige zuurstof in het bloed blijft daardoor langer beschikbaar voor hart en hersenen. Maar er gebeurt blijkbaar ook nog een en ander in de afgekoelde cellen waar we nog erg weinig van weten. Er zijn in Nederland al meer patiënten geweest die een onderkoeling tot 23 graden restloos hebben overleefd. Ook in de buitenlandse literatuur worden enkele gevallen beschreven, maar je zou die allemaal bij elkaar moeten plaatsen en wetenschappelijk moeten onderzoeken. Van tevoren kan niemand met de huidige kennis de overlevingskans direct inschatten. Er is maar één remedie, en dat is er voor gáán. Een kleine kans moet je pakken! Bij deze mevrouw heeft iedereen dit vanaf het eerste moment gelukkig gedaan.

Dankbaarheid
De hele dag zocht de politie naar de auto van het merk Seat, waarvan de overleden Gregory de sleutels in zijn broekzak had zitten. Toen ze de auto gevonden hadden, leidde het kenteken ervan naar het woonadres van het stel in Spijkenisse. Diezelfde avond nog is de moeder van Eugenia naar het ziekenhuis gegaan. „De hele dag al had ik in angst gezeten over waar ze toch zou zijn. Een collega van Eugenia had mij opgebeld en gezegd dat ze niet op haar werk was verschenen. De politie heeft in Spijkenisse nog een raam geforceerd om te kijken of ze soms dood in huis lag. De hele dag heb ik tot God gebeden of alles toch goed zou komen. Dat gebed werd die avond een klein beetje verhoord. De toestand van Eugenia was immers nog heel kritiek. Ze lag in coma. Toch had ik een diep vertrouwen dat God haar eruit zou halen. Ik heb daarom voortdurend gebeden, zegt ze.
Eugenia, ze is analyste op een laboratorium, zit nu naast haar moeder op de bank van haar ouderlijk huis, een bovenetage in de Rotterdamse wijk Kralingen. Haar motoriek en evenwicht zijn nog niet helemaal in orde. Daarvoor wordt ze nog gerevalideerd. Verder voelt ze zich goed. Af en toe wordt ze overmand door emotie, wanneer ze haar verhaal vertelt.
„Toen ik wakker werd, wist ik dat ik gedroomd had dat ik zou gaan trouwen, zegt ze. „Ik zei tegen de man die bij mijn bed zat: Komt u ook op mijn bruiloft? Even later zag ik dat daar niets van terechtkwam. Ik lag in het ziekenhuis. Tegen de zuster zei ik dat ik gisteren zou gaan trouwen. Maar het was niet gebeurd. Ze vroeg mij waar mijn vriend was. Ik zei: Gewoon op zijn werk. Kort daarna hebben ze mij verteld wat er gebeurd was. Een halfuur later kon ik me alles weer herinneren. Hoe we zijn gaan varen, dat de motor ermee ophield, hoe Gregory heeft geprobeerd het ding weer aan de praat te krijgen, hoe we uit alle macht geroeid hebben en dat ik uiteindelijk in de boot ben gaan liggen. Gelukkig heb ik Gregory nog in het mortuarium mogen bezoeken en afscheid van hem genomen. Op dat moment dacht ik even: Voor mij hoeft het ook niet meer. Maar daarna komt de werkelijkheid weer terug. En dan overheerst de dankbaarheid. Eigenlijk was ik ten dode opgeschreven. Wat een wonder dat ik zo zwaar onderkoeld en met een hartstilstand die ruim vier uur heeft geduurd toch weer leef. Ik zou tegen iedereen willen zeggen dat je niet altijd moet doen wat goed lijkt te zijn. Luister ook naar je gevoel. Als ik naar mijn gevoel had geluisterd, waren we niet gaan varen.

KNRM
De KNRM verleent kosteloos hulp aan varenslieden die voor de Nederlandse kust, op de Waddenzee, het IJsselmeer of de Zeeuwse Wateren in nood verkeren of dreigen te geraken. De KNRM ontvangt geen subsidie, maar wordt uitsluitend door vrijwillige bijdragen, jaarlijkse donaties, erfenissen en schenkingen in stand gehouden. Donateurs vormen een vaste inkomstenbron van de Redding Maatschappij. U bent al donateur voor ƒ 30,- per jaar. Voor informatie: 0255-520501.


(Nummer 3, 4 en 5)

(Nummer 6 en 7)

(Nummer 8 en 9)

(Nummer 10 t/m 23)


DIAS Van Vugt (en anderen)



(ONDERKOP bij foto van Joost Bierens)
@onderkop:Dr. J.J.L.M. Bierens: „Van tevoren kan niemand met de huidige kennis de overlevingskans direct inschatten



BROCHURE (te gebruiken voor bijvoorbeeld logo)


(N.B.: Eugenia zelf wilde niet op de foto. Zij wil ook niet dat haar achternaam genoemd wordt in het artikel.)

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 augustus 2000

Terdege | 84 Pagina's

Een medisch wonder

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 augustus 2000

Terdege | 84 Pagina's