Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een levend schouwspel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een levend schouwspel

Kluizenaar Jozef van den Berg: „Deze weg heb ik niet zelf gekozen"

9 minuten leestijd

Als acteur trok Jozef van den Berg volle zalen. Tot hij op 14 september 1989 het publiek in een Antwerpse schouwburg liet weten dat de voorstelling niet doorging. Twee jaar later verliet hij (land)huis en haard en betrok het fietsenhok van het gemeentehuis te Neerijnen. Op een steenworp afstand van de hut die hij optrok toen hij de stalling moest verlaten. De onnavolgbare weg van een oosters-orthodoxe kluizenaar onder een kweeperenboom.

Met een plank en wat zaad uit een oude beschuitbus lokt Jozef van den Berg zn twee witte duiven uit de kooi die hij aan de achterzijde van zijn kluis heeft bevestigd. Terwijl het wijfje toekijkt, eet de doffer uit zijn hand. „Het is vandaag een bijzondere dag, glimlacht de kluizenaar. „Precies zeven jaar geleden kwam ik hier onder de kweeperenboom wonen.
Onder een afdak ligt de houtvoorraad voor de komende winter. Met een bijl slaat hij de blokken in mootjes, zet water voor de koffie op in zn open-luchtkeuken en gaat me voor naar zijn schamele onderkomen. Een kamertje van pakweg drie vierkante meter biedt toegang tot de privé-kapel. Slapen doet de kluizenaar op de harde grond, het bovenlijf in de kapel, de benen in de woonkamer. Een gordijn doet dienst als buitendeur.
De houten wanden zijn bedekt met afbeeldingen van iconen. Op tafel ligt de Franse editie van de Belijdenissen van Augustinus. Naast een bordje dat de enige zoon van de kluisbewoner voor zijn vader maakte. Een blauwgewolkte achtergrond met daarin de woorden: Ik ben zo terug. „Om op te hangen wanneer ik even wegga.

De jongeman
Als negende van elf kinderen groeide Jozef van den Berg op in een Brabants gezin. Overtuigd rooms-katholiek. „Ik meende stellig dat ik priester zou worden. De feesten van de kerk waren grote gebeurtenissen in ons leven. Het hele huis was dan doortrokken van een bepaalde sfeer. Nog meer indruk maakte de plotselinge dood van zijn vader en zijn beste vriendje. „Mijn latere theaterwerk is verbonden gebleven met het gegeven dat het leven iets kostbaars is, dat ons elk moment kan ontvallen.
Toneelspelen leerde hij op het bisschoppelijke college in Roermond. „Daar groeide de overtuiging dat ik acteur zou worden, hoewel dat in onze familie zeer ongebruikelijk was. Aan de Arnhemse toneelschool hield hij het na een jaar voor gezien. Met een medestudente vertrok hij naar het Groninger platteland en ruilde het rooms-katholicisme in voor de oosterse mystiek. „In die periode is het idee geboren om poppenkast te gaan spelen. Ik wilde de wereld iets vertellen van mn eigen hart. Van afvalmateriaal heb ik poppetjes gemaakt, figuren die ik later de familie ben gaan noemen. De familie van de jongeman, die al spelend is geboren: uitdrukking van mijn innerlijke zoeken.
Je zou kunnen zeggen dat de jongeman elckerlyc is, de mens op zoek naar zichzelf. Het oosten zoekt naar een innerlijk bewustzijn dat je uittilt boven het zijn in deze wereld. Waardoor je wordt wie je ten diepste bent. De persoonlijke God Die mij geschapen heeft, Die zich heeft geopenbaard als de God van Abraham, Izak en Jakob, Die later in Christus mens werd, verdween daardoor uit mijn leven.

Genoeg gewacht
Hij begon zijn voorstellingen op scholen, met een juten poppenkast en een oude gitaar. Ook volwassenen bleken gefascineerd door zijn werk, dat al improviserend ontstond. Van een lokale poppenkastspeler groeide Jozef van den Berg uit tot een bekend acteur met optredens in binnen- en buitenland. Eigenaar van een toneelbedrijfje met een manager en twee technici.
De dodelijke ziekte van zijn broer Aloys bracht hem tot het schrijven van Genoeg gewacht, een weerwoord op Samuel Bucketts beroemde Wachten op Godot, een toneelstuk over twee zwervers die wachten op een weldoener die nimmer komt. „Een onvervuld wachten en intussen voltrekt de tijd zich. Daar kwam ik tegen in opstand. Ik heb Godot het verlangen gegeven om wel te komen, omdat hij het wachten niet langer kon verdragen.
Aan het eind van het stuk zit de jongeman onder een boom vol bloemen, waar hij tot rust komt. In de kleren van Godot, verbeelding van de oosters-mystieke gedachte dat de mens in zichzelf de oplossing vindt. Je wacht op Godot, maar je bent het zelf. Gij zijt de boeddha, word wie ge zijt. Maar elke avond als de jongeman onder die boom vol bloemen zat te zijn wie hij was, wist ik: Het klopt niet, Jozef. Ik ervoer innerlijk dat de mens onmogelijk zn eigen oplossing kan zijn.

Gekomen
Ruim tachtig keer speelde Van den Berg het stuk, dat hij steeds weer aanpaste. „Voor Aloys. En met het oog op mezelf. In mijn vorige voorstelling De pleisterplaats, een bed op vier palen aan de zee, had ik de jongeman alles afgepakt. Met al zijn zoeken was hij aan een eind gekomen. In zekere zin wachten we allemaal op Degene Die ons redt van de dood. De fysieke dood, maar ook de geestelijke dood van de mens die niet leeft met Degene Die Hem het leven heeft gegeven. God zoekt de mens door de mens te laten zoeken.
Op 14 september 89 was de Belgische première van Genoeg gewacht gepland. Erna een tournee door de rest van België, gevolgd door voorstellingen in Amerika en Rusland. Vijf minuten voor de aanvang van de voorstelling maakte Van den Berg het publiek in de Antwerpse schouwburg De Singel deelgenoot van zijn innerlijke ervaringen. „Dat ik in mezelf het antwoord had gezocht op de diepste vragen, maar dat het antwoord Christus is. En dat daarmee een einde was gekomen aan mijn theaterspel. Het voertuig van mijn zoeken kon de gevondene niet meer dragen.
In zijn beslissing speelde de bekering van Augustinus een belangrijke rol. „Omdat onze hele toekomst ervan afhing, moest ik zeker weten dat ik me niet vergiste. De maanden ervoor had ik veel gelezen in de Confessiones. Ook de zoektocht van Augustinus eindigt onder een boom, waar hij een kind hoort roepen: Neem en lees. In De Singel heb ik, staande op het toneel achter een doek van gaas, mn Bijbel opengeslagen, en de tekst die ik las, was: „Daarom, ga weg uit hun midden, scheidt u af, spreekt de Heere, en houdt u niet vast aan het onreine, en Ik zal u aannemen, en Ik zal u tot Vader zijn.

Starets
In de maanden die volgden, bezocht Van den Berg oosters-orthodoxe kloosters in Engeland en Griekenland. In Athene ontmoette hij de monnik Porphyrios, die hij zijn geestelijke vader noemt. „Een echte starets, die alles van me wist, zelfs de geheimen van mijn hart. Hij heeft grote invloed gehad op mijn beslissing om toe te treden tot de heilige orthodoxe kerk.
In juni 1991 meende de tot inkeer gekomen acteur een nog ingrijpender stap te moeten nemen. Het leven met vrouw en kinderen wisselde hij in voor een bestaan als kluizenaar. Van huize Kerkenstein in Herwijnen toog hij naar Neerijnen, waar hij zich in de fietsenstalling achter het gemeentehuis vestigde. Zijn schamele bezittingen opgeborgen in een houten kist, levend van het gegeef.
„Deze weg heb ik niet zelf gekozen, verzekert de kluizenaar, ter verdediging van zijn aanvechtbare beslissing. „Dan had ik vanuit mn eigen verstand vrouw en kinderen verlaten. Dat zou ik nooit gekund hebben. Alleen als God je roept, met huid en haar, is het mogelijk. Ook de apostelen moesten banden doorknippen. Ze lieten hun vrouwen achter, een oude vader in een boot. Natuurlijk is het voor mn gezin een moeilijke, bijna onbevattelijke gebeurtenis geweest, maar zij zijn daarin gesteund, net als ik.

Onontkoombaar
Nadat een besluit van burgemeester en wethouders Jozef noopte het fietsenhok te verlaten, bood overbuurman Harm Hazelhoff uitkomst. Op een stuk grasland naast diens bungalow bouwde de zonderlinge inwoner van Neerijnen zijn kluis. In de vorm van het bed uit De pleisterplaats, onder een kweeperenboom. De kist gaf hij een plaats in de voorwand van de kapel.
De kluizenaar is ervan overtuigd dat hij zich niet buiten de omheining van Neerijnen en Waardenburg moet begeven. Zo nu en dan wordt hij bezocht door zijn vrouw en de kinderen: Lotte, Maartje, Jasmijn en Jesse. Een enkele keer komt zijn 87-jarige moeder mee.
Vader Martin van de orthodoxe kerk in Breda en vader Seraphim van het klooster van de heilige profeet Elias in St. Hubert staan hem pastoraal bij. „Zelfs voor de heilige kerk is de weg die ik moet gaan een mysterie. Het toneel is me uit handen gevallen. Mijn roeping om de ontmoeting met God uit te dragen, speelt zich nu in het leven zelf af. God wil ons iets geven dat het verstand te boven gaat. Daarom zeggen de heilige vaders dat je de waarheid, die Christus is, eigenlijk alleen kunt léven.

Tragedie
Buiten trekt de wind aan tot een novemberstorm, die de kluis doet rillen. De geur van brandend hout uit het kacheltje in de kapel mengt zich met het aroma van de brandende wierookkaarsen op tafel. Door het klokgelui van de oude hervormde kerk tegenover de pleisterplaats klinkt het monotone gekoer van de duiven en het geroezemoes van voorbijtrekkende kinderen.
„Ik ontvang veel liefde, mijmert Jozef. „Hier mag ik douchen, daar de was doen, bij Harm haal ik water, kindertjes komen me eten brengen. Vanmorgen dacht ik: Nu komt die journalist en ik heb nog maar vier speculaasjes. Brengt u een pak rondos mee. Zo is het al die jaren gegaan. Wonderbaarlijk!
De dagen brengt de starets van Neerijnen door met gebed, overpeinzing, het bestuderen van de Bijbel en de kerkgeschiedenis, het draaiend houden van zijn eenvoudige huishouding en het ontvangen van bezoek. „Of ten diepste begrepen wordt waaróm ik hier ben, dat is in Gods hand. Eerst meende ik dat ik met de kist door de wereld moest gaan lopen. Toen ik inzag dat ik hier moest blijven, ging ik beseffen dat ik wel een tocht maak, maar stilstaand. Al schrijvend vertel ik mijn reiservaringen. Die vertelling bewaar ik in mijn kist. In de verwachting dat God er een bedoeling mee heeft. De mens is geschapen voor de eeuwigheid, met de onuitsprekelijke bestemming om volmaakt gelukkig te zijn met God. Een hogere vreugde is niet denkbaar. Maar de mens zonder God komt niet verder dan Wachten op Godot. Dat is de grote tragedie van deze wereld.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 december 2000

Terdege | 164 Pagina's

Een levend schouwspel

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 december 2000

Terdege | 164 Pagina's