Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„We willen geen nieuwe dorpen"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„We willen geen nieuwe dorpen"

Veluwse gemeenten vechten tegen permanent wonen op campings

12 minuten leestijd

Steeds meer dak en steeds minder bos, zo lijkt het. Campings op met name de Veluiue veranderen in rap tempo in bungalowparken. Tenten en caravans worden ingeruild voor luxe chalets. Niet alleen dé zorngTj^mgar ook de andere drie jaargetijden zijn in trek. Mensen permanent op de camping. „Nog even en om de Veluwe staat een groot hekwerk."

Vroeger heette het "De Immenberg". Het was een ietwat verlepte camping pal naast de snelweg ASO, tussen Hoenderloo en Beekbergen. Veel aanloop had De Immenberg niet. Slechts een handjevol verdwaalde kampeerders of zij die op doorreis hun kostbare sleurhutje voor een nachtje veilig wilden stallen, wisten het terrein te vinden. Nu leiden rododendrons drie rijen dik naar een fraaie toegangspoort met glanzend naambordje: "Green Village Parcs". Krachtige fonteinen zorgen voor hoog opspattend water. Bruggetjes, kunstig op elkaar gestapelde stenen, bomen in aanplant; het moet er allemaal nog van komen. Maar het zal er van komen. „Toen er sneeuw lag was het hier IMIÉH schitterend", zegt J. van der Does in een van de fraai ingerichte huizen op het park. Zijn vrouw laat wat foto's van de winter zien. Het echtpaar is uitermate tevreden met hun tweede huis op een kavel aan de waterpartij. Houten vlonder net boven het water. „Fantastisch. Je verkeert constant in een vakantiegevoel." De familie Van der Does had enkele goedlopende fotozaken. „Dag en nacht werken." Dat is nu voorbij. De zaken deed Van der Does van de hand. „Dit jaar word ik zestig", zegt hij. „We genieten van het leven. Volgende week gaan we naar Portugal."

Schaapjes
Het zijn de nieuwe rijken die op de Veluwe neerstrijken. Schaapjes op het droge om vervolgens naar de schaapjes te kijken. Op de fiets naar Loenen, winkelen in Apeldoorn, dineren in Hoenderloo. Op Green Village komen in totaal 65 woningen. Als paddestoelen schieten de witte chalets uit de grond. In twee dagen zetten medewerkers van de firma "Duntep mobiele bungalows bv" uit Staphorst een chaletje neer. Erkers, dakgoten en zelfs de regenpijp zitten al aan de kant-en-klare elementen die per dieplader worden aangevoerd. Dakpannen erop en het tweede huis is klaar.De prijzen van de huizen op Green Village variëren van 330.000 gulden tot dik vier ton. En ze gaan als zoete broodjes. Ook buurcamping De Reeënberg is inmiddels door Green Village Parcs ingenomen. Eigenaar B. Dirksen van de Reeënberg wil niet praten, maar kijken mag wel. Witte bungalows met grijze daken, zo ver het oog reikt. Versteende kabouters geven een kleurtje aan de tuintjes-in-aanleg. Hier en daar als dissonant een houten Gamma-schuurtje. Een bord meldt dat het park „bijna is uitverkocht". De kavels 19, 26 en 81 zijn nog te koop. Naar verluidt is eigenaar Dirksen financieel binnen. Voorheen telde zijn parkje 130 jaarplaatsen voor sta-caravans. Daarvan was nog niet de helft verhuurd. Zijn drie sterrenstatus raakte hij kwijt omdat het spul te dicht bij de steeds drukker wordende snelweg lag. Dirksen was de wanhoop nabij. Tot er een projectontwikkelaar met een zak geld langskwam. Het witte dorp was een feit.

Plek
De markt voor het tweede huis is groeiende. Steeds meer recreatieterreinen in bosrijke streken van het land veranderen in mini-dorpen met permanente bewoners. Van de dertien kampeerterreinen in Beekbergen zijn of worden er zeven omgevormd tot chalet-park. Het glanzende magazine "Het tweede huis" biedt tientallen andere locaties, zoals Voorthuizen („een plek om lief te hebben"), Kootwijk (alleen voor 40-plussers) en Harskamp („ontmoet vogels en klein wild"). Het magazine voor „de liefhebber en bezitter van een stacaravan, chalet of recreatiewoning" verschijnt vijf keer per jaar. Bouwers van de tweede huisjes adverteren in bloemrijke bewoordingen. Er is al een chalet „van een simpele Veluwe- maat" voor 24.950 gulden. Sommigen schromen niet om erbij te zetten dat de chalets van hout of kunststof „permanent bewoonbaar" zijn. De honger naar rust, frisse lucht en ruimte lijkt niet te stillen. De Veluwe vecht al jaren tegen het misbruik van vakantieparken. Neem bijvoorbeeld de gemeente Barneveld. Bij elkaar telt de over verschillende woonkernen verdeelde gemeente meer dan 60 campings met ongeveer 8500 plaatsen, waarvan ongeveer 10 procent vast bewoond worden. Barneveld geeft jaarlijks 200.000 gulden uit om dit terug te dringen. Maar het is dweilen met de kraan open. Voor elke honderd huishoudens die jaarlijks hun permanente bewoning beëindigen, vestigen zich er weer net zoveel nieuwe.

Hoog tempo
Uit een vorige maand gepresenteerd onderzoek van de Hogeschool IJsselland in Deventer blijkt dat het chalet de caravan verdrijft. In vijf gemeenten (Apeldoorn, Nunspeet, Haaksbergen, Leersum en Ommen) zijn op 40 procent van de terreinen de jaarplaatsen voor stacaravans verdwenen en vervangen door chalets. Daarbij gaat het om ruim 800 jaarplaatsen. In vrijwel alle gevallen wordt een flink deel van de chalets permanent bewoond. Verkapte luxe woonwijken in het groen. Sinds de invoering van de Wet op de Openluchtrecreatie in 1995, waarmee de Kampeerwet kwam te vervallen, worden campings in hoog tempo omgezet in chaletparken. Recreatie-ondernemers werken daarbij vaak samen met chaletbouwers en projectontwikkelaars. Een standplaats voor een stacaravan levert gewoonlijk per jaar 2000 tot 3500 gulden op, terwijl een chalet eenmalig een bedrag tussen de 75.000 en 500.000 gulden in het laatje brengt. De keerzijde van de medaille is dat een groot aantal langkampeerders met lagere inkomens nergens meer terecht kan. Enkele jaren geleden telden Hoenderloo en Beekbergensamen 5600 toeristische standplaatsen. Nu nog 4400. De mooiste plekjes zijn ingenomen door de luxe chalets. Kamerlid Poppe van de Socialistische Partij zei het zo: „De rijken kunnen naar de Veluwe, de rest moet doorrijden naar Groningen."

Verbetering
Soms steekt de rechter een stokje voor de wilde plannen. De eigenaar van camping "De Scheepsbel" in Doornspijk wilde begin vorig jaar zijn terrein met 450 staanplaatsen omvormen tot een recreatiepark met 250 huisjes. Het Elburgse gemeentebestuur was voor en stelde een nieuw bestemmingsplan op. Wethouder G. Wijnen noemde het project „een kwalitatieve verbetering van het park. Er komen minder huisjes dan er kampeerplaatsen zijn. Er ontstaat minder druk op de natuur. Het is pure milieuwinst'." De provincie weigerde echter het bestemmingsplan goed te keuren dat de gemeente opstelde om de omzetting mogelijk te maken. Volgens de provincie liet de gemeente na aan te tonen dat er behoefte was aan de huisjes. Ook vreesde de provincie dat de huisjes permanent bewoond zouden gaan worden. Het gemeentebestuur legde zich niet neer bij het provinciaal besluit en stapte naar de Raad van State. Die besUste in september vorig jaar dat de gemeente geen bouwvergunning af mocht geven voor de huisjes. Een Elburgse milieugroep zag de uitspraak als een steun in de rug. De milieugroep verzette zich tegen de omvorming omdat een camping milieuvriendelijker is dan een bungalowpark. „Onder caravans hebben dieren vrij spel, er is minder bestrating en de natuur kan meer haar gang gaan."

Flatje
Recreatiepark "'t Veluws Hof" ligt weggestopt in de bossen bij Hoenderloo. De schommels op de kinderspeelplaats wiebelen zachtjes in de wind. Het openluchtzwembad staat zonder water. De campingwinkel zit potdicht. „Lekker rustig hé", zegt eigenaar Cees van Meerten. Het laatste weekend van maart start het seizoen. Gekkenhuis tot half oktober. Van Meerten gaat voor over zijn park. Groet hier en daar een medewerker. Bij de -zo meldt een bordje- "Hofstede van Piet en Mien" houdt hij stil. „Een stel uit Gouda. Zitten daar op een flatje maar zijn nagenoeg de hele zomer hier." Even verderop knalt een knots van een witte stacaravan tussen de bomen uit. Stageld: 2800 gulden per jaar. „Mensen uit Wormerveer. Zitten in de zomer acht weken op deze plek." Op 16 hectare grond heeft Van Meerten 700 eenheden. Hartje zomer trekt zijn park 1500 gasten. In de winter zijn vijftig tot zestig caravans bezet. „Mensen uit de Randstad die in het weekend de stress ontvluchten en op de Veluwe onthaasten." Permanente bewoners heeft Van Meerten „nauwelijks". Wil hij ook liever niet. „Het gedragvan iemand die er constant zit is anders dan van iemand op vakantie. Ga maar na: u bent tijdens uw vakantie ook anders dan de rest van het jaar. Vaste bew^oners denken dat ze meer privileges hebben dan anderen. Denken ze." Toch komen ze. Van Meerten: „Noem het de randverschijnselen van de maatschappij. Echtscheiding. Zij blijft in het huis, hij moet eruit. Je hebt niet zomaar iets anders. Of een gezin dat een huis laat bouwen, het oude goed kan verkopen en een paar maanden moet overbruggen. Lui uit het buitenland. Zo heb ik er drie tot vier per week. De woningnood is hoog."

Groen
„Geen permanent wonen in vakantiehuizen". Evert Leusink, beleidsmedewerker van de Dienst Ruimtelijke Ordening en Wonen van de gemeente Apeldoorn, neemt krachtig stelling tegen de oprukkende chalets. „Waar recreatie wonen wordt, kunnen we recreatie vergeten. De Veluwe moet beschikbaar blijven voor de recreant. Het is het laatste stuk groot groen dat Nederland nog heeft." Met ruim 80 campings en recreatieterreinen mag Apeldoorn zich een van de grootste toeristengemeenten van Nederland noemen. Bijna alle plekken liggen in het landelijk gebied, in het bos of op de hei. De gemeente sloeg begin december 2000 de schrik om het hart toen staatssecretaris Remkes van Volkshuisvesting in de nota "Mensen, wensen en wonen" aangaf permanente bewoning van vakantiehuizen te willen toestaan. „We willen absoluut geen nieuwe dorpen", zegt Leusink. Tegelijkertijd is de maatschappelijke druk vanuit de bestaande, tot de gemeente Apeldoorn behorende dorpen als Beekbergen en Hoenderloo groot. Kinderen die trouwen kunnen in hun eigen dorp geen woonruimte vinden. Naar „de stad" Apeldoorn willen ze niet. Als ze dan zien dat westerlingen permanent in hun vakantiehuis wonen is de verontwaardiging groot. Volgens Leusink zitten er ongeveer 300 huishoudens permanent op de camping. „Nog geen drie procent van het totale aantal." Daaronder vallen ook de mensen die wegens een „acuut probleem" (echtscheiding, calamiteit) huisvesting nodig hebben. „Die mogen maximaal een halfjaar blijven zitten."

Verjaardag
De gemeente Apeldoorn maakt serieus werk van het illegaal permanent wonen op campings en bungalowparken. Volgende maand wordt de eerste verjaardag gevierd van een convenant dat de gemeente sloot met de Vereniging van Apeldoornse Recreatie Ondernemers (VARO) en de landelijke organisatie Recron. Daarin zijn afspraken gemaakt om het permanent wonen op recreatieterreinen tegen te gaan. Contracten met 'bewoners' moeten aan strenge eisen voldoen. Van der Does, verse bewoner van Green Village Parcs in Beekbergen, bevestigt de clausule. „We mogen hier niet permanent wonen, dat staat op papier. Maar wat is permanent wonen? We wonen officieel in Bilthoven, maar recreëren hier. Toch gauw zo'n zes a zeven maanden per jaar." Eigenaar Van Meerten van 't Veluws Hof en voorzitter van de VARO wil het geen wonderlijke constructie noemen, maar toch: „Je mag hier op de Veluwe niet een dag komen wonen maar wel 365 dagen per jaar recreëren." Volgens Leusink van de gemeente Apeldoorn is het convenant de juiste methode. „Je pakt de eigenaar van een terrein aan en niet de mensen die er staan. In het uiterste geval raakt de exploitant zijn kampeervergunning kwijt." De controle is intensief Zelfs een extern recherchebureau is ingehuurd om de bewoners te observeren. „Je ziet snel genoeg of iemand constant op een locatie zit of niet."

Hart
Ook op 't Veluws Hof bij Van Meerten kwam de projectontwikkelaar langs. Park aan kant, chalets erop. Geen sores meer. Prachtige toekomst. Hij kon een miljoen gulden per hectare vangen. Deed het niet. „Sinds twee weken zit in 25 jaar in dit vak. Het recreatieondernemerschap zit me in het bloed. Er komen hier mensen die er langer staan dan ik er ben. Het sociale leed datje veroorzaakt als je zegt dat ze morgen moeten vertrekken. Dat gaat me aan het hart." „Mensen komen hier voor de rust. Voor de natuur. Het is hier geen Egmond aan Zee of Renesse waar 's zomers 24 agenten de boel rustig moeten houden. De politiepost in Hoenderloo is nota bene opgeheven." Graag zou hij zijn bedrijf uitbreiden. „Omdat de gezinnen kleiner worden, zitten er minder mensen op de campings. In Hoenderloo is dat 14.000 tegen 19.000 enkele jaren geleden. Dat heeft financiële consequenties. Bovendien worden de caravans steeds groter en luxer. Mensen willen meer ruimte om zich heen." Naar eigen zeggen is Van Meerten al acht jaar in gesprek met de gemeente Apeldoorn om er 4 hectare bij te trekken. „Het is redelijk frustrerend dat de overheid zoiets tegenhoudt. Terwijl ze weet dat de projectontwikkelaars goud geld voor deze grond bieden." Volgens Van Meerten zijn er in de gemeente Apeldoorn inmiddels „een dikke duizend plaatsen voor de kampeerder verloren gegaan." Op den duur snijdt de gemeente zichzelf in de vingers, denkt hij. „Iemand die hier vast zit geeft veel minder uit dan iemand die twee of drie weken komt. Als u uw uitgavenpatroon in de vakantie het hele jaar zou hanteren, bent u binnen enkele weken failliet. De toerist steekt ieder jaar voor 1,5 miljard gulden in de Apeldoornse economie. Dat wordt minder."

Jongeren
Intussen vechten de campingbewoners terug. De Landelijke Vereniging voor Permanent Wonen komt op voor hun belangen. Voorzitter is mevrouw M. van Roekei, die zelf sinds enkele jaren op een bungalowpark woont. Enkele duizenden mensen hebben zich al gemeld bij de club. Ze wisselen gegevens en ervaringen uit. Volgens Van Roekei zijn er drie groepen permanente campingbewoners: jongeren die willen samenwonen en geen huis kunnen krijgen, ouderen die buiten de stad van een rustige oude dag willen genieten en mensen die dichterbij hun werk willen wonen om zo bijvoorbeeld de files te ontwijken. Van Roekei vindt dat er niets mis is met het constant wonen op campings. Ze wil strijden voor een legale status. Ook zal de rechtsongelijkheid van verschillende gemeenten aan de kaak worden gesteld. „Desnoods tot aan het Europees Parlement." Het convenant tussen de gemeente Apeldoorn en de VARO heeft inmiddels geleid tot een scheuring binnen de vereniging van recreatieondernemers. Drie van de 43 leden hebben afgehaakt: zij die hun park laten ombouwen. En niet te zuinig. Dat moet Van Meerten wel van het hart: „De boel wordt grondig aangepakt. Het aanzicht van de bedrijven verbetert zeker met 400 procent. Heeft u die fonteintjes op Green Village gezien? Mooi om te zien, maar het geluid dat ze maken moet de herrie van de snelweg verdoezelen."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 31 januari 2001

Terdege | 96 Pagina's

„We willen geen nieuwe dorpen"

Bekijk de hele uitgave van woensdag 31 januari 2001

Terdege | 96 Pagina's