Tuchtoefening tot behoud
Ds. P. Mulder: "Laten we het kerkelijk spreken niet te gauw als bevoogding zien"
De tijd knaagt aan de tucht. In een maatschappij waarin het individualisme hoogtij uiert, laat de mondige mens zich steeds minder gezeggen. Functioneert de kerkelijke tucht nog? „Een schaap dat wegdwaalt, moet je proberen terug te brengen", zegt ds. P. Mulder. Tucht beoogt heilzaam te zijn. Niet tot beuoogding, maar tot behoud. Een drieluik ouer kerkelijk opzicht in de 21e eeuw.
Ds. P. Mulder, predikant van de Gereformeerde Gemeente in Dordrecht, wil een interview over kerkelijke tucht „uit de sfeer van het slaan van piketpaaltjes houden. Het woord 'straf past al helemaal niet bij kerkelijke tucht, al werd daar in vroeger tijden wel eens anders over gedacht. Onder de Wederdopers deden zich tal van splitsingen voor, mede omdat men zo druk was met het in de ban doen van minder sierlijke leden en mensen met licht afwijkende opvattingen." In de tijd waarin de Gereformeerde Gemeenten ontstonden, door het samensmelten van Ledeboeriaanse gemeenten en Kruisgemeenten (1907), gebeurde het dat iemand na het afleggen van schuldbelijdenis een aantal weken of maanden censuur kreeg opgelegd. Als boetedoening. Ds. G.H. Kersten trok in zijn boekje "De Tlicht in de Kerke Christi" daartegen te velde. Hij betoogde dat de hantering van deze sleutel des hemelrijks geen straf, maar medicijn moet zijn. Niet elke kerkenraad ging daar echter voetstoots in mee. Zoals op zo veel ter- 38 reinen heeft ds. Kersten ook op het gebied van de tuchtoefening veel geduld moeten oefenen voordat er orde op zaken was gesteld.
Behoud
Tucht is medicijn, benadrukt ook ds. Mulder. „Tlichtoefening beoogt, als het goed is, de eer van God, de reinheid van de gemeente en het behoud van zielen. Het komt gelukkig voor dat mensen ervan overtuigd raken dat ze schuld moeten belijden. Die zijn ongerechtigheid belijdt en laat, zal barmhartigheid geschieden. Het gebeurt, al is het niet vaak, dat iemand uit eigen beweging naar de pastorie komt om zonden te belijden, soms van vele jaren geleden. Jarenlang heeft zoiemand een last meegedragen. Soms is het genoeg om te luisteren, samen er bij bijbels licht over te praten, het biddend om vergeving aan de Heere voor te leggen. Is een derde door de zonde benadeeld of beschadigd, dan kun je de persoon die schuld komt belijden meenemen naar de betrokkene, als die nog leeft. Als we in de vreze des Heeren mogen wandelen, zoeken we, ook als gemeente, naar Zijn Woord te leven. Het onderhouden van Zijn geboden is dan een liefdedienst en geen wettische dienstbaarheid. De praktijk van alledag levert echter vragen op, veel vragen, want wij hebben een boos hart en leven in een samenleving die met Gods geboden nauwelijks meer rekent. Wie naar Zijn Woord wil leven, heeft de wereld tegen, en ook zichzelf."
Rapporten
De tucht begint onder de prediking, benadrukt de Dordtse predikant. „Daarin moeten de zaken bij hun naam genoemd worden, actueel, zoals de Heere Jezus in Zijn spreken ook concreet was. De noodzaak om het leven naar Gods inzettingen te doordenken, wordt steeds groter. Catechese, jeugdwerk en het onderwijs vervullen daarin een belangrijke rol." De maatschappij stelt de kerk steeds weer voor nieuwe ethische vragen. De Generale Synode van de Gereformeerde Gemeenten liet vrij recent rapporten opstellen over zondagsarbeid, omgang met de media en de veranderende huwelijkswetgeving. „De insteek was niet: Pas op dat je dit of dat niet doet, want anders kom je onder censuur. Het doel was om elkaar op te scherpen. Als het leven naar Gods inzettingen een liefdedienst is, is het geen keurslijf." Ds. Mulder ontwaart in de praktijk weleens een zekere discrepantie. „We willen best dat er met ons meegedacht wordt over medische dilemma's. Bij andere kwesties, zoals het omgaan met de media en de vragen van het zakenleven, zoeken we het zelf wel uit. Uiteraard blijft de persoonlijke verantwoordelijkheid voorop staan, maar kerkelijk spreken wordt in deze tijd van individualisering soms te gauw als bevoogding gezien. Ook een kerkmens moet leren dat Gods geboden beschermend zijn en dat de mens zichzelf niet toebetrouwd is. Daarbij hebben ambtsdragers te waken over de zielen en leiding te geven aan de gemeente, met gezag van Christuswege."
Geleed en belijdenis
Tucht wordt toegepast als een lid van de gemeente duidelijk Gods geboden overtreedt, in openbare zonden leeft of als zijn gedrag Gods Naam ontheiligt of verwarring en opspraak in de gemeente teweegbrengt. „De strijd tegen de zonde lijkt dan soms een strijd tegen de zondaar, maar dat gebeurt met het gebed om zijn behoud, opdat hij loskomt van zijn zonde of dwaalgevoelen. Tucht gaat niet alleen over het leven, maar ook over de leer. Voor accentverschillen is er -en dat moet ook- altijd ruimte, al kan angst voor scheuring of onttrekking ook tot te grote voorzichtigheid leiden. Als iemand echter duidelijk dwaalt, wanneer hij bijvoorbeeld komt tot afwijzing van de kinderdoop en zich laat overdopen, is het volstrekt helder dat een kerkenraad de desbetreffende persoon kan afhouden van het Heilig Avondmaal. Schuldbelijdenis hoeft alleen in hetopenbaar te gebeuren als de zonde openbaar is. Daarbij is er geen principieel verschil tussen belijdenis doen in de kerk of voor de kerkenraad met bekendmaking aan de gemeente. Dat verschilt van plaats tot plaats en dat mag ook. We hoeven niet te proberen alle plaatselijke verschillen weg te werken."
Censuur
Als de zonde niet beleden en gelaten wordt, volgt na -vaak langdurige- vermaning de stille censuur, gevolgd door de eerste trap (bekendmaking dat iemand tegen een bepaald gebod zondigt en daarom onder censuur gesteld moet worden; zonder vermelding van zijn of haar naam), de tweede trap (met naam) en als derde trap de ban of afsnijding. Intussen is er steeds het herderlijk gesprek met het vermaan tot wederkeer, en het gebed, zegt ds. Mulder. Toepassing van de derde trap komt steeds minder voor. „Mensen vertrekken gemakkelijker naar een andere kerk. Daarbij speelt het individualisme een rol, maar ook de grotere bekendheid met andere kerkverbanden. De klem vanuit de Schrift is echter: „Wat gij op aarde binden zult, zal in de hemel gebonden zijn". Iemand moet zich dan wel enorm bedenken voordat hij onder die klem vandaan loopt." Naast deze getrapte tuchtoefening is er ook de afhouding. „Dat is geen tucht-, maar een ordemaatregel. Stel dat tegen iemand een verdenking bestaat of er doen geruchten de ronde, dan kan de kerkenraad besluiten iemand tijdelijk niet aan de sacramentsbedieningen te laten deelnemen. Daarmee spreekt de kerkenraad geen oordeel uit, maar de heiligheid van de Naam des Heeren en van het sacrament vergt dan dat iemand niet deelneemt totdat er duidelijkheid ontstaat. Dat kan heel naar zijn, zeker als beschuldigingen onterecht blijken, maar het is wel nodig."
Misuatting
Worden rond het Heilig Avondmaal soms niet strengere regels gehanteerd dan bij doopsbedieningen.''
„Beide sacramenten zijn heilig. Toch kan er enig verschil zijn. Bij het Avondmaal gaat het om een persoonlijke zaak van een volwassene. Bij de doop gaat het niet alleen om de ouders, maar ook om hun kind. De kerk moet zoeken dat een kind gedoopt wordt. Vroeger gebeurde het zelfs wel eens dat grootouders het ja-woord uitspraken als de ouders dat niet mochten doen. Dat is natuurlijk niet ideaal, zeker niet omdat grootouders nu zelden meer bij een gezin inwonen en dus nauwelijks een aandeel in de opvoeding hebben. Het toont echter wel dat men het kind niet ongedoopt wilde laten. Als een ouderpaar om bepaalde redenen toch niet toegelaten wordt tot het uitspreken van de doopbelofte, wijst de kerk er nadrukkelijk op dat de ouders door hun gedrag er zelf verantwoordelijk voor zijn dat hun kind nog niet gedoopt kan worden." Teleuisiebezit is voor een deel van de feerfeenraden binnen de Gereformeerde Gemeenten aanleiding tot zo'n besluit.
Zijn dergelijke uerschillen tussen gemeenten niet verwarrend? „Tuchtoefening blijft een zaak van de plaatselijke kerkenraad. Het is een misvatting dat synodes daarover zomaar allerlei beslissingen nemen. Zij doen uitspraken naar aanleiding van concrete gevallen die door een appèlzaak op een meerdere vergadering komen. Verder beperken classes en synodes zich tot het uitzetten van grote lijnen. Als bijvoorbeeld de rechter de echtscheidingswetgeving versoepelt, zoeken de gemeenten daarin in gezamenlijkheid hun weg, maar zonder dat de synode precies aangeeft hoe een kerkenraad in een concreet geval precies moet handelen."
Niet belachelijk
Enkele kerkverbanden kwamen tot de uitspraak dat privé-gebruik van internet censurabel is. „Ik heb er moeite mee als mensen dat in het belachelijke trekken", zegt ds. Mulder. „Zeker is er, zoals onze laatste synode zei, 'het gevaar dat het synodale spreken te ver af staat van de werkelijkheid en daardoor ongeloofwaardig overkomt'. We moeten deze besluiten over internet echter vooral zien als herderlijke bewogenheid met het zielenheil en het leven naar Gods geboden. Het is veel kortzichtiger om de deuren naar de wereld wijd open te zetten of zo veel nadruk op de persoonlijke verantwoordelijkheid te leggen, dat individualisme en zondig misbruik alle ruimte krijgen." Het gebed moet alle tuchthandelingen omgeven, benadrukt ds. Mulder. „Gebed om ootmoed voor degene die het betreft, maar ook voor de ambtsdragers die op bezoek gaan. Wat is het groot als een ambtsdrager ónder iemand kan gaan staan. Als we zelf Gods bewaring nodig weten te hebben, kunnen we vanuit de laagte met iemand spreken, pastoraal, maar wel met gezag, omdat de eer des Heeren weegt."
In orde
De kerkordelijke praktijk in de Gereformeerde Gemeenten is in deloop van vele jaren gegroeid. Leidraad daarbij was de Dordtse Kerkenordening. Ds. K. de Gier is voor de doordenking daarvan van grote betekenis geweest. Vorig jaar verscheen het boek "In orde". Het bevat een "handleiding en toelichting bij de kerkelijke rechtspraak", zoals vastgesteld door de synode van 1998. Ds. Mulder is voorzitter van de commissie die het boek samenstelde en in alle classes een bijeenkomst belegde waarin het werd besproken. De eerste 1500 exemplaren zijn inmiddels uitverkocht. Ook van buiten de Gereformeerde Gemeenten bestaat er vraag naar. „Er was behoefte aan uitwerking van de bestaande richtlijnen", zegt ds. Mulder. „Die duidelijkheid is ook nodig als de burgerlijke rechter bij een zaak betrokken zou kunnen raken." Neemt die bemoeienis toe? „Op zichzelf niet. Wel het aantal gevallen waarin mensen naar de rechter stappen. Het initiatief gaat eigenlijk altijd uit van een gemeentelid, dat daarmee in principe wel de verkeerde weg bewandelt, want bij zijn belijdenis beloofde hij zich te onderwerpen aan vermaning en tucht. Een rechter redeneert vaak dat iemand vrijwillig lid is van een kerk en zich dan ook maar aan de regels van die kerk moet onderwerpen. Het is wel zaak dat kerkelijke procedures zorgvuldig worden gevoerd. Meestal toetst de rechter vooral daarop."
Levenshouding
Een nieuwe tijd brengt nieuwe vragen voort. De vragen rond zondagsarbeid worden complexer en de huwelijkswetgeving ontspoort. Televisie is altijd afgewezen, maar dat wordt moeilijker als tv en computer steeds meer ineenvloeien. En over internet is de gereformeerde gezindte nog lang niet uitgepraat. Ds. Mulder heeft „geen behoefte aan forse uitspraken. Concrete vragen moeten in het kader staan van wat in ons leven wezenlijk is. We moeten de symptomen wel bestrijden, maar niet uit het oog verliezen dat het symptomen zijn van een levenshouding die onze gezindte bedreigt. Het hier en nu lijkt de levens zo op te slokken in deze gehaaste tijd. De mens wordt zo beziggehouden met de dingen van dit leven. Als ons leven echter doortrokken is van het eeuwigheidsbesef en de zaken van Gods Woord, zullen we ons te midden van zo veel nieuwe ontwikkelingen vreemdeling voelen. Dan heeft de kerk een duidelijke boodschap: Waakt! Zoek in de eerste plaats de vreze des Heeren. In het houden van Zijn geboden ligt grote loon. De vreze des Heeren doet wijken van het kwade en is het beginsel der wijsheid. Daarin ligt de ware levensvreugde."
Volgende keer: Ds. J. Harteman, hervormd predikant te Wezep.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 februari 2001
Terdege | 103 Pagina's