Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Katwijk, hervormd bolwerk aan de Noordzee

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Katwijk, hervormd bolwerk aan de Noordzee

„Met zon Manhattan als dat van Scheveningen zouden wij ons zeer ongelukkig voelen"

12 minuten leestijd

Aan het Prins-Hendrikkanaal, eens centrum van visverwerkers en kuipers, staan nu woontorens. Slechts een gering deel van de Katwijkse bevolking leeft nog van de zee. Het zilte verleden is geconserveerd in een museum, ondergebracht in de voormalige woning van reder F.E. Meerburg. Maar de gemeenschapszin bleef in het orthodox hervormde bolwerk behouden. Een kennismaking met de publiekstrekker van Wegwijs 2001. „Het is hier net als met het dorpje van Asterix, we blijven moedig strijden voor onafhankelijkheid.

De bel van de woning aan de Te Brittenstraat geeft geen teken van leven. Bezoekers van Kees van Rijn hebben hem ook niet nodig. Wie aan het touwtje uit de brievenbus trekt, verschaft zichzelf toegang tot het onderkomen van de gepensioneerde visser.
Op tafel ligt een map met oude krantenknipsels. Over Katwijkse bomschuiten en zeilloggers, vette en magere visjaren, kotters die van de helling liepen en schepen die op zee bleven. Zelf monsterde Van Rijn in oktober 45 aan op de Katwijk 2, een haringlogger van Bas Varkevisser. „Heel Katwijk leefde in die tijd zon beetje van de vis. Aan het Prins-Hendrikkanaal was het altijd even druk. Kuiperijen, pakhuizen, scheepswerfjes, boeters... Nou zie je er niks dan huizen.
De koop van een eigen logger, met drie broers, werd een fiasco. „De moderne visserij kwam op, met grote PKs. Duizend, of nog meer. Die konden we niet bijhouden. De aanschaf van een kotter was ontoereikend om de neergang af te wenden. „We vingen niet, we besomden niet, op t lest kwamen we in t rood. Toen hebben we de schepen maar verkocht. Achteraf bezien hadden we ze slimmer kunnen houden, voor het quotum, maar ja, achteraf kijk je een koe in zn achterwerk.

Verdronken
In plat Katwijks, doorspekt met visserslatijn, schets de geboren Katteker een beeld van het ruwe leven in vroeger jaren. Achter de familiekiekjes in de woonkamer gaat de tragedie van het bestaan op zee schuil. „Das mn vader, wijst hij. „Die is in de oorlog verdronken, met het hele schip. Misschien op een mijn gevaren, wie zal het zeggen. Twee omes zijn ook in de oorlog met het hele schip vergaan. En das mn broer. Die is met gladdig weer verongelukt bij het lossen. Van de losplank op een wins gevallen.
Op een kastje in de hoek van de kamer staan ouderwetse portretten van twee jongens. Een zoon en een neef. „Mn zoon is in 69 met het hele schip op zee gebleven. De dag voor Koninginnedag, met prachtig weer. Waarschijnlijk is een van de bokken vastgelopen en hebben ze zichzelf omgetrokken. De jongen van mn zuster is het jaar ervoor verdronken. Ook met de hele bemanning, in een storm.
De gepensioneerde visserman spreekt erover met de gemoedsrust van een geslacht dat met de dood leerde leven. Een grote kleurenfoto van een legertje kleinkinderen herinnert hem dagelijks aan wat de Schepper hem liet. „In mei verwacht ik de zesendertigste. Slechts één ervan volgde het spoor van opa. „Die vaart op een Scheveningse kotter.

Dalveren
Hoewel de woning voor één bewoner fors bemeten is, kan de weduwnaar de ruimte in het weekend best gebruiken. Katwijks kroost bewaarde de gewoonte om op zaterdag of na de zondagse kerkdienst bij ouders en grootouders aan te lopen.
De overige dagen krijgt Kees van Rijn steevast een kameraad op de koffie. Klokslag half elf stapt Jaap Guijt binnen, bedient zichzelf uit de thermoskan en pakt een speculaasje. Bij hem was het geen tegenslag, maar zijn vrouw die hem afscheid deed nemen van de visserij. „Die kon niet tegen het alleen zijn. Het was nog lastig om een baantje aan de wal te vinden, Je kan niks, enkel varen. Bij een metaalbewerker waar ik terechtkwam, had ik het pottebenauwd. Heel de dag in zon fabriek, en goed opletten dat je niet te hard werkte. Dan was je te vroeg klaar en kreeg je trammelant met je maats. Soms liep ik urenlang zomaar te dalveren. Na een jaar heb ik het daar voor gezien gehouden.
Van de bouw, waar hij een hernia opliep, stapte de oud-visserman over naar het activiteitencentrum van de Willem van den Berghstichting, voor verstandelijk gehandicapten. „Das mn mooiste tijd geweest. Die kinderen zijn altijd vrolijk, altijd enthousiast. Het is de geschiedenis van tal van Katwijkse visserlui. De een werd bouwvakker, de ander chauffeur, Thijs van Duijn, die iets na elven onaangekondigd komt binnenvallen, belandde nadat hij botter, vleetlogger, kotter, trawler en grote vaart had afgewerkt bij zn schoonvader in de peen.

Dominees
Beter is het er in Katwijk niet op geworden, daarover is het drietal het roerend eens. Ook het behoudende vissersdorp wordt bedreigd door de springvloed van de secularisatie. „De zundag is de zundag niet meer, zegt Kees van Rijn. „Dag en nacht verschil met vroeger. Als toen de kerk aan ging, waren de straten leeg, waar of niet? Nou loopt er hier een met een surfplank onder zn armen, daar een met een handdoek over zn rug, dwars door het kerkvolk heen. Dat zag je vroeger niet.
„Alles gaat met de tijd mee, bevestigt Jaap Guijt. „Ik neem altijd de Israëlieten als voorbeeld. Als ze met Jozua het beloofde land in trekken, beloven ze plechtig de Heere te dienen, maar een geslacht later dient een gedeelte al de Baäls. Zo is het hier ook. We waren vroeger met de armoe rijker dan nu met de rijkdom. Als ik zondagsochtends naar de kerk loop en met een scheef oog bij de mensen in huis kijk, dan zie ik links en rechts de kindertjes achter de televisie zitten.
Toch zouden de drie hervormde vrienden hun geboorteplaats niet graag verlaten. In vergelijking met andere dorpen is Katwijk nog een hechte gemeenschap. De kerken zitten zondags tjokvol. En dominees hebben ze voor het uitkiezen. „We hebben er tien, zegt Van Rijn, „vijf gereformeerde bond, vijf confessioneel. Een deel van het hervormde volk kiest voor een kerkgebouw, ongeacht wie er voorgaat. Een ander deel kerkt bewust confessioneel of bond. De rest loopt zn favoriete predikant achterna. „Je hebt je eigen wijkdominee, licht Guijt toe, „maar dat wil niet zeggen dat je zondags bij hem naar de kerk gaat. Preekt-ie een end weg, dan pik je er een dichterbij. Of je moet hem heel graag willen horen. „Zo is dat, bevestigt Van Rijn. „Ik ga bij Vlietstra en Vlastuin, die bevallen mij het best.

Wartaal
En dan is er de Noordzee, met zijn onweerstaanbare aantrekkingskracht. De zee die nam, maar ook zo veel gaf. Vis en schelpen, eeuwenlang de belangrijkste bron van inkomsten. Het altijd wisselende spel tussen zand, wind en water. Als door een magneet worden de Kattekers naar de boulevard getrokken.
De oorspronkelijke bebouwing, nog te zien op een maquette in het Katwijks museum, moest plaatsmaken voor de Atlantikwall. Na de oorlog verrezen op de plek van de sfeervolle panden van weleer karakterloze blokkendozen. De drie Katwijkers bezien liever de positieve zijde. Buurdorpen tonen dat het veel erger had gekund. „De gemeente is hier nog redelijk behoudend. Daardoor hebben we een fatsoenlijke boulevard, met bijna niks dan woonhuizen. In Noordwijk en Scheveningen zie je enkel hotels.
Aan de kop van de boulevard legde kunstenaar Goke Leverland de sfeer van het oude Katwijk vast in het beeld van een pootjebadend echtpaar. Wat verderop plaatste de gemeente een windscherm voor het leugenaarsgezelschap dat er dagelijks samenschoolt. Bij hotel Noordzee, halverwege de boulevard, en bij de vuurbaak, aan het begin, zijn de overige twee te vinden. Zomer en winter gaan het dorpsnieuws, de landelijke politiek, de visserij, het Katwijks verleden en het jongste schandaal er over tientallen tongen. „Ik ging er vroeger ook wel eens bij staan, bekent Jaap Guijt, „maar op het langelest hoor je zo veel wartaal, dat hoeft voor mij niet.

Eerlijk verdeeld
Zomers gaan de gezelschappen van geboren Kattekers verloren in een drom toeristen. Hartelijk verwelkomd door hotels en horeca, gedoogd door de rest van Katwijk. „Degene die eraan verdient, ziet ze graag komen, degene die er niks mee te maken heeft, ziet ze graag gaan, vat Thijs van Duijn samen. Zelf behoort hij tot de laatste categorie. „In deze tijd is alles stil. Dan loop je toch zo lekker. In de zomer breek je op het strand je benen. Het lijkt wel een mierenhoop.
Baken van de boulevard en tevens mascotte van Katwijk is de eeuwenoude Andreaskerk, smetteloos wit, vastgelegd op talloze doeken van bekende schilders, onder meer van de Haagse School. Het scheelde niet veel, of hij was verloren gegaan. Jarenlang deed het godsgebouw dienst als opslag van een Katwijkse reder. Mede dankzij een door kunstschilders georganiseerde verkoop bleef het monument gespaard voor de slopershamer.
In het begin van de 20e eeuw kwam de kerk weer in handen van de hervormde gemeente en herkreeg hij zn oude functie. Als er een bonder preekt, gaat in de nieuwe kerk een confessioneel predikant voor. De volgende week wordt de volgorde omgekeerd. Zo gaat dat in Katwijk. „We hebben het allemaal eerlijk verdeeld, zegt Van Rijn.

Augustinus
Voor de kerk staat het robuuste beeld van een moeder met kind, boven een verdoofd signaalvuur. Geschonken door prinses Juliana, die tijdens haar studie in Leiden in een villa aan de Katwijkse boulevard woonde. De zee zal de dooden in haar wedergeven, predikt het opschrift. Wat verderop confronteert de pastorie van ds. W. van Vlastuin voorbijgangers met de befaamde spreuk van Augustinus, die de predikant gevelbreed achter het raam van zijn woning plaatste. Onrustig is het hart, totdat het rust vindt in God.
Van de tien dominees van hervormd Katwijk kijken er vijf op zee uit. Reden te meer om de sfeer goed te houden, want elkaar ontlopen is vrijwel onmogelijk. Begin vorig jaar dreigde het even mis te gaan, door twee voorlichtingsbijeenkomsten over Samen-op-Weg, georganiseerd door de hervormd-gereformeerde predikanten Vlietstra en Van Vlastuin en de confessionele ds. Stam. De Centrale Kerkenraad reageerde zeer geprikkeld op het initiatief. Inmiddels lijkt de rust weergekeerd.
Echte voorstanders zijn er volgens Guijt, een van de 170 hervormde ambtsdragers van Katwijk, nauwelijks. Zelf hoort hij tot de verklaarde tegenstanders. „Ik heb de oorlog meegemaakt. De Duitsers hebben bij ons de boel overlopen, maar toen ze hier eenmaal waren, vielen ze best mee. De eerste maanden! Naderhand begon het. Verordening zus, bekendmaking zo. Zo gaat het straks met Samen-op-Weg ook, let maar op. Als we eenmaal over de streep zijn, gaan ze hun ideeën doordrukken.

Gekkenlogger
Gerard van Delft, hoofd facilitaire dienst van het verzorgingshuis Duinrand, kent aan de informatieavonden historische betekenis toe. „De samenwerking tussen bonders en confessionelen was voor Katwijkse begrippen een soort doorbraak. Dat doe je niet.
De kenner van de Katwijkse historie vestigt er graag de aandacht op dat het orthodoxe karakter van het grootste hervormde bolwerk van betrekkelijk recente datum is. „In het begin van de 19e eeuw zag het er hier kerkelijk helemaal niet zo rooskleurig uit. De predikanten moesten waarschuwen tegen de zondagsontheiliging, er schijnt ooit op zondag afslag op het strand geweest te zijn. Pas aan het eind van de 19e eeuw had een geestelijk reveil plaats, onder ds. Oorthuys. Katwijk kreeg toen een confessioneel gereformeerd karakter, met een sterk bevindelijke inslag. Er is hier overigens altijd een onderstroom van gereformeerde bevindelijkheid geweest.
Critici gebruiken het woord mystiek. Ze weten zich gesteund door de geschiedenis van de Gekkenlogger, die in 99 landelijke bekendheid kreeg door de roman Waanzee van Robert Haasnoot. De godsdienstige waanideeën van opvarende Arend Falkenier zouden in 1915 aan drie bemanningsleden, die hij als werktuigen van satan beschouwde, het leven kosten. Van Delft beschouwt het als een exces, dat zeker niet te verklaren valt uit de prediking in die tijd. „Een week voor het vertrek van de logger deed ds. Bolkestein intrede met de tekst: Want zij hebben allen gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods, en worden om niet gerechtvaardigd, uit Zijn genade, door de verlossing die in Christus Jezus is. Veel evenwichtiger kan het niet, denk ik.

Badgasten
De stafmedewerker van Duinrand was actief betrokken bij de oprichting van het museum aan de voorstraat, in 1982, dat grotendeels wordt gerund door vrijwilligers. Het biedt een fascinerend beeld van de historie van het vissersdorp. Spittend in het verleden ontdekte Van Delft dat de Eerste Wereldoorlog een breuk in de cultuur veroorzaakte. „Er kwamen evacuées uit België, met heel andere gewoonten. Aan het begin van de twintigste eeuw arriveerden ook de eerste recreatieve badgasten, die de beslotenheid van de gemeenschap doorbraken. De oude dracht werd geleidelijk afgelegd.
De ontwikkeling werd versterkt door de vervanging van de platte bomschuiten door zeilloggers, die vanwege hun kiel niet op het strand konden liggen en daarom uitweken naar IJmuiden. „Het strand- en vissersleven veranderde daardoor radicaal. De blik moest naar buiten. Dat ging niet zonder slag of stoot. De afslag had nog jaren in Katwijk plaats. Van IJmuiden werd de vis met binnenvaartschepen via de Haarlemmer Trekvaart aangevoerd. Het kostte behoorlijk geld, maar dat deed er blijkbaar niet zo veel toe. Ze wilden de handel hier houden. Inmiddels is ook dat voorbij.
Wat overbleef, is het visserijgevoel. „De doorsnee Katwijker beseft nog altijd dat de visserij onze bakermat is. Verschijnt er een boek over, dan is het zo uitverkocht. Jongeren gaan graag nog eens een reisje mee. Op de een of andere manier zit het in de genen.

Asterix
Het gemeenschapsgevoel bepaalt tevens de wens om familiebadplaats te blijven, zonder hoge badhotels in de duinen en mondaine gelegenheden aan de boulevard. „Met zon Manhattan als dat van Scheveningen zouden wij ons zeer ongelukkig voelen, weet Van Delft.
Zolang de huidige verhouding in de raad gehandhaafd blijft, is er weinig reden tot vrees. SGP, RPF en CDA staan voor een terughoudend toeristisch beleid. Meneer Zwaan van lijst 8 is ook een voorstander van het behoud van traditionele normen en waarden. „Die is van het CDA overgestapt naar de RPF en vervolgens door wat ruis op de lijn voor zn eigen begonnen, maar inhoudelijk past hij helemaal in het christelijke kamp.
Enige angst van Katwijk is dat de overheid het dorp nog eens dwingt samen op weg te gaan met Leiden. In het geruchtencircuit circuleert het bericht dat die fusie in hogere kringen reeds wordt voorgekookt. Boeiende gespreksstof voor de gezelschappen aan de boulevard, die met stemverheffing de verantwoordelijke lieden onder het fileermes nemen. „Het is hier net als met het dorpje van Asterix, lacht Van Delft. „We blijven moedig strijden voor onafhankelijkheid. Leiden aan Zee ziet de Katwijker niet zo zitten. Diezelfde houding is er op kerkelijk gebied. Ze motten niet zeuren, we willen gewoon hervormd blijven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 februari 2001

Terdege | 116 Pagina's

Katwijk, hervormd bolwerk aan de Noordzee

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 februari 2001

Terdege | 116 Pagina's