Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het doodshemd van Bonifatius

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het doodshemd van Bonifatius

NPV-directeur dr. R. Seldenrijk: „We hebben ons in het euthanasiedebat te veel laten inpakken door procedurele punten"

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een heldere begripsbepaling. Die is voor dr. R. Seldenrijk, directeur van de Nederlandse Patiëntenvereniging, van cruciaal belang in de discussie rond de Nederlandse euthanasiewetgeving en -praktijk. Voor- en tegenstanders maken zich schuldig aan schimmige definities, die de zaak waar het om gaat met mist omgeven. „We moeten duidelijk aangeven waar het in de kern om draait.

Hij heeft net een delegatie van een Duitse hospice op bezoek gehad. Reden van de Duitsers voor het bezoek was na te gaan hoe het in het Nederlandse euthanasiedebat kon lopen zoals het liep, om een gelijke ontwikkeling in Duitsland te voorkomen. Het advies van dr. R. Seldenrijk, directeur van de Nederlandse Patiëntenvereniging, was duidelijk. Blijf onomwonden spreken over dat waar het in wezen om draait en verlies je niet in beschouwingen over de procedurele kant van de zaak.
„Vandaag de dag wordt onder euthanasie een vorm van actief medisch ingrijpen ter verkorting of beëindiging van het leven verstaan. Op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt, in een situatie waarin sprake is van een onomkeerbaar, elkaar beïnvloedend falen van vitale functies. Dat is een hele mond vol, maar hiermee is de huidige wetsbetekenis samengevat. Daar moeten we elkaar dus op aanspreken.
Vaak wordt euthanasie in één adem genoemd met pijnbestrijding en stervensbegeleiding. In hoeverre is die begripsverwarring een bewuste keuze van voorstanders van euthanasie, om hun optreden te rechtvaardigen?
„Dat kan ik niet helemaal overzien. Wel weet ik dat onze menselijke geest geneigd is begrippen zo veel mogelijk te modelleren naar de praktijk van het leven. Als je van mening bent dat euthanasie mogelijk moet zijn, is de verleiding groot om, wellicht onbewust, een slordige formulering te hanteren. Waarbij gesuggereerd wordt dat pijnbestrijding, stervensbegeleiding en euthanasie vloeiend in elkaar overgaan.

Morfine
„Pijndempende middelen zoals morfine kunnen het leven bekorten. De vraag is echter met welke intentie je die middelen inzet. Een kernbegrip in medische beslissingen is proportionaliteit: staat de belasting van dat wat we doen in verhouding tot dat wat het oplevert? Die twee moeten in evenwicht blijven.
Het toedienen van een dosis morfine boven de toegestane dosis, om extreme pijn te drukken, is geen euthanasie?
„Je kunt moeilijk spreken over boven de toegestane dosis, omdat er een groot individueel verschil in gevoeligheid is en bij langduriger gebruik de stofwisseling een hogere dosis aankan. Als we de morfineconcentratie opschroeven omdat de pijn toeneemt, kan het middel tijdelijk bewustzijnsdempend gaan werken. Wellicht, objectief gezien, het leven met enkele dagen verkorten, maar de vraag daarnaar is niet in het geding. Er is sprake van proportioneel handelen, met de intentie de pijn te bestrijden.
Dat heeft niets met euthanasie te maken?
„Niets! Het is onderdeel van een adequate medische behandeling.
Blijft euthanasie altijd duidelijk te onderscheiden van pijnbestrijding en het voorkomen van de verstikkingsdood, of is er een overgangsgebied?
„In de praktijk kunnen ze er hetzelfde uitzien. De intentie bepaalt of je bezig bent met symptoomcontrole en pijnbestrijding, of met euthanasie.

Begripsvervuiling
In de door u gegeven definitie van euthanasie wordt gesproken over actief medisch ingrijpen. Hoe beoordeelt u in dit licht het gemaakte onderscheid tussen actieve en passieve euthanasie?
„Dat werkt mee aan het creëren van begripsvervuiling en dus onbegrip. Vaak wordt onder actieve euthanasie het toedienen van een dodelijk middel verstaan, terwijl het bij passieve euthanasie zou gaan om medische beslissingen waardoor je het menselijk leven beëindigt door de patiënt een bepaalde behandeling te onthouden. Abstinentie, zoals de medische term luidt, heeft op zichzelf niets met euthanasie te maken. Geen enkele arts is tot zinloos handelen geroepen. Sterker nog, zinloos medisch handelen is verboden. Is het onthouden van een behandeling wel euthanaserend bedoeld, noem het dan gewoon levensbeëindigend handelen.
Het maken van een onderscheid tussen actieve en passieve euthanasie is in orthodox-christelijke kring volop toegepast. Hebben de tegenstanders van euthanasie de begripsvervuiling mede aan zichzelf te wijten?
„Je ziet inderdaad ook bij hen vaak een schimmige definiëring. Zij zijn evenzeer gebaat bij een onhelder hanteren van begrippen, om te kunnen onderstrepen hoe boos de wereld en hoe slecht de gezondheidszorg is.

Versterven
In hoeverre heeft de begripsverwarring de euthanasiediscussie negatief beïnvloed, omdat mensen langs elkaar heen zaten te praten?
„Het heeft het debat zeker geen goed gedaan. Je moet scherp blijven op heldere definities en je argumenten duidelijk blijven neerzetten. We hebben ons te veel laten inpakken door allerlei procedurele punten en ons in Nederland te weinig geconcentreerd op de zaken waar het om gaat. De samenleving is wijsgemaakt dat met een wettelijke regeling morele problemen zouden zijn opgelost, maar wetten maken van een kwaad nooit een ethisch goed.
Letterlijk op een achternamiddag zijn bij de discussie over de oude wet de begrippen euthanasie en levensbeëindigend handelen tot synoniemen verklaard. Terwijl voordien aan euthanasie een weloverwogen verzoek om levensbeëindiging van de persoon in kwestie ten grondslag lag. Dat is bij levensbeëindigend handelen niet het geval. Door die twee begrippen als synoniem te gaan gebruiken, kan het gebeuren dat er per jaar duizend gevallen zijn waarin het leven wordt beëindigd zonder dat er een verzoek van de betrokkene is. Toen die twee zaken gelijk werden gesteld, hadden we alarm moeten slaan. Dat is niet gebeurd.
Een ander voorbeeld: het begrip versterven. Dat is een canoniek medisch woord, waarmee wordt aangegeven dat de persoon in kwestie niet meer eet en drinkt omdat hij stervend is. Chabot heeft het begrip van stal gehaald in de vorm van het besluit mensen geen eten en drinken meer te geven, waardoor het stervensproces begint. Ook toen zijn we niet met zn allen op de bres gesprongen om het begrip in zn canonieke betekenis te bewaren. We hebben het ons laten afpakken en nu is versterven een dubieus begrip.

Dorenbos
Wie valt dat te verwijten, de bijbelgetrouwe christen-parlementariërs, de NPV...?
„Het is heel makkelijk om te verwijzen naar de parlementariërs, want die zijn betrokken bij de einddiscussie en de besluitvorming, maar de parlementariërs zijn door hun achterban gekozen. Blijkbaar kunnen wij de zaken met elkaar niet helder op het tapijt krijgen.
Er is iemand die dat wel doet, drs. Bert Dorenbos van Schreeuw om Leven, maar die wordt in reformatorische kring wat schamper bejegend.
„Ik denk dat veel te makkelijk vanuit een kritische optiek naar Dorenbos wordt gekeken. We hebben te weinig in de gaten wat deze man qua intentie drijft. Voor zijn heldere wijze van formuleren valt alles te zeggen. Alles!
Hoe beoordeelt u het trekken van een parallel tussen de Nederlandse euthanasiewetgeving en -praktijk en die in het Duitsland van de jaren dertig en veertig?
„Het blijkt dat verwijzen naar het Derde Rijk in onze situatie taboe is. We zien dat in de rest van Europa de relatie wel wordt gelegd. Dat zou op zn minst te denken moeten geven. Verder wil ik niet gaan.

Onzekerheid
In hoeverre is de nieuwe euthanasiewet in de praktijk een verslechtering ten opzichte van de oude?
„De toetsing is uit handen van justitie gehaald. Dat betekent dat zelfs in situaties waarin het volgens de wet fout gaat, vervolging niet zo simpel meer is. Wie is daarmee gebaat, los van de vraag of je voor of tegen euthanasie bent? Aan de consultatie door een andere arts worden bovendien geen criteria meer gesteld. Dus neem je een bevriende, gelijkgestemde collega in de arm om mee te kijken.
Hebt u de indruk dat veel gevallen van euthanasie buiten beeld blijven?
„We hebben geen harde cijfers. Wel stel ik vast dat het aantal meldingen bij de regionale toetsingscommissies, die bij artsen de bereidheid tot melding van euthanasie moesten doen toenemen, substantieel afneemt. Dat betekent dat meer onder de tafel wordt gehouden dan voorheen. Ik denk omdat de nieuwe wet, die bedoeld was om artsen meer houvast te geven, ook onder artsen de onzekerheid heeft doen toenemen.
Neem het voorbeeld van huisarts W. van Oijen in Amsterdam, die euthanasie toepaste bij een vrouw die door een verzorgingshuis totaal was verwaarloosd. Vol etterende doorligwonden lag ze in haar eigen vuil. De leiding van het centrum gaf Van Oijen aan bij justitie. Hij is door de rechter veroordeeld wegens moord, maar kreeg geen straf. Hoe zit het nou, is hij nou wel of geen moordenaar? Dat geeft onzekerheid onder artsen. Wij hebben er in de discussie rond de nieuwe wetgeving voor gepleit om álle sterfgevallen te toetsen. Daarmee voorkom je dat zaken in een schemergebied belanden, er komt helderheid voor artsen en het draagt bij aan de kwaliteitsverbetering van de medische beslissingen rond het levenseinde.

Wederzijds vertrouwen
Hoe vaak wordt de NPV gebeld door leden die van artsen het advies hebben gekregen euthanasie te laten toepassen bij verwanten?
„Ik overzie niet alle jaren, maar de laatste weken hebben we een paar gevallen gehad waarin de dokter het spuitje aanbood als behandelmogelijkheid. Je ziet dat euthanasie wordt beschouwd als een vorm van normaal medisch handelen. Dit betekent dat een arts euthanasie actief in zijn arsenaal moet opnemen. Wat nog niet eens hoeft te zeggen dat je er als arts in een bepaalde situatie achter staat.
In hoeverre is in de gereformeerde gezindte sprake van een overreactie, waardoor er onvoldoende oog is voor de inzet en integriteit van artsen met een andere levensovertuiging?
„Je treft zowel een overreactie als vergaande naïviteit aan. Beide hebben een negatieve invloed op het evenwichtig beoordelen van de situatie. Niet elke dokter is een potentiële bedreiging. Integendeel. In de Nederlandse gezondheidszorg werken zeer veel toegewijde, integere mensen. Wel is belangrijk dat je, op basis van wederzijds vertrouwen en respect, je standpunt duidelijk kunt overdragen naar de behandelend arts en dat je weet wat je aan die arts hebt.

Karikatuur
Wordt het gewenste vertrouwen niet ondergraven door karikaturale begrippen als pro-lifearts en Levenswensverklaring?
„We moeten vaststellen dat die termen de discussie versimpelen. Elke arts is voor het leven. Met het introduceren van deze begrippen konden we ontkomen aan het werkelijk bediscussiëren van de zaken waar het om gaat. Het is een te snelle buit geweest. Ik kan me goed voorstellen dat het gebruik van deze termen bij andersdenkenden irritatie oproept.
Daar heeft de NPV last van?
„Soms wel. Bijvoorbeeld wanneer artsen een overhandigde Levenswensverklaring opvatten als een anti-euthanasieverklaring. Er zijn er die zeggen: Ik ben geen pro-lifearts in de huidige betekenis van het woord, maar evenmin een voorstander van euthanasie. Wat doe je met dat ding bij mij?
De Levenswensverklaring is geen anti-euthanasieverklaring. Wat dan wel?
„Een handvat voor het gesprek tussen de arts en de houder van de verklaring of diens familie over beslissingen rondom het levenseinde. Zodat ze elkaars standpunt kennen. Om die intentie te onderstrepen, hebben we de inhoud van de Levenswensverklaring wat aangepast en er een goede handleiding en verklaring bij geschreven. In september komen we daarmee naar buiten.

Reëel gevaar
Recent onderzoek wees uit dat veel verpleeghuizen geen duidelijk protocol over medische beslissingen rond het levenseinde hebben. Is dat slordigheid of een welbewuste keuze, om de handen vrij te houden?
„Ik denk dat er nog een derde mogelijkheid is. Levensbeëindigend handelen is van oorsprong vreemd aan de medische professie. Juist verpleeghuizen passen optimaal in een hippocratische benadering van de geneeskunde, namelijk alles doen wat in het vermogen ligt om verantwoord om te gaan met het leven van je patiënt. Daarvoor zijn ze opgericht. Inmiddels is onze cultuursituatie veranderd en is het nodig dat verpleeghuizen de protocollen krijgen die de ziekenhuizen al hebben. Bij binnenkomst moet voor de nieuwe bewoner duidelijk zijn waar hij aan toe is. Zodat in een crisissituatie familie en verpleeghuisarts in vertrouwen met elkaar kunnen spreken en niet het gevoel ontstaat: Wat gebeurt hier allemaal?
In hoeverre is het personeelsgebrek in de zorg een verleiding om eerder levensbeëindigend te gaan handelen?
„Dat gevaar is reëel aanwezig. De patiënt zal zich eerder een last voor zijn omgeving voelen. Als basale zorgverlening ontbreekt, gaan mensen verlangen naar de dood. In een situatie waarin euthanaseren meer en meer tot het normale handelen gaat behoren, wordt levensbeëindiging voor de verzorgenden een optie in de afweging van wat je nog wel en wat je niet meer kunt doen. Onbewust.

Wilsverklaring
Hoe veel Nederlanders zijn houder van een Levenswensverklaring?
„Een kleine 2500. Inmiddels zijn de Levenswensverklaring van de NPV en de Credo Card van het Katholiek Nieuwsblad, met een 11.000 houders, ineengeschoven. Vanaf september willen we de nieuwe NPV-Levenswensverklaring breed in de markt gaan zetten.
Vanwaar de bepaling in de verklaring dat de patiënt ruimte moet ontvangen om te sterven wanneer het stervensproces onomkeerbaar is ingetreden?
„Enerzijds om zinloos of disproportioneel handelen te voorkomen, anderzijds om te onderstrepen dat in een bijbelse levensovertuiging het leven niet altijd beter is dan de dood. Anders gezegd: dat er een moment van sterven komt, hetgeen we moeten accepteren en waarop we ons moeten voorbereiden. In christelijke kring zie je soms een hang naar het leven die niet overeenkomt met de bijbelse boodschap.
Dient bij iedereen die euthanasie afwijst de Levenswensverklaring in de documententrommel te liggen?
„Ik denk dat het belang van de Levenswensverklaring toeneemt, omdat we te maken hebben met een levenrelativerende geneeskunde. Op het moment dat je zelf je standpunt niet meer kunt verwoorden, is een wilsverklaring van groot belang.

Geïnfecteerd
Waarom is er zo weinig vraag naar? Blijkt de situatie in de praktijk toch minder dramatisch te zijn dan soms wordt gesuggereerd?
„Dat kan. Het kan ook zijn dat er te weinig bekendheid is over de werkelijkheid van de Nederlandse gezondheidszorg en over het bestaan van deze verklaring.
U hebt zelf een Levenswensverklaring ingevuld?
„Nog niet, omdat de nieuwe nog niet klaar is.
Waarom had u de oude niet ingevuld?
„Het bestaan daarvan is nooit echt goed tot me doorgedrongen. Bovendien hebben we allemaal de neiging om te denken: dat is iets voor later, als ik oud ben. Terwijl je morgen een hersenbloeding kunt krijgen. De Levenswensverklaring beoogt mede de bewustwording op dit punt op gang te brengen. Toen Bonifatius voor de tweede keer naar Nederland kwam, had hij zijn doodshemd bij zich. Die ars moriendi, om het met een Latijnse term van de Middeleeuwen te zeggen, is in onze tijd zoek. Samenlevingsbreed.
Ook onder bijbelgetrouwe christenen?
„Samenlevingsbreed! We worden allemaal door de tijdgeest geïnfecteerd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 augustus 2001

Terdege | 96 Pagina's

Het doodshemd van Bonifatius

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 augustus 2001

Terdege | 96 Pagina's