Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Rotterdamse metro breidt uit met 14 kilomter nieuw spoor

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Rotterdamse metro breidt uit met 14 kilomter nieuw spoor

Lekker luchtje onder de grond

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat betekent metro? „Met een turbo Rotterdam onder door." Van de 600.000 passagiers die het Rotterdamse openbaar vervoersbedrijf RET iedere dag meeneemt, stapt de helft in de metro. Volgend jaar, als er een nieuwe lijn bij komt, worden het er nog meer. Van oost naar west, van noord naar zuid; als snelle mollen jagen de metrostellen door de donkere buizen. „Kijk, boven is het markt."

De zonnebril van Arie Brand (37) gaat af. Die heeft de metrobestuurder onder de grond niet nodig. Net na station Kralingsezoom gaat stel 5232 ondergronds. Brand geeft zijn stalen ros onmiddellijk de sporen. Tot het volgende station, Voorschoterlaan, is er de kans om even de maximale snelheid van 80 kilometer per uur te halen. Normaal ploegt de metro zich met een gangetje van 50 tot 60 kilometer per uur door de Rotterdamse bodem. Brand w^erkt veertien jaar bij de RET Tegenwoordig in een dubbelfunctie: 60 procent van zijn tijd op de metro, de rest als toezichthouder op en langs de baan. Als hij rijdt, heeft Brand geen enkel contact met de reizigers. Hij ziet ze op het perron („ik weet precies wanneer het uitverkoop is bij V&D, lopen ze allemaal met dezelfde plastic tassen") en op zijn schermpje in de cabine. Vanaf een bandje kondigt een metalen vrouwenstem het volgende station aan. Brand concentreert zich op het rijden. Met zijn rechterhand bedient hij de rij- en remhandel. „Daar geef ik gas mee en rem ik af." De linkerhand is voor de knoppen om de deuren open en dicht te doen. „Kijk, boven is het markt", zegt Brand als hij station Blaak binnenrijdt. Zichtbare seinen zijn er onder de grond niet. De metro is uitgerust met een automatisch spoorwegbeveiligingssysteem. „We hebben direct contact met de verkeersleiding. Meestal gaat het goed, maar als het spannend is met een flinke verstoring heb je je handen vol." Station Beurs dient zich aan. De ondergrondse stations zijn een oase van licht in een voor de rest donkere wereld. Naast normale reizigers duikt ook alles wat het daglicht niet kan verdragen onder in de metro. Zwervers, drugsgebruikers, zakkenrollers, mensen met verwarde gedachten. „Ik was net drie maanden in dienst toen ik bij station Delfshaven een springer (iemand die zelfmoord pleegt) had. Er stond een moeder bij met twee kleine kinderen. Dat vrouwtje is meer geschrokken dan ik."

Primeur
Rotterdam zonder metro is ondenkbaar. Toch is het nog maar dik dertig jaar geleden dat het openbaar vervoer in de Maasstad onder de grond verdween. Het initiatief werd genomen door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, dat dolenthousiast terugkwam van een werkbezoek aan New York. In de stad met het op een na grootste metronet ter wereld hadden de notabelen zich verlekkerd aan de metro, de meest snelle en efficiënte vorm van openbaar vervoer. Dat wil ik ook, moet de burgemeester geroepen hebben. De inmiddels al aangelegde en als tramtunnel bedoelde onderdoorgang van de Maas werd in de plannen rap veranderd in een metrotunnel. Het was een primeur voor Nederland toen prinses Beatrix op 9 februari 1968 de kortste metrolijn ter wereld opende, de 5,8 kilometer tussen Rotterdam Centraal Station en Zuidplein. Amsterdam volgde met zijn metro pas eind jaren zeventig. Anno 2001 telt het Rotterdamse metronet 37 kilometer en 41 stations. Per jaar nemen ruim 83 miljoen passagiers de metro. Er zijn twee lijnen: de Calandlijn (16 kilometer van Alexanderpolder naar Marconiplein) en de Erasmuslijn (21 kilometer tussen Rotterdam CS en Spijkenisse). Om het toenemende aantal files rond Rotterdam het hoofd te bieden, wordt er gebouwd aan een derde lijn: de Beneluxlijn. De 14 kilometer lange lijn met zes stations verbindt het Marconiplein via Schiedam met Hoogvliet en Spijkenisse. De benaming Beneluxlijn is tijdelijk; na opening in september 2002 wordt de lijn onderdeel van de Calandlijn.

Bommetjes
De RET heeft 153 metrorijtuigen in dienst. De oudsten gaan al bijna 30 jaar mee. Vandaar dat de knip bij de RET opengaat en er massaal nieuwe rijtuigen van de fabrikant Bombardier in België instromen. De RET wil met deze rijtuigen een nieuwe standaard creëren op het gebied van comfort, veiligheid en lage onderhoudskosten. Er zijn inmiddels 42 Bombardierrijtuigen (in RET-jargon „bommetjes" genaamd) binnen. In de loop van dit jaar volgen er nog 21 en achttien zogenaamde sneltramrijtuigen. Deze rijtuigen zijn de stilste in hun soort. Dat heeft voordelen voor de reizigers, de bestuurder en omwonenden van de metrobaan. De luchtvering van de draaistellen zorgt bovendien voor een comfortabele rit. Optrekken en afremmen verloopt schokvrij, dankzij computergestuurde aandrijving. De rijtuigen zijn voorzien van duidelijke route-informatie, die overzichtelijk én goed verstaanbaar is. Door terugvoering van remenergie aan het elektriciteitsnet en een lager gewicht van de voertuigen verbruiken de nieuwe rijtuigen minder energie. De rijtuigen zijn bovendien onderhoudsarm. Storingen worden daarmee tot een minimum beperkt. De boordcomputer van het rijtuig inspecteert continu of de metro en alle onderdelen in staat zijn om de volgende dag probleemloos te functioneren of dat de onderhoudsbeurt moet worden vervroegd. Metrovoertuigen krijgen hun stroom uitsluitend via de derde rail langs de metrobaan. Sneltramrijtuigen uit de serie 5200 krijgen hun stroom niet alleen via de derde rail, maar kunnen ook via de bovenleiding worden gevoed. Dit gebeurt vooral op het bovengrondse tracé, van Kralingsezoom tot in Alexanderpolder. Alle 71 sneltramvoertuigen in dienst bij de RET zijn gemoderniseerd.

Kloppend hart
Om alles letterlijk in goede banen te leiden, is de Centrale Verkeersleiding (CVL) onmisbaar. „Wij zijn het kloppend hart van de RET", zegt verkeersleider Piet van der Laan (47). Hij zit hoog en droog in een toren op het rangeercomplex aan de 's-Gravenweg. Het is rustig deze morgen. „In feite hebben we hier een brandweerfunctie: wachten op rampen die kunnen komen." De CVL is het klokje rond bemensd. Vanaf 05.00 uur 's ochtends tot ongeveer een uur na middernacht zijn ongeveer zestig mensen op de CVL in ploegendienst in de weer met alle bussen, trams en metro's in Rotterdam en omgeving. De drukste momenten zijn uiteraard de ochtend- en avondspits. „Om een indruk te geven", zegt Van der Laan: „om acht uur 's ochtends rijden er op het metrotraject van Slinge naar het Centraal Station achttien treinen met een interval van anderhalve minuut." Er zou ook om de minuut een metro voorbij kunnen komen, maar daar is de Rotterdamse infrastructuur niet op berekend. „De mens blijft de zwakste schakel." Een vierwagenstel kan per keer duizend passagiers vervoeren. „Zonder Japanse taferelen, anders gaan er 1250 in", lacht de verkeersleider. Hij heeft zicht op een groot paneel aan de muur waarop het sporenplan van de beide metrolijnen is afgebeeld. De baan is opgedeeld in blokken van 240 meter. Lampje wit is vrij baan, lampje rood is metro. „Een metro die niet verder wil, is voor de passagiers vervelend, maar wij rijden er gewoon omheen." Onder- en bovengronds zijn er op diverse plaatsen overloopwissels, zodat de trein van het ene naar het andere spoor kan switchen. De grootste uitdaging voor Van der Laan is „negentien kapotte treinen in de ochtenddienst" en toch maar een vertraging van drie minuten te hebben. „Dan heb je het goed gedaan."

Schakelkast
Brand in de tunnel is de ergste ramp die de metro kan overkomen. Enkele jaren geleden kreeg de RET er voor het eerst in tientallen jaren mee te maken. In een schakelkast in de tunnelbuis tussen de metrostations Delfshaven en Coolhaven ontstond kortsluiting. Een metrobestuurderontdekte vuur bij de rails. Hij kon zijn metrostel nog zonder problemen naar metrostation Delfshaven rijden. Niemand van de passagiers raakte gewond. De dikke rookwolken die door de metrobuis werden gezogen, ontstonden doordat elektriciteitskabels warm waren geworden. De hitte op de smeulende kabels tastte de pvc-omhulsels aan. De RET legde het metroverkeer tussen het Marconiplein en de Gerdesiaweg in Kralingen stil, een traject van acht metrostations. Reizigers moesten de metro uit. Stations werd geëvacueerd. En er werd beseft dat het allemaal bij een wat grotere brand veel erger had kunnen zijn. „In alle gevallen is de opdracht aan een metrobestuurder om het eerstvolgende station te halen", vertelt Van der Laan. Dat lukte in september vorig jaar niet toen een metro na rookontwikkeling tot stilstand kwam in een bocht tussen de stations Slinge en Zuidplein. Omdat de intercom uitviel werd de inzittenden niet verteld wat er aan de hand was. Wel zagen zij rook komen uit het achterste metrostel. In paniek sloegen de passagiers de ruiten in en stapten naar buiten. De RET heeft ervan geleerd. „Informeren van de passagiers is van groot belang." Alle metrobestuurders kregen een cursus brandbestrijding.

Bierfles
Roken is op de ondergrondse stations en in de metro verboden. Zonder pardon stapt lijnmanager Wulf van den Eshof (49) dan ook af op een dame die op station Beurs een sigaret opsteekt. „Zeg ik altijd wat van", zegt de RET'er die er niet als zodanig uitziet. „Mijn vrouw vindt dat niet altijd even leuk. Ik heb wel eens op zaterdagavond een bierfles naar mijn hoofd gehad." Rokers en drugsgebruikers staan niet op nummer 1 in de irritatie top-10 van de RET. „Het zijn groepen scholieren die ons het leven zuur maken. Deuren openhouden, zorgen voor overlast op de stations, vervelend doen." Vandalisme scoort ook hoog. In de strijd tegen lieden die overal hun naam of maffe kreten achter willen laten, zet de RET een nieuw wapen in. Wat dat is brengt de vervoerder liever niet naar buiten. „We willen ze een stap voor zijn." Wel mag worden gemeld dat de stoelen en bekleding in de nieuwe rijtuigen "hufterproof" zijn. Zodra de metrorijtuigen na hun dienst binnenkomen, gaat de bezem erdoorheen. Graffiti wordt zo snel mogelijk nadat het is geconstateerd weer verwijderd. De buitenkant van de metrorijtuigen wordt één keer in de twee weken uitvoerig gewassen. Dat gebeurt machinaal. Volgens Van den Eshof is de Rotterdamse metro veilig. „Overdag zeker, 's Avonds als het wat stiller wordt, kan ik me voorstellen dat veel mensen zich niet plezierig voelen." Met de zwartrijders heeft de RET het „even helemaal gehad". Wie wordt gesnapt, krijgt onmiddellijk een vette bon van 64,50 gulden gepresenteerd.

Geurtjes
Als Van den Eshof elders in de wereld is, stapt hij als het even kan in de metro. „We kijken overal en halen er het beste weg." Parijs is favoriet. „Een oud en zeer dicht metronet dat je overal naartoe brengt." In de Franse hoofdstad deed de RET het idee van de geurtjes op. Om het gevoel van veiligheid te verhogen en de sfeer op stations te verbeteren startte de RET deze zomer een proef met een luchtverfrisser. Een metro die het station binnenrijdt, trekt de spuitbus open en door de rijwind verspreidt de lavendelgeur zich over de perrons. „Als het ergens goed ruikt, voelen mensen zich beter." Slaagt de proef, dan zal het op alle stations lekker gaan ruiken. Uit Londen komen de tourniquets. De poortjes komen eerst op de zes nieuwe stations van de Beneluxlijn. Het moet de sociale veiligheid verhogen en zwartrijden tegengaan. In het najaar van 2003 moeten alle stations van de Rotterdamse metro van tourniquets zijn voorzien. Van 1965 tot 1975 waren er ook al tourniquets in Rotterdam. Er is toen afscheid van genomen om de openheid van de stations en de „eigen verantwoordelijkheid" van de reizi|j, gers te verhogen. -^^M Om de agressie tegen te gaan, werkt de RET ook in hoog tempo aan het opknappen van de stations. Oranje en bruin, de modekleuren van de jaren zeventig, worden vervangen door het frisse rood, wit en blauw. Per jaar geeft de vervoersmaatschappij 4 miljoen gulden uit aan schoonmaak van stations. „Als iets er netjes, schoon en verzorgd uitziet, zijn mensen sneller geneigd om het zo te houden", zegt Van den Eshof. „Waar het al een troep is, wordt het vaak een nog grotere troep."

Aanloop
Het paradepaardje van de RET is zonder enige twijfel het metrostation Wilhelminaplein. Dit in juni 1998 geopende station aan de Erasmuslijn kostte 100 miljoen gulden en is voor het grootste deel opgetrokken uit roestvrij staal en glas. Wie op station Wilhelminaplein uit de metro stapt, is echter niet direct onder de indruk van de architectuur. Het gevoel is alsof het perron golft en je je op een deinend schip bevindt. ^ „Er zit in het perron een hellingshoek van vier graden", zegt Dirk Pols (52), hoofd stations en gebouwen van de RET. „Begin en einde verschillen in hoogte vier meter van elkaar." Volgens Pols is er in de drie jaar dat het station open is nog nooit een kinderwagen of rolstoel ongecontroleerd op de loop gegaan. Reizigers worden op het station en in de metro gewaarschuwd. De hoek zit erin omdat het station als het ware om de bestaande metrobuis is gebouwd. „De metro neemt hier een aanloop om onder de Maas door te kunnen", zegt Pols. „Op het diepste punt zitten we 18 meter onder NAP." Wilhelminaplein is het voorbeeld voor de nieuwe stationslijn. Was het vroeger zo dat de RET een metrolijn had met stations eraan, nu zijn er stations met een metro erlangs. Pols: „Het zijn niet meer de kolenmijnen waar je in afdaalt." Zo zijn de zes stations langs de nieuwe Beneluxlijn totaal verschillend van elkaar en ontworpen door verschillende architecten. Van het ondergrondse station aan de Parkweg in Schiedam steken straks vier koepels van lichtgroen getint glas boven de grond. Overdag komt er via de koepels licht op het perron, terwijl er 's nachts licht naar buiten straalt. De koepels fungeren dan als het ware als grote lantaarns. Er suist een "bommetje" het station Wilhelminaplein binnen. De verlichting op het perron floept automatisch aan. Het nieuwe metrostel is brandschoon. De bestuurder zit met een beeldscherm en toetsenbord voor zich. Er zijn elders op de wereld al metro's zonder mannetje of vrouwtje voorin. De RET wil daar (nog) niet aan, zegt Van den Eshof terwijl we onder de Maas doorschuiven. „Al is het zonder bestuurder volgens mij veiliger. Je schakelt de menselijke factor uit. Een machine rijdt altijd op tijd." Het is de psychologische factor die de vervoersmaatschappij ervan weerhoudt. „Reizigers voelen zich prettiger met iemand aan het stuur.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 september 2001

Terdege | 104 Pagina's

De Rotterdamse metro breidt uit met 14 kilomter nieuw spoor

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 september 2001

Terdege | 104 Pagina's