Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Per bakfiets naar school

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Per bakfiets naar school

Fietsenmaker Deymann: „De conventionele fiets is goed voor één persoon, maar niet om kinderen mee te vervoeren"

8 minuten leestijd

Files, autoluwe binnensteden, wielklemmen, forse parkeertarieven, autodiefstal, allemaal redenen waarom de fiets als vervoermiddel springlevend is. Fietsenmaker Jan Willem Deymann uit de Amsterdamse Pijp runt t Mannetje in Transport. Hij heeft zijn kopers tot in Londen, Parijs en zelfs Tokio. Zijn producten zijn dan ook zeer bijzonder: van fietsen voor invaliden en bakfietsen om kinderen naar school te brengen tot zware transportfietsen. „Allemaal van een kwaliteit van vóór de oorlog.

De bijna 50-jarige Jan Willem Deymann heeft een deel van zijn leven versleten in de hulpverlening. „Van huis uit ben ik kinderpsycholoog. Een leuk vak. Maar een kind dat hulp nodig heeft, komt nooit alleen. Altijd komen er ouders mee. Die hebben soms meer hulp nodig dan het kind. Op een gegeven moment had ik het wel gehad. Ik heb er de brui aan gegeven.
Vervolgens deed Deymann ontwikkelingswerk. Hij ging naar Azië en werd daar bemiddelaar. „Leuk werk om professionals die met elkaar problemen hadden weer met elkaar te verzoenen. Hij vertelt van een chef-arts en een hoofdverpleegkundige die samen niet door één deur konden. „Ik moest proberen ze weer op weg te helpen. Ze werden tot elkaar veroordeeld en kregen een fles whisky. Drie dagen kregen ze om die samen leeg te drinken. Pas daarna gingen we praten. Problemen? Ze waren in no time opgelost. Zo heb ik altijd nogal onconventionele methoden toegepast. Met een onvervalst Amsterdams accent en pretoogjes vertelt hij het voorval.

Capriolen
Deymann komt uit een gezin van veertien. „Ons gezin was meer een groep mensen bij elkaar. Mijn ouders waren techneuten. Ze vonden dat ik ook die richting op moest. Jammer voor hen, maar ik ging de hulpverlening in. Op een gegeven moment komt er dan een periode in je leven dat je je gaat heroriënteren. Toen kwam toch de techniek weer boven, weliswaar in combinatie met mensen, met name kinderen.
Uit eigen ervaring weet Deymann dat een gezinssituatie veel begrip vraagt. „Een moeder moet s morgens vier kinderen naar school brengen. Eén voorop, één achterop de fiets en twee kaboutertjes op kinderfietsjes. De auto heeft ze voor de deur, maar in Amsterdam moet je die op je rug nemen. Voor je met dat stuk blik twee kilometer verder bent, heb je al een uur in de file gestaan. Onderweg naar school staat moeder doodsangsten uit. Haar kaboutertjes slingeren op hun fietsjes overal tussendoor. Ze halen de gekste capriolen uit. Steeds gaat het net goed. Zelf kan ze zich maar nauwelijks in evenwicht houden. Kijk, voor deze moeder heb ik dé oplossing: een bakfiets. Zon ding had ik in India gezien. Nee, niet zon ouderwetse die je met paardenkracht vooruit moet krijgen, maar een met versnellingen, die soepeler trapt dan de ouwe bak van mijn overgrootvader. Ook geen ding met een klep, waarin je een hele bakkerswinkel kunt herbergen. Daarmee wilden ooit de krakers in Amsterdam een geitenwollensokkencultuur in stand houden. Nee, gewoon een klein bakje, degelijk en stevig, waarin moeder haar kroost, de hond en ook nog een krat met boodschappen kwijt kan. Hup... allemaal in de bak. Geen problemen met parkeren, iedereen gaat ervoor opzij en met tien minuten zitten de kindertjes op school. Deymann noemt dit type bakfiets: filibak.
Het bleef niet bij de bakfietskarretjes. Bedrijven toonden belangstelling voor een groter model. Daarmee rijdt PTT-Post rond op een aantal plaatsen en kan de klant bij sommige Gammas de gekochte artikelen even zelf naar huis rijden. „Loodgieters, timmerlui en onderhoudsmonteurs hebben binnen de grachtengordel de bakfiets weer ontdekt, aldus Deymann.

Oplossingen
Er blijkt voor Jan Willem Deymann genoeg te doen. Met zijn hulpverlenershart reikt hij oplossingen aan voor gehandicapten. „Er kwam een man de werkplaats binnen van wie een been was afgezet. Niet zomaar een klein stukje, nee, tot bovenaan. Ze hadden zelfs een stuk van zijn bil meegenomen. Met zijn prothese wilde hij toch weer graag fietsen. Zo iemand heeft een fiets nodig met heel veel aanpassingen. Kijk, in ben geen hulpverlener meer, maar als fietsenboer kun je dan toch heel veel voor iemand betekenen.
Van het een kwam het ander. „Er kwamen allerlei vragen van mensen; kunt u dit maken, kunt u dat maken?
Deymann: „Zon bakfiets is leuk, maar je moet het ding wel kunnen stallen. Zet je m in het portiek, dan is-ie de volgende morgen weg. Hier in de Pijp zijn er voldoende stallingsmogelijkheden. In andere wijken is dat soms wat moeilijker.
Ook daarvoor heeft t Mannetje een oplossing: de filibus. Een stevige fiets met verlengde voorkant waarop je met gemak een paar kinderen, de boodschappen plus bijvoorbeeld twee pakken luiers kwijt kunt. Met 1,95 meter is hij heel wat langer dan een gewone fiets. Er kunnen maximaal drie kinderen op een filibus, twee voorop in de bak of een in een zitje en een achterop. Pakka is een driewieler met drie zitjes achterop voor ouders van een meerling. Dan is er nog een bakfiets met ruimte voor zes dreumesen die ieder over hun eigen fietsbel kunnen beschikken. Het ding wordt voornamelijk gebruikt door kinderdagverblijven.

Degelijk en veilig
Hoe komt Deymann op al die verschillende fietsen? „Je zou mij een conceptontwikkelaar kunnen noemen en de zes werknemers die ik in dienst heb, zijn vanaf het moment dat ze hier werken ingenieur. Ik kijk naar al dat verkeer, overvolle wegen, falend openbaar vervoer. En dan ga je op zoek naar manieren om mensen weer aan het buitengevoel te helpen. Lekker een tochtje maken met vier kindertjes in de bak bijvoorbeeld. Desnoods met hun eigen driepuntsgordeltje om. Maar we maken ook een speciale brugklasfiets. Oerdegelijk, en groeit mee met het kind. Duur? Ja, bijna twee keer zo duur als de gewone fabrieksfiets. Helaas kost vooroorlogse degelijkheid geld. Nederland telt 22 miljoen fietsen. Ze mogen niet meer kosten dan een paar honderd gulden. Van alle huishoudelijke apparaten hebben fietsen het meest te lijden. We gaan er met onze zeventig kilo, plus bepakking, zes dagen per week op zitten. Hij staat bijna altijd buiten, wordt niet onderhouden en moet het altijd doen. Een opknapbeurt mag niks kosten. Dat noem ik veel geld uitgeven voor een verkeerde fiets. Toch komt het gevoel voor degelijkheid en veiligheid terug, ook bij jongeren. De conventionele fiets is goed voor één persoon, maar niet om kinderen mee te vervoeren. Daarvoor is een steviger fiets absoluut noodzakelijk.
Deymann ontwerpt zijn fietsen zelf en laat ze bouwen door eersteklas framebouwers in de Achterhoek. Uitsluitend gemaakt van het beste materiaal. Staal van Mannesmann en Hoogovens. Hydraulische remmen van Magura. Versnellingsnaven van Shimano en Sachs. „Dat gaat niet voor niets. Het goedkoopste model, de filipack stadsfiets in de basisuitvoering, staat voor 1290 gulden in de boeken en alle andere modellen beginnen pas bij zon tweeduizend gulden of meer.

Banken
t Mannetje in Transport is een goedlopende fietsenzaak. Het bedrijf in de Amsterdamse Frans Halsstraat is over vier panden verspreid, binnen een afstand van zon vijftig meter. Waarom heeft Jan Willem Deymann zijn toko zo genoemd?
„Mannetje heet het verbindingsstukje tussen de delen van het fietsframe. Het is dus een onderdeeltje van de fiets. Ik ben dus t mannetje tussen de fiets en de gebruiker.
Hoewel het Deymann veel vreugde geeft om iets bijzonders voor mensen te doen, heeft hij toch vele slapeloze nachten om de voortgang van zijn zaak. „De banken snappen nog steeds niet waar ik mee bezig ben. Ieder jaar groeit mijn omzet met 100 procent. Ik leid zelf mijn personeel op. Kom ik als ondernemer bij de bank, zeggen ze: U bent startend ondernemer, bewijs jezelf eerst maar eens. Bovendien heb je geen eigen vermogen. Er is echter geen hond die hier komt kijken, boeken hoeven ze niet te zien en je krijgt geen krediet om voorraden aan te kopen. Je krijgt dus een paraplu aangeboden terwijl het buiten niet regent. Dat is een probleem. Ik heb geen geld om voorraden te kopen en moet dus werken op bestelling. Dat betekent dat klanten gemiddeld drie maanden moeten wachten tot hun fiets gemaakt is. Dat is niet goed. Dat geldt ook voor de aangepaste fietsen voor mensen met een grote of kleine handicap of voor ouders met een gehandicapt kind. Dat cluster bedraagt 25 procent van mijn totale omzet. Met ongelooflijk veel vreugde lever ik deze mensen een speciaal voor hen aangepaste fiets, maar het duurt wel minstens drie maanden voordat ik het geld van de zorgverzekeraar binnen heb. Al die tijd heb ik geen geld om nieuwe voorraad aan te schaffen. Daar lig ik wakker van. Ik maak nu 1200 fietsen per jaar en 400 bakfietsen. Als ik op voorraad kon maken, zou ik het dubbele aantal fietsen en wel duizend bakfietsen omzetten.

Recycling
Ook allochtonen moeten volgens Deymann meer op de fiets. „Zij hebben nog geen fietscultuur. Om het inburgeringsproces te bevorderen, is de fiets een uitstekend middel. Marokkaanse jongens helpen hier mee de zaak schoonmaken. Zo verdienen ze wat en ze zijn van de straat af.
Burgerzin bevorderen is een ander element waar fietsmaniak Deymann zich voor inzet. Hij heeft er een speciaal recyclingprogramma voor opgezet: t Mannetje tweede leven rijwiel. „Ik ergerde me al jaren aan al die oude wrakken in de fietsenrekken. Het is een soort verloedering. De reinigingspolitie haalt nu al die oude wrakken op, waarna wij ze opknappen. Alle onderdelen die niet goed meer zijn, worden vervangen. Vaak blijft alleen het frame over, dat opnieuw wordt geschuurd en gespoten. De voormalige wrakken staan te blinken in de etalage, te koop voor vierhonderd gulden per stuk.
Aan reclame doet t Mannetje niet. „Heb ik geen geld voor. Ik moet het van mond-tot-mondreclame hebben. En het product zelf is de beste ambassadeur.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 november 2001

Terdege | 100 Pagina's

Per bakfiets naar school

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 november 2001

Terdege | 100 Pagina's