Boerenlandhek is terug in Drenthe
Op initiatief van Landschapsbeheer Drenthe pronken tegenwoordig weer stoere landhekken in het landschap. De organisatie maakte zich sterk voor terugkeer van het karakteristieke boerenlandhek van weleer langs graslandjes en weiden van particulieren. In Noordenveld werd het succesvolle project afgerond.
In diverse delen van Drenthe wijzen nog tal van sporen op menselijke activiteiten in een ver verleden. Denk aan hunebedden, grafheuvels, historische boerderijen en boerenlandhekken. Met name de landhekken dreigden echter uit het landschap te verdwijnen.
Vroeger, toen de Drentse boer koeien ging houden op een weitje vlak bij huis, omheinde hij het met stekeldragende struiken en hagen. Vervolgens timmerde hij een hek in elkaar van hout dat voorhanden was. Hij plaatste het zware, draaibare hek in de opening als doorgang voor het vee en zn werktuigen. Zo sneed het mes aan twee kanten. Enerzijds hield het ongewenste dieren als wild en dolende schapen buiten de akkers, essen en erven en anderzijds was de boer er zeker van dat zn koeien niet konden ontsnappen.
Hekkenbouwers
Toen de boeren het te druk kregen voor dit soort werkzaamheden, kwamen er wagenmakers, die tevens hekkenbouwers waren. Om het hele jaar door werk te hebben, legden zij zich onder meer toe op het maken van houten landhekken. In eerste instantie op aanwijzingen van de boer, maar na verloop van tijd ontwikkelden de hekkenbouwers diverse modellen met specifieke kenmerken. Boeren die goed in de slappe was zaten, kochten kant-en-klare, dure landhekken bij de hekkenbouwer. Ook toen gold: het kost wel een paar centen, maar dan heb je ook wat.
Het kwaliteitsverschil kwam voornamelijk tot uitdrukking in het gebruikte hout en in de afwerking. De uitvoering verschilde op onderdelen per streek of gehucht. Vaak werden de hekken wit geverfd want s avonds was maneschijn de enige straatverlichting. Om dezelfde reden plantte men vaak berken aan weerszijden van doorgaande (zand)wegen. Toen prikkeldraad ons land veroverde, betekende dit bijna de teloorgang van de aloude robuuste landhekken.
Boom wordt hek
In het kader van het hekkenproject maakte Wim van der Ham uit Oosterwolde heel wat boerenlandhekken voor Landschapsbeheer Drenthe. De voormalige bosbouwer laat in grote lijnen zien hoe het maken van de hekken in zn werk gaat. Voor de hekken worden inlandse eiken gebruikt. De stam van de boom bepaalt hoe grillig de bovenligger eruit gaat zien. Hij zaagt eerst de valkerf; dit is een soort wigvormige inkeping aan de onderkant van de boomstam. Vervolgens wordt aan de andere kant van de stam de zaag- of velsnede gezaagd. Dan begint de eik, eerst langzaam, aan zn tocht naar de aarde. Takken kraken en scheuren en dan stort de boom kreunend neer.
Geroutineerd ontdoet Wim van der Ham de eik van zn takken. Het hele karwei duurt precies zeven minuten. Bij sommige bomen zijn dikke takken in een goede vork gegroeid. Deze worden op zon 40 cm afgezaagd, zodat de vork gebruikt kan worden als gaffelpaal of afsluitpaal. Het hout wordt met speciale voertuigen uit het bos gehaald, maar soms komen er levende paardenkrachten aan te pas om dit karwei te klaren. Een vak apart.
In de werkplaats worden de stammen verwerkt tot balken. Als het hout droog is, na drie maanden, zaagt Wim van der Ham de stammen tot balken. De stam wordt in een redelijk vierkante balk gezaagd. Naar de onderstam toe is de laatste meter meestal rond. Aan de onderkant van de bovenligger wordt een gat geboord waarin straks de houten pin van de afsluitpaal valt. Hierop draait het hek. Vervolgens krijgt de onderligger van het hek een wring of vring. Hieraan dankt het hek zijn naam: wring- of vringhek. De wring draait om de achterkant van de afsluitpaal. Na het zagen worden de liggers van de laatste resten schors ontdaan.
Waar te zien?
De Drentse hekken zijn van oudsher grillig en onregelmatig van vorm. Veel kennis voor het zagen van grillige vormen komt uit Duitsland, waar men veel ervaring opdeed met de bouw van vakwerkhuizen. Zij maakten immers ook gebruik van grillig gevormde boomstammen. In de provincie Groningen werden van oudsher strakke, rechte hekken gemaakt. Hier woonden de rijke boeren, die zich mooie rechte stammen konden veroorloven. Enkele zware, degelijke boerenlandhekken zijn door Wim van der Ham geplaatst in het Openlucht Museum in Orvelte, op landgoed De Klencke in Oosterhesselen en in het Mantingerzand.
Een bewoner verwoordt het zo: „Wij zijn er trots op dat we door middel van de boerenlandhekken een bijdrage kunnen leveren aan het gezicht van het Drentse platteland. De waarde van een mooi landschap zit m toch ook in de kleinere cultuurhistorische landschapselementen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 februari 2002
Terdege | 116 Pagina's