Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bekeerde en messiasbelijdende joden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bekeerde en messiasbelijdende joden

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ontegenzeglijk bestaat er sedert de gaskamers van de Tweede Wereldoorlog (het woord holocaust kenden wij toen niet) onder reformatorische christenen een grotere belangstelling voor alles wat met de joden en het jodendom te maken heeft dan vroeger. Maar ook toen al waren de joden dikwijls onderwerp van gesprek in bevindelijke kring. Ik was nog klein toen mijn vader ons kinderen vertelde van Christiaan Salomon Duitsch, een joodse rabbijn, die in 1767 uit Hongarije naar Nederland vluchtte, tot geloof in de Heere Jezus kwam, gedoopt werd en van 1777 tot 1795 predikant was in de Ned. Hervormde Kerk te Mijdrecht. Toen ik wat groter werd, las ik ook zelf wel in het boek waaruit mijn vader ons vertelde. En toen ik verkering kreeg, kwam ik het ook tegen ten huize van mijn aanstaande schoonouders. "Een bekeerde jood (of jodin)", dat predikaat werd toegekend aan zonen en dochters van Abraham die tot het christendom overkwamen. Tot hen behoorden bekende figuren als de rechtsgeleerde Isaac da Costa (1788-1860) en de medicus Abraham Capadose (1795-1874), maar ook de minder bekende Sarah Diamant. Over de laatste circuleert een boekje in bevindelijke kring: "Een diamant door God geslepen". En het feit dat ds. JJ. Knap op 12 februari 1854 in Oud Alblas drie jodinnen doopte, de drie gezusters Harst, wordt ook nog steeds doorverteld, laatstelijk in het periodieke Oude Paden, 6e jaargang nr. 1 (maart 2001). Als een christen tot het oude volk behoorde, werd dat er immer bij verteld. Zo doet de kroniekschrijver H.M. Stoppelenburg in zijn bijdrage over de Oud Gereformeerde Gemeente te Den Helder (zijn 6e jaargang nr. 3) de volgende mededeling: „In 1900 kwam ds. B.S. de Beer te Delft tot de gemeente over; hij was een bekeerde jood. Aanvankelijk was hij dolerend oefenaar te Huizen en Vinkeveen; in 1894 werd hij opvolger van ds. A, Verheij te Delft. In september 1903 vertrok hij naar Utrecht." Het gaat hier om mijn eigen gemeente. Ons oudste lid, in 1914 te Den Helder geboren, herinnert zich dat in haar ouderlijk huis brieven bewaard werden die ds. De Beer en zijn dochters nog uit Utrecht naar Den Helder zonden. Aan mijn voornemen nog wat meer over hem te weten te komen, heb ik nooit uitvoering kunnen geven.

Taai leven
"Een bekeerde jood". In zijn prachtige boek "Kruisdominees" begint dr. F.L. Bos een van zijn nieuwe hoofdstukken met de zin: „De tragiek van het separatisme (...) treedt wel heel duidelijk aan het licht in de levensgang van de bekeerde jood Salomon Mozes Flesch." En dan volgt een biografische schets, die loopt van juni 1812 tot december 1862. Enkele weken voor zijn dood had Flesch zijn zwanenzang gehouden over de tekst: „Aldaar zal geen nacht zijn", weet dr. Bos te melden. "Een bekeerde jood". Het predikaat heeft een taai leven. In het RD van 15 september 2001, een paar dagen na de aanslag op het WTC, staan reacties van enkele Newyorkse predikanten op het gebeurde. Een van hen is ds. Steve Schlissel, predikant van de Messiah Congregation in Brooklyn. Zegt het RD: „Ds. Schlissel, een bekeerde Jood, is pessimistisch over een geestelijke ommekeer in Amerika". Opnieuw in het RD, nu in het nummer van 27 september 2001 (pagina 20), stuitte ik op ene Emanuel Tremellius, jawel: een "bekeerde Jood". In de Chr. Encyclopedie vond ik dat deze geleerde leefde van 1510 tot 1580 en dat hij voor zijn broeders Israëlieten de Heidelbergse Catechismus in het Hebreeuws vertaalde.

Veranderingen
Bekeerde Joden. De opsomming in dit stukje zal lang niet volledig zijn. Wellicht weten (oudere) lezers nog meer namen te noemen. Toch treden hier veranderingen op. In het RD van 18 febr. 2000 stond een reactie van ds. Baruch Maoz uit Israël op een artikel van drs. L.S. Erwteman uit Amsterdam van een paar dagen daarvoor. Drs. Erwteman wordt daar aangeduid als een "messiasbélijdende rabbijn" en Baruch Maoz als een "joodse baptistenpredikant". Geen van beiden krijgen zij het predikaat "bekeerde jood" mee. Wie gelegenheid heeft de artikelen van Erwteman en Maoz nog eens na te lezen, zal er niet al te veel moeite mee hebben als ik beweer dat wel alle bekeerde Joden messiasbelijdend, maar niet alle messiasbélijdende Joden bekeerd zijn, althans niet zoals wij dat verstaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 maart 2002

Terdege | 107 Pagina's

Bekeerde en messiasbelijdende joden

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 maart 2002

Terdege | 107 Pagina's