Huisarts René Vletter
„Ik maak me wel eens boos als collegas zich zo nadrukkelijk als pro life presenteren
Met godsdienst hield de vrijzinnige René Vletter zich niet bezig. Tot hij verkering kreeg met een meisje uit de Christelijke Gereformeerde Kerken. Het betekende de ontdekking van een tot dan voor hem onbekende wereld. Inmiddels voelt de huisarts uit Alphen a/d Rijn er zich volledig in opgenomen, al houdt hij ook de vensters naar de wereld open. „De kunst van het christen-zijn in deze tijd, is in je dagelijks leven te tonen wat dat inhoudt.
„Artsen hadden we niet in de familie. Mn vader was metaalwerker bij Wilton Fijenoord, een zus zit in het onderwijs, een broer in de verzekeringswereld. De enige link is die via mn andere broer, die bij het Thoraxcentrum in Rotterdam heeft gewerkt. Daardoor is mijn nieuwsgierigheid voor het medische ontstaan. Voor die tijd wilde ik civiel ingenieur worden. Ik ben nog naar een open dag van de Technische Universiteit geweest.
Een vriend en medeklasgenoot die dolgraag geneeskunde wilde gaan doen, werd droevig genoeg uitgeloot. Ik ben ingeloot. Na de opleiding heb ik heel lang getwijfeld over mn specialisatie. Aanvankelijk dacht ik aan neurologie. Ik heb zelfs geprobeerd een opleidingsplek te krijgen. Toen dat niet lukte, heb ik serieus gekeken naar revalidatiegeneeskunde, maar ook die opleidingsplaatsen waren schaars. Ondertussen waren we getrouwd. Toen kwam de gedachte om huisarts te worden. De opleiding duurde in die tijd maar een jaar. Een halfjaar heb ik meegelopen met een huisarts in Terneuzen. Vervolgens heb ik twee maanden bij het Maatschappelijk Werk in Krimpen a/d IJssel gewerkt, daarna vier maanden op de chirurgische afdeling van het toenmalige ziekenhuis in Sliedrecht.
Vestigingscommissie
Toen ik in 88 mn specialisatie had afgerond, was er een enorm overschot aan huisartsen. Ik ben begonnen als waarnemer voor collegas in de omgeving van Sliedrecht, waar we toen woonden. Tussendoor werkte ik als anaesthesieassistent op de operatieafdeling van het Beatrix Ziekenhuis in Gorinchem. De hele zomer zaten we in Oostkapelle. Daar was ik de toegevoegde dokter voor de toeristen. Een prachtig bestaan. Je kon s morgens op je gemak beginnen, want toeristen komen niet vroeg. Tegen tien uur druppelden de eersten binnen, rond half twee was je klaar.
Als je in die tijd ergens huisarts wilde worden, moest je je sollicitatiebrief aan de gemeente richten. De verdere procedure was uitbesteed aan vestigingscommissies. In totaal heb ik zon veertig brieven geschreven, naar plaatsen waar we voor ons gevoel zouden kunnen aarden, al kon je niet te krap kijken. Venray had een lage prioriteit, naar Veenendaal ging een spetterende brief.
Je deed heel verschillende ervaringen op. In het Drentse Erica werd in alle openheid en eerlijkheid gezegd dat ik er met mijn opvattingen niet paste. Te zwaar bevonden. Dezelfde week dacht ik in Barneveld een thuiswedstrijd te spelen, maar daar was het omgekeerde het geval. Gewogen en te licht bevonden. Ze hadden het gevoel dat ik mn pro-life-standpunt niet echt waar zou maken, daar kwam het zon beetje op neer.
Nieuwe praktijk
Uiteindelijk is het Alphen a/d Rijn geworden. In de vestigingscommissie zat onder anderen de christelijke huisarts Joop Klein-Haneveld. Die adviseerde me te schrijven. Dat heb ik meteen gedaan. Alphen spreekt misschien wat minder tot de verbeelding dan Veenendaal, maar je kunt hier goed toeven. Er is een Christelijke Gereformeerde Kerk waar we ons thuis voelen en een reformatorische basisschool. Voor reformatorisch middelbaar onderwijs kun je in Gouda terecht.
Destijds was ik liever dorpsdokter in een plaats als Elspeet geworden, maar je had het niet voor het uitkiezen. De vestigingscommissie van Alphen heeft in haar wijsheid besloten dat ik de nieuwe dokter van de wijk Kerk en Zanen moest worden, die toen nog in opbouw was. Mn pro-life-standpunt kwam wel aan de orde, maar het was in de sollicitatieprocedure geen allesoverheersende factor. Daarin speelde denk ik mee dat ik niet in een huisartsengroep mee ging draaien, maar een compleet nieuwe praktijk moest gaan opzetten. We waren de tweede voorziening in de wijk. Eerst kwam de brievenbus, daarna arriveerden wij.
Even slikken
De opvattingen die ik nu huldig, heb ik niet van huis uit meegekregen. Ik ben opgegroeid in een vrijzinnig hervormd gezin in Vlaardingen. Als je dan christelijk gereformeerd wordt, van het kaliber Tanis, heb je een aardige ontwikkeling doorgemaakt. Het heeft me zeker moeite gekost om me een aantal zaken eigen te maken. Je zou het bijna een tweede studie kunnen noemen, in reformatorisch denken en kennis van kerkelijke verbanden. Voor mn gevoel liep ik twee keer op een zondag college, bij lector ds. Tanis.
Soms was het even slikken. Je loopt ineens in een wereld rond die je voorheen alleen van de buitenkant kende, van horen zeggen. Extreem, saai, daar mag je niks, de bekende karikatuur. Bij Alie thuis belandde ik in een groot gezin, met zeven kinderen. Voor haar ouders was het niet eenvoudig om ineens zon buitenstaander in de kring te hebben. In het begin was er wel eens kortsluiting. Wel viel me al snel op dat het beeld van de buitenwacht niet klopte. Het waren helemaal niet van die sombere, doemdenkende mensen.
Ik ben al vrij snel catechisatie gaan volgen bij ds. Tanis, op vrijdagavond. Dat was een geweldig leerzame tijd. En een goede tijd. Tanis deed meer dan oude schrijvers lezen, hij wist ook prima wat in de wereld te koop was. Zijn zoon studeerde net als ik geneeskunde, dat gaf een extra binding. Het viel me op dat hij over het staan van een christen-arts in de samenleving een opvallend genuanceerde mening had.
Mannenvereniging
Als ik iets uit de preek niet begreep, vroeg ik na afloop aan Alie uitleg. Het eerste jaar heb ik het haar behoorlijk moeilijk gemaakt. Wanneer je nooit hebt nagedacht over termen als rechtvaardigheid, heiligheid, barmhartigheid en zaligmaken, valt er na een reformatorische preek nogal wat uit te leggen.
Eerst ging ik voor Alie mee naar de kerk. Later omdat ik ook persoonlijk belangstelling kreeg, mede door wat meerdere mensen uitstraalden. Bij mijn schoonmoeder, een bekeerde vrouw, die daar ook over kan spreken, zag ik dat geloof en realiteitszin uitstekend samen kunnen gaan. Dat heeft me altijd aangetrokken. Niet weglopen voor de dingen die in deze maatschappij op je afkomen. Je niet terugtrekken op een eilandje, maar in deze wereld het reformatorische gedachtengoed bewaren en uitdragen.
Inmiddels klinken alle theologische termen me vertrouwd in de oren. Daar zit ook een gevaar in. Je kunt er zo makkelijk over gaan praten, dat je aan de kern van de zaak voorbij gaat. Bij gebrek aan beter hebben ze me als tweede voorzitter van de mannenvereniging gekozen. Elk jaar behandelen we een bijbelgedeelte, we nemen een oude schrijver bij de kop en we kiezen een bepaald thema. Dit jaar was dat barmhartigheid. Daar praat je dan soms met elkaar over of het om de groente voor de volgende dag gaat. Maar wat is barmhartigheid nou werkelijk? En wat houdt bekering concreet is? Het is heel nuttig om daar weer eens goed over na te denken.
Escape
In mn werk als huisarts ben ik tot nu toe niet vaak met grote ethische dilemmas geconfronteerd. De hete strijdpunten zijn natuurlijk abortus, euthanasie en anticonceptie. Met het laatste ben ik snel klaar, daar heb ik weinig moeite mee. Ik schrijf liever een recept voor de pil uit, dan dat ik vrouwen zie verschijnen met het verzoek om een abortus.
Aan abortus en euthanasie werk ik onder geen beding mee, dat is heel eenvoudig. Een voordeel is dat we de praktijk van de grond af hebben opgebouwd. Ik zat niet met de erfenis van een voorganger. In vrijwel alle kennismakingsgesprekken met nieuwe patiënten heb ik aangegeven hoe ik denk. Dat was voor de meesten geen reden om een ander te kiezen. We hebben een volle praktijk. Omdat we in een nieuwbouwwijk met voornamelijk jonge mensen zitten, speelt de euthanasievraag nauwelijks. Er worden veel meer mensen geboren dan dat er overlijden.
Als patiënten te horen hebben gekregen dat ze ongeneeslijk ziek zijn, breng ik in een gesprek mijn standpunt nogmaals naar voren. Dat moet je niet pas doen als ze om euthanasie vragen. Mijn ervaring is dat het zeer wordt gewaardeerd als je je standpunt open bespreekt en hen wijst op een escape, door van huisarts te veranderen. In de praktijk gebeurt dat zelden. Tot mn verbazing word ik ook weinig met de vraag om abortus geconfronteerd. Dat kan voor een deel te maken hebben met het feit dat ze me er niet in kennen. Je kunt buiten de huisarts om naar een Stimezo-kliniek gaan. Als vrouwen dat vragen, krijg je er als huisarts ook geen bericht van.
Ongelukkige kreet
Wil je als christen-huisarts geen anticonceptiepil aan ongehuwden voorschrijven, dan heb je het moeilijk. Krijg ik een zestienjarig meisje, dan moet ook ik even slikken. Ik ben blij dat het mijn dochter niet is, maar ik schrijf het recept wel uit. Zij het met schroom, dat zeg ik ze ook. Willen ze het toch, dan krijgen ze het. Omdat ik veel te bang ben dat ze anders uit de bocht vliegen en ik ze zwanger in de spreekkamer krijg. Met het verzoek dáár iets aan te doen.
Mn verhouding met de andere artsen is prima. Met een rooms-katholieke collega, die een bestaande praktijk in het centrum van Alphen had overgenomen, ben ik destijds een vierde huisartsengroep begonnen. In ethisch opzicht dachten we behoorlijk gelijk, met de theologische verschillen gaan we heel ontspannen om. Op 31 oktober zeg ik altijd: Vandaag is het weer een moeilijke dag, Rob, laten we elkaar maar een beetje uit de weg gaan. Inmiddels telt de groep vier artsen. De twee die er later bij zijn gekomen, gaan niet naar een kerk, maar ze hebben over ethische kwesties wel een genuanceerd standpunt. Zeker de collega die zelf een kind heeft verloren. Die beseft heel goed dat het leven gegeven is.
Ik maak me wel eens boos als collegas zich zo nadrukkelijk als pro-life presenteren. Zijn de anderen dan anti-life? Het is een uiterst ongelukkige kreet. Er zijn artsen die geen begrip voor mn standpunt hebben, maar dat is een minderheid. Ook de meeste niet-kerkelijke collegas weten wat de waarde van het leven is. Een aantal is lid van het Nederlands Artsenverbond, eenvoudig omdat ze geen dokter zijn geworden om mensen dood te maken. Dat we in Nederland zon rare kronkel hebben dat we die mogelijkheid hier wel bieden, wil niet zeggen dat het daarmee tot de geneeskunst is gaan behoren.
Leuke dingen
De variatie in opvattingen binnen de huisartsengroep ervaar ik niet als een bezwaar. Ik heb er drie plezierige collegas aan, al lopen we de deur bij elkaar niet plat. Een huisarts is een solistisch mens. Je zit in je uppie in de praktijk. Ik heb nog het voordeel dat we de praktijk aan huis hebben en dat Alie voor een aantal dagen mijn assistente is. Als dingen me erg aangrijpen, heb ik een uitlaatklep in de buurt.
Je moet wel opletten dat werk en privé niet volledig door elkaar gaan lopen, maar de voordelen van deze constructie vind ik groter dan de nadelen. Je kunt dingen samen delen, niet alleen de ellendige maar ook de leuke. Dat wordt vaak vergeten. Als huisarts word je ook met veel situaties geconfronteerd waar je samen plezier om kunt hebben. Pas hadden we een man die bezig was geweest met het plaatsen van houten palen in zijn tuin, door er met een groot blok op te slaan. In zijn enthousiasme sloeg hij op een gegeven moment niet op de kop van de paal, maar op zijn eigen hoofd. Toen de schade bleek mee te vallen, hebben we daar met elkaar hartelijk om gelachen.
Achterstand
In reformatorische kring wordt wel eens de indruk gewekt dat het pad van een christen-huisarts bezaaid is met ethische voetangels en klemmen. Dat is een irrealistisch beeld. Het overgrote deel van mn tijd ben ik gewoon bezig met het uitoefenen van mn vak. Af en toe loop je tegen moeilijkheden aan, maar dat heeft een groenteboer ook.
Ik denk dat dit beroep voor een christen juist mogelijkheden biedt, vooral wanneer mensen gebukt gaan onder zorgen, relatieproblemen hebben of ernstig ziek zijn. Dan heb je een kans om over de wezenlijke dingen van het leven te praten. Dat gebeurt altijd onverwacht. Ik stuur er niet bewust op aan. Ik zit in mijn spreekkamer als dokter, niet als dominee. De kunst van het christen-zijn in deze tijd, is in je dagelijks leven te tonen wat het inhoudt. Door openheid, eerlijkheid, je afspraken nakomen.
Aan theologische disputen zal ik nooit beginnen. Daar moet ik door mn achtergrond mee oppassen. Als ik een doorgewinterde reformatorische patiënt tegevenover me heb, rol ik zo ondersteboven. De achterstand die ik door mn achtergrond heb, haal ik niet meer in. Wel is het christelijk geloof voor mij de basis geworden waaruit ik mag leven. Terwijl ik aan de andere kant aan het eind van elke dag moet zeggen: Ik heb er weer niks van gebakken.
Volgende keer: Schilder Hans Milort.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 maart 2002
Terdege | 107 Pagina's