Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Weemoed op de Prinses Juliana

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Weemoed op de Prinses Juliana

Veerbootkapitein: L.W. Walraven: „Ik heb in mijn hele leven nog nooit aan de wal gewerkt"

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met windkracht 7 recht op de boeg en een felle voorjaarszon aan de strakblauwe lucht klieft de massieve veerboot het woest opspattende water van de Westerschelde. Enkele meeuwen duiken achter de schroef in het zilte Zeeuwse nat, op zoek naar voedsel. Veel tochtjes zal de Prinses Juliana niet meer maken. In maart volgend jaar wordt de Westerscheldetunnel opgeleverd en komt er een eind aan de veerdiensten tussen Zuid-Beveland en Zeeuws-Vlaanderen. Nu al staat het robuuste schip te koop op internet. En dat gaat niet zonder emotie. Kapitein L.W. Walraven: „Met dit schip verdwijnt een stukje Zeeland.

Sinds jaar en dag vaart de Prinses Juliana ieder uur van het Zuid-Bevelandse Kruiningen naar het Zeeuws-Vlaamse Perkpolder. En weer terug. De bemanning van het schip geniet van het werk. In de stuurhut wijst kapitein Walraven op de weidsheid die zich voor de boeg van de boot aftekent. „Hier wil toch niemand weg! Ik heb in mijn hele leven nog nooit aan de wal gewerkt. Als jongen van een jaar of zes ging ik al mee op allerlei schepen. De nu 59-jarige kapitein heeft geluk. Als er in maart 2003 een eind komt aan de reguliere veerdiensten, gaat Walraven met vervroegd pensioen. Dat was hij toch allang van plan. „In februari volgend jaar neem ik ontslag. Eventueel blijf ik ook de laatste maand nog, maar dat hangt af van wat de baas ertegenover zet.
Het einde van de veerdiensten volgend jaar is een gevolg van de oplevering van de Westerscheldetunnel. De miljoenen euros kostende verbinding tussen Zuid-Beveland en Zeeuws-Vlaanderen nadert met rasse schreden zijn voltooiing. Er zijn zelfs onderhandelingen met de organisatie van de jaarlijkse wielerwedstrijd Tour de France om in 2003 een etappe van de vermaarde tocht door de tunnel te laten lopen. Maar dat staat allemaal nog op losse schroeven. De bemanning van de vijf veerboten op de Westerschelde zal het allemaal worst wezen. Ze hebben dringender zaken aan hun hoofd. Met de oplevering van de tunnel verdwijnen de reguliere veerbootdiensten en daarmee hun banen.

Vraagteken
Werkgever Provinciale Stoombootdiensten (PSD) heeft weinig alternatieven voor de bemanningsleden. Tussen Vlissingen en Breskens zal wellicht nog een fiets- en voetveer blijven varen, maar voor het wagenvervoer is het definitief afgelopen. De Yersekenaar J. van Putten, matroos op de Prinses Juliana, kijkt het nog maar even aan. „Wij weten eigenlijk ook niets. We halen de informatie uit de krant. De PSD zou best wat meer van zich mogen laten horen. Voor Van Putten is zijn leven na maart 2003 nog een groot vraagteken. „Het is voor mij een raadsel wat ik hierna ga doen. Waar zitten ze nu nog op iemand van vijftig jaar te wachten? Jongere mensen zijn vaak goedkoper.
Toen ik bijna twintig jaar geleden hier kwam werken, sprak nog niemand over een tunnel. Bij de PSD had je een bepaald stuk zekerheid omdat het bedrijf een semi-overheidsinstelling is, vertelt Van Putten. „Bovendien zit ik met deze baan op het water. Dat trok me altijd al. In Yerseke is het ook de zee die in het onderhoud van velen voorziet. Het zijn de mosselen en oesters die de dienst uitmaken, en dat heeft zeker meegespeeld in mijn beroepskeuze.

Paaltjes schoonmaken
Ook de 51-jarige M. Schot is bevreesd voor zijn toekomst. Als stuurman op de Juliana gaat hij iedere dag met plezier naar zijn werk. „Je bent hier met je crew eigen baas. Ik zie s morgens de zon opkomen en s avonds weer ondergaan. Dat is een pracht, jong! vertelt de stuurman met een onmiskenbaar Zeeuwse tongval. „In 2003 krijgen we allemaal de zak. Ik weet echt niet wat ik daarna moet beginnen. Maar ze moeten niet tegen me zeggen: Rinus, hier heb je een auto, ga maar langs de kant van de weg paaltjes schoonmaken. Daar ben ik niet voor opgeleid.
Schot kijkt tijdens het vertellen bijna onafgebroken naar buiten. Ondanks de moderne navigatieapparatuur aan boord van de Juliana blijft het besturen van het schip ook gewoon een kwestie van rondkijken. Op slechts enkele meters, zo lijkt het, vaart de veerboot Prinses Christina langs. In werkelijkheid blijkt er nog heel wat ruimte te zitten tussen de twee veerboten, die elkaar altijd halverwege de overtocht tegenkomen. De schepen lijken op het eerste gezicht identiek. „Maar Christina is wel veel ouder. Die is al in 1968 gebouwd, weet Schot te vertellen.

Prinses Máxima
De naamgevers van de vijf veerboten die dienst doen op de Westerschelde kunnen niet beticht worden van een anti-koningsgezinde houding. Naast de Prinses Juliana en de Prinses Christina varen ook de Prins Willem-Alexander, de Prins Johan-Friso en de Koningin Beatrix dagelijks hun rondjes. Maar een Prinses Máxima zal nooit meer varen op de Zeeuwse zeestraat naar Antwerpen.
Al sinds enige tijd worden de vijf schepen op internet te koop aangeboden. Prijzen worden niet vermeld, wel staan er veel fotos bij. De Juliana, 16 jaar oud en ruim 113 meter lang, wordt aangeprezen als een Double Ended, Diesel Electric, Twin Car Deck Ro-Ro/Passenger-Ferry. Ofwel: een dubbeldekspassagiersveerboot waarbij, net als bij een trein, de voor- en de achterkant gelijk zijn en in het gebruik steeds verwisseld kunnen worden.
Dat gebeurt dan ook na iedere overtocht. Door de ramen van de stuurhut doemen de pijlers van de aanlegfuik in Perkpolder op. De fuik oogt niet ruim. Stuurman Schot loodst zijn Juliana geconcentreerd tussen de houten palen. Dan klinkt een flink gekraak. Niets om je zorgen om te maken, zo blijkt al snel. Het is het gebruikelijke geluid bij het aanmeren. Vanuit de portofoon van de kapitein komt een hoop onverstaanbaar geruis. „Hier de brug!, luidt zijn antwoord op de voor hem kennelijk wel verstaanbare informatie. De boodschap: benedendeks staan de matrozen gereed om de deuren te openen. „Los en klaar! Kapitein, stuurman en matroos verlaten de stuurhut om een moment de benen te strekken en positie in te nemen in de tweede stuurhut, aan de andere kant van het schip. Over tien minuten zal de tocht zich herhalen in de richting van Kruiningen.
Op het autodek is het rustig als de Juliana Perkpolder binnenvaart. De automobilisten zoeken hun wagen op. De dubbele brug met elk twee rijbanen aan de andere kant van de deuren zakt langzaam naar beneden en sluit naadloos aan op de voorplecht van de veerboot. Tussen de spleten kolkt het water van de Westerschelde. Autos worden gestart en rijden het dek af. Zware vrachtwagens denderen van het benedendek om hun tocht voort te zetten, naar Zeeuws-Vlaanderen of naar België. Binnen de kortste keren is de veerboot verlaten. Nog geen twee minuten later stroomt de boot weer vol, de lijnbus Goes NS voorop. „Die heeft een speciale plaats vooraan, zodat hij de boot ook snel weer kan verlaten, weet kapitein Walraven. „Dat moet wel om een goede aansluiting op de trein te garanderen.

Verwarring
De meeste passagiers blijven tijdens de twintig minuten durende overtocht niet in hun auto zitten. Op het dek is het al gauw behoorlijk druk. Twee jongens staan over de reling gebogen en doen hun best om zo ver mogelijk in het water te spugen. Een wat oudere dame kijkt hoofdschuddend toe, terwijl achter haar de Zeeuws-Vlaamse kust langzaam vervaagt. Iets verderop leunen twee jonge werklieden van Babypark Kesteren over de reling, net terug van Brussel. Het blijkt dat het babypark er een flink werkgebied op nahoudt. „We hebben zojuist een babykamer geïnstalleerd in Brussel en zijn nu onderweg naar Kruiningen om een kamer te installeren. De beide heren zien de overtocht als een welkome afwisseling op hun reis en halen tevens een frisse neus.
Voor wie het te koud vindt in de wind, is binnen genoeg ruimte. Met twee salons, een voor rokers en een voor niet-rokers, èn bijbehorende catering is de Juliana een luxe veerboot. Matroos Van Putten: „Soms zorgen die twee salons wel voor onduidelijkheid. Een Belgisch echtpaar kwam eens in verwarring naar me toe. Meneer, vanmorgen mochten we hier wel roken en nu niet meer, zeiden ze. Ze hadden niet door dat de boot nu de andere kant op voer.
Van dat vervelende euvel heeft het Belgische echtpaar Pesch uit Wachtebeke in elk geval nooit last gehad. Beiden roken niet en bovendien vaart het paar, oorspronkelijk afkomstig uit Nederland, pas voor de allereerste keer mee met de veerboot. Dat het ook een van de laatste keren zal zijn, beseffen ze. De tunnel zien ze helemaal niet zitten. „Een tunnel van niks naar nergens, geeft de heer Pesch ongezouten zijn mening, intussen een broodje kroket met mosterd naar binnen werkend. „Vooral de aansluitende wegen zijn onvoldoende. Vanuit Wachtebeke moet je een behoorlijke omweg maken. In het vuur van zijn betoog valt een klodder mosterd op zijn trui, die mevrouw Pesch zorgzaam wegveegt. „We gaan vandaag op familiebezoek in Nederland, vertelt ze. „Deze overtocht is echt een rustpunt in de reis. Hier kun je je even ontspannen of buiten zitten als het mooi weer is.

Gehoorbescherming
Een eindje verderop zit Paul Hemelsoet, vertegenwoordiger. Hij is een veelgeziene passagier op de Juliana. „Ik vaar vaak zon drie keer per week heen en weer, en dat al twintig jaar lang. Maar als je zo regelmatig overvaart, ben je wel blij met de komst van de tunnel. Hemelsoet heeft een persoonlijke band met de veerboot: voor zijn werk verzorgt hij onder meer de gehoorbescherming voor de bemanningsleden, „op maat gemaakt. Toch betreurt hij het verlies van de klandizie niet: „De tunnelbouwers zijn ook weer klanten van me, vandaar. Bovendien speelt het aspect van tijd ook mee. Met de tunnel ben je veel sneller aan de overkant. De prijs voor de overtocht is voor hem van ondergeschikt belang. Hemelsoet krijgt als inwoner van Zeeuws-Vlaanderen namelijk korting voor een overtocht met de veerboot, die anders al gauw zes tot negen euro kost voor een personenwagen. Voetgangers en fietsers kunnen de oversteek gratis maken.

Zeehonden
Karin Willemstijn uit het Zuid-Bevelandse s-Heerenhoek is een incidentele passagier. Met haar negenjarige zoontje Stefan maakt ze de overtocht hoogstens drie keer per jaar. „Ik denk dat de tunnel wel een gunstig effect heeft. Vanaf Zuid-Beveland zit je dan binnen tien minuten in Terneuzen. Maar ik hoor wel van veel mensen dat ze toch de omweg via Antwerpen zullen blijven maken. De aansluiting op de snelweg schijnt niet echt goed te zijn. Stefan weet in elk geval zeker dat hij liever met de veerboot gaat. „Dit is véél leuker dan met de auto. Over het water turend: „Ik heb alleen nog geen zeehonden gezien.
Toch zijn er wel zeehonden in de Westerschelde, weet kapitein Walraven. „Ik zie ze steeds vaker op de zandbanken liggen. Vroeger was de Westerschelde veel te vies en kwamen ze alleen in de Oosterschelde voor, maar gelukkig verandert dat steeds meer. Walraven kan het weten. Als matroos begonnen in 1968 en via kwartiermeester en stuurman uiteindelijk kapitein geworden, kent hij de Westerschelde als geen ander. „Toen ik begon, deed ik niet veel meer dan dekken schrobben. Dat is in de loop van de tijd wel veranderd.

Verpleegster
Wat ook veranderde, is de grootte van de wagens die zijn veerboot in de loop der jaren op- en afreden. De passagiers vormden een getrouwe afspiegeling van de immer toenemende welvaart. „Vroeger stond het dek vol met van die kleine wagentjes. Ik herinner me dat we daar eens een geintje mee hebben uitgehaald. Met vijf collegas hebben we toen het autootje van een verpleegster omgedraaid tijdens de overtocht. Ze wist niet wat haar overkwam toen ze haar auto bij het afmeren weer opzocht. Alle autos stonden met hun neus naar Kruiningen, maar zij stond als enige in de richting van Perkpolder geparkeerd!
In zijn inmiddels 34 jaar durende loopbaan op de veerboot maakte Walraven ook minder plezierige dingen mee. „Als kapitein ben je verantwoordelijk voor je schip èn voor je passagiers. Ik moet de beslissingen nemen als er iets gebeurt. Zon twaalf jaar geleden hadden we een bommelding. De boot was net geladen. Toen heb ik het schip laten ontruimen. Alles moet dan te voet van boord, ook de meest luxe wagens blijven gewoon achter. Als het echt moet, kan het snel, hoor! Binnen tien minuten was de hele boot leeg. Overigens bleek de melding achteraf vals.

Overboord
Eén keer maakte Walraven mee dat een passagier overboord viel. Met de hoge relingen op de dekken van de Prinses Juliana lijkt dat een haast onmogelijke zaak. Het was dan ook opzet, vertelt Walraven. „Het is al lang geleden; ik was nog stuurman. Nu hebben we een moderne reddingsboot met een motor op het dek staan, maar toen moest het nog gewoon met de riemen. Toen we met veel moeite bij de vrouw kwamen, bleek helaas dat ze al verdronken was.
Een ander probleem voor de bemanning is de nog steeds toenemende mondigheid van sommige passagiers. Walraven: „Op het autodek hebben we zes rijen voor personenwagens. De middelste rijen verlaten altijd als eerste de boot. Dat zijn dan ook de meest gewilde plaatsen. Het komt wel eens voor dat automobilisten weigeren de aanwijzingen van de matrozen op te volgen om in andere rijen te parkeren. Als het hoog oploopt, kom ik tussenbeide. Meestal valt het wel te sussen.
Vervelender waren volgens Walraven de situaties op zaterdagavond. „Op de laatste boot naar Perkpolder zaten altijd veel jongeren die zaterdagsavonds naar de discotheek in Kloosterzande gingen. Die liepen soms over de daken van de personenwagens en spoten de brandblussers leeg. Er is een tijd geweest dat we die laatste tocht alleen onder politiebegeleiding deden. Maar tegenwoordig hebben we nooit meer last met die jongeren. Kennelijk hebben ze weer andere uitgaansgelegenheden gevonden.
De toren van Kruiningen tekent zich alweer duidelijk af. Langzaam vaart de Juliana de pier binnen. Opnieuw zakt de brug naar beneden en openen de deuren zich. In een wolk van dieselgassen verlaat de lijnbus Goes NS als eerste het dek. Nog even, en dan is het voorbij. Voor de bus, maar ook voor echtpaar Pesch en voor Babypark Kesteren. Dan razen ze onder het zeenat door. Maar ook voor kapitein Walraven is het dan voorbij. „Het is niet alleen het einde voor de veerdiensten, het is ook het einde voor een stukje Zeeland. Hij heeft nog een jaar om aan het idee te wennen. Althans, als hij daarvoor de tijd krijgt: de boot loopt alweer vol. Matrozen geven aanwijzingen, portofoons kraken, motoren stampen. De Juliana kiest opnieuw het ruime sop.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 april 2002

Terdege | 108 Pagina's

Weemoed op de Prinses Juliana

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 april 2002

Terdege | 108 Pagina's