Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bij de bijbelstandaard van ds. Bakker

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bij de bijbelstandaard van ds. Bakker

Henk Bor: „Je proefde bij die man tere godsvrucht"

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

In zijn jeugd hoorde Henk Bor de befaamde professor Wisse preken en de eerbiedwaardige professor van der Schuit. Ds. R. Kok was de eerste predikant van de kleine Christelijke gereformeerde kerk in Ameide. Ds. F. Bakker, bekend van zijn Gebedsgestalten, werd een huisvriend van de familie Bor. Maar het waren vader Bas Bor en ouderling Jan van der Ham die de evangelist uit Gent het meest stempelden. „Hun leven was doortrokken van de vreze des Heeren.

Al tientallen jaren vormen Henk en Eike Bor het gezicht van het Evangelisch Centrum Rehoboth, de christelijke gereformeerde evangelisatiepost in een volksbuurt van Gent. Hun leven raakte, ondanks vele teleurstellingen, verweven met dat van de Belgen die de post bezoeken. Tegelijk bleef de band met Nederland bestaan. Een bont gezelschap, uit alle mogelijke kerken, leerde Rehoboth kennen als een spelonk van Adullam.
Schilderijen accentueren het statige karakter van de woonkamer. De evangelische kunstschilder Charles Davies uit Wales vereeuwigde vader Bor in olieverf. Naast het schilderij staat de bijbelstandaard die eens aan ds. F. Bakker toebehoorde.
Hoewel thuis tal van christelijke gereformeerde prominenten over de vloer kwamen, had Henk Bor in zijn jeugd nauwelijks besef dat hij christelijk gereformeerd was. „Bij ons kwam allerlei soort mensen, van oud-gereformeerd tot hervormd. Over kerken werd nooit gepraat. Het ging om de vreze des Heeren, de rest was bijzaak. We hadden een heel eenvoudige ouderling, aan wie eens werd gevraagd hoe hij dacht over twee of drie verbonden. Die man snapte er niks van, en zei: Er zijn maar twee wegen, een derde weg is er niet.

Krachtdadig stilgezet
Het sterven van een kindje was voor grootmoeder Bor aanleiding om voor het eerst naar de kerk te gaan. De jonge Bas nam ze mee. „Van zijn jonkheid af is hij de Heere gaan zoeken. Mijn moeder komt uit de Hervormde Kerk. Haar vader was daar notabel, later ouderling. Een hoogstaande man, maar over bekering werd niet gesproken. Mn moeder ging er voetstoots van uit dat ze een kind van God was.
Dat veranderde toen ze mn vader leerde kennen. Die nam haar mee naar Janusje van Vliet, die in het dorp bekend stond als gekke Janusje. Dat was volgens hem een echt kind van God. Die man behoorde tot het christelijke gereformeerde kerkje aan de Achterweg, waar op zondag een man of dertien samenkwam.
Het eerste wat Janusje tegen mijn moeder zei, was: Zussie, hoe lang hinkt gij nog op twee gedachten? Niet lang daarna gingen mn ouders een weekend naar de getrouwde tweelingzus van mn moeder, in Baarn. De hele avond hebben die twee meiden lopen grollen, terwijl mn vader steeds stiller werd. Aan het eind van de avond zei de zus van mn moeder: Morgen kunnen we bij Blauwendraad naar de kerk, dan kun je lachen, of bij Kievit, die is heel somber. Het werd natuurlijk Blauwendraad, maar mn vader stak daar een stokje voor. Die zei: Ik heb heel de avond naar jullie grappen moeten luisteren, morgen gaan we naar ds. Kievit. Dat is ook gebeurd. De tekst van Kievit was: Kies dan heden Wie gij dienen zult. Mn moeder werd meteen geraakt. Krachtdadig is ze door de Heere stilgezet. De hele dag heeft ze zitten huilen. Haar zuster zei de volgende morgen: Hoepel maar gauw op, aan gejank heb ik geen behoefte.
Nou wil ik naar Janusje, zei mn moeder. Dezelfde avond hebben ze hem nog opgezocht. Voor ze iets had kunnen vertellen, zei Janus: Zussie, gisteren heeft de Heere het brugje bij jou opgehaald. Nou kun je nooit meer terug, welkom in de strijd! Die man leefde zo teer met de Heere, hij wist het al.

Gezelschap
Na hun huwelijkssluiting sloten Bas en Lena Bor zich aan bij de kleine Christelijke gereformeerde kerk, die daardoor rap verjongde. „We waren thuis met acht jongens. Groot was de gemeente nog steeds niet. Toen ik een jaar of zeven was, zat er een kleine vijfentwintig man in de kerk. Mijn vader, die ouderling werd, moest in het begin drie dingen doen: de preek lezen, het orgel bespelen en collecteren. Toen wij hier in Gent begonnen, beleefde hij zijn oude tijd weer.
De kleine kudde in Ameide vormde een hecht gezelschap. „Je had je hervormde familie, mensen die voor je gevoel buiten je leven stonden, en de kerk. Daarbij voelde je je thuis. Als mn vader of mn moeder jarig was, werden er twee avonden gehouden: een voor de familie en een voor de kerk. De tweede avond kwamen ook kinderen van God uit andere plaatsen op bezoek.
Wij zaten erbij en luisterden. Dat wilde mn moeder. Soms speelde je liever buiten, maar als mensen uit hun eigen leven over de wegen des Heeren vertelden, vond je dat toch wel mooi. Later ga je de dingen wat onderscheidenlijker zien. Er waren erbij die wat doorvloeiden, maar als kind heb je dat niet in de gaten. Zelf zijn we heel nuchter opgevoed. Mn vader was niet snel ondersteboven van iemand die mooi kon praten. Hoewel mn moeder de dingen geestelijk beter op een rij kon zetten, had hij een fijner gevoel voor echt en onecht. Meestal zat hij zomaar stil te luisteren.

Pleiten
In het dorp behield de gemeente aan de Achterweg het imago van spelonkievolk. „Op bid- en dankdagen moesten we vrij vragen, dan hadden we s middags kerk. Je kreeg een hoofd als een biet als je het vroeg. Zo jochie, moet jij naar de kerk?, herhaalde de meester, zo hard dat ieder het kon horen. Je verdween bijna onder de bank van schaamte.
Mijn vader wees ons altijd op de vreze des Heeren. Daar hadden we diep respect voor. Eenmaal in Utrecht op school, pikte ik soms stiekem een bioscoopje. Tegen mn moeder durfde ik dat wel te vertellen, die kon zich dat vanuit haar eigen jeugd voorstellen, maar we waren doodsbang dat mn vader het te weten zou komen. Die sliep een week niet. Als je het verdriet in zijn ogen zag, kromp je in elkaar. Zijn leven was doortrokken van de vreze des Heeren. Als hij voor zijn veevoederfabriek naar de beurs moest, ging hij eerst op de knieën.
Doordeweeks kwam regelmatig een dominee in Ameide preken, zondags sporadisch. „De dominees bleven dan bij ons logeren, want op zondag mocht niet worden gereden. Na de avonddienst kwam de hele gemeente bij ons thuis. Een aantal predikanten, onder wie ds. F. Bakker uit Driebergen, raakte hecht bevriend met mijn ouders. Bakker had niet zoveel naam. Hij had volgens veel mensen een saaie stem en hij las te veel, maar mn vader voelde zich sterk aan hem verbonden. Je proefde bij die man tere godsvrucht, net als bij de oude ds. Overduin. Ik hoor het Overduin nog zeggen: Jongens, bidden jullie om bekering? De Heere heeft beloofd dat Hij je God wil zijn. Pleiten jullie daarop, en leg je je vinger wel eens bij de psalm: Opent uwe mond, eis van Mij vrijmoedig, op Mijn trouwverbond. Al wat u ontbreekt, schenk Ik, zo gij t smeekt, mild en overvloedig? Dat staat in de Bijbel geschreven en dat staat op je voorhoofd geschreven.
Dat is ons heel sterk bijgebracht, ook door mijn ouders. Je mag pleiten op Gods beloften. Het was een gezelschapsachtig klimaat, maar totaal niet benauwd.

Antiek
Tussen ds. Bakker en de mongoolse Wim Bor ontstond een speciale band. „Wim was een jongen die in zijn simpelheid de Heere vreesde. De preken van Bakker raakten zijn hart. Toen ds. Bakker ziek werd, zei mn moeder tegen Wim: Je moet de dominee eens een briefje schrijven. Dat heeft hij ook gedaan.
Beste dominee Bakker,
Als u gaat sterven, dan zal ik zingen: Maar t vrome volk in U verheugd, zal huppelen van zielevreugd, daar zij hun wens verkrijgen. En voor mn eigen zal ik zingen: Hoed mijn ziel, en red z uit noden.

Dominee Van Minnen, die dat briefje aan ds. Bakker heeft voorgelezen, zei: Dit is meer waard dan het kostbaarste antiek.
Met de rouwkaart van Bakker is Wim het hele dorp rond geweest. Deze man is welgelukzalig, die is in het Vaderhuis, maar jullie moeten nog bekeerd worden. Zo verkondigde hij overal het Evangelie. Drie weken later is hij zelf gestorven, door een ongeluk. We kregen toen een prachtig briefje van professor Van der Schuit, met het opschrift: Familie in de hemel.
Van der Schuit had iets profetisch. Dat werd nog geaccentueerd door zijn eerbiedwaardige uiterlijk en zijn zware stem. Zelfs als kleine jongen zat je ademloos naar zijn preken te luisteren. Daarbij was het een heel sympathieke man. Op een gegeven moment kregen we in Ameide een jeugdvereniging. Het reglement dat we hadden opgesteld, legde ik aan professor Van der Schuit voor. Die begon het serieus te bestuderen, en zei toen hij het uit had: Er moet nog één zin bij: In bijzondere gevallen mag van dit reglement worden afgeweken. Dat soort humor typeerde hem. Ik zal ook nooit de begrafenis van zijn vrouw vergeten. Hij legde zijn handen op de kist en zei: Aan het sterfbed van deze vrouw heb ik meer geleerd dan tijdens al de jaren van theologiestudie. Waarna hij, nog steeds met de handen op de kist, vervolgde: Jezus, Uw verzoenend sterven, blijft het rustpunt van ons hart. Zeer indrukwekkend!

Feest
De befaamde professor Wisse preekte drie keer in Ameide. „De eerste keer zat de kerk bomvol. Het was een feestdag. Wisse kwam! Je zag hervormden, en je dacht: Nou moeten ze maar eens goed horen wat er in dat zwarte-kousenkerkje wordt gebracht. De tweede keer waren er al minder mensen. De derde keer kwam Wisse vooraf even kijken hoe veel er zaten. Terug in de consistorie zei hij tegen mijn vader: De aarde nu was woest en ledig. Hij is nooit meer geweest. Wisse had ongetwijfeld grote gaven, ook inzicht in het geestelijk leven, maar het was een ontzettend ijdele man.
Van der Schuit was meer gestorven aan menseneer. Een kritiekpunt in het behoudende deel van onze kerken was dat hij soms te breed was. Hij wilde in het midden van de kerk staan, overigens zonder grijs te zijn. Nu ik zelf in de synode van onze kerken heb gezeten, kan ik dat beter plaatsen. Als je in een goede harmonie bij elkaar bent, zouden mensen met wie je inhoudelijk moeite hebt bijna je vrienden worden. Mijn ouders hebben altijd groot respect voor Van der Schuit gehouden. Hij leefde sterk met ons gezin mee. We vonden het een feest wanneer hij een weekend bij ons logeerde.

Philpot
De zondagen dat er aan de Achterweg geen dominee was, lazen ouderling Versluis of ouderling Bor een preek. Bor koos bij voorkeur Philpot. Dat werd een probleem toen ds. Kok kwam. „Met het lezen van Philpot maak je de gemeente lijdelijk, zei Kok. Aan de andere kant had hij zo veel respect voor mijn vader, dat hij hem niet goed aan durfde te pakken.
Preekte Kok elders, dan bleef mijn vader gewoon Philpot lezen. Dat was toch wat tegen het zere been. Kok begon er zelfs op de classis over, maar mn moeder diende hem stevig van repliek. Hoor eens dominee, mijn man leest al 25 jaar Philpot en de eerste dominee die we hebben beroepen, staat bekend om zijn ruime prediking van het aanbod van genade, dus lijdelijk zijn we er niet van geworden. Daar kon Kok weinig tegenin brengen.
Wat mn vader in Philpot trok, was diens beeldende spreken over het geestelijke leven. De opvatting van Philpot over het aanbod van genade deelde hij absoluut niet. Toen ds. Kok hem daarop wees, maakte hij zelf een toepassing voor de onbekeerden. Als mn vader aan zijn eigen briefje begon, wist je dat de dienst bijna was afgelopen.

Indrukwekkend
Ondanks het grote verschil in karakter, waren Bor en ds. Kok zielevrienden. „Ik herinner me nog dat we met het hele gezin naar ds. Kok zijn geweest, kort voordat hij in de Gereformeerde Gemeenten werd geschorst. Ik hoor hem nog zeggen: Al zetten ze me de kerk uit, ik zal blijven vertellen dat God goed is, desnoods op een sinaasappelkist. Zijn preken waren heel indrukwekkend en hebben mijn gedachten blijvend gevormd.
Pastoraal was de bekende predikant niet altijd even tactvol. „We hadden in de gemeente mensen die meelevend lid waren, maar Kok zei: Meelevende leden bestaan niet. Hij bad er zelfs niet voor als ze ziek waren. Aan de andere kant had hij ook heel mooie dingen. Na zijn vertrek is er een enorme verdeeldheid in de gemeente gekomen. Op een gegeven moment is ds. Kok erbij gehaald. Die riep de hele kerkenraad, met de vrouwen, bij elkaar, en zei: We zijn hier samengekomen om alles te begraven in het graf van Christus. Willen jullie dat? Alles knikte. Dan geven we elkaar nu de rechterhand, zei Kok. Vervolgens heeft hij een stukje uit de Bijbel en uit de Catechismus gelezen en een korte meditatie gehouden.
Zo, zei Kok, nu is alles begraven en gaan we gezellig een bakje koffie drinken. En laat me niet ter ore komen dat er nog over wordt gepraat, want dan sta ik s morgens om zeven uur op de stoep. De vrede is totaal teruggekeerd, een ouderling die was weggelopen, kwam in de schuld en is door de gemeente weer kandidaat gesteld. De avond waarop die man het aannam, was onvergetelijk. Je voelde dat het weer goed lag.

Band
Met de weduwe van ds. Bakker bleef de evangelist uit Gent na zijn vertrek naar België nauw contact houden. „Ze woonde in Terneuzen en kwam op zondagavond vaak in Gent naar de kerk. Ze heeft me niet alleen de bijbelstandaard van haar man gegeven, maar ook veel van zijn boeken. In de lijdenstijd heb ik nog zitten lezen in De Christus en zijn lijden van dr. K. Schilder, een geweldig werk. Bij alle passages die me aanspreken, staat een streepje van ds. Bakker. Dan denk ik: Dat heb jij er dus ook uit gehaald.
Bij alle achting die hij heeft voor predikanten die hij van nabij leerde kennen, waren het geen dominees, maar twee eenvoudige ouderlingen die Henk Bor het meest stempelden. In de eerste plaats zijn eigen vader. „De tweede was Jan van der Ham, een ouderling uit Meerkerk. Een man die met wijsheid was bedeeld, levend in de tere vreze Gods. Als er brandjes in de gemeente waren, werden ze door Jan van der Ham geblust. Elke week kwam hij een avond bij mn ouders op bezoek. Meestal zat hij zomaar rustig te praten over een boek dat hij in die week had gelezen. Dat heeft veel indruk op me gemaakt.
Inmiddels zijn bijna alle geestelijke wegwijzers uit zijn jeugd weggevallen. Het maakte de christelijke gereformeerde evangelist niet mismoedig. „De Heere blijft werken. En die mensen zijn niet weg. Als ik in een boek van ds. Bakker bij een mooie passage een streepje zie staan, voel ik de verbondenheid. Die gaat over dood en graf heen. Ik ben ervan overtuigd dat er in de hemel herkenning zal zijn. Het zou toch vreemd zijn als God hier op aarde een geestelijke band gaf, die in de hemel niet meer bestaat. De liefde tot God is sterk als de dood en hard als het graf. Zou dat niet gelden voor de liefde tot mensen die Hem liefhebben?
Bij ons thuis kwam een oude man, een kind van God. Die sprak altijd heel poëtisch. Vanmiddag heb ik fijn met Jeremia onder de boom gezeten. Het was echt gezellig. Dan begon hij een stukje uit Jeremia te citeren, waarna hij zei. Ik zal die man hartelijk bedanken als ik in de hemel kom. Dat herken ik. Wanneer ik in de Bijbel lees hoe David in de schuld voor God komt, dan voel ik zón band. Het kan toch niet dat je die man straks niet herkent!

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 8 mei 2002

Terdege | 120 Pagina's

Bij de bijbelstandaard van ds. Bakker

Bekijk de hele uitgave van woensdag 8 mei 2002

Terdege | 120 Pagina's