Tuintips en vragen

Tweejarigen
De tweejarige tuinplanten lijken soms een vergeten plantengroep te zijn en dat is jammer. Juni is de maand waarin ze gezaaid kunnen worden. Als alles goed gaat, groeien uit de zaadjes dit jaar planten. Soms heeft een enkele plant het eerste jaar al een bloemetje, maar de grootste bloei valt in het tweede jaar. Als u een hoekje vrij heeft in de tuin zou u de volgende soorten eens kunnen proberen: Digitalis (vingerhoedskruid, hommelplant), Matthiola (vioher, sterk geurend!), groot en kleinbloemige violen (Viola), Primula (sleutelbloem), Alcea (stokroos), Dianthus barbatus (duizendschoon, geur, snijbloem), Bellis perennis (madeliefje, leuk in potten en bakken), Campanula medium (klokje, mooie snijbloem) en Cheiranthus (muurbloem, sterk geurend). Als u alles wilt zaaien, heeft u een flinke plek nodig. Misschien is het leuk om met wat 7 meer tuinliefhebbers afspraken te maken, waarbij iedereen twee of drie soorten zaait. Later kunnen plantjes weer uitgewisseld worden. Overigens is het meeste zaad wel een paar seizoenen bruikbaar.

DunnenIn heel wat siertuinen staan een of meer vruchtboompjes. Geen verkeerde keus, ze bloeien vaak minstens zo mooi als een siersoort en ze dragen smakelijke vruchten. Te veel vruchten betekent dat die klein blijven en niet op smaak komen. Dunnen is dan noodzakelijk (eind juni). Bij appels en peren houdt u een handbreedte ruimte aan, bij pruimen een centimeter of vijf, zes. Kersen en bessen hoeven niet gedund te worden. Dunnen betekent dat hetzelfde voedsel naar minder vruchten gaat. Ook houdt het in dat de boom minder last van beurtjaren heeft: het ene jaar draagt de boom veel, het volgende seizoen (bijna) niets, dan weer veel. Dunnen geeft een gelijkmatiger dracht.

Snoei
Heesters, die in de lente bloeien, worden na de bloei gesnoeid. Ze bloeien dan het volgende seizoen weer op de takken die ze nu vormen. Snoeien in de zomer, indien nodig, kan geen kwaad. Sterker nog, in de zomer is vaak beter dan in de winter te zien welke takken weggenomen moeten worden. In het groeiseizoen overgroeien wonden snel, waardoor de kans op infecties via de wond afneemt.

 "ik heb een aronskelk die, naar mijn idee, op vreemde momenten bloeit. Hoort de plant niet in de zomer te bloeien?" Mw. W. Schrijver, Veenendaal
Planten zijn aan mode onderhevig en dat geldt ook voor de aronskelk (in het Latijn Zantedeschia, ook vaak aangeduid met Calla). Een aantal jaren geleden zag je ze vrijwel nooit, maar nu volop. Vaak gaat het dan alleen om de bloem in twee of drie identieke vaasjes in de vensterbank. Van oorsprong komt de plant uit Zuid-Afrika. De bollen staan daar op moerassige plekken, die zomers opdrogen. Dat is belangrijk om te weten, want het betekent dat de bollen die bij ons groeien ook van vocht èn van een droge periode houden. Het aardige van de plant is dat je hem op verschillende manieren kunt 'houden': als kamerplant, als zomerse kuipplant op het terras of gewoon in de tuin. Omdat de bollen niet erg winterhard zijn zou ik ze liever in een pot of kuip zetten dan gewoon in de tuin. De potten worden voor de nachtvorst binnengehaald om droog en vorstvrij te overwinteren op een koele plaats. In het voorjaar kunnen ze dan, na voorzien te zijn van nieuwe aarde, binnen uitlopen. Eind mei kunnen ze, na afgehard te zijn (overdag buiten en 's nachts binnen gedurende een week of twee, om te wennen aan de lagere buitentemperaturen) naar buiten. Zet de bollen zo'n 15 cm diep in een flinke pot met goede potgrond. Veel vocht tijdens de groei en bloei is belangrijk. Geef één keer per twee weken wat kamerplantenmest. Bollen die u zo behandelt, bloeien in de zomer. De bloei is óók afhankelijk van de grootte van de bol. Grotere bollen bloeien beter dan kleine. De bloei kan wel zes tot acht weken duren. Naast de plant met witte bloemen zijn er inmiddels heel wat andere kleuren te koop, zoals geel, lavendel, wit met groen, wit met een vleugje roze, perzikkleurig en oranje. Hoewel smaken verschillen, zou ik kiezen voor één kleur per pot. In de tuin zou u ze eventueel op een vochtige plek, bijvoorbeeld in een vijvermoerasje, kunnen planten. Misschien dat de bollen onder een flink winterdek een niet te strenge winter kunnen overleven, maar gezien de streek van herkomst zou ik voorzichtig zijn. Als kamerplant houdt u ze zomers droog, in de periode januari tot maart krijgen de bollen veel water, de grond moet 'modderig' blijven (zet de pot in een schoteltje met water). In de groeiperiode krijgen ze om de twee weken kamerplantenvoeding.

 "ik heb een vorstvrij hokje laten timmeren voor de planten die binnen moeten overwinteren. Is het goed voor de planten om daar een lamp op te hangen?" Mw Westerink, Nunspeet
Het is de bedoeling dat de planten in winterrust zijn. Onder de invloed van licht wordt bladgroen gevormd en wordt de groei gestimuleerd. In de winter is dat niet nodig en zelfs ongewenst. Bij ons thuis verbleven de planten gedurende de winter, met succes, op de donkere zolder. Fuchsialiefhebbers laten hun planten vaak overwinteren onder de vloer van hun huis. De lamp is dus niet nodig. In het voorjaar zet u de planten weer in het licht en geeft u ze verse grond. Als ze goed aan de groei zijn, geeft u ze regelmatig (1 x per week tot veertien dagen) een beetje kamerplantenmest.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen