Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hendrik IV van Frankrijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hendrik IV van Frankrijk

Een raadselachtige potentaat

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Was het tijdens een geschiedenisles of onder een les over Franse onregelmatige werkwoorden? In ieder geval is het zestig jaar geleden dat ik kennis maakte met een koning van Frankrijk die van protestants rooms werd teneinde zijn kroon veilig te stellen en voor die stap verantwoording aflegde met de woorden: „Paris me vaut bien une messe. („Parijs is me wel een mis waard.)

Inderdaad, het was de grootste van vele misstappen van deze vorst. Aan de andere kant heeft hij veel goeds gedaan, ook voor de kerk des Heeren in Frankrijk. Onze Republiek hielp hij –niet zonder eigenbelang, maar wel efficiënt– in haar strijd tegen Spanje. Prins Maurits keek hoog tegen hem op. De Algras schrijven hem in Dispereert niet echter af met het zinnetje: „In de armen van courtisanes leert men geen trouw aan de belijdenis. En zij hebben geen ongelijk: hij wàs een rokkenjager.
Henri heette hij. Hij werd geboren op 13 december 1553 te Pau, de residentie van zijn moeder Jeanne dAlbret, koningin van Navarre, leerlinge van Johannes Calvijn. Henris kinderjaren lijken een beetje op die van onze Willem van Oranje. Net als deze had Henri een vrome moeder. Ook hij kreeg een spartaanse opvoeding op het voorvaderlijke kasteel, op de hellingen van de Pyreneeën.
Al heel jong ging hij voor zijn scholing als page naar het hof van de Franse koning te Parijs. Daar maakte hij de mislukte staatsgreep mee die in de Franse geschiedenis bekend werd als la Conjuration dAmboise. Zijn vader, Antoine de Bourbon, en diens broer, Louis de Condé, waren de eigenlijke aanstichters. Hun aartsvijanden, de gebroeders De Guise, zagen nu kans hun gram te halen op de protestantse Bourbons: op Kerst 1560 zouden zij worden geëxecuteerd. Het sterven van de half imbeciele koning Frans II, op 5 december 1560, voorkwam de terechtstelling. Frans moeder, Catharina de Medici, benoemde zichzelf tot regentes voor de troonopvolger, de 10-jarige Karel IX, en had er behagen in de door haar gehate De Guises de voet dwars te zetten. Hoe rooms Catharina ook was, ze liet de Franse regeringspolitiek 180 graden zwenken. Ze benoemde Antoine de Bourbon tot luitenant-generaal van het koninkrijk en nodigde Jeanne dAlbret uit naar het hof te komen. In haar privé-kapel zou ze protestantse godsdienstoefeningen mogen beleggen.

Godsdienstgesprek
Om over een godsdienstvrede te onderhandelen, kwam zelfs Theodorus van Beza uit Genève over. Hij preekte voor Jeanne dAlbret en het absurde gebeurde: Catharina de Medici zat onder het gehoor van Beza en de Franse psalmen schalden door de zalen van het Louvre. In aanwezigheid van vele hoogwaardigheidsbekleders vond in september 1561 het godsdienstgesprek te Poissy plaats.
Het is een zonnige tijd. Allerlei vredesplannen worden gemaakt. Eén daarvan is dat de kleine Henri van Navarre, nu acht jaar oud, zal trouwen met Margot de Valois, het zusje van de koning. Moeder Jeanne drukt haar oogappel op het hart nooit te vergeten dat zn moeder koningin is van Navarre en dat hij haar in die kwaliteit zal opvolgen. Verder dat zijn vader afstamt van Lodewijk de Heilige en dat hij derhalve direct na de Valois recht heeft op de Franse kroon. Tenslotte dat hij krachtens zijn doop gereformeerd is en niet rooms. Zij bezweert hem nooit één voet in een roomse kerk te zetten.
Zo mooi als alles nu is, kan het niet blijven. De overgang van zijn vader naar de roomse kerk betekent de scheiding tussen tafel en bed van zijn ouders. Zijn vader houdt de kleine Henri bij zich en geeft hem roomse huisonderwijzers. Op 1 juni 1562 woont de kleine Henri, ruim acht jaar oud, de mis bij en belooft daarna zijn vader, in het bijzijn van een aantal hoogwaardigheidsbekleders, zich vanaf nu trouw aan het roomse geloof te zullen houden.

La Rochelle
In het jaar 1570 treffen we onze held aan in La Rochelle, de havenstad die aan de gereformeerden als vrijplaats is toegewezen. Antoine de Bourbon leeft niet meer, die is in 1562 in de burgeroorlog gesneuveld. Henri staat nu weer onder invloed van zijn moeder. Zij bereidt hem voor op zijn taak als koning van Navarre. En dat bevalt hem, puber die hij intussen is. Hij schrijft brieven naar Parijs, waarin hij bij koning Karel IX en koningin-moeder Catharine de Medici de zaak van de protestanten bepleit. Evenmin is hij vergeten dat de knappe Margot de Valois, het zusje van de koning, hem als bruid is beloofd.
In La Rochelle ontmoet hij Gaspard de Coligny, heer van Châtillon, een groot vriend van zijn moeder, en Lodewijk van Nassau, die in Frankrijk steun zoekt voor zijn broer Willem, de vrijheidsheld van de Nederlanden. Hij wordt in de havenstad als het ware ondergedompeld in het calvinisme. Het wemelt in de stad van calvinistische adellijke families, die allemaal in hun gevolg hun eigen hofprediker hebben meegebracht. Van 2 tot 11 april 1571 wordt in de stad een belangrijke synode van de Franse gereformeerde kerk gehouden. De confessie van Parijs (1559) wordt nu definitief vastgesteld en aangenomen. De jonge Henri, zijn moeder, zijn neef van vaders zijde Henri de Condé, Gaspard de Coligny en Lodewijk van Nassau wonen als eregasten deze synode bij.
Het volgende jaar zal De Coligny zijn onafgebroken pogingen met succes bekroond zien: de bruiloft tussen Hendrik van Navarre en Marguerite de Valois zal met pracht en praal in de Notre Dame worden gesloten en zal de vrede tussen rooms en protestants bezegelen. Duizenden gasten, waaronder veel hugenootse edelen, trekken naar Parijs. Henri zelf doet zijn triomfantelijke intocht in de stad, omstuwd door vijfhonderd ruiters. Helaas, op 9 juni 1572 sterft de moeder van de bruidegom in haar Parijse hotel. De officiële geschiedschrijving meldt dat Jeanne dAlbret zich weliswaar niet fit voelde toen zij afreisde naar de bruiloft van haar zoon, maar houdt ook terdege rekening met de mogelijkheid van vergiftiging op instignatie van Catharina de Medici. Op de dag van de huwelijkssluiting, 18 juli, was de bruidegom nog zo stoer dat hij weigerde zijn bruid te vergezellen naar de hoogmis die voor haar werd opgedragen, maar tijdens de moordpartijen van de Bartholomeüsnacht, een maand later, zwoer hij, om het vege lijf te redden, opnieuw zijn geloof af.

Protector
Zijn huwelijk was niet gelukkig. Margot zette haar ongebonden leventje voort en zag haar man maar zelden. Die had niets minder dan huisarrest aan het hof. Al had hij zijn protestantse geloof afgezworen, toch vertrouwde de roomse partij hem niet. Ondanks zijn beperkte bewegingsvrijheid nam Henri nu deel aan het wufte hofleven. Liefjes waren er genoeg. Zijn schoonmoeder hield er een hele stoeterij van achter de hand om haar mannelijke gasten mee te verleiden. Toch lonkte de vrijheid. Tijdens een jachtpartij in de herfst van het jaar 1576 zag hij kans zich met enkele vertrouwelingen te paard uit de voeten te maken.
Na een lange tocht kwam hij in La Rochelle en meldde zich bij de protestantse autoriteiten. Die ontvingen de koning van Navarre met veel égards. Alras stelde hij zich aan het hoofd van de protestantse beweging. Min of meer officieel werd hij als de Protector van de hugenoten erkend. Hij omringde zich met bekwame raadslieden, zoals Philippe Duplessis Mornay (1549-1623), een edel geleerde, die veel betekend heeft voor onze Willem van Oranje. Ook met theologen en predikanten in Frankrijk had Henri in deze tijd nauwe omgang. De vrome ds. Gabriël dAmours was zijn hofpredikant. Van hem accepteerde hij ernstige vermaningen over zijn laakbare gedrag wat betreft het zevende gebod van de Wet des Heeren. Soms werd hij hierover zelfs vermaand tijdens classicale vergaderingen waar de Protector als eregast aanwezig was. Voor gereformeerden van de 21e eeuw is zon leven moeilijk te volgen.
Maar ook het prachtige verhaal van de Slag bij Coutras, op 20 oktober 1587, mag hier niet ontbreken. Henri stond met een protestantse troepenmacht van 5000 man tegenover een roomse onder bevel van de hertog van Joyeuse van 7000 man. Toen deze zich gereed maakte voor de beslissende stormloop op de hugenoten, verzocht Hendri ds. DAmours voor te gaan in gebed. De ruiters stegen af, hielden met één hand de toom van hun paarden vast en knielden ter plaatse neer op hun knieën. De haakbusschieters deden hetzelfde. Naast hun haakbus knielden zij op de grond, terwijl ds. DAmours luidkeels de Heere Sebaoth te hulp riep. Van ver zagen de vijanden het. „Kijk, riepen ze elkaar toe, „ze zien dat hun laatste uur geslagen is. Met gevelde lansen kwamen ze aangestormd. Daar klonk het Amen! van ds. DAmours. Als één man rezen de hugenoten op, wierpen zich in het zadel en richtten hun haakbussen. Als uit één mond schalden daarop de verzen 24 en 25 van psalm 118 in de berijming van Clément Marot over het slagveld:
La voici lheureuse journée
Que Dieu a faite à plein desir:
Par nous soit joye demenée,
Et prenons en elle plaisir.

O Dieu Eternal, je te prie
Je te prie, ton Rois maintien;
O Dieu, je te prie et reprie,
Save ton Roi, et lentretien!

Het wonder gebeurde: de hugenoten weerstonden niet alleen de aanval, maar na een halfuur vechten achtervolgden zij hun vijanden. Toen er verzamelen was geblazen, las ds. DAmours met de krijgers de 124e psalm.

Catechisant
Het jaar 1588 was buitengewoon roerig in Frankrijk. De Parijse bevolking, opgehitst door honderden pastoors, gilde om De Guise, bijgenaamd le Balafré (de gelittekende). Op de 12e mei van genoemd jaar trok deze De Guise Parijs binnen, toegejuicht door een uitzinnige menigte. Koning Henrik vluchtte de stad uit en nam zijn intrek in het kasteel te Blois. Onder druk van de omstandigheden riep hij daar de Staten-Generaal bijeen. Tijdens de zitting, waarop hij zich in naam met De Guise verzoende, liet hij hem op 23 december door enige vertrouwelingen vermoorden.
Daarmee was echter de partij van De Guise niet overwonnen. Die kreeg voortdurend meer aanhang. Van de weersomstuit wendde de koning zich tot Hendrik van Navarre om hulp. Formeel benoemde hij hem tot zijn opvolger, zo hij zou komen te overlijden. Dat gebeurde eerder dan hij verwacht had. Op 1 mei 1589 viel de laatste Valois onder de dolkstoot van de dominicaan Jacques Clément. Daarmee was Frankrijk gesteld voor een enorm probleem: de wettige opvolger op de troon was een aanhanger van Calvijn. Maar tussen het recht hebben op de troon en het daadwerkelijk bestijgen ervan lag de stad Parijs, letterlijk en figuurlijk. Geen stad in Frankrijk was roomser dan de hoofdstad. Om haar door belegering tot overgave te dwingen, was bijkans onmogelijk. Nu had Hendrik inmiddels talrijke roomse adviseurs uit hofkringen, die niet nalieten hun nieuwe soeverein onder ogen te brengen: „Was u maar rooms, dan konden we u inhuldigen, de partij van De Guise ten onder brengen, één front tegen Spanje maken en Frankrijk een nieuwe toekomst brengen.
Hendrik stelde voor een oecumenisch concilie te beleggen en zo te trachten althans in Frankrijk godsdienstvrede te bereiken. Toen men een beroep op zijn vaderlandsliefde ging doen, bezweek hij echter. Hij was bereid gecatechiseerd te worden in de roomse leer. Wel maakte hij het zijn leermeesters moeilijk. Hij had er een boosaardig genoegen in hen met bijbelteksten klem te zetten, maar het kwaad was geschied.

Afvallige
Het verdriet van zijn vroegere geloofsgenoten, vermaningen van zijn vriend en steunpilaar Duplessis Mornay, een ernstige brief van de hoogbejaarde Beza uit Genève, niets kon de ramp keren. Op zondag 25 juli 1593 stapte hij in vol ornaat de oude abdijkerk van St. Denis, een voorstad van Parijs, binnen.
Volgens het van tevoren zorgvuldig vastgestelde protocol trad hem nu de grijze aartsbisschop van Bourges tegemoet en vroeg hem: „Wie zijt gij?
„Ik ben de koning.
„Wat wenst gij?
„Ik wens te worden opgenomen in de schoot van de roomse, katholieke, apostolische kerk?
„Wenst gij dat?
„Ja, dat wens en begeer ik.
Waarop hij de dure eed uitsprak van nu tot aan zijn dood de Roomse Kerk trouw te zullen blijven.
t Is waar, Hendrik IV heeft veel ten goede gedaan voor zijn vroegere geloofsgenoten. Door het Edict van Nantes kregen de hugenoten privileges waaraan zij in hun stoutste dromen niet hadden durven denken. Maar de prijs was hoog.
Hendrik blijft de raadselachtige, de halve, de man die wist dat het verkeerd ging met hem, en die niet de moed had rechtsomkeert te maken. Op de vrijdagavond vóór de zondag van zijn roomse belijdenis schreef hij aan zijn favouriete minnares Gabrielle dEstrées: „Aanstaande zondag ga ik de fatale sprong doen.
Ondanks het feit dat veel Fransen hem Hendrik de Grote noemen, de man die de godsdienstoorlogen deed eindigen en Frankrijk vrede en voorspoed bracht, blijft hij voor ons een baken in zee. Op 14 mei 1610 viel ook hij door moordenaarshand. Een dolkstoot van ene François Ravaillac trof hem met feilloze precisie in de hartstreek. Een artikel over zijn grootmoeder, Margaretha dAngoulême, konden we beëindigen met de woorden „God hebbe haar ziel. Hier past ons zwijgen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 augustus 2002

Terdege | 96 Pagina's

Hendrik IV van Frankrijk

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 augustus 2002

Terdege | 96 Pagina's