Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Regge, rivier in het groen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Regge, rivier in het groen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vlak bij Diepenheim begint de Regge als een forse greppel. Als Boven Regge wordt de rivier gevoed door beken, riviertjes en regenwater. Tussen Goor en Enter is zij al een behoorlijke rivier, waarop met kleine schepen gevaren kan worden. Tussen Enter en Rijssen wordt het Midden Regge. Nog verder stroomafwaarts passeren we Nijverdal en Hellendoorn. De Midden Regge gaat bij Hankate over in de Beneden Regge en mondt ten westen van Ommen uit in de Overijsselsche Vecht.

In het Twentse land, bij Huis Westervlier net ten zuiden van Diepenheim, ligt de oorsprong van regenrivier de Regge. Op kaarten uit het begin van de negentiende eeuw zie je een licht meanderende (kronkelende) lijn in het landschap richting Goor gaan. Vele beken en riviertjes voeden de Regge.
In vroeger dagen stroomde de Regge vrij richting Goor. Nu gaat de rivier als een communicerend vat onder het Twentekanaal door en vervolgt ze haar gedwongen rechte weg door Goor. Tussen Goor en Enter zien we de Regge steeds breder worden. Ten noorden van Enter, waar de Eksosche Aa in de Regge stroomt, wordt de Regge een echte rivier.
Wild meanderend stroomde de Regge ooit langs Rijssen en Zuna richting Nijverdal en Hellendoorn. Ten noorden van Hellendoorn had de rivier zoveel meanders dat een schip soms een uur nodig had om na een draai van bijna 360 graden bijna op dezelfde plaats uit te komen. Via Hankate en Eerde kronkelde de Regge verder om ten westen van Ommen in de Overijsselsche Vecht uit te monden. Via het Zwarte water kwam het Reggewater uiteindelijk in de Zuiderzee terecht.
De Regge was eens een zeer ondiepe rivier, die soms helemaal droog stond, maar in natte periodes wel een kilometer breed kon zijn. Dergelijke rivieren zijn nu in Nederland bijna niet meer te vinden. De Reest op de grens van Overijssel en Drenthe is er nog een voorbeeld van.
De vroeger zo woeste Regge kon voor veel overlast zorgen in het Twentse land. Berichten uit het midden van de negentiende eeuw melden overstromingen die het Reggedal deden veranderen in een meer. Mensen vonden zelfs de dood door verdrinking. Oude huizen in het Reggedal zijn dan ook meestal te vinden op oude rivierduinen. Deze zanderige, door wind opgestoven en door water opgestuwde gronden lagen wat hoger en boden een veilige woonplaats.

Kanalisatie
Aan het eind van de negentiende eeuw werd begonnen met het kanaliseren van de Regge. Tientallen meanders werden afgesneden. De dode rivierarmen groeiden dicht of werden gedempt. Dit kanaliseren heeft tot ver in de twintigste eeuw geduurd en maakte de Regge een stuk korter. Het rivierbed werd zo breed gemaakt dat er zomer en winter voldoende water door de Regge kan stromen. Landbouwgronden konden intensiever gebruikt worden door een betere afwatering. Een nadeel was dat er bij de winterse overstromingen geen vruchtbaar slib meer werd afgezet op de landbouwgronden.
De verdwenen meanders van de Regge zijn hier en daar nog in het landschap terug te vinden en hebben een hoge natuurwaarde. Sommige zijn hersteld, maar hebben geen verbinding meer met de rivier, andere zijn alleen nog terug te vinden als hoogteverschillen in het landschap. Er zijn nu gelukkig plannen ontwikkeld door het Waterschap Regge en Dinkel om de oude bovenlopen van de Regge te herstellen en te koppelen aan de huidige Regge. Door het koppelen van de oude bovenlopen wordt het water trager afgevoerd en zullen natuurwaarden zich herstellen. De Regge is nu al een rivier in het groen, maar zal dan nog groener worden.

Vistrappen
Vissen trekken vanuit zee onze rivieren op, soms tot aan de bovenloop. In de twintigste eeuw zijn vele stuwen aangelegd. Ze vormen een onneembare hindernis voor vissen. Daarom treffen we in rivieren en beken steeds vaker zogenaamde vistrappen aan. Via zon kunstmatige trap bereikt het water in stappen het lagere land. Vissen kunnen een dergelijke hindernis stroomopwaarts probleemloos nemen. De Regge kent op het ogenblik drie vistrappen, bij Zuna/Notter, Hancate en Archem.

Scheepvaart
De Regge werd vroeger druk bevaren, bij gebrek aan goede verbindingen over land. Varen op de bochtige en ondiepe rivier was echter niet eenvoudig. Men bouwde zelfs een speciaal schip met weinig diepgang, de zogenaamde zomp. Er zijn door de eeuwen heen enkele duizenden zompen gebouwd, allemaal op drie Enterse scheepswerven. Een zomp is een platbodem van ongeveer 12 meter lang, met een laadvermogen van rond de 12 ton. Met de zomp kon je zeilen. Bij windstilte werd het schip voortgetrokken met mankracht.
In droge periodes was scheepvaart bijna onmogelijk. Het vaarseizoen liep dan ook van november tot en met april. In de zomermaanden voeren Reggeschippers in konvooi. Ze wierpen dammen op om het water op te stuwen en als er voldoende water boven de dam stond, werd deze doorgestoken en ging het hele konvooi stroomafwaarts met de water mee. De procedure werd herhaald tot de Overijsselsche Vecht bereikt was. Dit zogenaamde slompen werd zowel op de Regge en de Berkel als op de Vecht toegepast.
Eenmaal op de Zuiderzee konden de schippers Friesland, Groningen of zelfs Amsterdam bereiken. Dat gebeurde ook. Bij zwaar weer moet het bereiken van Amsterdam voor de zompschippers een hachelijke onderneming geweest zijn. Vaak werd de vracht voor Amsterdam daarom naar Zwolle gebracht en daar overgeladen. Heen gingen jute, klompen, hout, textiel, turf en vele andere goederen, terug gingen onder meer luxe artikelen en oliezaden voor de pelmolen in Rijssen.
Door de komst van spoorlijnen en wegen verminderde het vervoer over de Regge en nog voor de Tweede Wereldoorlog verdween de laatste Enterse Zomp, de Regt door zee van Jan ten Berge, naar het Openluchtmuseum in Arnhem. Oorlogshandelingen in 1944 vernielden dit stuk cultuurhistorie, maar de schamele restanten worden nog steeds bewaard.
Het is verheugend dat er sedert april 1986 weer een Enterse Zomp is. In de haven bij de Rijssense Pelmolen ligt een prachtige replica van de Regt door zee. In de zomer worden er rondvaarten op de Regge mee gemaakt. Tijdens mijn vele Regge-tochten trof ik een keer een jeugdgroep uit Middelharnis op bezoek bij de Pelmolen. De groep had net een vaartocht op de Regge gemaakt.

Pelmolen
De Rijssense Pelmolen is in 1752 op de huidige plaats opgebouwd. De molen zou afkomstig zijn uit Noord-Holland, maar zeker is dat niet. Het materiaal is mogelijk door zompen over de Regge aangevoerd. De Pelmolen is een achtkantige bovenkruier met stelling en de enige nog overgebleven molen in Nederland met een gecombineerde bestemming: olie- èn pelmolen. De molen werd in 1913 stilgelegd en raakte in verval. Gelukkig is de molen nooit gesloopt, waardoor veel van het oorspronkelijke materiaal op de plek zelf is gebleven. Bij de restauratie kwam dat heel goed uit. In 1974 was de molen weer volledig functioneel.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 augustus 2002

Terdege | 96 Pagina's

De Regge, rivier in het groen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 augustus 2002

Terdege | 96 Pagina's