Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gevangenisdirecteur Frits Langeraar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gevangenisdirecteur Frits Langeraar

„Ik kijk wel eens met een jaloers oog naar de justitiepastor"

11 minuten leestijd

Uit pragmatische overwegingen verwisselde Frits Langeraar in 1978 de psychiatrie voor het gevangeniswezen, een wereld die hem volkomen vreemd was. Na bijna 25 jaar bajes kent hij alle kanten ervan. Zijn idealisme hield ondanks alle teleurstellende ervaringen stand. „Het woord genade heeft voor mij veel meer inhoud gekregen.

„Na afronding van mijn studie sociaal cultureel werk aan de Sociale Academie in Ede ben ik in de psychiatrie gaan werken. Dat was niet echt een succes. Voor alles wat ik als agogisch medewerker wilde doen, was een klinisch psycholoog, een geestelijk verzorger of een psychiater beschikbaar. Je reed altijd wel iemand in de wielen. Een kennis van me, die in het gevangeniswezen zat, heeft me geïntroduceerd in het gevangeniswezen. Van 1978 tot 1993 ben ik cultureel werker geweest. Eerst in het centrum van Amsterdam, aan het Kleine Gartmanplantsoen en de Havenstraat. Later in de Penitentiaire Inrichtingen Over-Amstel (de Bijlmerbajes), in de torens De Schans en De Weg.
Voor mijn werk had ik de medewerking nodig van de mensen die toen nog hoofdbewaarders heetten. Die dachten sterk vanuit beheersing, terwijl ik gericht was op de ontwikkeling van gedetineerden. Omdat dat voortdurend botste, kwam ik op een gegeven moment tot de conclusie: Ik moet directeur zien te worden, dan kan ik die tent naar mijn eigen hand zetten. Met dat ideaal voor ogen ben ik managementopleidingen gaan volgen. In 93 ben ik benoemd als plaatsvervangend unit-directeur van het huis van bewaring in Zwaag, in de volksmond bekend als De glasbak. Na vier jaar ben ik teruggekeerd naar Over-Amstel, waar een unit-directeur voor huis van bewaring Demersluis werd gevraagd. Daar heb ik tot 1999 gewerkt, waarna ik unit-directeur van Het Schouw ben geworden. Die functie heb ik tot 1 oktober dit jaar uitgeoefend.

Verlegenheidsstandpunt
Van huis uit heb ik geen interesse voor het gevangeniswezen meegekregen. Mijn vader zat in de schoenenbranche en huldigde radicale opvattingen over criminaliteit. Boeven moeten in het cachot, op water en brood. Mn broer, die in de zakenwereld zat, had zoiets van: Wij verdienen het geld, jij geeft het met allerlei soft gedoe weer uit. Door over mijn werk te praten is zijn beeld veel genuanceerder geworden. Op afstand is het altijd makkelijk oordelen. Hetzelfde zie je bij homofilie. Daar praten mensen vaak ook spijkerhard over, tot een eigen kind ermee thuiskomt. Dan wordt het ineens een heel ander verhaal. Niet dat je je principes moet aanpassen, maar het glasharde is dan over.
In onze Nederlands Gereformeerde Kerken is helaas weinig aandacht voor gevangenen. Typerend is dat we geen enkele justitiepastor leveren. Dat geldt overigens ook voor vrijwel alle kleine reformatorische kerken. Terwijl Hebreeën 13 toch duidelijke taal spreekt: Gedenk de gevangenen alsof gij mede gevangen was. Er staat niet bij dat het om gevangenen omwille van het geloof gaat. Dat is een verlegenheidsstandpunt, om ons gebrek aan betrokkenheid op deze groep in de samenleving te verdoezelen.
Met Hans Barendrecht, directeur van Gevangenenzorg Nederland, heb ik voor onze kerk een lezing gehouden over de vraag wat je als christen kunt betekenen. Zowel voor de gedetineerden als voor de christenen die in een bajes werken. Dat is een heel kleine minderheid. Die mensen vinden het fantastisch als ze zich gesteund weten door kerkelijke vrijwilligers. Dat gevangenen niet worden afgeschreven, maar dat voor hen wordt gebeden en bezoekerswerk wordt opgezet. Op dat gebied nemen de evangelische kerken veel meer het voortouw.

Naäman
Van mij wordt in de eerste plaats verwacht dat ik de zaak goed run, maar daarnaast heb ik zeker gelegenheid om het werk inhoudelijk in te kleuren. Vanuit mijn christen-zijn benadruk ik sterk het belang van maatschappelijke integratie van gedetineerden. Dat is voor mij meer dan het aanbieden van een woning en een baan aan mensen die met ontslag gaan. Gedetineerden moeten leren relaties aan te gaan, waarbij ook zingevingsaspecten en geloofsvragen aan de orde moeten kunnen komen. Waarom ben ik op aarde, waar kom ik vandaan, waar ga ik naartoe?
Ik heb lang geworsteld met de vraag wat ik vanuit mijn geloof in de gevangenis kon betekenen. Ik heb dat ook vaak aan God voorgelegd: Waarom werk ik hier en wat wilt U met mij in die bajes? Door contacten met Jan Bakker van de Inwendige Zendings Bond ontstond het idee een Alpha-cursus te organiseren, net zoals dat in Engelse gevangenissen gebeurt. Bakker heeft me uitgenodigd daar een kijkje te nemen. Ik heb de dominee van de inrichting gevraagd om mee te gaan, want die moest uiteindelijk het initiatief nemen.
Vorig jaar hebben we in Het Schouw voor het eerst een Alpha-cursus kunnen draaien. Op voorwaarde dat de humanistische en de islamitische geestelijk verzorger ook een cursus konden verzorgen. Dat compromis heb ik geaccepteerd. Voor mij is het christelijk geloof exclusief. De Bijbel zegt duidelijk dat er maar één Weg is, en dat is Jezus. Tegelijk heb je te maken met de realiteit dat wij in ons land een scheiding tussen kerk en staat kennen. Overheidsorganen mogen niet evangeliseren. Vanuit de neutraliteit die van mij wordt verwacht, moet ik ruimte bieden voor verschillende levensovertuigingen. Met die gebrokenheid moet ik omgaan. De ruimte die me binnen die kaders wordt geboden om het zaad te strooien, pak ik wel. Ik vertrouw erop dat God me dat vergeeft.

Idealist
De houding waarmee ik binnenkwam, ben ik niet verloren. Ik ben een onverbeterlijke idealist. Om de maatschappelijke-reïntegratiegedachte nieuw leven in te blazen, heb ik een werkgroep in het leven geroepen. Ik wil geen genoegen nemen met het feit dat mensen maar crimineel blijven. Doen we niks, dan komen ze alleen maar slechter terug en worden het tikkende tijdbommen. Als samenleving hebben we de opdracht om mensen die een scheve schaats hebben gereden, weer binnenboord te halen en een nieuwe kans te bieden. We mogen ex-gedetineerden hun vergrijp niet na blijven dragen.
Ik onderschrijf van harte de belijdenis dat de mens onbekwaam is tot enig goed en geneigd tot alle kwaad, maar ik ben er evenzeer van overtuigd dat er wonderen gebeuren wanneer mensen gaan bidden of de Heilige Geest de leiding in hun leven wil overnemen. Dat geeft een wezenlijke verandering. Daarom hoop ik dat een moslim tot bekering komt, omdat ik niet geloof dat Mohammed de weg is. Sterker nog, ik geloof dat de islam een doodlopende weg is. Tegelijk ben ik uit maatschappelijk oogpunt al blij wanneer mensen vanuit welke levensovertuiging dan ook de betekenis van waarden en normen gaan inzien. Dat kan hen tegenhouden op de weg naar criminaliteit.
In ben sterk geboeid door de Amerikaanse criminoloog Travis Hirschi. Hoewel geen christen, stelt die dat elk mens van nature hedonistisch is en naar bevrediging van eigen behoeften streeft. Remmende factor daarbij is de binding aan andere mensen en aan de maatschappij. Een van de bindingscomponenten wordt gevormd door waarden en normen.

Waarden en normen
In de directie van Over-Amstel was ik de enige christen. Toch heb ik me nooit een buitenbeentje gevoeld, terwijl ze allemaal goed wisten hoe ik dacht. Ik hoef me niet te schamen voor mijn geloof. Het geeft me juist de kracht om dit werk te doen. Dat probeer ik ook uit te stralen en zo mogelijk uit te leggen, zonder prekerig te worden. Dat werkt alleen maar averechts.
Natuurlijk werden er wel eens geintjes over gemaakt, maar nooit gemeen. Binnenkort neem ik afscheid. Dat gebeurt meestal in de kantine, maar tegen mij zeiden ze: Jij gaat het zeker in de kerkzaal doen, Frits, dat past meer bij jou. Dan denk ik: Prachtig, het zou erger zijn als ze nooit verschil hadden gezien.
In gesprekken met de voorzitter van de werkgroep maatschappelijke integratie heb ik het belang van het levensbeschouwelijke aspect benadrukt. Inmiddels wordt de betekenis daarvan breed erkend. De problemen komen als je aangeeft dat het christelijk geloof de énige weg tot behoud is. Dat willen ze in de samenleving en de politiek niet horen. Uit verlegenheid wordt nu weer naar waarden en normen gezocht, omdat men wel ziet hoezeer de boel aan het ontsporen is. De gedachte is echter dat je ze los kunt verkrijgen, zonder rekening te houden met Degene die de waarden en normen heeft gecreëerd. Daar geloof ik niet in. Tegelijk zie ik nog liever dat men op pragmatische gronden normen en waarden gaat aanhangen dan dat er helemaal niks is.

Grenzen bewaken
In Amerika kennen ze christelijke gevangenissen, met programmas die zijn opgezet vanuit een bijbelse visie. Dat ideaal is in Nederland ver weg. Hier moet je binnen een seculiere overheidsgevangenis je christelijke levensovertuiging gestalte zien te geven. Waarbij je ervoor moet opletten dat je zelf niet afglijdt.
Een gevangenis is een ruige wereld. Waar je mee omgaat, word je mee besmet. Ik merkte ook bij mezelf dat ik woorden ging gebruiken waarvan ik op een gegeven moment dacht: Dat moet je niet meer doen. Of de verloedering hier zo veel sterker is dan buiten de bajes, weet ik niet. In de hele samenleving heb je die Goede tijden, slechte tijden-mentaliteit gekregen. Egoïstisch, materialistisch, zonder moraal. Het gros van de tv-programmas gaat over macht, geweld en seks. Op vrijwel alle zenders zie je mensen na tien uur in hun blootje staan. Dat is zo ongeveer de Nederlandse cultuur.
In de bajes zie je het kwaad en de verloedering onder een vergrootglas. Voor personeelsleden is het niet eenvoudig om overeind te blijven. Ze zijn een maand aan het werken voor een bedrag dat gasten achter de celdeur soms in een kwartier pakten. Geloof je niet in een God die ons Zijn heilzame spelregels heeft gegeven, ten leven, dan ben je eerder geneigd om ook zo te gaan leven. Zeker als je in je privé-leven weinig bindingen hebt. Dat hebben we ons als directie goed gerealiseerd. Een van de belangrijkste speerpunten van beleid in Over-Amstel is integriteit. Oog hebben voor mijn en dijn, met je handen van elkaars lichaamsdelen afblijven, op een correcte manier praten. Met elkaar moet je voortdurend die grenzen bewaken.

Bewogen
Met de gedetineerden heb je als directeur maar een enkele keer direct contact. Meestal in de corrigerende sfeer, wanneer ze iets hebben gedaan wat niet mag: drugs gesmokkeld, gevochten, een bewaarder uitgescholden. Een enkele keer heb je een persoonlijk gesprek met gevangenen. Ik heb zelfs wel eens met een gedetineerde gebeden, maar dat is meer uitzondering dan regel. Na een persoonlijk gesprek op zijn cel merkte ik dat die knaap er ontzettend behoefte aan had om zijn zonden te belijden, maar hij wist niet hoe. Ik heb hem geholpen met het uitspreken van een zondaarsgebed.
Dit werk heeft zeker invloed gehad op mijn beoordeling van de maatschappij. Daarover ben ik nog pessimistischer dan ik al was. Onze samenleving is volledig gericht op eigenbelang. Alles wat geld kost, zijn we aan het afschrijven: van asielzoekers tot psychiatrische patiënten, van verslaafden tot criminelen. Typerend is de manier waarop de politiek over gedetineerden praat. Douw er maar twee of drie in één cel. Dan denk ik: Wat willen jullie nou eigenlijk met die mensen? Ze moeten gestraft worden, natuurlijk, dat hebben ze verdiend, maar wil je ze ook veranderen? Ben je nog bewogen met die mensen? Het zijn toch mede-Nederlanders, of hebben we niks meer met elkaar?

Geur van Christus
Dit werk beïnvloedt niet alleen je visie op de samenleving, maar ook het zicht op jezelf. Het woord genade heeft voor mij veel meer inhoud gekregen. Het feit dat je gered bent, dat God Zijn oog op jóu heeft laten vallen, dat wordt iets onbegrijpelijks als je zo veel mensen om je heen ziet wie dat niet of nog niet ten deel
is gevallen.
Mijn geloof is door dit werk geweldig verdiept. Te meer sinds ik mag bemerken dat God me in de bajes wil gebruiken. Hij heeft me gered, echt uit de zonde getrokken. Nou mag ik iets terugdoen voor Hem. Dat geeft een heel bijzonder gevoel. Dat God me wil gebruiken, want uiteindelijk doet Hij het Zelf.
Ik hoop dat ik in een omgeving die dood is een goede geur van Christus mag verspreiden. Christus die het leven is. Sommige personeelsleden van Het Schouw zeiden tegen me: Jij bent een andere directeur dan we gewend waren. Je doet anders, je reageert anders, je praat anders. Daar was ik blij om. Je hoopt dat je voor de mensen om je heen een wegwijzer mag zijn. Ik zou daar nog veel meer mogelijkheden voor willen hebben. Wat dat betreft kijk ik wel eens met een jaloers oog naar de justitiepastor. Als ik mn leven over kon doen, werd ik predikant.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 oktober 2002

Terdege | 124 Pagina's

Gevangenisdirecteur Frits Langeraar

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 oktober 2002

Terdege | 124 Pagina's