Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Protestant in Polen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Protestant in Polen

Michaël Cyprys: „Als je hier niet rooms-katholiek bent, noemen ze je een Jehovas Getuige"

12 minuten leestijd

Door een effectieve contra-reformatie werd het protestantisme in Polen vrijwel weggevaagd. Protestantse christenen zijn, zeker op het platteland, veracht en verdacht. De meesten zoeken beschutting in eigen kring. Maar niet allen. Voorganger Marian Pawlas: „Als je vol bent van Christus, is het niet moeilijk om een getuigend christen te zijn.

Het betonnen bouwwerk, aan een doodlopende weg, houdt het midden tussen een pakhuis en een Oostblokflat. Het grasveld rond het pand is gevuld met aftandse autos, eigendom van gemeenteleden van de Kosciot Wolnych Chrzescijan (Kerk van Vrije Christenen) in Palowice.
De kerkzaal, op de eerste verdieping, oogt al even troosteloos als de buitenkant van het gebouw. Kale muren, simpele stoelen op een stenen vloer, een eenvoudig spreekgestoelte, in de hoek een ontstemde piano. Uitwendig heeft de Kosciot Wolnych Chrzescijan weinig heerlijkheid. De gemeente ontleent haar kracht aan het Schriftwoord tegen de voorwand van de kerkzaal, naast een sober houten kruis. ...Jam jest Droge, Prawda i Zywol. Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven.
Veel dorpelingen beschouwen de gemeente als een sekte, een opvatting die wordt bevestigd door de priesters in de omgeving. Een jongeman krijgt het klamme zweet op zijn voorhoofd als hij bemerkt dat hij gefotografeerd is. Zijn beeltenis mag onder geen beding worden afgedrukt.
Een jaar geleden raakte de 23-jarige economiestudent geestelijk zoekend. Bij zijn pastoor vond hij geen gehoor. „Die zei eerlijk dat hij geestelijke was geworden om een boterham te verdienen. Sinds een halfjaar bezoekt de student de doordeweekse bijeenkomsten van de protestantse gemeente in Palowice. Met vreugde. „Ik ervaar dat God hier aanwezig is. Zijn ouders zijn nog steeds onwetend van het feit. „Mn vader denkt dat ik op donderdagavond naar een vriend ben. Als hij weet dat ik hier zit, hoef ik niet meer thuis te komen.

Zomerkamp
Voorganger Marian Pawlas, die met zijn gezin de tweede etage van het pand bewoont, zet de zoekende Pool op geen enkele wijze onder druk. Hij weet uit eigen ervaring wat het betekent om door vader en moeder te worden verstoten, omwille van het Evangelie.
In augustus 1980 nodigde een protestantse vriend hem uit om mee te gaan naar een christelijk zomerkamp voor jongeren. Vanaf het moment van aankomst was de destijds onverschillige inwoner van Palowice diep onder de indruk van de sfeer die hij er aantrof. „De jonge mensen daar konden plezier hebben zonder alcohol, gevloek en gevecht. Zoiets had ik niet eerder meegemaakt.
Op een middag, terwijl we met elkaar over geestelijke zaken spraken, vroeg een meisje: Hoe is het met jou? Mijn antwoord was: Als ik weer thuis ben, zal ik mijn leven veranderen. Maar ik blijf rooms-katholiek. Dat meende ik ook stellig, tot ik enkele dagen later tijdens een van de bijbelstudies het woord van Jezus hoorde: Gij moet wederom geboren worden. Ik kwam al 23 jaar in de Rooms-Katholieke Kerk, maar dat was me nooit verteld. Het was voldoende als je naar de kerk ging. Gedurende de dagen die volgden, kwamen deze woorden voortdurend bij me terug. Nog voor het eind van het kamp mocht ik Christus als mijn Verlosser leren kennen.

Tegenstand
Terug in Palowice begon de tegenstand. „De eerste woorden van mijn moeder waren: Ga uit mijn huis. Vijf maanden later stierf ze aan kanker. Heel het dorp gaf mij de schuld. Dit was gebeurd omdat ik verraad had gepleegd aan de Rooms-Katholieke Kerk. Het was in deze periode dat Pawlas besloot een bezoek te brengen aan de kleine Vergadering van Gelovigen, die op zondag in een onooglijk zaaltje samenkwam. „Al spoedig moedigden de broeders me aan om het Evangelie te gaan verkondigen en ben ik begonnen met evangelisatiewerk onder jongeren.
In 1985 trad hij in het huwelijk met Hannah. „Ze was net als ik tijdens een zomerkamp tot bekering gekomen. Ook in andere opzichten leek haar leven op dat van mij: afkomstig uit een streng rooms-katholiek gezin, veel tegenwerking vanwege haar nieuwe leven. Ze moest het huis verlaten, omdat haar moeder niet met een ketter onder hetzelfde dak wilde wonen.
Zeven jaar nadat hij zich bij de gemeente had aangesloten, werd Pawlas tot oudste verkozen. „Ik begon na te denken over de dingen die moesten worden gedaan: gebed, bijbelstudie, evangelisatie, bezoekwerk, discipelschap. Voor dat alles had ik onvoldoende tijd. Nadat ik mijn zorg daarover in gebed had gebracht, besloot ik mijn baan op te zeggen. Onze gemeente had geen geld om me te ondersteunen, maar in de zeven jaren die volgden, hielp de Heere ons te overleven. Zo nu en dan werkte ik parttime voor een bouwonderneming. God kende echter mijn verlangen om hem te dienen. Vanaf 1997 ontvang ik een maandelijkse ondersteuning vanuit de Verenigde Staten. Hoewel deze bijdrage nu is gereduceerd, weet ik zeker dat ook God daarvan weet.

Rekverband
Op een bevolking van 40 miljoen zielen kent Polen, het geboorteland van de hervormer Johannes á Lasco, zon 300.000 protestanten. Het aantal bijbelgetrouwe belijders schat Pawlas op hooguit 40.000. Met 98 leden, „volwassen, bekeerde en gedoopte mensen, zon zeventig kinderen en veertig sympathisanten behoort de Kosciot Wolnych Chrzescijan van Palowice tot de grootste protestantse gemeenten van het land.
De gemeente maakt deel uit van het (rek)verband van de Kerk van Vrije Christenen. „Noem het maar een gereformeerde darbistische beweging, schaterlacht Pawlas. „Van de 38 aangesloten gemeenten zijn er slechts drie klassiek darbistisch. Het overgrote deel is volgens de voorganger niet alleen zeer klein, maar ook sterk naar binnen gekeerd. Mede door een verleden van communisme, dat in Polen een monsterverbond aanging met het rooms-katholicisme.
„Het is triest om te zeggen, maar er zijn in Polen maar weinig protestantse kerken met visie op evangelisatie. De meeste gemeenten zijn al blij als in vijf jaar één persoon tot bekering komt. Daarbij zitten we met het praktische probleem dat heel weinig mensen fulltime voor de kerk kunnen werken.

Leerlingen
De gemeente van Palowice vormt met haar open houding naar de samenleving een uitzondering op de regel. Een ander opvallend kenmerk is volgens Pawlas de samenwerking met bijbelgetrouwe belijders in andere kerken. „Richard OConnel, een van onze leden, een volbloed calvinist, is afkomstig van Wales. Hij kwam met onze gemeente in aanraking door een jongerenkamp dat we hadden georganiseerd en waar Engels werd gedoceerd, als lokmiddel. Richard was een van de docenten. De verscheidenheid die hij bij ons aantrof, was voor hem een schok. Hoe is het mogelijk dat jij ook baptisten, lutheranen en sommige pinkstervoorgangers uitnodigt?, vroeg hij me. Voor hem was dat nieuw.
De diversiteit is ook bìnnen de gemeente van Palowice te vinden. „We hebben onder onze leden voormalige rooms-katholieken, baptisten, lutheranen, pinkstermensen, Jehovas Getuigen. Met elkaar willen we luisteren naar wat de Bijbel ons leert. We zijn allemaal leerlingen op de school van God. Het is niet zo erg als we op ondergeschikte punten van mening verschillen, zolang we maar buigen voor de Schrift.
Om de theologische kennis van Poolse protestanten te verbreden en te verdiepen, werd vanuit de gemeente van Palowice in 1999 de stichting Horn opgericht. Doelstelling is het uitgeven van gedegen lectuur. Zo bracht Horn onlangs een Poolse vertaling van het bekende werk van Luther over de knechtelijke en de vrije wil op de markt.

Rolstoelen
Onder de bevolking, die gebukt gaat onder de economische malaise waarin Polen verkeert, zag Pawlas de houding tegenover zijn gemeente geleidelijk veranderen. „We doen veel voor weeskinderen, verslaafden, alcoholisten. In samenwerking met Joni and Friends helpen we lichamelijk gehandicapten aan rolstoelen. Daardoor kweken we niet alleen goodwill, maar komen we ook met heel veel families in contact.
Het evangelisatiewerk en de charitatieve acties worden voor een groot deel georganiseerd door Grzegorz Rzyczniok. De oudste van de gemeente, in het dagelijks leven verkoper bij een Oostenrijkse firma in metaal, wordt daarbij ondersteund door zijn echtgenote Joanna. De keuze voor een commerciële baan werd bij Rzyczniok ingegeven door de noodzaak voor het gezin brood op de plank te krijgen. Zijn hart ligt bij evangelisatie.
„Ik heb theologie gestudeerd aan de lutherse universiteit van Warschau en daarna een zendingsschool bezocht. Mijn belangrijkste doel was kennis opdoen van de grondtalen en van verschillende theologische opvattingen, om de Bijbel beter te verstaan en mensen met een andere religieuze achtergrond beter te begrijpen. De contacten die ik opdoe, ook via mijn werk, probeer ik uit te buiten. Een van mijn naaste collegas bezoekt inmiddels zon twee keer per maand onze gemeente, zijn vrouw is al tot geloof gekomen.

Tegenstand
De rooms-katholieke geestelijkheid blijft ernstig waarschuwen tegen de gemeente. Evangelisatieactiveiten worden zo mogelijk gedwarsboomd door middel van lokale bestuurders. „In de jaren negentig startte ik christelijke jeugdkampen, illustreert Pawlas. „Omdat ons eigen kerkgebouw onvoldoende ruimte bood, huurde ik een school. Dat gaf geen problemen, tot rooms-katholieke mensen tot bekering kwamen. Toen werd het ons verboden om publieke gebouwen te huren. Op papier heeft Polen een prima constitutie, met gelijke rechten voor iedereen, maar de praktijk is weerbarstiger.
De voorganger wil niet ontkennen dat God ook in de Rooms-Katholieke Kerk Zijn kinderen heeft. „Ik geloof dat daar mensen tot bekering kunnen komen. Maar ik geloof tegelijk dat iemand die werkelijk wedergeboren is, er niet altijd zal blijven. God zal zoiemand vroeg of laat uit deze kerk leiden. Jezus heeft gezegd dat het licht en de duisternis elkaar niet verdragen. Zo zal ik het overigens nooit tegen rooms-katholieken zeggen. Ik wil hen bereiken door de prediking van het Evangelie. Het overige laat ik aan God over.
De tegenstand die hij ondervindt, maakte Pawlas niet mismoedig. „Als je vol bent van Christus, is het niet moeilijk om een getuigend christen te zijn. Ik verblijd me zelfs in de verdrukking. Wanneer de mensen om ons heen niet over ons spreken, is dat geen best teken. Dan zijn we een ingeslapen kerk. Zodra je gaat evangeliseren, ontstaat tegenstand.

Gekleurde bril
Michaël Cyprys ervoer de tegenstand vooral in eigen familie. In de puberteitsjaren worstelde hij met de vraag naar het doel van zijn leven. „Ik voelde dat ik een zondaar was en dat vervulde me met schrik. Te meer omdat ik in de Rooms-Katholieke Kerk hoorde dat de hel me wachtte, of op zn best het vagevuur. Dat Jezus in de wereld is gekomen om zondaren te redden, werd niet verkondigd.
Vier jaar lang las hij in het geheim de Bijbel. „Met een bril die gekleurd was door wat ik al die jaren in de Rooms-Katholieke Kerk had gehoord. Dat bleef zo tot ik op een dag de bijbeltekst las: Wie in Mij gelooft, zal het eeuwige leven hebben. Nooit zal ik de schok vergeten die door me heen ging. Het was alsof ik uit de dood opstond. Ik kon nog niet geloven dat het werkelijk voor mij was, wel zag ik dat ook ik door het geloof in Jezus het eeuwige leven kon beërven.
De Pool dacht er op dat moment nog niet aan om de Rooms-Katholieke Kerk te verlaten. „Ik was op zoek naar God, Hem wilde ik ontmoeten. Naarmate de Schrift meer voor hem openging, werd de gang naar de Roomse Kerk steeds moeilijker. De overgang naar de gemeente van Palowice ervoer hij als de verlossing van een zwaar juk. Zijn familie keek daar anders tegenaan. „In Polen wordt heel eenvoudig gedacht. Als je hier niet rooms-katholiek bent, noemen ze je een Jehovas Getuige. Van tijd tot tijd bezoek ik mijn familieleden, maar het blijft bij een oppervlakkig contact. Ik ben voor hen een sektariër.

Desillusie
In Sandomierz herinnert vrijwel niets aan de reformatie van Polen in de 16e eeuw, Polens Gouden Eeuw. In het monumentale pand waarin eens de gereformeerde Confessie van Sendomir (Sandomierz) werd opgesteld, is vandaag een postkantoor gevestigd. Gereformeerde belijders zijn in de stad niet te vinden. Wel zoekers.
In zijn bescheiden woning, aan een onverharde weg in een buitenwijk, dwaalt Andrzej Sarwa rond in de doolhof van zijn verwarde gedachten. Omdat hij zich niet kon vinden in rooms-katholieke leerstukken als de onfeilbaarheid van de paus, het verplichte celibaat voor priesters en de onbevlekte ontvangenis van Maria, ging de erudiete Pool over naar de Oosters-Orthodoxe Kerk. Om al snel te ontdekken dat zijn problemen daarmee niet waren opgelost. „De iconencultus heeft nog een grotere omvang dan de heiligenverering in de Rooms-Katholieke Kerk.
Hij verliet de Orthodoxe Kerk, huwde een vrouw uit een atheïstisch gezin en sloot zich tijdens het communistische regime aan bij de illegale Oud-Katholieke Kerk. Aan het eind van de jaren tachtig ging zijn jeugdideaal in vervulling en werd hij tot priester gewijd. Opnieuw volgde de desillusie. „De geestelijkheid daar was meer geïnteresseerd in habijten, titels en eigen glorie dan in de eer van God.

Doctrine
Ontgoocheld legde de Pool, auteur van tientallen boeken over alle mogelijke onderwerpen, zijn ambt neer. „Er kwam een eind aan mijn droom over het rooms-katholicisme, er kwam een eind aan mijn droom over de Orthodoxe Kerk, er kwam een eind aan mijn droom over de Oud-Katholieke Kerk. Ik keek in de richting van de kerken van de Reformatie, maar schrok terug voor een breken met duizend jaar katholieke traditie in Polen.
Om de tijd niet met ledigheid te vullen, zette de voormalige priester zich aan het schrijven van een standaardwerk over de eschatologie bij de Rooms-Katholieke Kerk, de Orthodoxe Kerk, de Oud-Katholieke Kerk, de islam, het oude protestantisme en het nieuwe protestantisme. Op zondag houdt hij in eigen kring een huisgodsdienstoefening.
Van een bezoek aan een baptistengemeente keerde hij teleurgesteld terug. „Ik mis daar de kracht die je in de Confessie van Sandomierz vindt. De hedendaagse protestantse kerken zijn te veel op het gevoel gericht en te weinig op de doctrine. Op zondag lees ik nu zelf uit de Bijbel. Ik bid... En ik wacht op de hulp van de Heilige Geest...

Idool
Bogumil Jarmulak, voorganger van een vrije, gereformeerde kerk in de monumentale stad Wroclaw, signaleert onder veel rooms-katholieken een groeiende ontevredenheid. Vooral het aftreden van aartsbisschop Juliusz Paetz van Poznan, vanwege homoseksuele handelingen met jonge priesters, zorgde voor een golf van beroering.
Het bezoek van de uiterst broze paus Johannes Paulus II aan zijn geboortegrond (van 16 tot 19 augustus) bracht de Poolse rooms-katholieken in een kortstondige roes, maar die is alweer voorbij. De jonge voorganger is ervan overtuigd dat de dood van hun idool velen in een nog groter vacuüm zal doen belanden. Daar zullen de protestantse kerken op in moeten spelen. Op de goede manier.
„Meestal blijft de kritiek op de Rooms-Katholieke Kerk steken in het uitmeten van fouten die door geestelijken worden gemaakt. Het is natuurlijk geweldig triest als die ontucht plegen, maar hetzelfde komt onder protestanten voor. We moeten de theologische discussie aangaan. Daar komt te weinig van. Te meer omdat veel Poolse protestanten zelf niet gefundeerd zijn in de reformatorische leer. Dat is mijn grootste zorg.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 november 2002

Terdege | 104 Pagina's

Protestant in Polen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 november 2002

Terdege | 104 Pagina's