Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boezel en baadje op Urkerdag

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boezel en baadje op Urkerdag

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De traditionele Urker dracht is langzaam aan het verdwijnen. Geschat wordt dat nu nog zon vijftig oudere Urkers dagelijks het authentieke kostuum dragen. Eén dag per jaar steken veel inwoners van het vissersdorp zich in klederdracht. Dat is op de Urkerdag, de zaterdag voor Pinksteren.

Oude zeden zijn verdwenen
Klederdracht raakt in verval
Maar het geldt nog als voorhenen
Urk dat is een soetendal.

Het Urker volkslied zegt het al: de klederdracht is op zn retour. Net als in veel dorpen rond de voormalige Zuiderzee lopen er steeds minder mensen in Urker goed.
Urk is oud, heel oud. In 966 wordt het voor het eerst genoemd. Sinds oktober 1939 is Urk eiland af. In 1941 viel de Noordoostpolder droog en sindsdien maakt Urk deel uit van het vaste land. De bootdiensten, sinds 1890, verloren hun functie en de ijsvlet, die in strenge winters de verbinding met de wal onderhield, kon naar het museum.
Veel veranderde. Het oude dorp werd grondig gerenoveerd. De schrijnende armoede maakte plaats voor een betrekkelijke welvaart. De visserij is nog altijd de kurk waar de economie op drijft. Van de Urker bevolking is bijna 90 procent direct of indirect van de visserij afhankelijk.
Tot 1932 werd op de Zuiderzee gevist op haring en ansjovis. De dichting van de Afsluitdijk maakte hier een einde aan. Visserij op de Noordzee bood nieuwe mogelijkheden. Daar vist nu een ultramoderne vissersvloot. De Urker visafslag is de grootste van Nederland en qua omzet zelfs van Europa.
Met dit alles namen de invloeden van buiten onmiskenbaar toe. Op het dialect, de klederdracht en de karakteristieke bebouwing werd een aanslag gepleegd. Het aantal mensen dat nog dagelijks in klederdracht loopt, neemt ieder jaar af. Naar schatting veertig vrouwen en vijftien mannen trekken nog iedere dag hun boezel en baadje aan. Velen van hen wonen in het plaatselijke bejaardenhuis. Tijdens de Urkerdag, de zaterdag voor Pinksteren, is het anders. Dan lopen jong en oud te pronken in hun mooiste dracht.
Urkerdag valt dit jaar op zaterdag 7 juni. In het visserdorp worden veel activiteiten georganiseerd die betrekking hebben op de Urker klederdracht. De oudste plaats in de jongste provincie laat zich van zijn beste kant zien.

Corset
Het aantrekken van een Urker kostuum is een tijdrovend karwei. Janneke (32) is er samen met haar moeder even mee zoet. Ze begint met de witte onderrok en de zwarte onderborstrok met korte mouwen van (gebloemde) zijde.
Hierover komt het meest spectaculaire kledingstuk: het middelde (milde), een corset van blauw damast, afgezet met geel-oranje koord dat het bovenlichaam geheel omsluit. Het geeft kleur aan het kostuum. Het corset zorgt voor stevigheid. „Als het goed is, is het op maat gemaakt.
Aan de voorkant is het milde voorzien van koperen ringen, waardoor een blauw koord wordt gehaald. Het milde heeft aan de voorzijde twee naar onderen uitlopende punten, die tippen heten. Het geheel is opgevuld met (in apart genaaide zakjes in de voering) Spaans riet of bamboe. Vroeger was dit walvisbalein.
Een belangrijk en in het oog lopend onderdeel van het kostuum is de kraplap, die over de middelde heen gaat. Deze is gemaakt van gekleurde effen zijde met een geborduurd hartje of van allerlei soorten goud- of zilverbrocaatachtige stoffen.
Janneke kiest deze keer voor een roze kraplap. „De kleuren van de kraplap geven de persoonlijke voorkeur van de draagster weer, zegt ze.

Zwanger
De kraplap sluit aan op de schorteband. De zijkanten van de kraplap worden met gekleurd koord afgezet en ingerimpeld. Door het (dikke) middelde eronder is er het verhoogde schoudereffect.
Over de onderrok trekt Janneke een boezel aan, een zwarte rok. De boezel wordt bij elkaar gehouden door een boezelhaak van puur goud. „Dat is zon beetje het uithangbord van de welgesteldheid van de familie.
De lange rok kan letterlijk alle kanten op, vindt Janneke. „Ik heb m ook gedragen toen ik zwanger was, er zit volop speling in.
In de rok zitten aan de zijkant twee gaten. Hiermee kan de vrouw bij haar diezuk, een zakje dat op de onderrok hangt. Daar kan wat geld in of een snoepje.
Klederdracht is, hoe gek dat misschien klinkt, aan mode onderhevig. Duidelijk zijn verschillen in dracht te constateren tussen die van de 20e en de vorige eeuw. Een vrouw die ging trouwen, moest beschikken over een groot aantal rokken: een rooie baaien rok, een zevenkleurige rok, een zwart met wit gestreepte rok (die bij overlijden gedragen werd), een zwarte lakense rok (najaarsdracht), een teebee-rok (voor de zomer), een gebloemde luster rok (voor zeer warme zomerdagen), een duffelse rok (voor de winter), een paarsblauwe rok (voor de lijdenstijd) en een geplisseerde rok, het zogenaamde skort (bij zware rouw en plechtige kerkgang).

Kuiltjes
Het is tijd voor de hulle, het hoofddeksel. Janneke heeft hier de hulp van haar moeder nodig. „Al is het ook zelf te doen. De muts heeft een geelgekleurde kanten voorstrook, een tussenstrook van gaas en een wit linnen kop (de bol van de muts).
De muts wordt door een zilveren oorijzer op zn plaats gehouden en met lange gouden spelden met gefacetteerde knoppen aan het oorijzer vastgespeld. Doordat knoppen en spelden op de wangen drukken, krijgt iedere Urker vrouw in klederdracht kuiltjes in de wangen.
Over de bol van de muts wordt een zwart zijden dessien (dasje) gespeld, dat een wit rondje achter op het hoofd openlaat. Aan het dessien is te zien of de vrouw getrouwd is. „Handig voor de jongens, grapt Janneke.
Over de kraplap gaat de zwartzijden kerkdoek. De doek is afgezet met zwarte geknoopte franje en gedrapeerd met ongeveer acht plooien op de rug. Het geheel wordt bij elkaar gehouden door een gouden doekbroche.
Het geheel wordt afgemaakt met een granaatsnoer, een ketting van rood granaat met een gouden sluiting aan de achterkant.

Klepbroek
Jacob (33) heeft inmiddels ook zijn pak aan. Het mannenkostuum is sterk verwant aan dat van Volendam en Marken. Het is een der zwierigste drachten die Nederland rijk is, schrijft klederdrachtkenner Puck van der Zwan.
De broek is een klepbroek. Het roodbaaien hemd met de gouden knopen in de bef en de zilveren stukken in de band van de bovenbroek. Wie het kon betalen, nam bolle, gewerkte Zeeuwse knopen, goud voor onder de keel, zilver op de buik. Jongens en ook armere mannen droegen broeksknopen die vervaardigd waren van rijksdaalders of Spaanse matten.
Als hoofddeksel wordt de karpoets gedragen. Jacob kiest echter voor de vilten hoed.
Jannytha, de 1-jarige dochter van Jacob en Janneke, krijgt natuurlijk ook een pakje aan. Het meisjeskostuum onderscheidt zich van de volwassen dracht door onder andere de kanten bol van de muts, geen dessien en een rode of blauwe damastenachtige bovenrok. Jannytha heeft een boezel met streep. Per vissersdorp verschilt de streep.
De familie is compleet. Klaar voor de foto. Klaar voor de Urkerdag.

--------------------------------------------------------------------------------------------

Voor dit artikel is gebruik gemaakt van het boek Urker Goed door Puck van der Zwan, een publicatie van Stichting Urker Uitgaven.

Informatie
De Urkerdag wordt dit jaar gehouden op zaterdag 7 juni. Het vissersdorp staat bol van de activiteiten. Het meest actuele overzicht is te vinden op HYPERLINK "http://www.urkerdag.nl" www.urkerdag.nl. In ieder geval is het volgende te zien of te doen:
- Urkervlag, wappert in het hele dorp.
- Museum Het Oude Raadhuis, gevestigd in het voormalige raadhuis, nu ingericht als (cultuurhistorisch) museum. Bezoekers in klederdracht mogen gratis naar binnen.
- Vuurtoren. Op het meest westelijke puntje van het voormalige eiland staat de 14 meter hoge vuurtoren, gebouwd in 1844. De hele dag te bezichtigen en te beklimmen.
- Ommelebommelestien. Kolossale steen, 70 meter voor de kust van Urk, schuin tegenover de vuurtoren. De steen steekt enkele centimeters boven water uit en doet denken aan een zwemmende walvis. Volgens een oude legende komen de Urker kindertjes uit die steen.
- Vissersmonument. Standbeeld van een vissersvrouw die omkijkt naar de zee. Rond het beeld bevinden zich marmeren platen met daarop vermeld de namen van vissers die in zee zijn verdronken.
- Markt. De wekelijkse warenmarkt wordt gehouden op het haventerrein.
- Visroken.
- Dikkoek eten.
- En natuurlijk heel veel klederdracht!

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 juni 2003

Terdege | 91 Pagina's

Boezel en baadje op Urkerdag

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 juni 2003

Terdege | 91 Pagina's