Onder toezicht van de rentmeester
Herbergier frans Hassink: „Het landgoed is feitelijk de bestuurder van Vilsteren"
Het feodale tijdperk is voorbij, maar de invloed van de landheer is in Vilsteren nog nadrukkelijk aanwezig. Alle inwoners wonen op gepachte grond, wie wil verbouwen dient zich tot de rentmeester te wenden. „Als het landgoed geen toestemming geeft, dan houdt het op.
Als een monument van gemoedelijkheid ligt De Klomp in het hart van Vilsteren. Een groepje bejaarde gasten snuift op het terras de geur van bedauwd gras op, in afwachting van het ontbijt. Binnen onderhoudt Frans Hassink, de joviale eigenaar van de herberg, zich met enkele reizigers die het esdorp aan de Overijsselse Vecht hebben aangedaan.
Als Hassink in 1993 De Klomp overneemt, is de uitspanning, eens halteplaats voor de diligence Zwolle-Ommen, op sterven na dood. „Er zat totaal geen omzet meer in. We hebben het pand binnen volledig verbouwd en gemoderniseerd, maar wel met behoud van de oorspronkelijke sfeer.
Kort daarop introduceerde Hassink een ecologisch specialiteitenrestaurant met streekeigen producten als Sallandse asperge. Voor de passant is er Max-Havelaarkoffie met appelgebak van biologische spelt. De kwaliteitsverhoging noodzaakte de herbergier de prijzen aan te passen. Tot verdriet van de bevolking, die liet weten De Klomp voortaan te zullen negeren als de uitbater niet terugkeerde naar het oude prijsniveau. Hassink bleef bij zijn besluit, de bevolking ook. „De verhouding is nu weer goed, maar de mensen van Vilsteren komen hier niet. Als ze een feestje hebben, vieren ze dat in het parochiehuis.
Erfpacht
Net als de overige dorpelingen is de horeca-ondernemer niet vrij in zijn doen en laten. Heeft de doorsnee Nederlander alleen te maken met de regelgeving van de gemeente, de inwoners van Vilsteren zijn daarnaast gebonden aan de voorschriften van het landgoed. Het complete dorp maakt deel uit van het eigendom van de familie Cremers, dat is ondergebracht in een BV. Alleen de Sint Willibrorduskerk en de school staan op eigen grond.
„Het landgoed is feitelijk de bestuurder van het dorp, stelt Hassink vast. „We huren de grond op basis van erfpacht. De rentmeester zorgt ervoor dat de infrastructuur van Vilsteren in orde is en dat de opgestelde regels worden nageleefd, daarin bijgestaan door jachtopziener Freek Kutterik. Wil ik verbouwen, dan zal ik eerst in overleg moeten met het landgoed. Als dat niet mee wil, heb ik pech. Dan kun je vechten als een leeuw, maar het heeft geen zin.
De relatie tussen burgerij en landgoed is daardoor wat ambivalent, ontdekte de herbergier, nadat hij zich in het dorp had gevestigd. „De bewoners voelen zich soms wat belemmerd in hun handelen. Ik kijk daar wat anders tegenaan. De mensen van zon landgoed hebben in de loop der eeuwen geleerd op lange termijn te denken.
Eigen belangen
Wat dat betekent, ondervond Hassink aan den lijve. Tot 2001 woonde hij boven de herberg, tussen wanden van dozen en gordijnen. Toen hij met de gemeente Ommen in overleg ging over de bouw van een woonhuis, adviseerde de desbetreffende ambtenaar hem een in Den Ham afgebroken boerderijtje in Vilsteren te herbouwen. „Alles was in kannen en kruiken, dus bij het landgoed verwachtte ik ook geen problemen. Bleken ze daar absoluut tegen te zijn. Een boerderijtje uit Den Ham paste niet in Vilsteren.
Nadat hij van de klap was bekomen, besloot de herbergier de omgekeerde route te bewandelen. Hij begon nu bij het landgoed. Door zijn buurman, de aannemer van het dorp, liet hij een ruwe schets maken. Na enige aanpassing, om een aantal bomen te sparen, gaf de rentmeester groen licht.
Achteraf is Hassink content met de bemoeienis van het landgoed. „Die mensen kijken naar de grote lijnen. Dat geeft soms wat spanning, omdat de individuele burger vanuit zijn eigen belangen denkt, maar ik ben ervan overtuigd dat het dorp er anders had uitgezien wanneer het landgoed de zaken minder strak in de hand had gehouden.
Landgoed
De rooms-katholieke enclave in het protestantse Salland dankt zn naam aan het geslacht Van Vilsteren. In 1382 beleende de bisschop van Utrecht de Hof van het dorp aan ridder Herman van Vilsteren. Eeuwenlang was de nederzetting aan de Overijsselse Vecht een zogenaamd esdorp, met boerderijen, akkers (essen), natte hooilanden en woeste gronden met schapen.
Vanaf het eind van de 18e eeuw kreeg Vilsteren geleidelijk een landgoedkarakter. Door vererving en herverdeling kwam een vrijwel aaneengesloten gebied van zon duizend hectare in één hand. De opeenvolgende eigenaren (de families Grootvelt, Helmich en Cremers) verrijkten de gemeenschap met een buitenplaats, een kerk, een school, een herberg, een achtkantige korenmolen en nieuwe boerderijen. De woeste gronden werden ontgonnen en bebost.
Anno 2003 telt het landgoeddorp zon 350 zielen. Huize Vilsteren wordt bewoond door het echtpaar Bakker-Cremers met kroost. Het voorste deel van het koetshuis is omgebouwd tot kantoor voor de rentmeester. Het achterste deel van het pand doet dienst als vakantiewoning voor de vennoten van Landgoed Vilsteren BV.
Directeur-rentmeester
Directeur-rentmeester ir. Hugo Vernhout, kortgekapt, kakikleurig overhemd, bovenste knoopje los, bevestigt in geen enkel opzicht het stereotiepe beeld van de stoffige landgoedbeheerder. Rechttoe rechtaan zet hij zijn visie uiteen. Op de rijk besneden jachtkast naast zijn antieke bureau staat, tussen een veelheid aan boeiende attributen, de kop van Gellius Pathuis Cremers, de man die de Hof liet afbreken om op dezelfde plaats een landhuis te laten bouwen, naar een ontwerp van Eduard Cuypers.
Met de dood van de kinderloze Gellius, in 1949, brak een nieuw tijdperk aan. Hij liet landgoed Vilsteren na aan de drie kinderen van zijn broer, die er een vennootschap van maakten, om verdere versplintering te voorkomen. Inmiddels is het aantal aandeelhouders gegroeid tot pakweg dertig, nazaten van het drietal dat de BV op poten zette.
In 97 werd bosbouwkundig ingenieur Hugo Vernhout aangetrokken als nieuwe rentmeester. Voordien combineerde hij een baan als beleidsmedewerker bij de Federatie Particulier Grondbezit met een leidinggevende functie bij een coöperatie van bosbezitters in Noordoost-Nederland. Door beide betrekkingen had hij intensief contact met landgoedeigenaren en leerde hij ook de familie Cremers kennen, waarvoor hij sinds zes jaar de zaken bestiert. „Formeel ben ik geen rentmeester, maar directeur van Landgoed Vilsteren BV. Omdat hier iedereen over de rentmeester spreekt, onderteken ik mn brieven met directeur-rentmeester.
Betrokkenheid
Van zn vorige functies heeft de uit het westen afkomstige bosbouwer nog dagelijks profijt. „Vroeger overlegde ik met mensen in Den Haag over subsidieregelingen, nu zit ik met diezelfde regelingen te werken.
Op de aandeelhoudersvergaderingen, twee keer per jaar, legt Vernhout verantwoording af aan de hand van de jaarrekening en de begroting. In zijn dagelijks handelen kan hij zo nodig terugvallen op een raad van commissarissen, bestaande uit drie aandeelhouders en een onafhankelijke buitenstaander als president. Zeven van de dertig aandeelhouders wonen in Vilsteren. Formeel is hun positie niet anders dan die van de overige dorpelingen. Ook de leden van de familie Cremers betalen huur, pacht of erfpacht.
In de relatie met de aandeelhouders probeert de rentmeester twee klippen te vermijden. „Aan de ene kant moet je voorkomen dat ze zich op detailniveau met het beheer gaan bezighouden. Dan wordt het een Poolse Landdag. De een wil het hek lichtgroen, de ander donkergroen, een derde blauw. Aan de andere kant is hier niemand aandeelhouder vanwege het geld. Het gaat deze mensen erom het familiebezit op een verantwoorde wijze in stand te houden. De betrokkenheid van de aandeelhouders probeer ik zo groot mogelijk te houden, onder meer door een nieuwsbrief en het organiseren van excursies en studiebijeenkomsten. Eens in de twee jaar werken ze een week in het bos.
Kluizenaarshut
Belangrijkste taak van Vernhout is het bewaken van het evenwicht tussen de verschillende componenten van het landgoed: landbouw, bosbouw, natuur, recreatie en cultuurhistorisch erfgoed. „We denken dat die mix landschappelijk het mooiste resultaat oplevert. En je doet op deze manier aan risicospreiding. Als het goed gaat met de BV Nederland is er voldoende geld voor natuur, maar hoe ligt dat over honderd jaar?
Van de duizend hectare die het landgoed omvat, is vierhonderd hectare in gebruik als landbouwgrond. Bos en natuur zijn goed voor 460 hectare. Het hout uit het bos is voor eigen gebruik. De stammen worden gewaterd in het kluizenaarsmeer, een feeërieke ven tussen het loofbos op het landgoed. Niet ver van de kluizenaarshut, een bouwsel van wilgentenen waar volgens de overlevering in de 17e eeuw een priester zich schuilhield. In de nabijgelegen witte theekoepel, met uitzicht op het dorp, zou hij in het geheim de mis hebben bediend. De hut wordt onderhouden door de vereniging Jong Leven Vilsteren. De schooljeugd heeft de theekoepel geadopteerd.
Belangrijkste bron van inkomsten voor het landgoed is de erfpacht die wordt betaald door de Gasunie, vanwege het drukstation dat veertig jaar geleden op Vilsteren werd gestationeerd. „Daar komt een aanzienlijke hoeveelheid geld uit, zegt Vernhout. „Dat is de reden waarom Vilsteren een van de weinige landgoederen is die niet elke euro zeven keer hoeft om te draaien.
Concurrentiestrijd
Voor dorpelingen die hem willen spreken, houdt de directeur-rentmeester elke vrijdagmorgen spreekuur. „Maar hij is daarin niet moeilijk, zegt veehouder Jos Bloo, die naast erve Nienes nieuw prikkeldraad aan het spannen is. „Op de andere dagen kun je ook rustig bij hem binnenlopen. De Vilsterse boer heeft niets dan lof voor de nieuwe rentmeester. „Onze relatie met het landgoed is momenteel goed. Vroeger was dat wel anders. We hebben er zelfs over gedacht om te vertrekken. De vorige rentmeester had vooral de natuur in zn bol. Vernhout ziet in hoe belangrijk het is dat ook de landbouwbedrijven overleven. De boeren zijn weer in beeld.
Van een bundeling van krachten, tegenover de landheren, is het onder de agrarische pachters nooit gekomen. Daarvoor is er te veel sprake van een concurrentiepositie. „We hebben allemaal grond nodig en daarvoor zijn we afhankelijk van het landgoed. Dat geeft een beetje onderlinge strijd. We kunnen verder goed met elkaar, maar als het om de grond gaat, denkt ieder aan zichzelf.
Vorig jaar haalde Bloo met Erve Nienes een mooie kluif binnen. „Alle pachters hebben een brief gehad met de mededeling dat het landgoed het bedrijf in zn geheel aan een van ons wilde overdragen. We zijn op een soort sollicitatiegesprek geweest, en Vernhout heeft de keuze op ons laten vallen. De andere drie vonden dat niet leuk. Onze buurman was er ook bij. Je merkt dat het hem zeer doet dat wij het bedrijf hebben gekregen. Het ligt tegen het zijne aan. In het begin heb ik een keer gezegd: Het is een beslissing van het landgoed, daar moet je ons niet kwaad om aankijken. Nou ja, dat deed hij dan ook niet, maar goed, het doet hem zeer. Dat is logisch.
Feodaal
Vernhout weet dat buitenstaanders de situatie in Vilsteren soms als feodaal bestempelen. In zijn ogen onterecht. „Ik handel niet anders dan gemeenten. Die bepalen ook wie waar komt wonen. Belangrijk is dat helder is waarop je keuzes gebaseerd zijn.
Erve Nienes is een goed voorbeeld. De vorige boer stopte onverwacht. Het bedrijf was te klein om er een nieuwe boer op te zetten. Economisch gezien had ik het melkquotum moeten verkopen aan de overige pachters, de grond weer moeten verpachten en de woning via een Amsterdamse makelaar als woonboerderij moeten aanbieden. Dan hadden ze hier in de rij gestaan. Voor zon historische hoeve, met uitzicht op een es en een korenmolen, willen ze heel veel geld betalen.
Vanuit onze maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben we dat niet gedaan. We hebben voor het behoud van het agrarische karakter van het dorp gekozen, door het bedrijf onder aantrekkelijke voorwaarden aan alle pachters op het landgoed aan te bieden. Vier boeren waren geïnteresseerden. Die gaan we dan niet tegen elkaar uitspelen. De voorwaarden staan vast. De keus is op de gebroeders Bloo gevallen omdat daarmee de continuïteit het best gewaarborgd is.
Verantwoordelijkheid
Inwoners van Vilsteren die het dorp begeren te verlaten, iets wat vrijwel nooit voorkomt, zijn verplicht hun woning in eerste instantie aan het landgoed aan te bieden. Bij verschil van mening wordt door de makelaar van de verkoper, de makelaar van het landgoed en een onafhankelijke derde een reële prijs bepaald. Wijst Vernhout de vastgestelde prijs af, dan is de verkoper vrij om het pand aan een derde te verkopen. Iets wat tot nu toe nog niet is voorgekomen.
In vroeger dagen was het een voorwaarde dat nieuwelingen rooms-katholiek waren, net als de eigenaren van het landgoed. Dat is voorbij. Wat bleef is de zorg van de landgoedbezitters voor de eigen gemeenschap. Bij nieuwbouw gaan de kavels naar de jeugd van Vilsteren.
„Financieel bezien kan ik veel beter in de Randstad adverteren, constateert Vernhout.
„Dan krijg ik er veel meer geld voor. Toch doen we dat niet. Bewust vragen we voor de grond een lage canon, zoals dat bij erfpacht heet. Het dorp beseft in mijn ogen onvoldoende hoezeer de vennoten van de landgoed-BV op deze wijze invulling geven aan hun maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Kleur
Belangrijk is voor de familie Cremers dat Vilsteren als gemeenschap intact blijft en geen slaapdorp van forensen wordt of een museumdorp als Orvelte. Wat niet wegneemt dat het moderne leven ook het landgoeddorp niet onberoerd laat. „Het besloten karakter is wat aan het verdwijnen, laat herbergier Frans Hassink met leedwezen weten.
„Van oorsprong was het hier gewoonte dat een groot aantal dorpelingen na de ochtendmis op zondagmorgen in De Klomp een partijtje ging kaarten, onder het genot van een borrel. Inmiddels is dat een groepje van een paar tachtigers. Vorige week is er weer een overleden. Dat vind ik echt een ramp. Nu zijn het er nog maar drie. Daar zijn we echt gek mee. Het maakt mij niet uit of ze wat drinken of niet.
Door het chronische tekort aan priesters moet Vilsteren sinds enkele jaren ook een eigen pastoor ontberen. Van de kleine middenstand is alleen het manufacturenwinkeltje van Anna Koggel over. De herbergier van De Klomp maakt nog wel eens gebruik van haar diensten, onder meer voor het vernaaien van gordijnen. „Daar rekent ze dan twee of drie euro voor. De prijs is voor mij niet belangrijk. Ik zou me schamen als ik haar niet meer gaf. Ik vind het gewoon leuk om later te kunnen zeggen: Dit heb ik nog door Anna Koggel laten repareren. Zulke mensen geven kleur aan de gemeenschap.
Afstandelijk
De 79-jarige middenstandster oefent haar nering uit in een lieflijk pandje aan de Borrinkdijk, met luiken in de kleuren van het landgoed. Het voorste deel is ingericht als winkel, daarachter woont ze. Als jong meisje werd ze getroffen door kinderverlamming, vertelt ze in nauwelijks verstaanbaar Sallands. Vanuit Giethem verhuisde ze naar een tante in Vilsteren. Daar begon ze in de oorlogsjaren een manufacturenzaak, samen met haar nicht: de Dames Koggel-Nimeyer, specialisten in handdoeken, boerenzakdoeken, ondergoed, bretels en sokophouders.
Inmiddels is de klandizie zwaar teruggelopen. „De mensen van Vilsteren gaan allemaal naar Ommen of Dalfsen, laat Anna met enige bitterheid weten. „Daar is het allemaal veel goedkoper. Op een drukke dag verwelkomt ze een klant of tien, er zijn ook dagen dat er niemand over de vloer komt. Financieel is het geen probleem. „Ik doe het niet meer voor het geld, maar voor de gezelligheid en de afleiding.
Hoewel met de jaren ook de gebreken toenemen, kan ze zich niet voorstellen dat ze ooit naar een bejaardenhuis buiten het dorp zal verhuizen. „Ik hoor in Vilsteren. Hugo Vernhout bleef juist welbewust elders wonen. „Als ik s avonds bij de sportvereniging Hugo ben, en de volgende morgen moeten ze aan meneer Vernhout gaan vragen of ze een dakkapel op hun huis mogen zetten, dan gaat dat absoluut problemen geven. Ik ben gedwongen me hier wat afstandelijk op te stellen. Met gevolg dat ik nooit een van de Vilstenaren zou worden. Mijn kinderen zouden op school de kinderen van de rentmeester zijn. Dat wil ik ze niet aandoen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 september 2003
Terdege | 104 Pagina's