Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

"Mama heeft een ziek hoofd"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"Mama heeft een ziek hoofd"

Met vallen en opstaan, een handreiking bij de opvoeding

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kinderen van Ouders met Psychische Problemen (KOPP-kinderen) hebben al vroeg grote-mensenzorgen aan hun hoofd. Ook ouders die psychisch ziefe zijn of meelijden met hun echtgenoot gunnen hun kinderen een onbezorgde jeugd, maar de realiteit is anders. Het hele gezin is belast met extra zorg voor elfeaar, om nog maar te zwijgen van alle spanningen.

KOPP-kinderen zijn risicokinderen. Uit onderzoek blijkt dat een derde van deze kinderen het gevaar loopt later zelf klachten te krijgen. Jonge kinderen reageren op hun steeds huilende moeder of opeens boze vader vaak met angstig gedrag. Ze stappen niet spontaan en ontspannen op anderen af en zijn opvallend bang voor gewone onverwachte dingen. Ze barsten bijvoorbeeld in huilen uit als er plotseling een grote vrachtwagen langskomt die veel lawaai maakt. De gevolgen voor kinderen in de basisschoolleeftijd zijn weer van andere aard. Zij kunnen opvallen in de klas, doordat ze het ene moment uitgelaten vrolijk zijn en het andere moment snikken van verdriet of een boze bui hebben. Omgaan met vriendjes en vriendinnetjes is lastig voor hen. Soms is het kind een zorgende ouder geworden. Een meisje dat thuis als een moeder de rommel opruimt en voor de kinderen of het eten zorgt. Een jongen die mama steunt als het weer niet zo goed gaat met papa. Dan kun je niet zo'n vrolijk maatje zijn. Je hebt niet veel tijd om te spelen met je vriendinnetje, je wilt liever niet dat er een speelkameraadje meekomt uit school. Want: „Als ik naar huis fiets, dan denk ik... hoe zal het zijn? Zal ze gezellig doen of., doet ze weer zo vreemd?" (Berend, 8 jaar)

Gastgezin
De laatste jaren is er met name vanuit de gezondheidszorg veel werk verzet om de beschermende factoren voor KOPP-kinderen onder de aandacht te brengen. Als een van de ouders ziek is en de andere ouder kan dit enigszins hanteren en daarin ook de kinderen wat steunen en begeleiden, scheelt dit veel voor de kinderen. Het helpt kinderen als ouders het probleem bij de naam durven noemen en openlijk durven bespreken. Het is goed voor kinderen als ze aan anderen mogen laten merken dat ze een vader of moeder hebben die een ziekte heeft. Kinderen blijken dat op hun eigen wijze verrassend te kunnen navertellen. Klaas- Jan: „Soms gaat er een knopje om in het hoofd van mijn moeder, dan gaat ze zomaar heel hard op alles slaan." Chantal: „Mijn vader heeft een stofje niet in zijn hoofd. Dan blijft hij thuis uit zijn werk en zit hij de hele dag verdrietig te kijken.

Met een tabletje kan hij dat stofje innemen en dan gaat het beter." Het blijft echter lastige problematiek voor kinderen: Hugo: „Ik snap er niets van v^at er gebeurt. Ze doen gewoon allebei raar en dan ga ik naar boven." Het hangt af van het karakter van het kind hoe het kan verwerken wat er thuis gebeurt. Actieve, levendige kinderen houden minder schadelijke gevolgen over aan een moeilijke gebeurtenis. Het lukt hen om zich te uiten door rennen, praten of schreeuwen, om een actie te ondernemen, waardoor ze weer een goede ervaring opdoen. Minder actieve kinderen verwerken het gebeurde eerder ten nadele van zichzelf. Het moeilijke blijft in hen hangen, zij hebben er moeite mee zelfstandig om te schakelen naar een plezierige belevenis. Anderen buiten het gezin kunnen steun geven. Een gastgezin met gezonde ouders, een heve buurvrouw, een leuke oom of een gezellige tante kunnen de kinderen een dagje zonder KOPP-zorgen bezorgen.

Praten in groepen
In hulpverleningsland worden KOPP-groepen gevormd. Kinderen van Ouders met Psychische Problemen praten daarin met andere kinderen over hun zorgen. In de praktijk blijkt dat kinderen niet met leeftijdgenootjes op school willen praten over de moeilijkheden thuis. In tien bijeenkomsten ontdekken de kinderen dat anderen hetzelfde probleem hebben. Ze leren vertellen wat moeilijk voor hen is en niet net te doen alsof ze geen verdriet hebben. Daarnaast wordt veel aandacht besteed aan de ziekte zelf. Het is een lastige ziekte. Je kunt het niet zien, je weet niet wat er komt. Papa en mama worden er zelf ook heel verdrietig van. 'Maar het komt niet door jou, jij kunt er niets aan doen.' De KOPP-groepen voorzien in een behoefte, ook voor de desbetreffende ouders. Er is herkenning over en weer op de ouderavond. In een christelijke instelling komt ter sprake hoe moeilijk het is om aan kinderen uit te leggen waarom papa of mama ziek is. Het komt niet door een zonde van de ouder of het kind, maar door de zondeval. Doordat wij leven buiten het paradijs, in een wereld vol zonde, verdriet en pijn. De ziekte, een levenskruis, heeft God in Zijn wijsheid opgelegd. In de afhankelijkheid van Hem liggen de kracht en moed voor elke dag om het te dragen.

Deze gegevens zijn ontleend aan materialen voor de KOPP-Doe praatgroep van het Trimbos Instituut in Utrecht. Deze worden gebruikt bij de begeleiding van KOPP-kinderen door de reguliere GGZ-instellingen en Eleos, een christelijke, landelijke instelling die onder meer tweedelijns- jeugdzorg biedt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 oktober 2003

Terdege | 116 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 oktober 2003

Terdege | 116 Pagina's