Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerst in Windesheim

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerst in Windesheim

„Ik doe graag iets anders dan een ander"

9 minuten leestijd

Doe eens wat anders dan een ander. Dit adagium van musicus Arie Loonstra leidde in de loop der jaren tot vier grote cdprojecten, variërend van Psalmsuites voor orgel in Fransklassieke stijl tot een Cantate voor koor, solisten en orkest op teksten van McCheyne. Het vijfde project staat op stapel: 21 kerstliederen voor orgel bewerkt in diverse stijlen. De componist heeft ze zelf op cd gezet, gespeeld op orgels van de Duitse bouwer Oberlinger. „Hij gebruikt nieuwe technieken en combineert dat met een traditioneel klankidioom. Daar voel ik me bij thuis.

Slunterweg, Ede. Een boerderijachtig huis, aan de achterkant uitgebouwd met een werkruimte. Een concertvleugel en een pijporgel domineren de dagelijkse omgeving van Arie Loonstra (1961). Hij is een echte doehetzelver. Een paar jaar geleden kwam hem dat in dubbel opzicht goed uit. „Ik tobde met rsiklachten, kon niet eens meer behoorlijk dirigeren. Ik zag de bui al hangen dat ik een ander beroep zou moeten kiezen. Ik had me echter voorgenomen in de zomervakantie mn huis te schilderen. Zou je dat wel doen? vroeg de dokter. Ik heb het gedaan en was na afloop van mn rsi af. Puur vanwege deze beweging, zegt Loonstra terwijl hij doet alsof hij schildert.
Als jongen moest Arie Loonstra niets van klassieke muziek hebben. „Ik luisterde veel pop. Toen ik vijftien was, kwam daar verandering in. Ik ging opnieuw op orgelles, nadat ik daar enkele jaren eerder mee was gestopt. Het liep lekker. Mijn leraar adviseerde me naar het conservatorium te gaan. Ik kwam in Arnhem bij Bert Matter terecht. Die heeft veel voor mij betekend. Hij stimuleerde me vanaf het begin mn nek uit te steken. Niet te doen wat anderen al doen, maar mn eigen weg te zoeken. Matter deed dat zelf ook. Hij ging met ons als orgelstudenten naar het buitenland: naar Frankrijk, OostDuitsland en Oostenrijk. Daar maakte ik kennis met totaal andere orgels dan in Nederland. Ik werd wakker geschud, bijvoorbeeld voor de Fransklassieke muziek. Matter was verrassend. De eerste les stelden we samen een chronologische lijst van orgelstukken op die ik de komende vijf jaar zou gaan studeren. Van Sweelinck tot Messiaen. Prachtig. De derde les echter speelde ik al Franse romantiek: César Franck. Zo was Matter.
Direct na zijn afstuderen in 1986 maakte Loonstra een lp op het orgel van de Amersfoortse Joriskerk: Wijdt Hem uw kunst. De hoes staat netjes tegen de muur van Loonstras werkvertrek. Hij wijst ernaar: „Die titel is altijd mn levensdevies geweest. Ik hoef als musicus niet populair te worden. Het gaat mij om de bijbelse boodschap. Dat ik die mag doorgeven in muziek. Natuurlijk wil ik graag belangstelling voor mijn werk. Maar ijdelheid in de muziek, daar hoop ik bewaard voor te blijven. Niet mijn naam is belangrijk.

Injectie
Loonstra verdiende aanvankelijk zijn kost als musicus door orgel en pianoles te geven en koren te dirigeren. Dat bevredigde hem uiteindelijk niet. „Ik had wel een goed inkomen, maar geen goed gevoel. Ik dacht: Ik begraaf mn talenten. Vanuit die situatie ben ik gaan zoeken naar andere wegen.
Die zoektocht had resultaat. Loonstras eerste opvallende project was de bewerking van alle 150 Psalmen voor orgel in Fransklassieke stijl. Hij zette de muziek op vier cds en bespeelde daarvoor orgels in Nederland, België en Frankrijk. De stukken verschenen ook als bladmuziek. Het project kreeg ongedacht een forse injectie. „Ik kwam in aanraking met het Comité d Entraide Chrétienne Reformée in Krimpen aan den IJssel, dat contacten onderhoudt met protestantse gemeenten in Frankrijk. Zij wilde mijn cds daar verkopen. Er gingen vele sets van vier cds die kant op. In Nederland werd vooral de bladmuziek goed verkocht.
In 1996 verscheen van Loonstra de cantate Liederen Sions op onder andere het gedicht Eens was ik een vreemdeling van McCheyne. „Ds. Meeuse had enkele gedichten opnieuw vertaald en die versies vond ik veel beter dan de bekende van Ten Kate. Vier van mijn koren hebben meegewerkt aan de opname van de cantate op cd. Ik merkte dat ik met deze cantate vrienden en vijanden maakte. Mensen werden gegrepen in hun geweten door de teksten. Die spreken van een diep zondebesef, maar ook van de noodzaak om een persoonlijke Verlosser te kennen. De teksten komen heel dichtbij, zijn erg direct. Niet iedereen was ervan gediend. Sommige koorleden haakten af.
In 1999 volgde Loonstras derde cdproject: de bewerking van de Twaalf Enige Gezangen (achter de Psalmen) voor koor. Twee jaar later maakte hij opnieuw een cantate, Kinderen Sions, in bijzondere omstandigheden. „Ons jongste kind, Elbert, overleed op de leeftijd van veertien maanden aan wiegendood. Een diep ingrijpende gebeurtenis in ons gezin. Aan de andere kant hebben we Gods kracht in die periode sterk mogen ervaren. Het was niet de slechtste tijd. Ds. Meeuse stuurde ons een brief en deed er een gedicht van McCheyne bij: Op de dood van een begenadigd kind. Ik voelde direct: hier moet ik muzikaal iets mee doen, maar het heeft een halfjaar geduurd voordat mijn vrouw en ik er emotioneel mee aan de slag konden. Samen hebben we de bijbelteksten en berijmde psalmen uitgezocht die pasten bij de gedichten van McCheyne.
De nieuwe compositie werd een cantate voor koor, solisten, orkest, orgel en citer. De cdpresentatie had plaats in de Apeldoornse Loolaankerk. Er waren 1600 mensen bij aanwezig. De avond maakte diepe indruk. Loonstra: „Ik heb nooit meegemaakt dat zon grote menigte bijna zwijgend de kerk verliet. Er waren mensen die na afloop bekenden zagen, maar er niet mee durfden praten uit angst de gewijde stilte te doorbreken. Ik ben nog wekenlang gebeld door mensen uit het hele land die mij wilden vertellen dat de cantate voor hen een stuk verwerking was van hun eigen verdriet. Ook kwamen er vele brieven en emails binnen. Ik heb wel eens gedacht een soort nazorgteam in te stellen om al die reacties te beantwoorden.

Dichte deur
Net als de vorige cantate maakt ook deze kritiek los, vertelt Loonstra. „Mensen vroegen zich af: Mag dat wel, dat een kind vanuit de hemel zijn ouders op aarde toespreekt en hen waarschuwt voor het komende oordeel? Ik heb die vraag aan ds. Meeuse voorgelegd. Zijn uitleg vond ik heel bijbels. Hij verwees naar de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus. De Heere Jezus gebruikt Zelf het voorbeeld van een man die vanuit de hel spreekt met iemand in de hemel. Ondanks deze verklaring kreeg een van mijn koren geen toestemming van de kerkenraad om aan het project mee te doen.
Loonstra loopt naar zijn geluidsinstallatie en zet nummer 16 van de cd Kinderen Sions op. Een sopraansoliste en een klagende hobo vertolken de gelijkenis van de mensen die tevergeefs op de deur van de bruiloftszaal kloppen en te horen krijgen: „Gaat weg van Mij, want Ik heb u niet gekend. Het kloppen verandert in dwingend bonken, de muziek gaat naar een hoogtepunt, maar de deur blijft dicht. Na het slotakkoord klinkt een doodsklok. Loonstra draait de volumeknop zachter: „Als ik dit hoor, denk ik: Hoe heb ik dit ooit kunnen componeren? Deze muziek is niet uit mezelf gekomen. Dit is Gods Geest Die in mij heeft gewerkt. Vanwege de aangrijpende tekst -het gaat over Gods oordeel- heb ik dit deel als laatste gemaakt. Ik durfde er eerst niet aan te beginnen. Achteraf zeg ik: Dit niveau haal ik nooit meer; dit overtref ik niet meer.

Nieuwe wegen
Begin dit jaar bezocht Loonstra op uitnodiging de werkplaats van orgelbouwer Oberlinger in het Duitse Windesheim. Hij raakte diep onder de indruk. „Deze firma bouwt orgels met eigentijdse fronten en combineert traditionele technieken met eigen vondsten. Waar andere orgelbouwers stoppen, zoekt Oberlinger naar nieuwe wegen onder het motto: stilstand is achteruitgang. Hij vraagt zich voortdurend af: Wat valt er nog te verbeteren aan orgels? Aan de mechanieken, aan de windvoorziening? Soms doet hij grappige dingen. Zo bouwde hij bij een van zijn orgels een register in de balustrade. Ook maakte hij een zwelkast op een orgel met een Silbermannklank, wat qua stijl tegenstrijdig is. Nu is hij weer bezig met een constructie waarbij vijf orgelpijpen van de Subbas op één labium spreken om daarmee ruimte in huisorgels te besparen. Traditie combineren met innovatieve elementen, dat doet Oberlinger. Dat probeer ik ook met mijn muziek.
De orgels van Oberlinger inspireerden Loonstra tot zijn vijfde cdproject: de bewerking van 21 kerstliederen, verdeeld in vier suites. De stijl varieert van de barokke Pachelbel tot een eigen klankidioom. De bewerkingen zijn verdeeld in vier chronologisch opgebouwde suites. Loonstra: „Ik begin bijvoorbeeld de eerste suite met advent: Psalm 98 en Een roze fris ontloken. Dan volgt de Lofzang van Maria. De toepassing vindt plaats bij In Bethlehems stal. Deze suite eindigt met een opwekking: Komt allen tezamen. Het is bij mijn weten voor het eerst dat een componist zijn kerstsuites zo rangschikt. De suites van Jan Zwart zijn natuurlijk heel bekend, maar daar zit geen chronologie in. Ze zijn een willekeurige verzameling kerstliederen.
Loonstra nam zich voor „geen zoetige kerstromantiek te schrijven. „Daar verzet ik me tegen. De boodschap van Kerst heeft niets met romantische gevoelens te maken. Ook in mijn instrumentale muziek wil ik zoveel mogelijk aansluiten bij de bijbelse werkelijkheid.

Cd-extra
Arie Loonstra bespeelt op zijn nieuwste cd drie orgels van Oberlinger: het concertorgel en het barokorgel in de toonzaal naast de werkplaats in Windesheim, en het orgel in de St. Marzellinus en Petruskerk in Vallendar. Het schijfje is een cdextra. Naast muziek staan er fotos en videobeelden op, onder andere van de componist die zijn eigen bewerking over Komt allen tezamen speelt op het orgel in Vallendar. Terwijl het filmpje draait, wijst Loonstra op zijn pedaalschoenen. „Dat zijn de 48 jaar oude trouwschoenen van mijn vader. Apetrots wasie.
De opname is gemaakt door Ko Smidt, een geluidstechnicus die bij Loonstra om de hoek woont. Bij de cd hoort een bundel met bladmuziek waarin alle gespeelde bewerkingen zijn opgenomen. Loonstra geeft alles in eigen beheer uit. Het eerste deel uit de derde kerstsuite, Psalm 132, staat als muziekbijlage in dit blad.
Kijkend naar zichzelf en zijn cdprojecten tot nu toe concludeert Loonstra: „Ik ben een beetje een aparteling in de reformatorische muziekwereld. Ik heb wel contacten met collegas, maar alleen zakelijk; bij uitvoeringen en concerten. Ik heb een goed inkomen met lesgeven en koren dirigeren. Achter de cdprojecten die ik doe, zit geen gelddrang. Dat is heerlijk. Ik kan het allemaal doen omdat ik de mogelijkheden heb. Ik heb een vleugel thuis en een pijporgel. De kerk waar ik organist ben, staat op loopafstand. Bovendien heb ik een vrouw die mij in al mijn muzikale activiteiten met raad en daad bijstaat. Haar meningen en adviezen zijn onmisbaar voor mij.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 november 2003

Terdege | 100 Pagina's

Kerst in Windesheim

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 november 2003

Terdege | 100 Pagina's