Om het heil van de Mikifores
Als een onbetekenend vlek ligt Garama aan een onverharde weg. Voor de bewoners is het dorp de navel van het Mikifore-gebied. Sinds een aantal jaren delen ze die met enkele Nederlanders, die Jezus belijden als de Zoon van God. Een week tussen Afrikaanse moslims en westerse calvinisten op het platteland van Guinee.
Stijlvol gekleed zitten ze in de met muskietengaas afgeschermde veranda van Neema (Goede gave), de woning van het gezin Van Linden. Het begroetingsritueel bezegelt de gastvrijheid die Garama door middel van enkele afgevaardigden wil tonen.
„Tanabele? Zijn er geen problemen?
Nee, er zijn geen problemen.
Zijn er geen problemen thuis?
Nee, daar zijn geen problemen.
Is je vrouw daar?
Ja, zij is daar.
Zijn je kinderen daar?
Ja, zij zijn daar.
Is je vader daar?
Ja, hij is daar.
Is je moeder daar?
Ja, zij is daar.
Zijn er geen problemen?
Nee, er zijn geen problemen.
Is er geen oorlog?
Nee, er is geen oorlog.
Er valt een veelzeggende stilte. Met het naderen van de presidentsverkiezingen groeit de angst dat de onrust in omringende landen als Liberia en Sierra Leone opnieuw Guinee zal aantasten en de verhoudingen tussen de ethnische groepen zal vergiftigen. „In 2000, toen ook bij ons de strijd losbrak, hebben moslims, rooms-katholieken en protestanten gezamenlijk tot God gebeden of Hij een einde aan de oorlog wilde maken, zegt Mamadouba Keita. „Dat heeft hij gedaan. Laten we ook nu op Hem vertrouwen. Isufu Keita, een van de twee dorpshoofden, knikt instemmend, en herhaalt de vraag die als een gestaag refrein terugkeert.
„Tanabele? Zijn er geen problemen?
„Tanayobele. Nee, er zijn geen problemen.
Soiree
Huisknecht Djakaridjao wiegt de kleine Sarah, jongste telg van de Van Lindens. Tot ze een eerste kik geeft. „Mama, roept hij gealarmeerd. Een huilende zuigeling dient spoorslags aan de moederborst te worden gelegd. In een hoek van de veranda eet een mager, gitzwart knaapje in razendsnel tempo het bord rijst leeg, dat Annemarie van Linden voor hem heeft klaargemaakt.
Het gesprek van de mannen heeft zich van de oorlogsdreiging verplaatst naar de nieuwe brug over de rivier bij Boffa, die de gammele ponten overbodig moet maken. Buiten kleurt het licht van de snel zakkende zon de roestbruine aarde onnatuurlijk rood. Uit de wolken die komen aandrijven, klinkt het gerommel van een naderende onweersbui.
Bijna direct gaat de schemering over in de nacht. Als zwarte kransen staan de kruinen van de palmbomen op het erf afgetekend tegen het door een volle maan verlichte firmament. De bezoekers verlaten een voor een de veranda om zich naar hun eigen huisgezin te begeven. In het dorp maakt de oudere jeugd zich op voor een soiree, waar een mix van opzwepende muziek, drugs en seks hen alle verstand zal benemen. De doordringende cadans van de drum klinkt de gehele nacht boven het onweer en het koor van krekels uit.
Navel
Met duizend inwoners is Garama niet alleen een van de grootste nederzettingen in het Mikifore-gebied, dat zon vijftig dorpen met in totaal ruim tienduizend zielen omvat. Het dorp met zijn vier families is volgens de bewoners ook de navel van het gebied. Groepsgewijs liggen de familiewoningen met bijbehorende kookhutten langs het onverharde pad, dat in de regentijd verandert in een drassige stroom. Beschaduwd door palmbomen, sinaasappelbomen, mangobomen, papajabomen. Omgeven door een weelderige vegetatie, met felgele en knalrode bloemkelken, waarboven exotische vlinders zweven. Rijst- en pindavelden leveren dankzij de overvloedige regen rijke oogsten op. Een schier paradijselijke omgeving. Maar tussen het groen zoeken slangen hun weg en het overvochtige klimaat perst het zweet uit alle poriën.
De betekenis van Garama is voor de inwoners bevestigd door de komst van Nederlanders, die zich onder hen vestigden om de taal te leren en het Woord van Isa (Jezus) te verbreiden. Ieder die het overzeese Utopia verlaat om naar Guinee te komen, wordt als weldoener beschouwd.
Op een houten krukje in de veranda van zijn lemen woning zit Isufu Keita in de vroege ochtend van de nieuwe dag gereed om ons te ontvangen. Achter zijn kamer ligt het slaapvertrek van zijn eerste vrouw. Zn tweede vrouw woont verderop. Met de gezinnen van zijn drie broers vestigde hij zich rond dezelfde binnenplaats. Voor de doordeweekse gebeden bouwden ze hun eigen moskee, omgeven door een muur waarbinnen ze hun doden begraven. Alleen op vrijdagmiddag trekken de gebroeders met de overige dorpelingen naar de grote moskee, in het centrum van het dorp.
Zonde
Nadat hij een dochter opdracht heeft gegeven de bereide maaltijd op te dienen, spreekt het dorpshoofd opnieuw een welkomstwoord. Om zich vervolgens te verontschuldigen voor het feit dat de palmoliesaus in de rijst zo weinig vis bevat. Gevolg van de aldoor stijgende prijzen. Uit het achterhuis klinkt een schelle vrouwenstem. De dochter die bedient, kijkt zwijgend toe hoe haar vader en de vreemdelingen de maaltijd nuttigen, uit dezelfde emaillen schaal.
Ook Isufu heeft het gedreun van de soiree gehoord. „Vroeger werd er alleen gedanst bij een huwelijk en een besnijdenisfeest, laat hij weten. „Daar zat niets kwaads in. Onder president Sékou Touré is theater ingevoerd. Daar zat al zonde in, maar de soirees van de laatste tijd slaan alles. Mismoedig heft hij zijn handen op. „Ik kan het wel verbieden, maar ik ben niet alleen. We moeten het met elkaar eens zijn. Bovendien is de regering er niet op tegen. Wat kan ik dan als dorpshoofd?
Voor het huis groeit de groep van vrouwen die naar de wekelijkse markt in Kolia gaat. Alleen de grootmoeder van de kleine gemeenschap, een van de vrouwen van Isufus vader, trekt niet mee op. De bejaarde weduwe koos voor een afgezonderd leven als serno en mijdt elke plaats van mogelijke zonde en onreinheid. Bewust van haar waardigheid laat ze zich verzorgen door een schoondochter en kleindochter. Tegen de lemen wand van haar veranda hangt een poster van MERN: de Mission Evangélique Réformée Néerlandaise. Het zendingswerk van de Gereformeerde Gemeenten in Guinee.
Vertaler
In het eenvoudige zendingskantoor, tussen palmen vol kwetterende vogels, werkt Mamadouba Keita aan het vertalen van de Bijbel. De eerste versie van Ruth en Jona zijn klaar. Genesis is vrijwel gereed. Daarna wacht Lukas. De computer heeft het door het vocht af laten weten. De tijd dat West-Afrika het kerkhof voor westerse zendelingen was, is dankzij vaccinatie en anti-malariapillen voorbij. Elektronische apparatuur is er nog steeds geen lang leven beschoren.
De Mikifore-vertaler heeft zijn werk op ambachtelijke wijze voortgezet, met pen en papier. „Ik voel me niet goed, mn botten doen zeer, klaagt hij tegen Kees Jan van Linden. Daarbij vraagt hij zich af waarvoor hij het werk doet, nu evangelist Wim Polinder is teruggekeerd naar Nederland. „Wat heeft het voor zin om iets te vertalen als het daarna in een bureaula verdwijnt? Je moet ermee opuit, het dorp in, naar de school, naar de markt.
Van de verantwoordelijkheid die op hem rust, is de geletterde inwoner van Garama diep doordrongen. „Als ik de woorden van God niet getrouw vertaal, zal Hij me straffen in de hel. Tegelijk spreekt hij over zijn werk met een afstandelijke beschouwelijkheid, al bevestigt hij in omzichtige bewoordingen dat de Bijbel de Koran overtreft. „De Bijbel is ouder. En er staat meer in. Peinzend wiegt hij heen en weer. „Als je alleen de Koran leest, ken je een deel van Gods openbaring niet.
Werkers
Behalve vertaler was Mamadouba voor het zendingsechtpaar in de beginperiode ook vraagbaak. En spreekbuis voor de werkers: Djakaridjao Keita, de huisknecht; Abdulai Kamara, de tuinman; Jeneba Kamara, de wasvrouw; Maimuna Barry, de kookvrouw. Na de overval op een post van de New Tribes Mission, geen dertig kilometer van Garama vandaan, werd het personeelsbestand nog uitgebreid met drie nachtwakers.
De werkers zijn met zorg uitgekozen. Uit verschillende families, om afgunst te voorkomen. Districtsbestuurder Muktar Keita, die de zending van de Gereformeerde Gemeenten zeven jaar geleden twee hectare land schonk, houdt overdag zo nodig huis en erf in de gaten. Een taak die past bij zijn positie als tuteur, de man die zich formeel verantwoordelijk heeft verklaard voor het gezin Van Linden. Dorpshoofd Isufu Keita is een van de nachtwakers. Omdat hij tevens een goede buur is, betalen de Van Lindens ook de schoolkosten van zijn jongste zoon. En die van de dochter van Lamina Keita, zijn blinde broer.
Tegenover het werk dat het personeel uit handen neemt, staat de last van een doorlopende stroom verzoeken. Om geld: voor een ziek kind, een zwangere medevrouw, nieuw zaaigoed. Om advies: aan een buurvrouw die ruzie met de familie heeft, een werker die er niets voor voelt om de vrouw van zijn overleden broer erbij te nemen. En dan zijn er de religieuze dilemmas. „Abdulai zegt dat hij wortels heeft die slangen verdrijven, komt Annemarie in het kantoor melden. „Kunnen we daar gebruik van maken, of zou het met bijgeloof te maken hebben?
Compromis
„Het goed houden van de relatie met het personeel, de buren, de oudsten en de overige dorpelingen kost veel meer energie dan mijn eigenlijke werk, bekent Van Linden. „Voortdurend sta je voor de vraag waar je bepaalde grenzen stelt.
Als ontstane spanningen met de werkers de vorm van een conflict dreigen aan te nemen, worden beide partijen gehoord in de bage, de open hut op het erf van Neema. Meestal met Mamadouba als arbiter. „In het begin hadden we daar grote moeite mee. Nu zien we ook de voordelen. Je voorkomt op deze manier dat zaken onuitgesproken blijven. Als het enigszins mogelijk is, wordt naar een compromis gezocht. Lukt dat niet, dan roept de arbiter de in het gelijk gestelde partij op om de andere partij te vergeven. Bij rechtsgedingen in het dorp wordt Isufu vaak aangezocht als scheidsrechter. Iedereen weet dat hij een rechtvaardig man is. Elke dag zit op zijn veranda wel iemand die een probleem met een familielid of een andere inwoner van het dorp heeft.
Niet alle bestuurders worden gekenmerkt door onkreukbaarheid. Muktar moest geruime tijd het ontzag van zijn mededorpelingen ontberen, vanwege het aannemen van smeergeld van Peulen. Met deze semi-nomaden, de veehouders van Guinee, regelde hij onderhands dat ze hun koeien in Garama konden laten grazen. Tot woede van de lokale landbouwers, die moesten toezien hoe hun rijst en maniok door het vee werd opgevreten. Voor de prefect van Boké was het reden om de districtsbestuurder zijn ambt te ontnemen. „Al die tijd heeft hij zich nauwelijks laten zien. Kort geleden is hij in zijn functie hersteld en nu loopt hij weer met opgeheven hoofd door het dorp.
Notabelen
In de woning van Sekou Kamara, vice-president van het districtsbestuur, bespreekt een groepje oudsten de zaken van het leven en het dorp. Voor Kees Jan van Linden is het een bekend gezelschap. Zeker nu hij intensief omgaat met Iboerahima Kamara, broer van Sekou, bij wie hij een dag in de week zijn kennis van het Mikifore opvijzelt.
Alhadj Oumar Koumbassa, koranleraar van Garama, neemt ondanks zijn jeugdige leeftijd een voorname plaats onder de leiders in. Als enige volwassene heeft hij kennis van het Arabisch, de taal van de koran. Kennis die hij tracht over te dragen via een koranklas voor jongeren, die bij hem inwonen. „Ik leer hen wat God wil en wat Hij niet wil. Het eerste wat Hij wil, is waarheid. Het tweede wat Hij van ons vraagt, is barmhartigheid tegenover de armen en eerlijkheid tegenover onze medemens. De imams gaan de mensen voor in het gebed, ik wijs hen de weg van God.
Dat er ook christenen in zijn dorp zijn komen wonen, is voor de zelfbewuste koranleraar geen bezwaar. „We hebben hen ontvangen, we groeten elkaar, we eten elkaars eten, we lachen met elkaar. Daarin zijn we één. We verschillen alleen in de godsdienst, maar uiteindelijk staan we hetzelfde voor. De dingen die wij verbieden, worden ook door hen afgewezen.
Contofili
Achter Neema klimt tuinman Abdulai met behulp van een band om zijn middel in een palmboom. Voor het oogsten van een hoofd met palmpitten, waaruit de kostbare palmolie, het rode goud, wordt gewonnen. De bage vult zich aan het eind van de middag spontaan met dorpsbewoners. Sarah van Linden ligt in de armen van de Mikifore-vrouw naar wie ze werd vernoemd. Moeder van acht kinderen, van wie zes nog in leven. Met haar ruim dertig jaren voor de tweede keer weduwe. Door een lamme hand is ze nauwelijks in staat te werken en woont ze noodgewongen in bij haar moeder. De vriendschap met Annemarie van Linden is een van de weinige lichtpunten in haar door depressies geteisterde bestaan.
Omgekeerd is de vriendschap er vooral een op basis van medelijden. „Het zal nooit een gelijkwaardige relatie worden, beseft Annemarie. „De gesprekken zijn heel basaal. Gaat het weer goed met je lichaam? Heb je gezien hoe mooi de rijst erbij staat? Of ze vraagt om hulp. Als mensen naar ons toe komen, is het bijna altijd omdat ze in de contofili zitten, zoals ze dat hier noemen. Ik zie ernaar uit dat Sarah wat groter is, zodat ik weer meer het dorp in kan. Nu is mn wereld wel héél klein. Als je de mensen kunt opzoeken, is de verhouding wat evenwichtiger dan wanneer ze bij jou op de veranda komen.
Verkiezingen
Muktar en Isufu zijn in druk gesprek verwikkeld over de komende verkiezingen. Muktar is naar een bijeenkomst in Kolia geweest, samen met andere districtsbestuurders en vertegenwoordigers van de dorpsraad. Een hoge regeringsvertegenwoordiger uit de hoofdstad Conakry heeft hen dringend geadviseerd de zieke president, generaal Lansana Conté, te herkiezen.
De districtsbestuurder uit Garama kan zich wel in het advies vinden. Het garandeert in ieder geval rust. En vergeleken met dictator Sékou Touré, de voorganger van Lansana Conté, heeft de huidige president het niet slecht gedaan. „Vroeger waren we verplicht een deel van de oogst af te staan. Dat is voorbij. Het enige minpunt van deze president is dat hij de prijzen te veel laat oplopen. Een zak rijst kost nu 35.000 Guineese francs. Dat is voor veel mensen niet meer te betalen.
Achter het pleidooi om het staatshoofd te steunen, gloeit de angst voor oorlog. Een angst die hij deelt met het hele Guineese volk. De achterliggende twee jaar werd door koranleraars ruim 96.000 keer de koran gelezen, om Allah gunstig te stemmen. De dertig delen van het heilige boek worden gelijktijdig en door elkaar gelezen. „Dan heb je in drie kwartier de hele koran gehad, licht Kees Jan van Linden toe. „Er zijn plaatsen waar ze met driehonderd man tegelijk lezen. Dan heb je hem in drie kwartier tien keer uit.
Vernislaag
Na een kleine week begint het dorp vertrouwd te raken. Gezichten worden bekend, familieverhoudingen duidelijk. De dwarsverbanden zijn eindeloos, niet alleen door het beperkte aantal families, maar ook door de polygamie en het leviraatshuwelijk. „Wij hanteren de regel dat we onze materiële hulp beperken tot de familie van onze tuteur en die van de werkers, glimlacht Kees Jan van Linden, „maar dan nog is het einde zoek.
Beeldbepalend in het dorp zijn de hoofden, de districtsbestuurders, de oudsten, de vier imams, de koranleraar. En, zoals in elke besloten gemeenschap, de middenstand. De metselaar, de timmerman, de kunstenaar, de simpele kleermaker, die door het hele dorp wordt uitgebuit.
De Nederlanders nemen een geheel eigen plaats in. „Je blijft altijd een buitenstaander, beseft Van Linden. „Door je vel, je rijkdom en je afwijkende gewoonten. Wel merk je dat je geleidelijk meer ingroeit in de gemeenschap. De eerste maanden vond ik het isolement heel bedreigend. Naarmate je de taal beter leert spreken en de mensen gaat kennen, ga je je ook meer thuis voelen. Het verschil in godsdienst is alleen voor de geestelijke leiders van betekenis. De gewone man kijkt uitsluitend naar je leven. De islam is hier niet veel meer dan een vernislaag over het oorspronkelijke animisme, vol bijgeloof en occultisme.
Imam
Als een openbaar kunstwerk hangen de kleurrijke kleden aan de lijnen tussen de bananenbomen, onder een brandende zon. Langs de dorpsweg is het onnatuurlijk stil. De mannen en een belangrijk deel van de vrouwen hebben zich verzameld in de moskee, voor het vrijdagmiddaggebed. Een langdurig ritueel is het niet. Binnen een halfuur komen de eerste vrouwen alweer naar buiten, kort daarop gevolgd door de mannen. Alleen de oudsten en de imams blijven achter, voor het wekelijkse overleg.
Van Linden houdt zich ver van de moskee, zeker op vrijdag. „In het kader van de cultuurstudie ben ik er een keer geweest, daarna niet meer. Ik wil niet de indruk wekken dat ik geboeid ben door de islam. Te meer omdat hier sterk de gedachte leeft dat christendom en islam twee wegen naar hetzelfde doel zijn.
Arafan Bangoura, de oudste imam van Garama, heeft verstek laten gaan. Ziek ligt de 82-jarige Mikifore op zijn bed: een paar lappen op de lemen vloer. Een strip medicijnen, gekocht op de markt in Kolia, binnen handbereik. Op een ruwhouten bank liggen drie door vocht aangevreten boeken. Erboven hangen de liturgische gewaden van de moslim-leidsman, die evangelist Johan Commelin destijds verzocht naar Garama te komen, na een wonderlijke droom.
Grote profeet
De ogen van de islamitische geestelijke lichten op als hij Kees Jan van Linden ziet. Talloze malen beluisterde hij de cassette waarop het Lukasevangelie is ingesproken in het Susu, de handelstaal van Guinee. En langzaam groeide de overtuiging dat wat hij daardoor hoorde de waarheid is.
Terwijl hij zich met moeite opricht, stromen de woorden over zijn lippen. „Jezus is de grote Profeet, naar deze wereld gezonden om de zonde weg te nemen. Hij heeft het offer van Zijn leven gebracht, maar Hij werd niet aanvaard. Ook de joden hebben Hem niet aanvaard, terwijl Hij toch de beloofde Messias was. Iedereen zou dat moeten horen, alle kinderen van het dorp zouden dit op school moeten leren.
Vermoeid zakt hij terug op zijn simpele bed. Met de wetenschap dat de tweede imam van Garama, de meest gezaghebbende geestelijke leidsman van het dorp, een andere mening is toegedaan. De blanken zijn welkom, maar het volk dient zich te houden aan de islam. Het christendom is de religie voor het welvarende westen, niet voor arm Afrika. Hij wordt daarin gesteund door Alhadj Oumar Koumbassa. „Jezus is de Messias van God, erkent de koranleraar, „maar Hij is niet God. Daarin spreekt de Bijbel niet de waarheid. De Bijbel is ouder dan de Koran, maar hij is vervormd door de christenen en de joden. Daarom moest God de Koran zenden.
Vervloeking
Bij de woning van Jeneba, de wasvrouw van Annemarie van Linden, strompelt een van haar medevrouwen rond met een been dat dubbel zo dik is als het andere. Bezorgd toont de hoogzwangere dorpelinge het opgezwollen lichaamsdeel aan Kees Jan van Linden. Echtgenoot Harona Keita, een van de drie Mikifores die zijn aangesteld om het alfabetiseringswerk in het gebied ter hand te nemen, kijkt emotieloos toe.
Honderd meter verderop zit Muktar voor zijn nieuwe woning. Opgetrokken van bakstenen, zodat de regen de muren niet meer kan ondermijnen. Met water uit een kleurig keteltje voert de districtsbestuurder de rituele reiniging voor het gebed van vijf uur uit. Op de achtergrond kijken zijn kinderen en kleinkinderen toe.
Zeker na het moskeebezoek op vrijdagmiddag straalt het dorp harmonie uit. Een schijn die bedriegt, weet Kees Jan van Linden. „Het is een gemeenschap die wordt beheerst door jaloezie en angst voor duistere machten die kunnen worden opgeroepen. Vaak door je eigen familie. Er zijn koranleraars die met inkt vloekteksten op plankjes schrijven. Het water waarmee de teksten weer worden verwijderd, vangen ze op en verkopen ze als tovermiddel. Een paar meisjes die goed konden leren, zijn nu totaal gestoord. Ik vrees ten gevolge van vervloeking door jaloerse familieleden. In Nederland had ik bij zon verhaal de schouders opgehaald, hier zie je om je heen de realiteit van occulte krachten.
Vrede
De nieuwe dag brengt goed nieuws. De jongste vrouw van Harona Keita is bevallen van een tweeling, in het smoezelige hospitaaltje van Kolia. Het dikke been is alweer aan het slinken. Er is slechts één probleem: de familie heeft geen geld om het ziekenhuis te betalen. En de kraamvrouw mag er pas weg als de schuld is vereffend.
Op gedempte toon overleggen Kees Jan en Annemarie van Linden hoe te handelen. Naast het huis wacht Lamine Bangoura op zijn beurt. Net als zijn vader voelt de zoon van de bejaarde imam van Garama de klop van het Evangelie op zijn hart. Op zondagmiddag leest hij met Van Linden uit Lukas. „Ik wil alle verhalen over Jezus leren kennen. Wie Hij is en wat Hij heeft gedaan. Dat ze Hem aan het kruis hebben gehangen, terwijl Hij onze zonden op Zich wilde nemen, dat heeft mij diep geraakt.
Op een krukje in de veranda zit Jeneba, met een zak vol pindas als geschenk bij haar afscheidsgroet.
„Moge God jullie bewaren op de reis.
Moge God jullie bij je familie brengen.
Moge God jullie en je familie oud doen worden.
Moge hij de vrede bewaren in jullie land.
Boven het gesnerp van de krekels uit klinkt het geluid van de kever die met zijn vleugels feilloos het geluid van een houtzagerij imiteert. Binnen zit Kees Jan van Linden met zijn gezin om de tafel, en bidt.
Om een zegen over de maaltijd.
Om bekering van Garama, dat in duisternis wandelt.
Om de doorwerking van de Heilige Geest in het leven van Arafan en Lamine Bangoura, die zijn gekomen tot de poort van het koninkrijk der hemelen.
Om een evangelist in het Guineese dorp, een post die al zo lang onbezet is.
Terwijl de oogsttijd nadert.
Volgende keer: Worstelen met de taal in Dembaya.
Voor de bejaarde imam van Garama en zijn zoon zijn schuilnamen gebruikt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 december 2003
Terdege | 172 Pagina's