Hans Mouthaan: „Kerstverhaal vertellen is beter dan voorlezen"
Nu de kerstvakantie nadert, staat voor scholen en zondagsscholen ook een ander jaarlijks hoogtepunt voor de deur: de kerstvertelling. Jufs en meesters zoeken en selecteren. „Een verhaal vol sneeuw en chocolademelk is niet verkeerd, vindt Hans Mouthaan. „Maar ik wil ook graag iets van de Heere Jezus vertellen.
Hans Mouthaan is een rasverteller. „Hij maakt óveral een verhaal van! lacht zijn vrouw, terwijl ze al breiend meeluistert naar een gesprek over kenmerken van kerstverhalen. „Daar word je ook wel eens moe van...Juist leuk toch, zon echtgenoot? „Jawel, maar het duurt soms wel lang... Hans Mouthaan lacht er even gul om als zijn wederhelft. „Ik heb nu eenmaal altijd verhalen in mijn hoofd, anders zou ik niet kunnen vertellen!Hans Mouthaan (1945, kruidenier, vader van zes kinderen) is geboren en getogen in Bleskensgraaf, waar hij in een klein huis aan de rand van het dorp woont. Maar liefst veertig jaar lang leidde hij de zondagsschool van de plaatselijke hervormde gemeente. Bij zijn afscheid, vorig jaar, werd hij daarvoor koninklijk onderscheiden.
Kerkbode
Mouthaan graaft graag in de streekhistorie. Oude volksverhalen zijn de moeite waard om te worden doorgegeven, is zijn vaste overtuiging. Zo doende kwam hij ook tot het schrijven van zijn eerste kerstverhaal. „In 1983 schreef ik ter gelegenheid van het 60jarige bestaan van de School met de Bijbel een herinneringsboekje. Daarin kwam een vrouw voor, die vroeger aangeboden heeft grond te schenken voor de bouw van een christelijke school. Die dame was ongehuwd en had geen kinderen aan wie ik iets kon vragen. Toen heb ik een kerstverhaal geschreven aan de hand van de dingen die ik wel over haar wist, in de hoop dat dit herkenning zou oproepen. Misschien dat er iemand zou reageren... Het verhaal werd in de kerkbode afgedrukt en inderdaad, er kwamen reacties op! Ik heb zelfs familie van de hoofdpersoon kunnen achterhalen.Erg ervaren was Mouthaan nog niet, hoewel hij van jongs af aan een echte lezer is. „Vanaf het moment dat ik een beetje lezen kon, las ik Kind & Evangelie en De Spiegel. Ongetwijfeld was het ook in een van die bladen dat ik mijn eerste kerstverhalen las. Eén ervan speelde in Canada of Groenland of zoiets. Het ging over mensen die door wolven werden achtervolgd. Op een gegeven moment zaten ze in een hut, terwijl de wolven onder de wanden probeerden door te graven. De clou herinner ik me niet meer, wel dat het ontzettend spannend was!Een ander verhaal ging over een stervend jongetje in Londen dat zo graag nog één keer de ster aan de hemel wilde zien. Een jonge arts nam hem mee en liet hem de ster zien. Ondertussen zongen de andere kinderen kerstliederen. Daarna stierf de jongen. Dankzij deze gebeurtenis ging de arts, op weg naar huis, een kerk binnen, waar hij al in geen jaren geweest was.De herinneringen van Mouthaan onderstrepen de blijvende indruk die kerstverhalen kunnen maken. Zelf bleef hij ze schrijven, na die eerste poging. „Het is een traditie geworden. Inmiddels heeft hij achttien keer een kerstverhaal in een huisaanhuisblad gepubliceerd, is van zijn hand de kerstbundel Geen mirre en geen goud verschenen en werkte hij mee aan Kerstverhalen uit de Alblasserwaard. Naarmate hij meer ging schrijven, verdiepte hij zich ook meer in het ambacht zelf. „In de tijd dat ik het eerste verhaal publiceerde, heb ik me geabonneerd op het christelijk literaire tijdschrift Woordwerk. Ik werd ook lid van de auteursvereniging Schrijvenderwijs. De contacten daar hebben me erg gestimuleerd.Vaak spelen de kerstverhalen van Mouthaan in de Alblasserwaard. Dat biedt de lezers van Het Kontakt een stukje herkenbaarheid. Dat is belangrijk, vindt de schrijver. Daarnaast zegt hij dankbaar te zijn dat hij op deze manier iets uit de Bijbel kan doorgeven. „Het Kontakt is een gratis huisaanhuisblad, dus niet gebonden aan een of andere kerk. Nu is een kerstverhaal geen preek, maar ik wil er wel iets van de Heere Jezus in vertellen.Mevrouw Mouthaan laat het breiwerk rusten en zet haar bril af. „Het lijkt ook wel alsof mensen met Kerst wat meer voor die boodschap openstaan, zegt ze. „Dan gaan ze nog eens naar de kerk en naar een kerstconcert. Mouthaan: „En wát hen dan ook beweegt, die gelegenheid moeten we aangrijpen, al kan dat soms heel impliciet gebeuren.
Lopen uw kerstverhalen daarom goed af?
„Ik geloof het wel. Misschien niet altijd even duidelijk. Ik ben soms wat abrupt aan het einde toe. Maar in die paar slotregels zit dan wel een goede afloop verborgen. Dat is een bewuste keuze, hoewel ik besef dat lang niet alles in het leven goed afloopt – lang niet. Toch is het mijn diepste overtuiging dat ìn de Heere Jezus alles terecht zal komen. God gaat Zijn ongekende gang, vol dònkre majesteit, zingt een gezang. Dat vind ik een grote troost en dat mag gezegd worden, al is het maar in een eenvoudig kerstverhaal.
Bevat een kerstverhaal een duidelijker boodschap dan een ander verhaal?
„Wat mij betreft niet. We kunnen het kerstfeest toch niet van ons gewone leven scheiden? In het algemeen probeer ik er, al is het maar impliciet, altijd op te wijzen bij Wie we terecht kunnen.
Een goede afloop, een boodschap en verder veel sneeuw en chocolademelk?
„De sfeer is ook belangrijk! We kunnen wel heel dierbaar gaan doen en zeggen dat het daar niet om gaat, maar we mogen sfeer best leuk vinden. Zonder dat was Van de Hulst nooit zo beroemd geworden.
Kan een kerstverhaal in de zomer spelen?
„Hmm. Mouthaan draait duimen, glimlacht en staart peinzend naar het plafond. „Het kan wel, maar ik zou het moeilijk vinden. Ooit hoorden wij midden in de zomer een catechismuspreek over de geboorte van Christus. Toen we buiten stonden, zeiden we tegen elkaar: Wat een vreemde gewaarwording, dit was een kerstpreek! Het was warm weer. Dat combineren wij niet met de kerstgeschiedenis, maar het kan dus wel.Toch heb ik nooit een kerstverhaal in de zomer laten spelen, al kan ik het trouwens wel in de zomer schrijven. Ik ga er rustig in de tuin aan zitten werken. Om eens iets anders dan sneeuw te hebben, heb ik het van de weeromstuit een keer verschrikkelijk laten regenen. Toch blijft het mooi, die sneeuw.
Veertig jaar lang leidde u de zondagsschool. Heeft u ook veertig kerstverhalen verteld?
„Nee. Ik was ongeveer eens in de vier jaar aan de beurt. Ik heb overigens nooit een verhaal van mezelf verteld. Vaak koos ik iets uit een oude Spiegel of zo. Verhalen van J.J. Frinsel worden hier ook vaak gebruikt. Die zijn heel goed. Mijn eigen kerstverhalen zijn meestal voor volwassenen bedoeld. Ik denk dat ik er maar een stuk of vijf voor kinderen heb geschreven. Drie jaar geleden beleefden we daarmee iets wonderlijks: De mevrouw die aan de beurt was om te vertellen, had een verhaal in gedachten dat ze elders al eens verteld had. Het was toen goed gevallen en daarom wilde ze het weer gebruiken, maar ze wist de titel niet meer. Hoe ze ook zocht, ze vond het verhaal niet. Nu had ze die vertelling nog wel op een bandje, dus ze besloot het daarvan te reproduceren. De kerstviering brak aan. Ik zat in de kerk toen de vertelster het verhaal begon. Al snel dacht ik: Hee, dat is Sjakie! Sjakie luidt de klok. Dat heb ik zelf geschreven.
Klopt het dat er steeds vaker voorgelezen wordt in plaats van verteld?
„In het algemeen schijnt dat zo te zijn, maar hier in Bleskensgraaf is tot nog toe altijd verteld. Dat vind ik belangrijk. Vertellen inspireert je veel meer dan voorlezen. Als je telkens in je boek staat te kijken, maak je geen echt contact. Vaak zag ik aan de ogen: O, voor die kleinsten moet ik deze zin nog eens herhalen. Enzovoort. Als je vertelt, is er sprake van een wisselwerking, je houdt de aandacht gevangen en je betrekt de kinderen veel meer bij het verhaal. Toch vind ik het knap dat iedereen op onze zondagsschool het altijd deed. Ik heb als voorzitter echt wel eens iemand moed in moeten spreken. Als je een moeilijke groep hebt, valt het niet mee. Dan moet je twee dingen tegelijk doen: vertellen en opletten. Van de Hulst zegt: „Vertellen is weergeven wat je ziet. Maar in zon geval zie je meer onoplettende kinderen dan je verhaal. Gelukkig heb ik dat zelden meegemaakt.
Nieuwe kerstverhalen van christelijke uitgevers
Jesper viert voor het eerst kerstfeest zonder zijn vader. Vorig jaar leefde die nog. Het lijken moeilijke dagen te worden. Gelukkig komt Do logeren. Dan blijkt dat Jespers vader een boodschap heeft achtergelaten. Met dit prachtige jeugdverhaal levert Ben Slingenberg een bijdrage aan de mooie bundel In de greep van de bende, die bij Callenbach verscheen. IJzersterk is ook het verhaal van Janne IJmker. Mochten jonge lezers in eerste instantie denken dat dit niet over Kerst gaat, dan zal het hen des te meer tot nadenken stemmen. Zie voor Callenbachkerstboeken ook Terdege Junior. De klas gaat met Kerst op wintersport en Gerdien gaat mee. De wetenschap dat haar ouders haar liever in de kerk en thuis zien, negeert ze. Totdat ze plotseling tot het inzicht komt dat de ideeën van haar ouders toch niet zo bekrompen zijn. In Het wonder van Bethlehem van Nellie TeekensKrijgsman (uitgeverij Den Hertog) kunnen de karakters wat zwartwit, de oplossingen een beetje goedkoop overkomen. De goede bedoeling is overduidelijk.
Bij Kok verschijnen „eigentijdse winterverhalen onder de titel Woorden die ik niet versta. Het winterse dat de ondertitel en het omslag doen verwachten, ontbreekt. Weinig (winter)sfeer in dit boek. Wel goed èn minder goed geschreven verhalen, die soms te denken geven. Daniël van den Bos doet te vaag en Marjo van Vuuren ronduit bizar. Aangrijpend is JanneMaire Schoutens verhaal over Mart, een gehavende man, die rond de kerstdagen weigert het Licht in zijn schilderij aan te brengen. Uitgeverij De Ramshoorn doet in digitale kerstverhalen (te bestellen voor vijf euro) en is daarvoor naarstig op zoek naar nieuwe scribenten. Iedereen die een eigen kerstvertelling op de plank heeft liggen, mag zich melden. De vier nieuwe verhalen zijn eenvoudig geschreven, aan de stijl is weinig aandacht besteed en het taalgebruik zal buiten de gereformeerde gezindte niet altijd verstaan worden. Alleen André Boeder schreef een eigentijds verhaal. Hij speelde in op de actualiteit en koos de bosbranden in Frankrijk als thema.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 december 2003
Terdege | 172 Pagina's