Stelen en erven
Wie niet steelt of erft moet werken tot hij sterft. Dit oude gezegde trof me deze week. Als je er even over nadenkt, gaat er natuurlijk een hele wereld achter schuil. Een wereld van de harde strijd om het bestaan. Een wereld waarin óók gold: wie niet steelt, niet erft of niet werkt, sterft. Zoals het vaak gaat met spreekwoorden, overleven ze in hun waarheid soms de werkelijkheid. Niemand zal het ons nog in deze bewoordingen nazeggen. De VUT en het prepensioen staan weliswaar ter discussie. Maar tegelijkertijd kunnen we ons zijn op dit ondermaanse nog steeds keurig indelen in een arbeidzaam en een niet arbeidzaam leven. Dat geldt voor het eind van het leven. Het geldt ook zeker voor het begin. We genieten, al dan niet verplicht, ruimschoots onderwijs. Van vier tot en met achttien. Als we in het midden van onze vijftiger jaren zitten, mogen de meesten van ons nagenieten. Wie van voor '49 is, kan nog ruimschoots 'profiteren' van de VUT en aanverwante artikelen. Allemaal gemaakt in een tijd dat de idee aangehangen werd dat door automatisering een volledige werkweek voor iedereen definitief tot het verleden behoorde.
Wij komen intussen hijgend bij van een heuse hausse, waarin de dreiging van een structureel tekort aan arbeidskrachten serieus onderwerp van debat was. Het kan verkeren. Nu is het zo lang mogelijk aan de gang houden van mensen essentieel uitgangspunt in het denken. Maar hoe dan ook: AOW en pensioenvoorzieningen ondergraven nog steeds de tegenstelling tussen stelen en erven enerzijds en werken tot sterven anderzijds. De overgrote meerderheid van ons sterft niet meer in het harnas. Gemiddeld wordt de Nederlander ruim 78 jaar. Tegelijkertijd betekent het feit dat vrijwel iedereen het spreekwoord nog kent wèl dat ze in nog niet zo'n heel grijs verleden op ging. Dat bewaart ons voor arrogantie richting armoede. Ook voor ons was het nog maar twee, drie generaties terug slechts de keus tussen stelen, erven, werken óf sterven.
Het is nog steeds de rauwe werkelijkheid van tweederde van onze mede-aardbewoners. Juist omdat ik al weer twee maanden tob met mijn gezondheid, viel de tragiek achter het spreekwoord me op. Besefte ik dat voor mij het leven gewoon doorgaat. Mijn kinderen kunnen studeren. De schoorsteen rookt. Er is eten op tafel. En op korte termijn hoef ik me menselijkerwijs gesproken geen zorgen te maken. Zelfs al zouden de inkomsten minder worden, dan nog gaat niet bijna honderd procent van ons salaris op aan eten. Voor een dagloner op het platteland in de derde wereld betekent een dag ziek, een dag geen loon. En een dag geen loon betekent een dag geen eten. Want eten is tegelijkertijd verreweg de grootste kostenpost. Ziek zijn is aantasting van het inkomen. Ziek zijn bedreigt eigenlijk altijd direct het voortleven. Niet alleen ziekte is in zo'n situatie een bedreiging. Ook honger grijpt diep in. Honger heeft te maken met tegenvallende oogsten. Tegenvallende oogsten drijven de prijzen op. Voor hetzelfde hongerloontje kun je dus minder van het schaarse voedsel kopen. Dan neemt je hongerloontje wel erg tast- en voelbare vormen aan.
Voor ons nadenken over het leven hier en nu is het misschien toch goed om het spreekwoord over stelen, erven, werken en sterven maar eens als lijfspreuk te nemen. Het bewaart ons voor de brallerige oordelen die met name in gegoede kringen uitgestort worden over armen en armoede. De taal die uitgeslagen wordt, is vaak de taal van degenen die al een appeltje voor de dorst hebben en over de vulling van hun maag en de maag van hun kroost écht niet wakker liggen van een dagje ziek. Die hun vermogen juist op kunnen bouwen omdat er naast rijkdom ook armoede in deze wereld is. Mensen helpen aan werk en inkomen helpt mensen op den duur verder. Duurzame economische ontwikkeling heet het. Maar wie zich geen zorgen maakt over óf stelen óf erven óf werken óf sterven, ziet vandaag een rauwe werkelijkheid over het hoofd. Het zou ons moeten stimuleren om èn oog te hebben voor mensen in hun nood vandaag èn voor de oplossingen morgen. De gelijkenis van de arme Lazarus heeft in dit opzicht in haar geestelijke dimensie ook lessen voor het leven van elke dag.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 maart 2004
Terdege | 92 Pagina's