Matthew Henry
Een krachtdadige verandering kende Matthew Henry niet. Van jongsaf werd zijn leven gestempeld door de vreze des Heeren, die tot uiting kwam in diepe ootmoed. Bij de eerste uitgave van zijn bijbelverklaring schreef hij. „Ik zal tevreden zijn met de Gibeonieten water te putten voor de gemeente des Heeren uit de fonteinen des heils. Tot vandaag wordt dat water met vreugde genuttigd.
Matthew Henry is ongetwijfeld een van de bekendste figuren uit de Engelse kerkgeschiedenis, niet het minst vanwege zijn bijbelverklaring, die tot op vandaag herdruk op herdruk beleeft. De tijd waarin hij geboren werd, was buitengewoon moeilijk. Het was de tijd na de restauratie van het huis Stuart. Een tijd van lijden en loutering. De zogenaamde Uniformiteitsakte werd uitgevaardigd, die inhield dat alle predikers ongeveinsde instemming moesten betonen aan het Book of Common Prayer en zich moesten onderwerpen aan het gezag van de bisschoppen. De akte trad op 24 augustus 1662 in werking. Duizend ambtsdragers gaven hun standplaats op, overal in het land werden aangrijpende afscheidspreken gehouden.
Matthew Henry werd geboren op 18 oktober 1662, drie weken nadat zijn vader uit het ambt in de staatskerk was gezet. Zijn moeder was de enige dochter van een rijke adellijke heer. Toen het gezin vanwege de afzetting de pastorie moest verlaten, kon de familie dan ook uitwijken naar het landgoed Broad Oak.
Godsvrucht
Het was een puriteins gezin waarin Matthew, samen met vier zussen, opgroeide. De kinderen moesten op zaterdagmiddag, ter voorbereiding op de zondag, minstens een uur bezig zijn met geestelijke zaken. Vader Henry schreef zelfs een Engels-Hebreeuwse grammatica, zodat zijn kinderen Hebreeuws zouden kunnen leren!
Matthew vertoonde al vroeg tekenen van godsvrucht. Als hij thuiskwam uit de kerk, ging hij eerst naar zijn kamer om wat hij gehoord had te overdenken en in het gebed bij de Heere neer te leggen. Hij kon geen krachtdadige verandering in zijn leven aanwijzen. Wel maakt hij in zijn aantekeningen melding van een preek van zijn vader, over Psalm 51 vers 19: De offeranden Gods zijn een gebroken geest. Hij schreef: „Ik geloof dat dat het geweest is dat mij verbroken heeft en mij naderhand tot het onderzoek van Christus gebracht heeft.
En later: „De leraren hadden mij ervan verzekerd dat, wanneer ik berouw over mijn zonden had en in Christus geloofde, ik zeker mocht zijn van de vergeving. Dit heb ik ondervonden en ik geloof ten volle dat ik vergeving door het lijden van Christus heb verkregen.
Al jong was hij bezig in het onderzoek van Gods Woord. Dat deed hij ook met vrienden, als ze samen waren. Soms zei iemand tegen vader Henry: „Gaat het wel goed met je zoon? Wordt hij niet overgeestelijk en hoogmoedig?
Maar dan zei zn vader: „Laat hem maar begaan. Zijn voornemen is goed en de Heere zal hem bewaren en zegenen.
Matthew kreeg inmiddels les in Latijn en andere vakken. Aan zijn vader die op reis was, schreef hij in die tijd: „Christus is het hoogste goed. Laten wij hem liefhebben. De zonde is het grootste kwaad. Laten wij die haten. (...) Elke dag sinds u weg bent, heb ik mijn lessen geleerd. Een bladzij Latijn, twee Latijnse verzen en twee Griekse verzen. Wilt u voor mij alstublieft een Bijbel met Kanttekeningen kopen? Dan krijgt een van mijn kleine zusjes mijn Bijbel.
Predikant
In 1685 ging Matthew in Londen studeren. Hij begon te preken op zijn 24e jaar. Al snel kwam er een beroep vanuit het plaatsje Chester. Voordat hij het beroep aannam, stelde hij zichzelf de volgende vragen. Wie en wat ben ik? Heb ik ooit inwendige overtuigingen gehad van de verdoemelijke staat waarin ik geboren ben? Heb ik de Heere Jezus aangekleefd en Hem voor de mijne aangenomen, om mijn Zaligmaker en Wegwijzer te zijn? Wat beoog ik? Wat heb ik nodig? Wat is mijn besluit voor de toekomst? Vele bladzijden in zijn dagboek betreffen zijn antwoord op deze en andere vragen.
Op 2 juni deed hij intrede te Chester. Onder zijn bediening breidde de gemeente uit. s Morgens preekte hij meestal uit het Oude, s middags uit het Nieuwe Testament. Hij schreef: „Ik ben pas recht op dreef als ik de gelegenheid heb om Christus te prediken en dien gekruisigd. Hoe meer ik spreek van Christus, hoe meer ik mij ook zelf gedrongen voel Hem te beminnen.
Toen hij zes jaar in Chester stond, begon hij aan wekelijkse bijbellezingen. Hij behandelde daarin vragen uit de Bijbel. De eerste preek was uit Genesis 3: „En de Heere riep Adam en zeide: Waar zijt gij? Zo preekte hij door de week op een directe en indringende wijze over allerlei vragen uit het Oude Testament.
Huwelijk
In 1687 trouwde Matthew Henry met Katharine Hardware. Te voren had hij geschreven: „Als ik tot een huwelijk mag komen, dan hoop ik dat mijn huis een Bethel zal zijn, waar ìk mijn verblijf en de Heere een altaar zal hebben. Ik en mijn huis, wij zullen de Heere dienen.
Zelf was hij s morgens om vijf uur al in de studeerkamer te vinden. Om zeven uur werd er gegeten met gezin en personeel. Na het ontbijt legde Henry een bijbelgedeelte uit. Ieder had een Bijbel voor zich, waaruit werd meegelezen. Tot slot werd een psalm gezongen. Daarna ging dominee Henry voor in gebed. De hele dagopening duurde een halfuur. Aan het einde daarvan kwamen de kinderen een voor een bij hem. Dan legde hij zijn handen op hen en sprak een zegen uit.
Katharine stierf bij de geboorte van haar eerste kind, in de leeftijd van 25 jaar. Onvergetelijk was de zondag dat Matthew Henry alleen zijn kind ten doop hield. Hij zei: „Hoewel mijn huis alzo niet is bij God, heeft Hij een eeuwig verbond met mij gemaakt en alle dingen onveranderlijk beschikt. Hierin wil ik rusten (...) Ik draag mijn kind op aan God en ik wens dat het in Christus ingeplant mag worden.
In 1690 trouwde hij met Mary Warburton. Ze kregen verschillende kinderen. In de tijd dat een van zijn kinderen qua gezondheid steeds minder werd, schreef hij in het aantekeningenboek: „Ze is zeer zwak, en naar het schijnt gaat ze achteruit, maar ik troost mij met haar doop. Ik wens haar over te geven in de armen van Hem die haar aan mij gegeven heeft. (...) Toen ik dit opschreef, werd ik uit de studeerkamer geroepen. Ik moest zo snel mogelijk naar de dokter, en we waren nauwelijks thuis of het kind stierf in de armen van haar moeder. (...) Het was een lief en heel schrander kind. Ze begon al te lopen en te praten. (...) God is wijs, rechtvaardig en getrouw. (...) Mijn lieve vrouw is bitter bedroefd. God sterke haar. Ik zal ook proberen haar te troosten. We zijn nu bezig met het voorbereiden van de begrafenis. Veel vrienden komen ons bezoeken. Ik ben zeer verkwikt met de woorden uit 2 Koningen 4: Is het wel met u? Is het wel met uw man? Is het wel met uw kind? En zij zeide: Het is wel! Want alles is wel wat God doet. Ik heb geen reden om het anders te zeggen, dan dat het wel is met ons, en met ons kind.
Pastoraat
Ondertussen ging het gemeentewerk door: behalve het preken ook de ziekenbezoeken, de catechisaties, het pastoraat en het toezicht. Eens moesten drie mensen tegelijk van het Avondmaal geweerd worden. Er werd een vastendag gehouden, waarop predikant en gemeente zich vernederden voor God. Er werd gevraagd of de schuldigen tot berouw mochten komen, en de vruchten bleven niet uit.
Om de drie maanden was er zon gemeentelijke vastendag. Dan werden zonden beleden en werd er gesmeekt om de doorwerking van Gods Geest. Soms viel het dienstwerk Matthew Henry wel erg zwaar. Dan staat er in de aantekeningen: „Ik ben in verzoeking mijn dienst neer te leggen! Maar ik durf niet! God wil mij vernederen!
Prediking en pastoraat bleven niet beperkt tot de gemeente. In de nabijheid van Chester was een kasteel met gevangenkelders. Dominee Henry kreeg toestemming om ook daar het Evangelie te verkondigen. In zijn aantekeningen is te lezen hoe hij een soldaat bezocht die daar op sterven lag en tot berouw was gekomen. Hij bleef zo lang mogelijk bij de gevangenen die terechtgesteld werden en begeleidde hen naar het schavot. Hij wist niet altijd of hun berouw oprecht was, maar hij deed wat hij kon, de vruchten waren voor de Heere.
Uitvoerige gedeelten in het aantekeningenboek zijn geschreven naar aanleiding van nieuwjaarsdag. Nieuwjaarsdag 1701: „Op deze nieuwjaarsdag heb ik mijzelf plechtig aan God opgedragen met dankbaarheid en verwondering. Erkennend Gods geduld en verdraagzaamheid jegens mij. Dat hij zon dorre boom zo veel jaren in zijn hof heeft laten staan. (...) Ik heb tot nu toe zo weinig verricht tot eer van mijn Schepper en Verlosser. Maar ik ben wel hoe langer hoe meer versterkt in het geloof omtrent Gods wezen en eigenschappen. In het Middelaarsambt van Jezus Christus tussen God en mensen.
Bijbelverklaring
In de laatste levensjaren heeft Matthew Henry zich toegelegd op de verklaring van de Bijbel. Zelf zei hij ervan: „Al wordt er verder niets mee gedaan, dan heb ik nog geen berouw dat ik het geschreven heb. Vrienden drongen er echter sterk op aan om het werk uit te laten geven.
Het is mooi om zijn dagboek en zijn verklaring naast elkaar te lezen. Dan is te merken dat hij werkte vanuit de verborgen omgang met de Heere.
„19 juli 1705: Door de goede hand van God over mij heb ik Genesis klaar. De Heere moge mij verder geleiden.
„14 sept.: gestudeerd op Exodus 21. Ik ben nu bij de minder aangename gedeelten van Mozes. Maar heel de Schrift is nuttig.
„11 sept.: 1707: Deze dag kwam ik met 2 Samuël gereed. Ik heb de verklaring eerst biddend aan God en Zijn dienst opgedragen. Elke bladzijde ervan is een kind van gebed.
De uitgevers waren aanvankelijk bang voor financiële risicos. Als het uiteindelijk tot een uitgave komt, schrijft Henry in het voorwoord: „Als we de Schriften onderzoeken, moeten we niet alleen vragen: Wat is dit?, maar: Wat zegt het met betrekking tot ons? Wat kunnen we eruit leren? Hoe zouden we het in praktijk kunnen brengen? Vragen van dit soort heb ik getracht in mijn verklaring te beantwoorden. Ik zal tevreden zijn met de Gibeonieten water te putten voor de gemeente des Heeren uit de fonteinen des heils.
Londen
Hij is met zijn verklaring gekomen tot aan de Handelingen der Apostelen. Zijn vrienden hebben zijn werk in zijn geest afgemaakt. Nooit heeft Matthew Henry kunnen vermoeden dat de belangstelling voor zijn werk na driehonderd jaar nog zo groot zou zijn. In 1840 waren er 200.000 delen van de verklaring in omloop. Dat is alleen maar vele malen meer geworden. De Heere heeft kennelijk Zijn zegen over dit werk willen geven.
In 1712, als hij vijftig jaar oud is, neemt Matthew Henry een beroep aan naar een wijk in Londen, nadat hij vele beroepen heeft afgeslagen. Nu voelde hij zich gedrongen het aan te nemen. In 1714 preekte hij nog twee zondagen in zijn vorige gemeente Chester. Hij heeft ongetwijfeld een gevoel gehad van wat er te gebeuren stond. Hij preekte over Hebreeën 4: „Er blijft dan een rust over voor het volk van God.
Een uitvoerig verslag van deze preek is bewaard. In de week daarna voelde hij zich niet goed. Hij zei nog tot een omstander: „Een leven in dienst van God en Zijn gemeenschap is het meest troostvolle leven dat iemand kan leiden. Die nacht sliep hij weinig. Tegen vijf uur kreeg hij een beroerte. Op dinsdagmorgen acht uur ontsliep Matthew Henry in de Heere. Zijn ziel ging over in de handen van Christus, waar hij voor eeuwig bevrijd was van alle aardse kluisters en waar hij nu geheel en alleen en voor altijd het eigendom des Heeren was. Zalig zijn de doden die in de Heere sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hun arbeid, en hun werken volgen met hen.
Tijdgenoten
Wilhelmus à Brakel (1635-1711)
Johann Sebastian Bach (1685-1750)
August Hermann Francke (1663-1727)
Stadhouder-koning Willem III (1650-1702)
Abraham Hellenbroek (1658-1731)
Een getuige van het licht
Het waren de dames J. Bout en N.J. Spaan, oud-docenten van het Van Lodensteincollege in Amersfoort, die ontdekten dat Matthew Henrys vermeende geboorteplaats Broad Oak geen dorp, maar een landgoed was. Via de huidige eigenaar van Broad Oak verkregen ze uniek archiefmateriaal, dat ze verwerkten in een biografie over Henry. Inmiddels is de derde druk van Een getuige van het licht verschenen. Een zeer leesbaar boek over een theoloog die eeuwen na zijn dood nog zeggingskracht heeft. Omdat hij geen dogmatische kastelen bouwde, maar na zorgvuldige studie van de grondtekst eenvoudig de Schriften liet spreken.
N.a.v. Een getuige van het licht, door J. Bout; uitg. Den Hertog, Houten; 226 blz.; € 17,50; ISBN: 90-331-1013-X.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 april 2004
Terdege | 108 Pagina's