Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Opgebrande huismoeders

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Opgebrande huismoeders

Psychotherapeute Lianne de Visser: „Er is meer nodig dan alleen maar een poosje ertussenuit"

14 minuten leestijd

Als ze burn-out raken, hebben ze een dubbel probleem. Omdat ze niet in staat zijn afstand te nemen van hun arbeidsomgeving. Huismoeders, ze vormen een even vergeten als omvangrijke groep binnen de massa opgebrande burgers. „Een man zegt soms: Ik eet maar effe apart, want ik kan de drukte van het gezin nu niet aan. Ik moet de eerste huismoeder nog tegenkomen die dat doet.

Sinds vier jaar geeft Lianne de Visser, psychotherapeute bij Eleos, met een collega leiding aan een therapeutische groep voor patiënten met een burn-out. Volgens een vast patroon. „Meestal beginnen we na de zomervakantie en ronden we in mei af. We maken gebruik van een methode die ontwikkeld is voor individuele therapie bij burn-out.
In de eerste module leren we mensen hoe ze signalen bij zichzelf kunnen registreren. Dan volgt een module cognitieve therapie: hoe denk ik over mezelf, over anderen, over mn werk. Vervolgens doen we een module conflicthantering, omdat mensen met een burn-out vaak niet zo goed zijn in nee zeggen. Ze voegen zich meestal, en ondervinden daar de consequenties van. We kijken ook naar wat de Bijbel ons leert over burn-out. Ik vraag altijd welk gedeelte mensen aanspreekt als het om werk gaat. Dan hoor je heel vaak teksten als: Ga tot de mieren, gij luiaard of Die niet werkt, zal ook niet eten.
We eindigen met een module Voorkomen van terugval. In totaal zijn het zestien tot twintig sessies van twee uur. Met een pauze van een kwartier. Heel bewust, omdat we pauze leren houden belangrijk vinden. Typerend is dat veel mensen de eerste keer zeggen: Die pauze hoeft niet, laten we maar doorgaan. Dat is nu juist een deel van hun probleem.

Huismoeders
Het grootste deel van de groep, die uit maximaal zes personen bestaat, wordt gevormd door mannen. „We streven naar half om half, maar in de praktijk lukt dat zelden. Burn-out wordt sterk gekoppeld aan problematiek die gerelateerd is aan betaalde arbeid. Een andere reden is wellicht dat vrouwen eerder in een vrouwengroep belanden, waarin eveneens themas aan de orde komen die raakvlakken hebben met burn-out. Een derde reden kan zijn dat vrouwen zich niet zo snel kunnen vinden in het concept burn-out. Zij definiëren hun probleem vaak anders. Ik kan mijn gezin niet meer aan. Je zult een huisvrouw niet snel horen zeggen: Volgens mij ben ik burn-out.

Waardoor wordt de burn-out van huismoeders doorgaans veroorzaakt?
„Hun werk is aan de ene kant vergemakkelijkt door alle moderne apparatuur, maar tegelijk veel ingewikkelder geworden, bijvoorbeeld door alle verplichtingen die kinderen al hebben. Een gezin leiden is een managementtaak geworden. Al werken veel mannen korter dan vroeger, de vrouwen hebben meestal de eindregie in het gezin. Ook wanneer ze daarnaast een parttime-baan hebben, vrijwilligerswerk verrichten of zorg dragen voor ouders. Het is voor hen heel moeilijk om afstand te nemen. Als een man de deur van het kantoor of bedrijf achter zich dichttrekt, heeft hij het gevoel: Nu begint mijn vrije tijd. Bij een vrouw draait het werk door.
Raakt ze oververmoeid, dan reageert ze daar ook anders op. Een man zegt soms: Ik eet maar effe apart, want ik kan de drukte van het gezin nu niet aan. Ik moet de eerste huismoeder nog tegenkomen die dat doet. Het komt simpelweg niet in haar hoofd op.

Is bij huismoeders met burn-out een overeenkomst in karakterpatroon te bespeuren?
„Het zijn vrouwen die hoge eisen aan zichzelf stellen. Ze willen anderen niet teleurstellen en zijn vaak heel erg sociaal invoelend. Dat is door onderzoek ook bevestigd. Vrouwen die sociaal invoelend zijn, lopen meer risico op burn-out, mannen die sociaal invoelend zijn minder risico.

In welke leeftijd breekt die instelling de desbetreffende moeders op?
„Je ziet drie kritische perioden. Als de kinderen klein zijn, als de kinderen in de puberteit komen en als er kleinkinderen komen. Wanneer je als oma allerlei zorgtaken krijgt toegeschoven door overbezette gehuwde kinderen, en je durft geen nee te zeggen, dan raak je opnieuw overbelast.

Is er een relatie tussen de burn-out van huisvrouwen en de instelling van hun echtgenoot?
„Er zijn heel wat vrouwen die, als ze een avond weg moeten, de afwas niet laten staan, maar zo lang mogelijk draven, dan snel weggaan, om zodra ze thuis zijn de draad weer op te pakken. Dat hangt inderdaad vaak samen met de houding van de echtgenoot, die zn schouders onder van alles en nog wat zet en het gezin als sluitpost beschouwt.
Gelukkig zien we hierin wel een verandering ontstaan. Maar mannen die in veel dingen goed zijn, worden ook voor veel dingen gevraagd. Hun vrouwen hebben niet altijd het zelfbewustzijn om te zeggen: Staan we als gezin ook nog op de kaart? Ze zien zich meer als de vrouw van... Wat mn man doet is heel belangrijk, daarin moet ik hem ondersteunen. Dat het omgekeerde net zo goed het geval is, beseffen ze soms wat minder. Je ziet ook nogal eens dat man en vrouw hetzelfde probleem hebben. Beiden kunnen geen nee zeggen. Als mevrouw tegen meneer zegt dat het nu mooi is geweest, moet meneer op de kerkenraad meedelen dat hij niet in die commissie zitting kan nemen.

Hoe zinvol is voor opgebrande huismoeders een opname in een pastoraal rustoord als De Herberg?
„Ik zou vrouwen willen adviseren gerichte hulp te zoeken vóórdat het zo ver is. Als uiterste noodmaatregel kan zon opname zinvol zijn, maar structureel lost die niets op. Als er thuis niks verandert en na terugkeer ga je op de oude voet verder, dan keert het probleem absoluut terug. Er is meer nodig dan alleen maar een poosje ertussenuit.

Kijkt u als therapeute anders tegen de burn-out van een overbelaste huismoeder aan dan tegen die van iemand die overbelast is geraakt door betaalde arbeid?
„Niet wat de klachten betreft. Wel is het zo dat ik bij het intake-gesprek van een huismoeder vaak ook de echtgenoot uitnodig, om een beeld te krijgen van de taakverdeling. Als iemand met een betaalde baan zich aanmeldt, ga ik niet zijn werkgever of chef uitnodigen.

Wat is het effect van de groepstherapie?
„Drie maanden na het beëindigen van de behandeling wordt geëvalueerd. Het belangrijkste aspect van de therapie is dat mensen hun valkuilen leren herkennen. Dat ze niet blijven doorrijden tot het lampje op rood staat.
Iedereen die hier met een burn-out binnenkomt, zegt: Ik doe de dingen zoals ik ze doe, omdat het niet anders kàn. Tijdens de therapie zie je dat veranderen. Dingen kunnen wèl anders. Door beter te delegeren, tijdig steun te zoeken, eerder signalen naar de omgeving af te geven, bewuste keuzes te maken. De meeste dingen overkomen je niet, maar zijn het gevolg van beslissingen die je zelf neemt. Wat we hier doen, is mensen gereedschap geven om een burn-out te voorkomen. Maar dat gereedschap moet je dan wel blijven gebruiken.


Mieke van Leussen, 48 jaar
Moeder van drie kinderen, in de
leeftijd van 24, 23 en 21 jaar
Mieke van Leussen: „Twee jaar terug was het hier vijandig gebied voor me
„Mijn man heeft drie jaar geleden een motorongeluk gekregen en daardoor hersenletsel opgelopen. Hij moest alles opnieuw leren: van lopen tot lezen, van praten tot fietsen. De hele dag moest ik voor hem zorgen, terwijl hij altijd heel zelfstandig is geweest. Ineens waren de rollen omgekeerd. Alleen bij mij voelde hij zich veilig. Dat vloog me soms enorm aan.
Na een jaar werd ik heel duizelig en kreeg ik paniekaanvallen, vooral s nachts. Bijna twee maanden heb ik op bed gelegen, totaal uitgeput. Bij een bezoek aan de huisarts bleek mijn bloeddruk veel te hoog te zijn. Toen hij mijn verhaal had aangehoord, heeft hij me geadviseerd professionele hulp te zoeken. Zo ben ik bij Eleos terechtgekomen. Daar bleek dat het ongeluk van Wim de druppel was die de emmer deed overlopen.
We hebben veel meegemaakt met de kinderen. In de kerk heb ik me altijd heel eenzaam gevoeld. Ik kom zelf uit de Vergadering van gelovigen, mijn man uit de Gereformeerde Gemeenten. Na mijn trouwen ben ik met hem meegegaan, maar dat is niet verstandig geweest. Geen kwaad woord van de dominee en de mensen, het lag echt aan mij. De manier van beleving was zo anders, ik kreeg het niet voor mekaar. Ik ben heel serieus en wilde me in alles graag aanpassen, maar het lukte me niet. Bij alles wat ik deed had ik het gevoel: mag dit nou wel of niet, zeg ik het nou goed of verkeerd? Meer dan twintig jaar heb ik zo geleefd.

Ziekenverzorgster
Alles stapelde zich in die jaren op. Vroeger ben ik ziekenverzorgster geweest. Dat zit in mijn karakter: voor andere mensen zorgen. Daarin ben ik mezelf voorbij gelopen. Via Eleos kwam ik bij een hulpverleenster, waar ik heel veel heb gepraat en gehuild. Dat luchtte enorm op. Ze heeft me geleerd hoe de dingen bij mij en in elkaar zitten, zodat ik ze een beetje op een rij kon krijgen.
Van mn buurvrouw kreeg ik een cd met ingesproken ontspanningsoefeningen. Daar heb ik ook veel aan gehad. Als ik die oefeningen doe, zak ik vanzelf in slaap. Sinds een halfjaar gebruik ik daarnaast medicijnen, op aanraden van de therapeute. Echt depressief voelde ik me niet, maar ik kon me niet ontspannen. Alles maalde maar door in mijn hoofd.
Bij Eleos heb ik een assertiviteitstraining gevolgd. Wim was in ons huwelijk de leider en dat vond ik best. Nu moet ik het voortouw nemen. Die training heeft me daarbij geholpen. Ik ben zekerder van mezelf en heb geleerd duidelijker mn grenzen aan te geven. Nu ben ik echt uit het dal aan het opklimmen. Twee jaar terug was het hier vijandig gebied voor me. Alles staarde me aan, ik had nog niet de moed om een stofdoek te pakken. De hele dag hing ik aan tafel niks te doen. Tot ik op een gegeven moment in een tijdschrift las hoe iemand met burn-out na een maand van de dokter weer naar zijn werk moest. Zomaar een uurtje. Ik dacht: Dat voorbeeld moet ik volgen. Nu heb ik weer zin in dingen. Ik kan voor mn gevoel het huishouden weer aan, al ben ik helemaal uit mijn oude ritme. Het zij zo. Lukt het een dag niet, jammer dan. Morgen beter. Ik maak me er niet druk meer om.


José de Vogel, 35 jaar
Moeder van vier kinderen, in de
leeftijd van 16, 14, 12 en 9 jaar
José de Vogel: „Ik wilde in alles grip op het leven houden, dat gaat niet
„Negen jaar geleden is het misgegaan. De kinderen kwamen snel op elkaar, de tweede heeft ernstige gedragsproblemen. Door alle aandacht die dat vroeg, kon ik te weinig aandacht geven aan de derde. Die werd depressief en is daarvoor behandeld. De jongste is heel erg druk. Mijn man volgde een avondstudie en zat ook nog in de kerkenraad. Hij was vrijwel nooit thuis, ik stond er voor mijn gevoel helemaal alleen voor. Vijf jaar geleden ben ik totaal ingestort.
Een psychiater van Eleos stelde vast dat ik een burn-out had. Mijn zoon is aangemeld voor psychiatrische behandeling, voor het gezin is gespecialiseerde gezinsverzorging aangevraagd. Door de hele situatie raakte ik ook nog eens depressief en kreeg ik paniekaanvallen.
De psychische problemen gingen gepaard met allerlei lichamelijke klachten. Voor van alles en nog wat ben ik onderzocht. Ik had pijn op mijn borst, blaasklachten, een spastische darm, zwarte vlekken voor mijn ogen, pijnlijke spieren, heel veel hoofdpijn. Uiteindelijk bleek alles het gevolg van stress en spanning te zijn. Een groot deel van de dag lag ik op bed. Ik hoefde maar even te stofzuigen, of ik was doodmoe. Daardoor ga je je steeds lustelozer voelen. We hebben overwogen dat ik zes weken naar De Herberg zou gaan, maar het gezin was dermate problematisch, dat dat geen optie was.

Doseren
Sinds een jaar krabbel ik langzaam op. Bij Eleos heb ik gedragstherapie gevolgd. Door middel van rollenspellen proberen ze je probleem duidelijk te maken. Ik ben heel perfectionistisch, wilde ook mijn kinderen perfect opvoeden en in alles grip op het leven houden. Dat gaat niet. Zeker bij kinderen met gedragsproblemen is het een illusie. Dat wat jij niet wilt, doen ze juist wel. Ik kon ook moeilijk nee zeggen. Dat heb ik echt moeten leren. Vooral in een dorpsgemeenschap valt dat niet mee. Het begrip is niet altijd even groot. Daardoor ga je aan jezelf twijfelen. In die therapiegroep ontdekte ik dat heel veel mensen soortgelijke problemen hebben. Als je beter met die problemen om leert gaan, kosten ze ook minder energie.
Twee en een half jaar geleden heb ik mijn oude beroep als verzorgende weer opgepakt. Ik was nog heel moe, maar ben op advies van de maatschappelijk werkster voor drie uur per week begonnen. Als ik terugkijk, ligt daar het begin van het herstel, al kwam ik in het begin totaal versleten thuis. Je komt in contact met andere mensen, mijn werk werd gewaardeerd, ik was er even helemaal uit.
In mijn gezin ben ik minder perfectionistisch geworden. Daardoor kan ik meer genieten van de kinderen en kom ik ook aan ontspannende dingen toe. Onze oudste dochter zit in het laatste jaar van de havo en moet veel literatuur lezen. Ik vind het leuk om mee te lezen. Een paar jaar terug kon ik totaal niets meer opnemen. Meer dan eens heb ik tegen mn man gezegd: Mn harde schijf is helemaal vol. Nu is er weer ruimte. Maar ik moet nog wel doseren.


Jacobine Breen, 40 jaar
Moeder van vier kinderen, in de
leeftijd van 20, 17, 15 en 11 jaar
Jacobine Breen: „Ik moet heel erg oppassen om niet terug te vallen
„In juni 2002 kreeg ik in de gaten dat er iets niet goed zat. Ik was aan het werk op de gesloten afdeling voor demente bejaarden en voelde me boos worden op die mensen. Dat had ik nog nooit gehad. Ik was zó moe, ik wist niet meer hoe ik al die mensen van eten en drinken moest voorzien. Van toen af kon ik alleen nog maar slapen en huilen. Alles overspoelde me. Ik hield het niet vol om de hele maaltijd aan tafel te zitten, zondags moest ik de kerk uit omdat de dominee voor mn gevoel nooit eens ademhaalde, altijd maar door preekte.
Ik ben altijd heel actief geweest. Naast het gezin en mijn parttime-baan was ik een aantal jaren biebmoeder en vrijwilliger voor de NPV. Omdat ik vind dat je niet alleen thuis moet werken en niet alleen betaald werk moet doen. Ik moét veel van mezelf. Dat probeer ik nu wat af te leren. Ik heb voor iedereen gezorgd, behalve voor mezelf. Totdat de energie op was.
Mn man werkte bij een tuincentrum en heeft een hernia opgelopen. We hebben een leuk huis met een mooie tuin, maar ze vragen veel onderhoud. Steeds meer kwam bij mij terecht. Omdat mijn man door die rugproblemen vaker dan voorheen thuis was, zei ik nog sneller ja als werd gebeld of ik kon komen werken. Als ik nu terugkijk, denk ik dat ik niet in de eerste plaats burn-out ben geraakt van het werken, maar van het tobben. Hoe moét het straks allemaal? Elke keer als we bij de neuroloog kwamen, was het weer fout. Toen Dirk twee jaar geleden onverwacht ander werk kon krijgen, stortte ik in.

Verrijkt
Door die vermoeidheid raakte ik ook in de put. Komt het ooit nog goed? Ik voelde me schuldig tegenover mn gezin. Dirk stond met zijn halve lijf te koken, de kinderen waren aan het stofzuigen en deden de strijk.
De Arbo-arts stelde zich eerst op als advocaat van de duivel. Hoe kun jij nou moe zijn? Je kinderen zijn groot en je werkt maar weinig. Pas na maanden stelde hij vast dat ik een burn-out had. Dan heeft je probleem een naam. Toch heeft het nog een hele tijd geduurd eer ik het geaccepteerd had. Op advies van de Arbo-arts ben ik naar een psycholoog gegaan. Daar ben ik een halfjaar voor gesprekken geweest, om inzicht te krijgen in mijn functioneren. Na een jaar werd ik voor zeventig procent afgekeurd. Dat was een extra domper. Ben ik zó weinig waard?
Wat me heel veel heeft geholpen, is de steun van collegas. Al snel ging ik weer twee uurtjes aan het werk, om erbij betrokken te blijven. In het begin voelde ik me verschrikkelijk onzeker. Als ik iemand moest verschonen, wist ik niet waar ik moest beginnen. Terwijl ik dit werk al bijna 25 jaar doe. Inmiddels werk ik acht uur per week, meer wil ik niet. Ik moet heel erg oppassen om niet terug te vallen. Zodra ik me goed voel, heb ik de neiging weer te veel te gaan doen. Regelmatig stel ik mezelf nu de vraag: Moét ik het doen, moet ík het doen, moet ik het nú doen?
Gelukkig heb ik het getroffen met mijn man. Die houdt me goed in de gaten. Als ik niet voor mezelf zorg, kan ik op een gegeven moment voor niemand meer zorgen. Ik ben rustiger geworden. En opener. In dat opzicht heeft die burn-out mn leven verrijkt.

Volgende keer (slot): ds. Joz. A. de Koeijer.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 juni 2004

Terdege | 92 Pagina's

Opgebrande huismoeders

Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 juni 2004

Terdege | 92 Pagina's