Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rozen en zwanen, symbolen van het lutheranisme

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rozen en zwanen, symbolen van het lutheranisme

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sinds 2 mei van dit jaar bestaat de Lutherse Kerk in ons land niet meer als zelfstandig kerkgenootschap. Toch zullen de symbolen van het lutheranisme, de roos en de zwaan, ook in Nederland ongetwijfeld blijven herinneren aan Duitslands grote reformator en aan de dragers van zijn erfenis.

De toegang tot de Lutherhalle, Luthers vroegere woning in Wittenberg, wordt gevormd door een elegant, in zandsteen uitgehouwen poortje. Het verhaal gaat dat Luther het op zijn verjaardag cadeau kreeg van zijn vrouw, Katharina von Bora. Zij bestelde het in 1539. Ze wilde evenwel niet zomaar een poortje; ze gaf uitdrukkelijk aan dat zowel de beeltenis van haar man als een weergave van de Lutherroos erop moest worden weergegeven.
Het werkstuk werd in 1540 op de plaats van de bestaande ingang in de kloostermuur ingemetseld. Sindsdien spreekt men van het Katharinapoortje. Het is, na de bronzen deur van de slotkapel, ongetwijfeld de meest gefotografeerde deur in Wittenberg. Maar op de fotos is gewoonlijk noch de beeltenis van Luther, noch de Lutherroos te zien. Ze staan namelijk, bijna verborgen, in de koepels van de gebeeldhouwde baldakijnen aan weerszijden van de deur. Wie de Lutherroos in zijn kleurrijke vorm beter wil bekijken, kan terecht binnen het gebouw, in het museumgedeelte.

Waarmerk
Als iemands aandacht eenmaal op de Lutherroos gevestigd is, zal hij die altijd en overal meteen herkennen: in het midden het rode hart met het zwarte kruis, daaromheen de witte kroonbladeren van een roos, geplaatst in een blauw veld en omgeven door een goudkleurige ring. In deze vorm heeft de roos in lutherse kringen wereldwijde bekendheid gekregen: men komt hem tegen in kerken en gebouwen, op gedenktekens en -plaatsen, als vignet in boeken en geschriften, enzovoort. In allerlei materialen ook hebben kunstenaars en handwerkslieden het embleem uitgebeeld: in steen, in hout, in glas, zelfs in beton. De vormen kunnen enigszins verschillen, maar de grondvorm is altijd dezelfde.
Luther zelf gebruikte de Lutherroos onder meer op de titelpaginas van de boeken en geschriften die hij zelf liet drukken en uitgeven. Het werd algemeen beschouwd als een soort waarmerk, als een bewijs van echtheid. Het merkwaardige is dat anderen, die Luthers geschriften opnieuw uitgaven en verder verbreidden, dit altijd hebben gerespecteerd en nooit van de Lutherroos gebruik of misbruik hebben gemaakt.
Een van de fraaiste liturgische toepassingen kwamen wij tegen in de Lutherkirche in Worms. Als kanselkleed hangt daar de roos onder een geopende Bijbel, met daarboven de eerste regel van het bekende lutherlied Ein feste Burg ist unser Gott.

Oorsprong
De Lutherroos grijpt terug op het wapen van de familie Luther in het dorpje Möhra, even ten zuiden van Eisenach. Deze niet onaanzienlijke boerenfamilie voerde een wapen waarop naast een handboog twee rozen voorkwamen.
Maarten Luther heeft zich vermoedelijk door dit oude familiewapen laten inspireren. Hij heeft het evenwel niet klakkeloos overgenomen, maar er een geheel eigen vorm aan gegeven. Hij heeft het in dienst willen stellen van de boodschap die hij na de geestelijke ommekeer in zijn leven aan de reformatiebeweging wilde meegeven. In een bedankbrief aan keurvorst Johann Friedrich von Saksen, van wie hij een gouden zegelring met de Lutherroos cadeau had gekregen, schreef hij dat zijn zegel een merkteken is van zijn theologie. En hij lichtte die gedachte op speelse wijze toe met een rijmpje:
Des Christen Herz auf Rosen geht,
wenn s mitten unterm Kreuze steht.
(Het hart van een christen gaat op rozen,
als het midden onder het kruis staat.)

Luther legde verder uit dat het centrale kruis met het rode hart ons eraan herinnert dat het geloof in de Gekruisigde ons zalig maakt: wie van harte gelooft, wordt gerechtvaardigd. Al is het een zwart kruis, dat pijnigt en martelt, toch laat het dat hart zijn kleur behouden. Dat wil zeggen: het maakt ons niet dood, maar het behoudt ons ten leven. Zon hart, aldus Luther, moet midden in een witte roos staan om aan te geven dat het geloof vreugde, troost en vrede aan de wereld geeft. De roos moet dan ook wit zijn en niet rood, want wit is de kleur van de geesten en van alle engelen. De hemelsblauwe kleur rondom de roos maakt duidelijk dat de gelovige in de geest nu reeds deel heeft aan de komende hemelse vreugde. De gouden ring geeft aan dat de hemelse zaligheid geen einde heeft, maar duurt tot in eeuwigheid en kostbaarder is dan elk plezier en alle bezit, zoals goud een edeler en kostbaarder metaal is dan alle andere metalen.
Soms treft men in het blauwe gedeelte de letters VIVIT staan. Over de betekenis daarvan bestaat geen volledige duidelijkheid. Het meest waarschijnlijk is dat het woord vivit (in het Latijn: Hij leeft) een verwijzing is naar de opstanding van Christus.

Bodegraven
Ook in ons land heeft het lutheranisme de Lutherroos in allerlei vormen geïntroduceerd. Heel opmerkelijk is de vorm waarin hij te zien is in Bodegraven, een van de oudste lutherse gemeenten in Nederland. Het kerkgebouw staat in het centrum van het dorp, aan de Noordstraat. Op de voorgevel is een gestileerde Lutherroos afgebeeld. Op het pleintje vóór de kerk staan twee eenvoudige leugenbankjes. Op een mooie zomerdag troffen we daar twee rasechte Bodegravenaars aan, bezig de plaatselijke gebeurtenissen in hun plaatselijke dialect van commentaar te voorzien. Op onze vraag naar die bloem op de voorgevel van de kerk reageerden ze, opkijkend, heel verbaasd: „Warempel, ja! Een bloem! Daar hadden ze nog nooit zo op gelet. Waarschijnlijk zomaar een versiering, dachten ze.
Het waren kennelijk geen lutheranen. Ook de zwaan op de nok van de kerk zei hun niet veel: gewoon, een windwijzer. „Het had net zo goed een haan kenne weze, vond de een. „Of een verken, voegde de ander er oneerbiedig aan toe...

Lutherzwaan
Een zwaan is een zwaan, denkt menigeen. In zijn algemeenheid mag dat waar zijn, maar voor een lutheraan gaat dat niet op. Voor hem is een zwaan een symbool van Maarten Luther. Er is in ons land dan ook nauwelijks een lutherse kerk te vinden waar geen zwaan te zien is, hetzij buiten op de kerk, hetzij binnen, in welke vorm dan ook. Een Oudhollands rijmpje luidt:
De roomsen hebben een kruis,
de mennonieten een houten huis,
de calvinisten hebben een haan,
de luthersen hebben een zwaan.

De symboliek van de zwaan vindt haar oorsprong in het begin van de vijftiende eeuw. Johannes Hus was in die tijd predikant in Praag. Hij was afkomstig uit het armoedige boerendorp Husinec. Het woord hus betekent in het Tsjechisch gans. En zoals men bij ons vroeger de geit wel eens de koe van de arme noemde, zo was in Tsjechië de gans het teken van armoede en ook wel een beetje van domheid. Maar Hus zat daar niet zo mee. Hij noemde zichzelf wel eens Gods gansje. Hij wordt veelal als een voorloper van de Reformatie beschouwd. In de Praagse Bethlehemkapel preekte hij tegen de misstanden en misbruiken binnen de kerk van die dagen. Dat kwam hem echter duur te staan. Het concilie van Konstanz veroordeelde zijn ketterijen en verwees hem in 1415 naar de brandstapel. Volgens de legende zou hij bij zijn terechtstelling gezegd hebben: „Heden braadt gij een gans, maar over honderd jaar zult ge een zwaan horen zingen. En die zult ge niet te pakken krijgen. Met die zwaan zou hij Maarten Luther hebben bedoeld.

Allerlei verhalen
Over de overstap van Hus naar Luther bestaan verschillende lezingen. In elk geval is Luther, die honderd jaar na Hus optrad, na zijn dood steeds vaker in verband gebracht met de zwaan. Vooral in ons land en in Noord-Duitsland is het dier het symbool geworden van de lutheranen. Hij verscheen als windwijzer op kerkgebouwen, als versiering van kansels en lessenaars, als waarmerk op stempels en zegels, en zo verder.
Als windvaan heeft elke zwaan zijn eigen verhaal. De lutherse kerk van s-Hertogenbosch bijvoorbeeld is in de zomermaanden elke woensdag van 11.00 tot 14.00 uur ter bezichtiging open. Maar als niemand ons gewezen had op de lessenaarsteun aan de kansel, hadden we het zwaantje waarschijnlijk over het hoofd gezien, zo klein is het. Mevrouw Mijsberg, die daar de bezoekers ontvangt, vertelde dat het gebouw eerst een Waalse kerk is geweest. Toen de oorspronkelijke lutherse kerk moest wijken voor een bankgebouw, verhuisden de lutheranen naar dit kerkje. En de koperen lessenaar met het zwaantje uit 1690 ging mee.
Een heel ander verhaal is verbonden aan de grootste zwaan die we in ons land kennen, namelijk die op de Ronde Lutherse Kerk in Amsterdam. Bij een brand in 1993 ging de windvaan met een deel van de koepel verloren. Sinds de restauratie in 1994 prijkt er evenwel een nieuwe zwaan op de kerk. Het gevaarte is manshoog (1,80 meter) en het weegt plusminus 70 kilo. Het is gemaakt van twee platen van gedreven koper, waarvan de randen aan elkaar zijn gesoldeerd. Het werd gemaakt in Coubertin bij Parijs, door de Compagnons du Devoir.
De lutherse kerk in Heusden raakte haar zwaan kwijt door gevechtshandelingen in de nacht van 4 op 5 november 1944, bij de bevrijding van de stad door de geallieerden. Ook daar is men niet bij de pakken neer gaan zitten en op het herbouwde kerkje werd een nieuwe zwaan geplaatst.
De lutherse kerk van Woerden heeft zelfs twee zwanen op het dak. Maar dat is dan ook de oudste lutherse gemeente van Nederland. Het is de plaats waar, nog vóór de Tachtigjarige Oorlog, de eerste pastoor in ons land lutherse ketterijen verkondigde. Zijn naam was Jan de Bakker. Hij werd gearresteerd en gevangen gezet en in 1525 in s-Gravenhage op de brandstapel terechtgesteld.
En zo heeft elke lutherse gemeente haar eigen, dikwijls veelbewogen, geschiedenis. De Lutherrozen en -zwanen zullen er ongetwijfeld toe bijdragen dat de herinneringen daaraan niet verloren gaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 2004

Terdege | 104 Pagina's

Rozen en zwanen, symbolen van het lutheranisme

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 2004

Terdege | 104 Pagina's