Zoveel hoofden,
Ds. J.P. Paauwe (1)
Dat ds. J.P. Paauwe de laatste predikant in de Hervormde Kerk zou zijn, zijn uitspraken die de mens ervan maakt. Men verdraait en vervormt zijn woorden, omdat men zijn prediking maar ten dele of geheel niet leest. Ds. Paauwe heeft zeer ernstig gewaarschuwd dat men, als men onder een ander gehoor zou komen, letten moest of wet en evangelie gepredikt werden en of er onderscheid gemaakt werd tussen de algemene en bijzondere werking van de Geest. Als de bijzondere werking van de Geest er niet is, kan er geen oprecht geloof zijn. De openbaring van Christus moet in de mens plaatsgevonden hebben. Dan is er een oprecht geloof, hetzij sterk of zwak. Dit zijn uitspraken van ds. Paauwe. Alles buiten de openbaring van Christus is zeer afschuwelijk en onrein. De reformatoren leerden niet anders. Zijn visie op de kerk? Onder Gods voorzienigheid heeft hij zijn loopbaan of ambt moeten vervullen en God heeft hem zeker met zijn Geest vervuld, omdat er nog toegebracht moesten worden uit andere delen van het land, met alle gebreken die hij had als persoon. Dat God Zijn kerk nooit verlaat (u kunt het lezen in de belijdenisgeschriften) is standvastig weergegeven, maar als er geen geloof is in Christus, zijn wij niet van Zijn Kerk, maar van de duivel. Waren de dienaars, van welke kerk dan ook, in hun prediking maar zoals ds. Paauwe, dan zou het anders zijn met land, staat en volk. Dan zou er niet een 'ja, maar' gesproken worden, dan zou de bijzondere werking van de Geest aanwezig zijn, dan zou men kunnen en moeten zeggen: zij gaan van kracht tot kracht steeds voort.
W.J. Drost, Eist (U)
Ds. J.P. Paauwe (2)
Ds. P. de Vries meent dat een aantal van de volgelingen van ds. Paauwe op het punt van de kerkleer verder zijn gegaan dan de meester. Ds. Paauwe zelf kon er helaas ook wat van... In zijn toespraken over "de kerk na 1816", gehouden in 1938 in Den Haag, omarmt ds. Paauwe de kerkelijke visie van dr. Kohlbrugge. Instemmend citeert Paauwe de met het mes in de tanden geschreven brief van Kohlbrugge aan Brummelkamp. Brummelkamp vroeg aan Kohlbrugge waarom deze niet overkwam naar de afgescheidenen. Kohlbrugge antwoordde: „Zegt aan die mannen (afgescheidenen van 1934, H.R.), Brummelkamp, zeg aan die mannen des Heeren woord, ten eerste: de akker waarop en de zaaier door wie de afscheiding het eerst gezaaid werd en gelijk zij gezaaid werd, zijn vervloekt van de Heere Zebaoth (...) en de geest die onder u is uitgegaan, is een leugengeest in de mond aller uwer profeten en uw werken zijn niet vol gevonden voor God en gij loopt goden na die geen goden zijn maar Baal." Dit is veelzeggend. Het lijkt mij dat een radicale genadeleer een mens radicaal klein maakt en radicaal geduld doet krijgen met de tekorten van de kerk. Met een Mozes leert men mijns inziens radicaal bidden: Delg mij maar radicaal uit Uw boek voor dit onzalige kerkvolk. Die gestalte mis ik wel wat bij Paauwe en Kohlbrugge. Hun kerkvisie lijkt mij toch heel vleselijk, heel verkocht onder de zonde. Dat is meer dan zonde, ondanks hun voortreffelijke genadeleer.
Hans Reinders, Emmeloord
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 november 2004
Terdege | 154 Pagina's